iop van jut honderd jaar
Een kermis zonder Kop van Jut?
Nou Ja, laten we eerlijk zijn, dat
is geen echte kermis. Maar hoe
is deze attractie, waarop de
(sterke) mannen zo graag hun
krachten beproeven, eigenlijk
aan haar naam gekomen?
Het is de (macabere) herinne
ring aan Hendrik Jut, een moor
denaar die een eeuw geleden Ne
derland maanden lang in beroe
ring bracht.
Hendrik Jwt
Toen Jut, enkele jaren na de
moorden levenslang kreeg, stortte
hij zich bij het voorlezen van
het vonnis in een aanval van
razernij. Hoewel zes veldwachters
hem op het lijf sprongen, slaag
de Hendrik er toch in verschei
dene malen met zijn hoofd op
het hekje van de beklaagden
bank te bonken. Het gespannen
publiek schreeuwde: "de kop van
Jut" "de kop van Jut" en de
kermisattractie was geboren
Na zijn overlijden zette het ana
tomisch laboratorium van de
Universiteit in Groningen Juts
hoofd met de rosse krullen op
sterk water
Onze historische medewerker
Dolf Schnaar heeft de geschie
denis van Hendrik Jut in de ar
chieven nageplozen. Hij verhaalt
er op deze pagina van.
uw geleden, om precies te zijn op de steenkoude avond
3de december 1872, werd er gebeld aan het huis van
nevrouw W. Th. van der Kouwen-Ten Cate in de Bogt
thans het Huygensplein in Den Haag.
was thuis. Haar jonge dienstmaagd Leentje Beeloo
laar slofjes naar de voordeur, waar zij Stientje Goed-
zoals spoedig zou blijken, bepaald niet tot het 'goede
worde, met een man zag staan.
was al sinds enige jaren geregeld bij de grote schoon-
herfstuithaal en andere vlagen van opruimwoede als
opgetreden, dus kenden zij elkaar goed.
informeerde naar het doej van haar komst. "O, mijn
loenen halen. „iDe staan hier nog", was het antwoord.
de conversatie aan de voordeur ook tot mevrouw
Kouwen doorgedrongen. "Hoor ik daar Stientje? Meid
Dat liet Stientje, belust op roof, zich geen
zeggen. Haar begeleider gaf zij opdracht "maar zo
leent je in de keuken te wachten".
w Van der Kouwen was
ne die gerust "loslippig"
worden genoemd. Toen
n grote erfenis ten deel
gevallen, had zij tegen
p Stientje en anderen
opgeschept over haar
(grote) rijkdom en bo
de vele verworven kost-
.J sieraden plus een flink
1 aandelen aan Jan en al-
laten zien. Dat druiste ei-
tegen haar bijgelovige
sdjn, want mevrouw Van der
haar dienstmaagd
l in de put geraakt,
(de destijds in Den Haag
fkende waarzegster "Dove
i" het tweetal tijdens een
had voorspeld dat hen
iroot chagrin" te wachten
'Kijkt uwee maar, hier
hoppenaas vóór schoppen
dat voorspelt altijd na
ging dus naar boven,
ne vrouw, terwijl Hendrik
r de keuken volgde,
jearriveerd reeg Hendrik
Eisje zonder pardon aan
Opzij van de gootsteen
ïtje haar laatste adem
adrik vloog de trap op,
'ontdaan" de kamer bin-
meldde mevrouw "dat in
ïen Leentje zo maar was
evallen.
het al snelde de trap af.
beleefd, liet mevrouw
maar..stak ook haar
et mes in de rug. Voor
Verheid stootte hij zijn
k nog eens in het hart
evrouw Van der Kouwen,
slag dood was. "Ziezo
iu gaan we naar boven.
Et wel waar zij de poet
len heeft.
ir later verlieten Hendrik
atje het huis, met mede-
an de juwelen, het
effecten.
"as Jut?
Bjongen: arrogant en
erd. Bepaald snugger zag
niet uit. Toen hij met
na (Stientje dus) Goed-
i contact kwam, "kelner-
in het Scheveningse
3 in de militaire dienst
in bij het paardevolk ge-
Heel erg lang bleef hij
Oder de wapenen", want
goede dag liet hij zich
T" van zijn paard vallen
tenslotte als een onver-
[e simulant uit de dienst
Het was niet alleen om de
"dienst" zelf. dat Hendrik Jut
zich had laten afkeuren. Er was
nog een andere oorzaak. Zijn
militaire lotgenoten hadden na
melijk inzage kunnen krijgen
van Juts militaire zakboek en
daarin stond op de plaats "va
der" het woordje "onbekend".
Hendrik Jut werd daarmee door
lopend getreiterd.
Nu zou een psychiater deze "af
komst" en "verdrongen com
plexen" als grondoorzaak van
Juts misdaad hebben gesigna-
leerd.Vrij snel na hun kennisma
king verkeerde Stientje in de
zelfde omstandigheden als des
tijds Hendriks moeder. Van
overhaast trouwen kon echter
om financiële redenen geen
sprake zijn. Stientje vreesde ook.
dat "mevrouw", hoe rijk zij ook
was. om deze redenen niet zou
"bijspringen", waarop bij de 21-
jarige Hendrik en de 24-Jarige
Stientje het plan rijpte om zich
op gewelddadige wijze van me
vrouw Van der Kouwens bezit
tingen meester te maken. Tot.
zover Hendriks antecedenten tot
het tijdstip van de moord. Ik
vertelde al. dat Hendrik ook me
vrouw doodstak in de keuken en
het tweetal zich alle tijd gunde
in huis alles na te snuffelen en
mee te nemen wat van hun ga
ding was.
Nu zij zoveel kostbare zaken in
de wacht hadden gesleept kon
den zij ook trouwen. In de
Kloosterkerk werd hun huwelijk
door ds. Hoevers plechtig ingeze
gend. Zij ontvingen, als gebrui
kelijk, de trouwbijbel, waarin
Hendrik met zwierige letters
schreef: "Aan mijn geliefde
Christina van H. J. Jut, die bei
den vertrouwen op de goedertie
renheid Gods
Vlucht
Het was voor Hendrik Jut en
zijn echtgenote intussen hoog
tijd geworden zich uit de voeten
te maken. Jut maakte enige sie
raden te gelde en boekte eerste
klasse passage naar Amerika.
Dat kon allemaal omdat de poli
tie op een volkomen verkeerd
spoor zat en het tweetal niet op
bet lijstje van de verdachten had
staan.
Wel was tijdens de zeereis
Stientje bang en overstuur, wal
nog erger werd, toen Hendrik
haar na het embarkeren op eer
omnibus zette om alleen naar
het luxueuse St. Nicolas Hotel t'
gaan. Hendrik bleef op de kade
achter om een opengesprongen
koffer, na het vergaren van de
inhoud met touwen weer te
sluiten.
Tijdens de zeereis had hij Stien
tje een Franse naam aangeme
ten, maar èn door de omstandig
heden èn door de haar totaal
vreemde taal en omgeving, was
zij zo van het stuk geraakt, dat
zij de fraaie naam vergat en
zich in het hotelregister toch
maar als "mevrouw Jut" liet in
schrijven.
Het duo zocht en vond op
Broadway een opkoper die zich
over de resterende sieraden, het
goud en zilver wilde ontfermen.
Met de nodige nonchalance en
bravour vertelde Jut een Frans
man te zijn die om politieke re
denen overhaast "la douces Fran
ce" had moeten verlaten en al
leen zijn draagbare kostbaarhe
den had kunnen redden. De lou
che opkoper geloofde er geen
woord van. signaleerde het als
De effecten, althans het grootste
deel daarvan brachten veel meer
op, namelijk 10.700 dollar, zodat
"monsieur Jacques Fréderic Jut
Montauban" en diens vrouw het
er goed van konden nemen in
het hotel en in de winkels.
Royaal, zoals alle parvenu's, gaf
hij bij de hotel-afrekening 300
dollar fooi. Hierna gingen zij als
"monsieur et madame de Mon-
tesne de Bruxelles" (weer een
andere naam) scheep naar Li
verpool. Na een „gouden hand
druk" namen de douaniers niet
de moeite naar hun passen te
vragen
Bijna
In Liverpool trachtte Jut het
restant van de effecten in baar
geld om te zetten, maar liep
daarbij bijna tegen de lamp,
omdat hij de ene keer "De Mon-
tesne" en de andere keer "De
Montagnard" tekende. Ja, Je
moet ook aan zoveel dingen den
ken
Toen de bankemployées met de
politie dreigden vertrokken Hen
drik en Stientje ijlings naar
Londen, waar zij zich voor het
Portugese echtpaar Peroires uit
gaven.
ZIJ arriveerden In Londen op -
goede vrijdag en vonden alle za
ken en musea, inclusief de To
wer, waar de Kroonjuwelen hen
aantrokken, gesloten. Als devote
lieten gingen zij toen maar enige
uren in de kerk zitten tot het
tijd werd aan boord te gaan voor
de boot naar Nederland. Zo
keerden Hendrik en Stientje op
hun uitgangspunt (Den Haag)
terug.
Maar op den duur werd de
Haagse grond het tweetal toch
wat te warm onder de voeten en
vestigden zij zich als rijk echt
paar in Vught, waar mijnheer
en mevrouw zich occupeerden
met het africhten van peperdure
rashonden. Zij lieten in ver
band met de komst van een
baby een zuster van Jut over
komen en vervolgens vertrokken
zij, goed een jaar na de moor
den. in maart 1873 met zijn vie
ren. want het echtpaar was een
zoontje geboren, naar Zuid Afri
ka.
Maar ook daar was het "niks".
Na een verblijf van een half
Jaar keerden zij terug naar Ne
derland waar Jut hij was im
mers kellner van beroep in
Rotterdam op 't Haagse Veer
een logement en tapperij kocht.
Nog altijd waren de gemoederen
van het publiek in beroering
over de dubbele moord, ook al
omdat de dader nog steeds niet
was gevonden. Het was het ge
sprek van de dag en in zijn tap
perij werd Hendrik er dan ook
dagelijks mee geconfronteerd.
Het maakte hem gejaagd en
nerveus en door de spanning
ging hij aan toevallen lijden.
Het vreemde gedrag van kaste
lein Jut, als t gesprek op moor
den kwam, maakte tenslotte de
tapperij bezoekers langzaam,
maar zeker achterdichting. Men
ging de in grote aantallen ver
spreide foto's van de moordenaar
vergelijken met het gezicht van de
met trillende hand de borreltjes
inschenkende kastelein. Een ano
nieme brief aan de Rotterdamse
politie volgde en toen was het zo
Fataal
Natuurlijk had Ju> tijdens zij a
omzwervingen de meegenomen
papieren van mevrouw verbrand,
maar één klein papiertje had hij
over het hoofd gezien. Daaiop
stond in het handschrift van
wijlen mijnheer Vander Kouwen
'-schreven:
Ziethier hetgeen ik weet
Mijn brave lieve vrouw
Van wat te zien is
In de hoofdkerk vanTergouw
Tergouw: Gouda. Hier doelde hij
blijkbaar op de 16 wereldbe
roemde gebrandschilderde ramen
van Crabeth (1560). En toen
drie Jaar na de moord sloeg
de politie toe. Het echtpaar werd
in staat van beschuldiging ge
steld en ingesloten in het huis
van Bewaring in de Haagse Ca-
suariestraat. Hun zoontje werd
direct na de arrestatie geadop
teerd door een grootmoedig kin
derloos echtpaar in Delft. Zij ga
ven het Jongetje hun eigen naam
gewettigd bij Koninklijk Be
sluit en vermoedelijk heeft
hij nimmer kennis genomen van
zijn stamnaam en leven er nu
nog eerzame nakomelingen in
Den Haag.
Na him arrestatie volkomen
murw probeerden Hendrik en
Stientje nog al het hun ten las
te gelegde van de hand te wij
zen, maar nadat hun het papier
tje van mijnheer Van der Kou
wen was getoond, gaven zij ten
slotte alles toe.
Op de druilerige morgen, waarop
de zaak-Jut op de rol stond,
werd het echtpaar in een zwarte
vigilante met gesloten gordijntjes
vanaf de Casuariestraat naar de
500 meter verder op het Korte
Voorhout gelegen rechtbank ge
reden, twee rijksveldwachters in
het rijtuig, vier man te voet als
escorte. Als verdedigers traden
op mr. Cort van der Linden (de
latere minister-president tijdens
de eerste wereldoorlog) en mr.
Thorbecke, zoon van de grote
Thorbecke.
Levenslang
Jut werd op 6 mei 1876 veroor
deeld tot levenslange gevangenis
straf wegens moord en roof.
Stientje kreeg 12 Jaar wegens
medeplichtigheid.
Toen het vonnis werd uitgespro
ken kreeg Jut weer een aanval
van razernij. Hoewel zes veld
wachters hem vastgrepen bonkte
hij toch verscheidene malen met
zijn hoofd op het hekje van de
beklagdenbank. Het gespannen
publiek schreeuwde toen: '"De
kop van Jut" "de kop van
Jut", waarmee meteen de naam
ontstond van de bekende ker-
mis-attractie.
De dag na hun veroordeling
schreef Jut een brief aan een
charitatieve dame: "Vreselijk is
mijn straf veroordeeld te worden
tot een misschien eeuwige schei
ding van een innig geliefde
vrouw en kind, welke mij dui
zendmaal dierbaarder zijn dan
mijn bloed, mijn leven; ik smeek
u wilt den Hemelschen Vader
bidden. Hij zal mijn onschuldig
wicht op den weg des levens in
eere en deugd doen voort-
groeyen".
Onwillekeurig vraagt men rich
af: was de kerel óf gek óf een
huichelaar. Men is geneigd tot
het laatstgenoemde.
Jut werd overgebracht naar de
strafgevangenis in Leeuwarden,
destijds de enige ln ons land
voor levenslang veroordeelden.
Stientje ging naar de vrouwen
gevangenis in Gorinchem, waar
zij haar 12 Jaar uitzat.
Hendrik Jut overleed na één
jaar "zitten'.
Kijkspel
Zijn lijk werd overgebraht naar
het anatomisch laboratorium van
de universiteit in Groningen,
waar zijn hoofd met de rosse
krullen op "sterk water" werd
gezet en door studenten en o
tempera o mores ook op grie
zelen beluste kijkers kon worden
bekeken.
Na het ondergaan van haar ge
vangenisstraf keerde Stientje Jut
naar Den Haag, waar zij, onbe
rispelijk levend. onder een
schuilnaam als dienstbode in be
trekking trad. Door indisctretie
van een politieman kwam men
er tenslotte toch achter wie zij
in werkelijkheid was. Opgejaagd
keerde zij Den Haag haar rug
toe en vond in Rotterdam on
derdak in een obscuur kroegje.
Tenslotte om weer veilig te
kunnen leven zocht zij haar
toevlucht opnieuw in de gevan
genis. Als een soort "entree
kaartje" stal zij in de Fransche
Bazar twee paraplu's en een
stukje toiletzeep, waarvoor zij
twee Jaar achter de tralies ver
dween. van haar verdere leven is
niets bekend. Zij overleed in
Haarlem op 26 Juni 1926.
Het gordijn was gevallen.
Maar heel Nederland zong na de
aanhouding van Hendrik en
Stientje Jut (en nog jaren daar-
O Jut, o Jut nou zit Je in de
Het leven laten houen
i macabere herinnering.