rankrijk is mijn tweede vaderland
Den Hertog offert zich op
JAN JANSSEN: HET FIJNSTE IN
MIJN LOOPBAANDAT WAS DIE
ZEGE INDE TOUR, NATUURLIJK
ERELIJST
APPSE
5.-300BENBURG
A.S.C, DOCOS
9?
Kus voor de dochter na
de zege in de Tour de
en erg mooie herfstdag ïft Parijs, als Jan Janssen op Le Bourget uit het vliegveld
sta i De douanier wuift hem dóór: „le professeur" hoeft zijn paspoort niet te laten
,e, nog altijd niet. We rijden in de huurwagen zeer snel door het centrum, naar de
h. Jan Janssen kent de weg, feilloos. Later zegt hij: „Frankrijk is mijn tweede va-
n T ind. Als ik iets op zakengebied ga doen, dan zal dat bij voorkeur mét Frankrijk zijn.
I't reet nog niet wat, maar dat wel". Vier jaar en een paar maanden na DIE zondag
we in Parijs. Een soort bedevaart naar de plaats waar het allermooiste waar werd:
imeentelijke wielerbaan van Vincennes, de „Municipale", in de volksmond sinds
en dag „Cipale". Jan Janssen won er de Tour de France. Nog vóór hij het cement op
heeft hij al gezegd: „die bekende vraag hoef je niet te stellen, want het antwoord
even bekend. Het fijnste in mijn loopbaan, dat was die Tourzege, natuurlijk",
jaren, elf seizoenen als beroepsrenner. De wereld kent Jan Janssen. De agent, die
ie bestraffend de vinger heft als er verkeerd dreigt te worden geparkeerd. De men-
n het eethuis. De amateurs, die hun eindeloze oefenrondjes draaien op de piste. De
enden, die vandaag, vijfhonderd kilometer noordelijker, langs het parkoers staan in
lenhoef. Jan Janssen rijdt daar zijn laatste wegwedstrijd.
tumultueuze Jaren. En nog ze-
trvóór. De aspirant, nieuwe-
amateur. onafhankelijke, be-
tnner Jan Janssen heeft niet
merkt in. voor en achter de
as gestreden: „ik heb erg veel
3. Misschien wat te veel,
Geen spijt, natuurlijk niet.
2
ri
t -f
0 nooie tijd. Niet alleen omdat
1 een goede welstand aan
,re'( 'houden. Ook vanwege de
k 1 Ik heb veel mensenkennis op
to d, ik ben erg ver geweest in
reld. Ik heb heel veel mensen
8'>en. Maar ik heb óók weinig
helemaal geen tijd voor iets
Gr i gehad. Dat is het probleem
it ogenblik. Ik ben alleen nog
beroepswielrenner. Dat voel ik
erk, nu ik voor de keuze sta
trder te gaan doen. Ik geloof
dat ik uit de wielersport
Dat ik die sfeer,
me af kan zetten,
gaan doen in de
er. Maar de proposities die ik
^jggen angstig ver van het fiet-
Geld verdienen? ach, dat
st zo veel te zijn. Kijk, als
sens iets in de sport
loen, en als ik daar
behoorlijk, niet zo veel, voor
i zou krijgen, dan kon het
ijn, dat ik op 31 december
et volgende jaar tot de ont-
üeu g zou komen, dat ik die ver-
m net precies heb opgegeten
to [edronken. En dat zou ik dan
P rg vinden. Nee, geld verdienen
niet meer zo nodig. Ik geloof,
liie'verstandig genoeg heb be
ilaar dat mocht ook wei, na
fat ik er voor heb moeten
Dat „alles": koersen tot het
iwart voor de ogen zag. Van
s afvallen maar altijd na
sh. Kijken, praten, duwen
d om de beste plek, om
'agste positie. Brutaal zijn,
maken, soms uitbundig zijn,
iker leven als een klooster-
Jontroleren, dirigeren. Resul-
sereldkampioen en Tourwin-
Bloemen op de eindstreep van
to b oiste klassiekers, die de wie-
kent. Een fraaie bungalow
knappe bankrekening. Maar
itibekens van vele valpartijen,
ittai i verblijf in het ziekenhuis op
voll adje van de dood.
Br!
De ii
„dat is toch wel het
jewecst. Die gebeurtenissen in
•Tours van '69. Toen ik van
viel. Toen het hart het bij-
(ft begeven. In Tours in dat
huis. toen ik eenmaal wist
toch wel weer in orde zou
toen heb ik me voorgeno-
ig één, hooguit twee rustige
En dat is het koersen voor
liassen voorbij. Vandaar nu
lflII scheid. Jan Janssen heeft ge-
levraagd van zijn lichaam.
dertig jaar.toch geen
leeftijd om te stoppen? Ach,
wel langer gekund. Maar
linssen gaat niet rondrijden
oude, volkomen uitgebluste
i, dat in de eerste plaats
h zelfs als dat niet
bant mssen:
4 kan nog héél best mee
Neem een Poulidor. Die
m7i b 36. Alle bewondering voor
nog doet. Maar kijk eens
'at hij allemaal mist. Zo ie-
leeft toch niet? Altijd maar
altijd maar dat verzorgen,
jJ^rgvuldig zijn. Nooit eens een
;off Hing, het gevaar van de vol-
afstomping. En het risico
rt opeens, door weet ik wat
stomme valpartij of zoiets,
afgelopen is. En voor wat?
.ie pa r centen meer? Nee, zo
Janssen niet".
be: u."
ADVERTENTIE
Zondag 2.30 uur
1 Vandaag rijdt Jan Janssen
met de ronde van Kortenhoef
zijn laatste wedstrijd op de
weg. Hij betwist in het komen
de winterseizoen nog wel de
zesdaagse van Montreal en
ils de plannen daarginds wer
kelijkheid worden een drie
tal soortgelijke races in de Ver
enigde Staten. En tenslotte
wacht hem een afscheid in
Rotterdam, hetzij tijdens de
Ahoy zes-avondenkoers, hetzij
iijdens een speciaal "gala", dat
hem ongetwijfeld toekomt.
Jan Janssen, nu 32, heeft een
erelijst bijeengeietst, die in de
vaderlandse wielersport zijn
weerga niet kent. Na talloze
overwinningen bij de amateurs
en uitstekende verrichtingen in
de ronde van de Toekomst, de
buteerde hij tien jaar geleden
als prof in.de ronde van
Kortenhoef. Het duurde nauwe
lijks twee seizoenen of de (toen
nog) man uit Nootdorp greep
in het Franse Sallanches de
wereldtitel op de weg. Het be
gin van een imposante reeks
overwinningen en ereplaatsen
Zoals daar zijn: een tweede
plaats in de Tour van 1966, de
Tourzege in 1968 en daartussen
triomfen in de ronde van
Spanje en in de zwaarste één-
dagswedstrijden, die de wieler
sport kent: de "koningsklassie-
ker" Parijs—Roubaix en de ma-
rathonrit Bordeaux—Rarijs.
Jan Janssen won talloze cri
teriums en kermiskoersen, maar
ook vele meerdaagse wedstrij
den. Hij zegevierde bovendien
in zesdaagsen (o.a. in Amster
dam samen met Bugdahl) en
andere wedstrijden op de win-
terbanen. Nu zet hij een streep
onder die fraaie lijst. Die nu
merkwaardig genoeg één titel
niet bevat: een nationale
gens anders makkelijker verdienen.
Maar zo veel plezier heb Je er dan
toch ook weer niet van".
Achterom
Als hjj dat betoogt, dan lijkt Jan
Janssen achterom te kijken naar
een lange, zware' klus, die dan nu
toch eindelijk is opgeknapt. „Maar
zo is het toch niet helemaal". En
dan, aarzelend tussen het betoog
van één, die toevallig hard is blij
ven doorfietsen omdat hij dat zo
goed kon, en het verhaal van de
sportman: „nee, nee. Het is een fij
ne tijd geweest. Juist ook uit spor
tief oogpunt. Ik heb heus niet al
leen voor het geld gefietst. En heus
niet omdat het moest. Ik ga je iets
geks vertellen. Ik vind soms van
mezelf, dat ik niet eerzuchtig ge
noeg was. Ik won eens twee etappes
In de Midi Libre, en ik kon nog
een derde winnen ook. Toen vroeg
Ab Geldermans: laat mij nou ook
we zijn toch kameraden en
goeie collegas' Nou, dat deed ik
toen. Als ik nou alles altijd maar
op dat geld had gegoooid, dan had
ik dat tooh niet gedaan? Trouwens,
Ik weet heus wel hoe het er aan de
andere kant uitziet. Weer met Gel
dermans, in de Tour van '63. We
werden er bergop vierkant afgere
den, we zwoegden samen naar bo-
Iedere keer als ik een paar
meter voor hem uitkwam, dan riep
hij: ho nou Jan, laat me niet in de
steek. En als hij weer wat naar vo
ren schoof, dan ik weer: toe nou
Ab, blijf bij me! We komen boven,
knallen bergaf, pats, ik een
klapband, onderuit. Ik riep nog: ho,
Maar dat hoefde niet meer,
want ik had zo het één en ander
gebroken. Kijk, zulke dingen mee
maken, dat is natuurlijk wel aanlei
ding om te zeggenik zoek wat
makkelij kers op. Maar dat deed ik
niet. Omdat ik van de sport hield
nog houd. En het is natuurlijk
wel zo. dat Je, als je er Je geld in
kunt verdienen, dat ook zo goed
mogelijk moet doen, dat wel. Maar
het is heus dat geld alleen niet, dat
Je door moeilijke momenten heen
_>t. Want als je met wat minder
tevreden bent, dan kim Je het er-
Honderdtallen
Herinneringen aan een zware koers-
carriëre. Jan Janssen koestert ze
hoe kan het anders bij honderd
tallen. En ze komen nu nog niet
eens zo overvloedig los. Hij staat
nog teveel met de fiets tussen de
anderen. Waarvan hij zegt: „er is
nu alleen nog maar Merckx. De
rest? Ik heb van de week nog tegen
ze gescholden. Dat nemen ze me
dan kwalijk, maar het is zo. Ze
doen er niks voor. Ze vatten het al
lemaal veel te gemakkelijk op. We
zitten in een kermiskoers in België.
Tegen het einde. hup. daar is
Merckx weg. En de rest blijft zó
maar zitten. Ik maar roepen en
roepen: ga er achteraan, doe wat!
Maar niks hoor. Op die manier ver
pesten ze het toch voor zichzelf? Ze
doen er toch niks voor? Moesten die
firma's dan maar geld blijven beta-
braafjes achter Merckx aan blijven
rijden? Dat kan toch niet? In die
koers was ik met nog een coureur
zestig kilometer lang voorop. Ze
pakken ons, terug. De mannen zeg
gen: verdorie Jan. dat je dat nu
nog kan en nog doet. daar heb ik
bewondering voor. Zie het verschil?
De één zegt: pak die centen nog
maar een jaartje mee. en de ander
heeft bewondering voor wat je doet.
Dat is toch wel tekenend".
Nu is de „leeuwenmoed" van Jan
Janssen in de fietserij toch wel een
beetje spreekwoordelijk. Want hij
moest het vaak wel van zijn wils
kracht hebben. Het verhaal is be
kend: toen hij prof werd, kon hij
een contract tekenen als knecht
van Rik van Looy. „Maar dat ver
domde ik. Het was toen best een
aardig bedrag wat ik kon krijgen,
Drieduizend Belgische franken
maand. Ja. nu lach Je erom,
in '62 teld'e dat. Plus het feit. dat
je bij Van Looy natuurliik wel ver
zekerd was van wat meer. omdat je
I met die ploeg vaak in de prijzen
reed en Rik was wat dat betreft
ook de rotste niet. Maar bij Pel-
forth, bij Maurice Demuer. daar
kon ik mijn eigen gang gaan. Voor
een heel wat mindere vergoeding,
wat zeg ig, dat was in de verste
verte niet genoeg voor zelfs alleen
maar brood op de plank. Maar ik
deed het toch. En daar heb ik ge
leerd om voor de prijzen te koersen.
Om te knokken. Om niet te sjache
ren voor een paar centen. Ik moest
verdienen met fietsen en om dat te
kunnen, moet je eerste ergens zijn.
Om daar te komen moet je rijden,
niets anders. Dan zat je tussen de
vedetten. En daar wordt je dan ook
nog zakenman. Maar luister goed,
al is het al zo vaak gezegd: er is
nog nooit iemand geweest, die zo
maar een koers heeft kunnen ko
pen. En er is ook nog nooit iemand
geweest, die zo maar. aan de een of
andere koekebakker. een koers heeft
verkocht. Dat kan niet. en het zal
ook nooit kunnen. Want als er iets
Is, dat het publiek snapt, dan is het
dèt".
Ik reed in het geel. Verdomd, ik
wist het niet. en ik werd tien mi
nuten te laat gewaarschuwd. Omdat
de Tourradio in de ploegleiderswa
gen het toen net niet deed. Heus. ik
liet Aimar niet gaan, hij was ge
woon weg. Maar of die Tourradio
nou echt kapot was. Ik weet het
nietIk ben daar veel later pas
over gaan nadenken. En ik ben er
niet uitgekomen. Het, kan zijn
dat.Nou, Ja, wie zal daar ooit
nog eens een waar woord over zeg
gen?"
Maurice Demuer in ieder geval niet.
Ik vraag het hem. als hij druk pra
tend over veel sombere zaken in de
wielersport, wat later in die middag
ook nog even op de piste ver
schijnt: Ja, die Tour van 1966. Erg.
érg jabmer, dat we die pech met
die radio toen hadden. Maar Ja,
aan de andere kant: Jan heeft de
Tour tenslotte toch óók gewonnen,
nietwaar? En je moet bedenken, dat
Aimar in die dagen toch geen
slecht coureur was? Hij reed in de
Tour van 1966 toch echt wel goed".
En dan de stap naar de actualiteit:
„renners van het type Janssen vind
je vandaag de dag niet meer. Er is
met de jongeren niet te werken.
Dat strijkt maar geld op, dat doet
maar. De één vraagt een nog hoger
bedrag dan de ander. En wat staat
er tegenover? Een onbetekenende
overwinning in een stom criterium,
li Of zelfs dat nog niet. Zo'n meneer
Grosskost. die zich voor twecdul-
zend francs in de maand voorbe
reidt op het wereldkampioenschap
achtervolging en daar dan achter
mekaar naar huis wordt gefietst.
Zo'n Ocana: dan dit, dan dat. Ziek
of onderweg. Wat moet je daar nou
mee aan?" En als de klaagzang ten
einde is, dan komen de tegenover-
gestelde herinneringen.
Koppel
Demuer en Janssen: acht Jaar een
onafscheidelijk koppel. Dat bij de
bazen resultaten op tafel legde.
maar dat kostte nogal het één en
il ander In het oirbare dan „weet je
nog? Toen die rit naar Sallanches.
in het jaar dat ik de Tour won?
Man, wat was ik kapot. Ik wist van
niks meer. Ze hebben me op moe
ten pakken en naar het hotel moe
ten sjouwen en daar heb ik einde-
'•fU loos lang in een bad gelegen voor
ik weer bij de mensen was". En zo
zijn er nog wel een paar etappes
geweest, in de loop der jaren.
Want: „kijk, koersen is fijn. Maar
een Tour de France doe je niet
i voor je plezier, nooit, dat bestaat
niet. Dat is afzien, daar kun je niks
fijns aan beleven. Honger, dorst, el-
lende. Als je 'm wint, is dat je
H 'l, mooiste zege. Uiteraard. Je moet
Ijjjif; het maar opbrengen". Janssen
j||j]l||! bracht het op. „Ik was nooit een
coureur van zeer speciale klasse,
de Janssens carrière brengt: het verliesploegleider. Ik had voor de ko- Maar ik kon wel alles. Niet de rap-
van de Tour tegen Aimar in 1966 mende eindsprint niet de goeie ver- 6te, maar wel een behoorlijke
en het verloren wereldkampioen- snelling staan en hij riep, dat lk op sprint. Geen klimmer van het echte
schap tegen Merckx. Heerlen '67. een andere fiets moest overstappen, soort, maar wel goed omhoog als
Janssen: „Heerlen? Ik verloor echt Ik deed het niet. en ik verloor. Eu dat nodig was. Geen specifieke tijd-
En ik maakte een geweldig stomme dan die Tour met Aimar. Die was rijder, maar wel een Tour winnen
fout: Ik luisterde niet naar mijn In de rit naar Turijn ineens weg en in de tijdrit. En ga zo maar door".
Ga zo maar door, tot op de dag
van vandaag. Het einde van de
fietscarrière op de weg van Jan
Janssen. Die presteerde wat nog
nooit een Nederlandse renner voor
hem heeft gedaan. En kan heel
lang duren voor het weer gebeurt.
Voordat er weer iemand is, die zich
tot het uiterste kan geven als
Jan Janssen dat deed. Niet een
coureur, die met hangen en wurgen
„toch nog wat bereikte". Nee, een
renner met voldoende gaven om op
de eerste rij te strijden. Maar om
daar dan ook nog te winnen, dat
heeft Jan Janssen zo onnoemelijk
veel gekost. En dat heeft hem dan
weer de wijsheid gegeven om nu te
stoppen: „niet meer die risico's. En
bovendien: het wordt na tien Jaar
weggeweest wel eens tijd voor mijn
gezin. Voor een ander leven".
Waarmee Jan Janssen zich weer
een nieuw brok doorbijten ziet
voorgezet. „Ik weet echt niet wat ik
ga doen. Drie Jaar een ploeg ama
teurs opleiden en daar dan mee
overgaan naar de profs, dat zou
mooi zijn. Maar waar vind Je zo'n
sponsor? Of een profploeg beginnen,
maar dan eerst een jaartje rondkij
ken, op zoek naar talent. Want zo'n
ploeg spijker je niet in een paar
maanden in elkaar. Tja, ik heb wel
aanbiedingen.
Jan Janssen kan alle kanten uLt.
En hij worstelt erg met al die mo
gelijkheden. Eigenlijk weet hij maar
één ding zeker: „ik ben een man
van de wielersport in hart en nie
ren. En daarom geloof ik niet, dat
ik er buiten kan", Wat dan ook
niet zal gebeuren.
9 Tennis Wimbledonkampioene
BUlie Jean King heeft Betty Stöve
de pas afgesneden naar de kwartfi
nales van het Paciic Oost Classio-
toernooi in Albany. De Nederlandse
verloor met 63, 63.
In het dames dubbelspel wonnen
Betty Stöve en Frangoise Durr met
6-4, 7-6 van Rosemary Casals en
Vicky Berner ("VS/Canada).
Wielrennen - Op het raaie par
koers van het militaire oefenterrein
De Vlasakkers in Amersfoort is de
20-jarige Henk Poppe uit Nijver dal
gistermiddag Nederlands militair wie
lerkampioen op de weg geworden.
Hij legde de 132 kilometer (24 ron
den van 5,5 km) af in 3 uur, 6 mi
nuten en 14 seconden.
IJshockey Het Russische ijs-
hockeyteam heeft gisteravond in
Moskou met 5-4 gewonnen van Ca
nada. De tussenstanden waren: 01,
0—2, 5—1.
ADVERTENTIE
ZONDAG A.S. 2.30 UUR
Terrein U.D.O. „De Voskuijl",
Rhijngeesterstraatweg,
Oegstgeest.
SAINT LOUIS "Als ik nog voor eigen kans had willen rij
den dan had ik vandaag achter Sutter aan moeten gaan. Ik heb
me opgeofferd voor Frits Schür. Als hij het niet haalt dan kan
ik het ook niet helpen. Dan heeft hij gefaald."
het algemeenklassement op 2.16) en
Roques (14de op 6.17) na een winsr.
van ruim vier minuten tenslotte op
niets uitliep en de posities van de
Nederlanders in alle klasseringen
geconsolideerd konden worden.
De 'Nederlandse renners hadden
zich overigens minder druk gemaakt
over de tijdelijke winst van Ueli
Sutter dan Joop Mididelink, die zich
in de ploegleidenswagen zat te ver
bijten. Mididelink; „Als ze het bU
twee minuten hadden gelaten was
het normaal geweest. Maar met vier
Aan het woord was Fedor den
Hertog, de man die vorig jaar in de
Ronde van de Toekomst zelf faalde
een monsterachtig grote voor
sprong op Regis Ovion te hebben
genomen en die zich nu inspant om
Schür aan de eindzege te helpen.
Den Hertog was ook in de vrij
kleurloze rit van Besangon naar het
op Frans grondgebied tegen Bazel
geklemde Saint Louis, weer ver
uit de beste Nederlander. Het was
aan zijn geweldige vorm te danken,
dat de vlucht van Sutter (vierde in
nooit mogen laten gaan. Het geluk
voor ons is geweest, dat die Zwitser
en die Fransman door de kilometeis
in elkaar zijn geklapt".
De uitslag van de tiende rit is:
1. Roques (Fra-rood) de 170 km in
4.31,36; 2. Exclassan (Fra-blauw)
431,49; 3. Coquelin (Fra-west) zt;
4. Sibille (Fra-blauw) zt; 5. Sohmid
(Zwi) zt; 6. Combee (Fra-blauw) zt;
7. Priem (Ned) zt; 8. Kuiper (Ned>
zt; 12. Van Dongen (Ned) zt; 20.
Langen (Ned) zt; 21. Schür (Ned)
zt; 27. Koken (Ned) zt; 28. Den Her
tog (Ned) zt.
Alg. klassement: 1. Sohür (Ned)
32 uur, 2 min., 39 sec.; 2. Bourrau
(Fra-A) op 30 seconden; 3. Schmid
6. Brentegani (Itaj op 3,18; 7. Du-
chemin (Fra-B) op 3, 43; 8. Edwards
(GB) op 3,55; 9. Battaglin (Ita) op
4,28; 10. Martin (Fra-A) op 4,34;
16. Kuiper (Ned) op 6,35; 25. Priem
(Ned) op 11,30; 26. Langen (Ned) op
12,43; 28. Koken (Ned) op 14.53.
Puntenklassement: 1. Priem (Ned)
107 punten; 2. Sohmid (Zwi) 73 p.j
3. Hubsahmid (Zwi) 69 p.
Bergklassement: 1. Sutter (Zwi)
90 punten; 2. Koken (Ned1) 64 p.;
3. Sohmid (Zwi) 50 p.
Italië 9730.08.
t6evwl pietje péetee s
GE600CWEL WEINIU UIT
HAALT IN HET UouP VAH
VJ£l?P£DI6£(?S
EN APPIE HflPPIE v/ouêoig
iaJORCT UITÖEPDET5T DOOP
PiUSPuTZpg