In Australië is het niet alles goud wat er blinkt Brief Oud-Strijders Legioen aan de minister van Defensie schrijven Opnieuw een aanval op de openbare vrije recreatie Door C. J. Rotteveel Kees van Kooten en de plagiaat-kwestie I DONDERDAG 24 AUGISTPS 1972 Redacties an dagbladen krij gen soms b>6ven, waar niemand goed raad me weet. Het zijn door gaans noodl'eten, die eigenlijk be handeling ragen door een of an dere instate voor sociale zaken. Maar omat die aan bepaalde voorschriftn zijn geboden, zou er een "bureu voor speciale geval len" moetn zijn om uitkomst te brengen. En zolang dat niet bestaat, noet er geïmproviseerd worden. Jat doe ik dan maar in het oncrhavige geval, een mis lukte enigratie naw Australië. "Wij woonden eerst in Leiden", schrijf' het echtpaar, dat ik op zijn verzoei met D< W. aanduidt. Ik kan ne dat wrzoek wel voorstel len, vant nieuand loopt graag te koop met eej teleurstelling. Maar wie bereid hi staat is te helpen, krijgt naturlijk de beschikking over naam 'n adres. "We vertrok ken op 3 september 1970 naar Australië, waar we op 1 oktober vol goed'moed aan land stapten. Helaas, nu toe hebben we nog niets ds* moeilijkheden gehad. Je moet V* h°ge huren betalen en veel u,n maken voor weinig geld. Nu zf men zeggen: waar een wil i£?een weg, maar hier is wel góec»wil, maar de weg is er niet. Toe wtJ uit Nederland vertrokken ha/en wij ons voorgenomen sa- m, te gaan werken. Nu mogen w zelfs blij zijn, dat alleen mijn j*n werk heeft. Veertig uur voor ts meer dan vijftig dollar Australische dollars staan op het ogenblik genoteerd op f 3.80, C.J.R.). De huur bedraagt 22 dol lar per week. Daar komt aan auto kosten 35 dollar per maand bij, verder nog 11.40 dollar per maand voor wasmachine en ijskast, zodat er voor eten en drinken niet veel over blijft, om over kleding maar niet te spreken. Een auto heb Je hier, door de grote afstanden, be slist nodig. Toen we vertrokken mochten we vier kub. meter mee nemen, maar in twee kisten, an ders werd het te groot. Dus konden er geen bedden of tafels en stoelen meegenomen worden. Dat moest dus allemaal aangeschaft worden en veel geld hadden we niet bij ons. We zouden dolgraag naar Neder land terugkomen, ook al omdat onze oudste twee kinderen heimwee hebben. Maar eerst moeten we nog één Jaar blijven voor de Emi gratie, daar wij anders onze sub sidie moeten terugbetalen. En wij hebben niets en kunnen ook niets verkopen om aan geld te komen. Alles wat we hebben is tweede hands. Ik zelf (ik neem aan, dat dit betekent: mevrouw De W., al is de brief door beide echtgenoten on dertekend, C.J.R.) heb al drie maanden lang naar- een baan ge zocht, maar overal willen ze alleen ruimere mogelijkheden te zoeken, al is het in dit geval een misluk king geworden. Toch blijft de vraag: heeft de familie De W. dit alles niet aan zichzelf te wijten? Want Australië is immers een land met grote mogelijkheden? Inderdaad lfjkt Australië een soort paradijs op aarde, bijzonder rijk als het is aan bodemschatten. Er was een tijd (tweede helft van de vorige eeuw), dat er veel goud werd gevonden. Australië was toen een van de grootste goudproducen ten ter wereld. Maar die mijnen zijn grotendeels uitgeput. Later werden echter zeer grote hoeveel heden steenkool gevonden, waar van de voorraden geraamd worden op 12 milliard ton. De produktie Junioren. Het is zelfs zo erg, dat we een paar dagen eten van het Le ger des Heils en het Rode Kruis ge had hebben. Maar ook dat is niet blijvend. In Nederland hadden we het echt beter. Mijn man was vrachtwagen chauffeur bij een transportbedrijf en verdiende daar goed. Hier werkt hij nu in een autobandenfabriek. Want op de weg is er voor hem geen baan te krijgen. De chauffeurs rijden allemaal onder contract en daar kom Je niet tussen. Ik ben blij mijn hart eens te hebben gelucht en ben benieuwd of er een Neder landse reactie op komt". Ziehier dit drama in een note- dop. Ik ken de familie De W. niet, maar wat deze vrouw schrijft is wel héél naar. Natuurlijk rijzen er kritische vragen. Is deze familie, zo vraag Je je af, op goed geluk naai- Australië gegaan? En heeft ze zich wel voldoende laten voor lichten? Waarom die stap onder nomen zonder over de financiën te beschikken om het "een tijdje uit te zingen"? Maar kritiek achteraf is gemakkelijk. Het getuigt in elk geval van durf om dit overvolle land te verlaten en elders naar van olie en aardgas is gering, maar daar staat tegenover, dat er zeer veel lood, zink, zilver, koper, ijzer, bauxiet (de rijkste voorra den ter wereld), uranium, nikkel, wolfraam, rutiel (het erts waaruit titanium wordt gewonnen) en zir koon wordt gevonden. Van de laatste twee is Australië op het ogenblik de grootste producent ter wereld. Als men dan verder weet, dat de hoeveelheid buitenlandse de viezen zo groot is, dat de regering er eigenlijk geen raad mee weet; dat de werkloosheid onder de twee procent blijft; dat 80% van de be volking over eengezinswoningen be schikt; dat de wolproduktie een derde deel vormt van wat de gehe le wereld levert; als men dit alles overziet, dan kan niet ontkend worden, dat Australië een land is van grote mogelijkheden. Maar nu de keerzijde! Gebleken is namelijk, dat een groot deel van de werkende bevolking onder het bestaansminimum leeft en dat er met name op het gebied van de sociale voorzieningen in vergelij king met bijv. Engeland, Duitsland en Nederland een grote achterstand is. In dit verband verwijs ik naar een artikel van de Journalist Chris topher Beek uit Sydney, op 29 Juli J.l. gepubliceerd in het veertien daagse blad "To the Point" (in Ne derland verkrijgbaar bij Drukkerij Smeets, Weert). Beek vestigt spe ciaal de aandacht op het armoede probleem in Australië en hij ci teert een bekend econoom, die be rekend heeft, dat meer dan 650.000 werkende Australiërs onder het bestaansminimum leven. Aange zien de bevolkingsomvang ginds niet veel verschilt van die van ons land (ruim dertien miljoen) levert enig rekenwerk als resultaat op, dat die 650.000 ongeveer 16 18% van de werkende bevolking uitma ken. En dat percentage verschilt niet veel van de 16%, die Egon Varro op 18 augustus in de "Frankfurter Allgemeine Zeitung" noemde. De bronnen, die ik hier citeer, tonen dus aan, dat één op de zes werkende Australiërs maar nau welijks het hoofd boven water kan houden, als hem dat al lukt. Dat een pas geïmmigreerde Nederland se familie als De W. het dus bij zonder hard heeft, is derhalve niet zo vreemd als Australië's rijkdom men zouden doen vermoeden. Vol gens correspondent Varro ligt het bestaansminimum in Australië op 60 dollar per week. Maar weet de regering dat dan niet, zal men zich afvragen, en doet zij daar niets aan? Bij de beantwoording van deze vraag duiken we dan in de politiek. Voor goed begrip dient men te weten, dat Australië nu al 23 jaar gere geerd wordt door een coalitie van liberalen en conservatieven. En die regering, die vanzelfsprekend vermoeidheidsverschijnselen gaat vertonen, is er de laatste Jaren be paald niet sterteer op geworden. In 1966 verliet Sir Robert Menzies het politieke toneel om vprvfingen te worden door premier Gorton, die op zijn beurt na enige Jaren het stuur van het schip van staat in handen gaf van McMahon. Die staat te boek als een nijvere po liticus, die weliswaar over zekere kwaliteiten beschikt, maar niet de allure van een premier schijnt te bezitten. Nu zeggen sommige spotters wel, dat Australië eigen lijk geen regering nodig heeft om dat het allemaal wel vanzelf loopt, maar dat is natuurlijk ironisch bedoeld. Want geen land, ook al is het potentieel erg rijk, kan zonder een duidelijk bestuursbeleid, voor al als er op sociaal gebied zoveel ingehaald moet worden. Dat er inderdaad heel wat valt in te halen, is intussen ook aan de regering-McMahon duidelijk ge worden. Tegen het eind van dit Jaar zullen er verkiezingen gehou den worden en om zich de concur rentie van de Labour-partij van het lijf te houden, heeft de coalitie een anti-armoede-programma ontworpen. Hier wordt dé invloed merkbaar van waarschuwende stemmen, zoals van de Anglicaan se aartsbisschop van Sydney, ds. Marcus Loane. Dat is een man, die er zeer principiële opvattingen op na houdt. Toen Paus Paulus nog niet zo lang geleden een be zoek aan Australië bracht, weiger de hij deel te nemen aan een oecu menische dienst. Maar cok op so ciaal gebied heeft de aartsbisschop zijn eigen opvattingen, die hij niet onder stoeien en banken steekt. „Met ongeveer honderdduizend werkloze Australiërs verkeert een half miljoen van onze landgenoten in moeilijkheden", zei de aartsbis schop onlangs (ik citeer "To the Point"). "Tellen we daar drie mil joen gepensioneerden bij, dan zien we hoe arm een groot deel van de bevolking van dit rijke land is", aldus Loane. De aartsbisschop kreeg later de steun van 24 Angli caanse bisschoppen, die de federa le regering om een diepgaand On derzoek naar de armoede vroegen. Minister van Sociale Zaken Went- worth antwoordde in het parle ment, dat een dergelijk onderzoek zou uitwijzen, dat de armoede "onder deze regering aanzienlijk verminderd is". Dat lijkt me een zwak verweer. Het gaat er immers Australië maakt een overweldigende indruk op de "buitenland se bezoeker, niet alleen door zijn bodemschatten, maar ook door de enorme steden, zoals Sydney en Melbourne, elk met ruim twee miljoen inivoners Brisbane (bijna 700.000), Adelaide 600.000en Perth met bijna een half miljoen. Maar het is niet alles goud joat er blinkt zoals uit bijgaand artikel blijkt. Op de foto: Bourke Street in Melbourne. niet om of de armoede verminderd is, maar of die nog zo groot is, dat er snel iets aan gedaan moet wor den. Tot zover dus de toestand in Australië, die heel wat te wensen overlaat, zoals de recente citaten uit gezaghebbende bladen aanto nen. Tegen die achtergrond dient vastgesteld te worden, dat de Leidse familie De W. zeker niet al leen door eigen schuld In moei lijkheden is geraakt. Mogelijk heeft ze zich laten verleiden door succes-verhalen, zoals die ook over andere emigratielanden de ronde doen. Hoe dit zij, die Leidse familie zit er nu maar mee. Is er Iemand onder onze lezers, die in staat is haar de helpende hand te bieden? Ik ben gaarne bereid als schakel te fungeren. Plaatsing van Ingezonden stukken behoeft geen redactionele Instemming te betekenen. De redactie behoudt zich het recht voor, brieven te bekorten of eventueel terug te zenden. Het Oud-Strijders Legioen heeft zich in een open brief gericht tot de minister van Defensie. Het OSL is "een organisatie, die hoofdzakelijk bestaat uit Nederlanders, die het Koninkrijk in militair verband die nen of hebben gediend. Het wordt gesteund door een snel groeiend aan tal sympathisanten en neemt in woord, geschrift en daad stelling te gen de extremistische stromingen welke ons land stormrijp willen maken voor een samenleving geïn spireerd op de idealen van Marx, Stalin, Mao, Castro, Guevarra of an dere heiligen uit het communistische panopticum". De open brief aan de minister van Defensie luidt als volgt: Het Oud-Strijders Legioen wendt zich per open brief tot U. omdat wij ons, met betrekking tot onze defen sie, al enige tijd ernstige zorgen ma ken en met sommige gebeurtenis- t, zoals het optreden van VVDM bepaald niet zijn ingeno- Vele leden van het Legioen, die Harer Majesteits wapenrok hebben agen in de tijd van mini-soldij, "kistjes" en van "kuch", maar vooral degenen onder hen, die het Nederlandse militaire uniform ge dragen hebben onder heel wat ge vaarlijker en veel minder comforta bele omstandigheden dan die, waar onder de dienstplichtige van 1972 zijn diensttijd doorbrengt, gunnen de wapenbroeders van vandaag hun hoge soldij, hun uitstekende voeding en hun comfortabele kleding van ganser harte, maar op grond van hun persoonlijke ervaringen kunnen deze leden van het OSL geen be grip opbrengen voor het huidige to meloze gekanker en de teneur van de recent gevoerde WDM-acties. Evenmin kunnen zij bewondering koesteren voor het blijkbaar even eens op "protest" afgestemde on verzorgde uiterlijk van sommige landsverdedigers. Het gaat hier im mers in wezen om uiterlijke ken merken van een morele ontredde ring. Wat het OSL het meest verontrust is de zich allengs duidelijker afte kenende politieke achtergrond van genoemde agitatie. Wanneer blijkt, dat cameraploegen, van zich actief op de ondermijning van het Neder landse gezagsapparaat toeleggende omroepverenigingen, zich bij voor baat hebben geïnstalleerd op plaatsen waar even later "spontaan" door de leden van de VVDM wordt gede monstreerd, vraagt men zich af in hoeverre zulke acties van buiten af en met bepaalde politieke bedoelin gen worden uitgelokt. Ook in de Volksvertegenwoordiging tekenen zich bij elke actie duidelijk de poli tieke supporters af, door meestal al bij voorbaat te protesteren tegen maatregelen welke nodig zijn om de rust en normale gang van zaken te herstellen. Wij hebben alle begrip voor een re delijk overleg tussen Uw ministerie en representatieve vertegenwoordi gers van de dienstplichtigen over huishoudelijke en administratieve zaken, welke zich niet in de lagere regionen van het militaire systeem laten regelen. Daarentegen zien wij geen heil in het optreden van politi serende soldatenbonden. Deze gaan namelijk voorbij aan de voor een krijgsmacht primair te stellen eis, dat hij in staat moet zijn een dui delijk omlijnde taak doelmatig te ver vullen onder alle omstandigheden. En wel heel speciaal in tijd van oorlog, dus onder zware morele druk, levensgevaar, angst voor de genen die men liefheeft en een cu mulatie van negatieve factoren en ongerief. De in het nauw gedreven zelfdiscipline gaat dan snel ten on der in morele ontreddering tenzij zij zich kan optrekken aan een goed geïndoctrineerde militaire discipline welke haar functie overneemt. De lichamelijke, technische en menta le opleiding van de militair moet er dus op gericht zijn, de discipline on der extreme omstandigheden veilig te stellen. De geïndoctrineerde discipline werkt er tevens toe mee de militair in een gewapend conflict betere overlevingskansen te bieden. Maar ook in het vervullen van een maat schappelijke functie is discipline nooit een nadeel gebleken. Een ver standig gebalanceerd samenspel tussen kameraadschap en saamho righeid en (zelf-)tucht leidt in het al gemeen tot doelmatigheid, niet al leen op militair, maar ook op bur gerlijk gebied. De discipline wordt aangekweekt met een samenstel van middelen, waarvan sommige uiteraard tot botsingen leiden met personen, die zich afzetten tegen elke vorm van ongeiegd gezag. Zo lang er echter geen doeltreffende alternatieve opleiding, die discipline kweekt zonder ergens een persoon lijke vrijheid aan te tasten is uitge vonden, kan het oestaande systeem niet worden afgebroken, zonder straks te zitten met oen dienstplich tig leger, dat onbruikbaar is wan neer men het nodig heeft. De groetplicht werd algemeen er kend als een van de middelen om discipline te kweken; daarnaast blijft zij de traditionele uiting van beleefdheid tegenover ouderen en meerderen, die ook in de burger maatschappij nog altijd opgang doet. Wij zijn dus geen voorstanders van de afschaffing van de groetplicht zolang daarvoor geen passend en doelmatig substituut gevonden is. Bovendien vragen wij ons af, hoe de éénzijdige opzegging van de groetplicht voor Nederlandse mili tairen in de NAVO zal worden ont vangen. Men zal daar op zijn minst gaan twijfelen aan onze algemene beschaving. Het voortdurende knabbelen aan en protesteren tegen alle middelen, die mede tot doel hebben een goede krijgstucht te onderhouden, zal die tucht natuurlijk tenslotte ondergra ven en de doelmatigheid van de strijdkrachten ernstig aantasten. Zo lang de Nederlandse regering, wel ke deze ook mag zijn, wenst te be schikken over 'n niet-politiek instru ment, waarmee ons land zich in bondgenootschappelijk verband kan handhaven, wamieer de nood aan de man komt, dient elke poging tot politieke polarisatie van de strijd krachten krachtig te worden be streden. Met dit uitgangspunt voor ogen zouden wij Uwe Excellentie dan ook het volgende willen raden: (a) Het oprichten van een inter service orgaan, dat U doorlo pend adviseert over alle facetten van vorming, voorlichting, moreel, discipline, enz. Dit orgaan zou o.m. moeten bestaan uit ervaren trou- piers, kenners van de militaire psy chologie, officieren met echte oor logservaring, maar ook Jongeren, die zich een goed beeld van de te overwinnen weerstanden hebben ge vormd. (b) Wanneer U meent de mogelijk heid tot overleg met de VVDM op nieuw te kunnen openen, eerst te komen tot een herziening van de spelregels, in dier voege, dat de VVDM afziet van het ter discussie stellen van het bestaan van de strijd krachten en van andere zaken van principiële en politieke aard, waar de beslissing bij het parlement ligt. Zelfs in een zeer tolerante de mocratie kan niet worden geaccep teerd dat het leger zich gedraagt een buitenparlementaire opposi tie of als handlanger van zo'n opposi tie. Nogmaals: de strijdkrachten zel ve dienen a-politiek te zijn, doch de wettige overheid te gehoorzamen. (c) In dezelfde geest dient Uw voorlichtingsapparaat er op te zijn ingesteld om een verkeerde voor stelling van zaken, Uw ministerie be treffende, ad rem te weerleggen on der gebruikmaking van hetzelfde nieuwsmedium, dat die verkeerde voorstelling lanceerde. Nog beter ware het, indien de voorlichters han diger waren in het a priori opstellen van communiqués, welke een mis leidende interpretatie, anders dan duidelijk opzettelijk, zoveel als mo gelijk is zouden weten te voor komen. Juist omdat de meest afbrekende kritiek uit de ultra-linkse hoek pleegt te komen, waar men een soort religieuze verering koestert, de maatschappelijke folklore achter het ijzeren gordijn, lijkt het ons nuttig de soldijen, diensttijden, beklagrecht. en meer van zulke voor de VVDM "behartigde" zaken periodiek te onderwerpen aan een kritische vergelijking tussen Neder land enerzijds en b.v. de USSR, Joego-Slavië en desnoods ook Cuba, anderzijds. Wat ons betreft is deze opsomming overigens niet limita tief. Zoals de zaken er in het al gemeen bij staan, is er geen reden voor Uw ministerie om allerlei half bakken kritiek passief te aanvaar den. Wie altijd passief blijft, wordt een uitverkoren K' p van Jut. Zijn wij misschien erg ouderwets als wij stellen dat de aanval nog altijd de beste vorm van verdediging is? Excellentie, wij hebben begrip voor de moeilijke pioblemen, waar mede U moet worstelen. Wij wensen U van harte succes en zijn gaarne bereid om U alle mogelijke steun te bieden. P. J. G. A. EGO, voorz., Rozenoord 23, Berkel en Rodenrijs. E. FR KELENS, wnd. secretaris. Enige tijd geleden plaatste uw medewerker A. C. Koekebakker het stukje "De schaaktweekamp Arie VisHein Pasklaar" in de rubriek 'Lezers schrijven". In de krant van de daarop volgende maandag rea geerde ik hierop door de heer Koe kebakker van plagiaat te beschul digen, maar ik vond de verge lijking met een door Kees van Koo ten geschreven stuk in het drie da gen eerder verschenen nummer van de Haagse Post te groot. Terecht kreeg de heer Koekebak ker van de redactie de gelegenheid zich te verdedigen. De heer Koeke bakker schreef een lang verhaal dat als verdediging moest dienen, n elke overtuiging miste zoals uit derstaand zal blijken. Hij schreef dat ik op 15 fe bruari van dit jaar op insigatie van Joop Koopman, die chef is van de afdeling gevarieerde programma's van de VARA, enige sketches stuur de naar het team Frenkel Frank, Van Kooten en De Bie van het te- I levisie programma Hadimassa". I Wanneer de heer Koopman mij, te- Naar ik vernomen heb zijn er plannen om spoedig een groot ge deelte van het Roomburgerpark op te offeren voor uitbreiding van tennisbanen door de sportstichting. Vreemd is het dat deze plannen zeer waarschijnlijk worden uitgevoerd zonder dat daartoe een raadsbesluit is geweest en dus aan een park zon der meer een andere bestemming wordt gegeven. Een bestemming die bij raadsbesluit voor de aanleg is vastgesteld en wel het beschikbaar stellen van voldoende oppervlakte voor vrije recreatie, zoals wande len, alle schoolsporten, vrij voetbal len en vele andere recreatieve be zigheden die ook het gehele Jaar door plaats vinden. Wanneer een groot gedeelte van de speelweiden aan het gebruik wordt onttrokken, kan het overblij vende gedeelte, het voortdurend ge bruik niet meer aan en zal volko men worden kaalgespeeld, vooral omdat het drainage systeem ernstig wordt aangetast. Ook hier zou het wel mogelijk zijn met inschikkelijk heid en overleg een alternatieve op lossing te vinden op de achtergele gen sportcomplexen, maar het is gemakkelijker de bijl te zetten in een volgroeid park, waarvan de ge bruikers niet georganiseerd zijn. Nu kunnen de speelweiden nog in de winter de voetballers gelegen heid geven te spelen als hun velden zijn afgekeurd, maar bij inkrim ping van de oppervlakte zal dit niet meer mogelijk zijn, omdat ook deze oppervlakte dan niet bespeelbaar is. Vooral ook de prettige wandeling rondom het park is niet meer mo gelijk en we zullen het verlies moe ten dragen van vele bomen en bloeiende heestergroeperingen, van een sortiment welke het gehele Jaar door de bewoners van de omgeving zeer gewaardeerd wordt. Deze wor den dan vervangen door hekwer ken en gekleurde banen. Kortom weer zal een mogelijk heid tot vrije rustige wandeling en beoefening van vrije recreatie in het zuidelijk deel van de stad ern stig beknot worden. Bewoners van dit stadsdeel, let ook op uw zaak. A. GAU AARD. Oud-chef van Platsoenen Leiden Van Vollenhovenplein 47. Leiden. lefonisch meedeelt "nog nooit van ene Koekebakker uit Leiden gehoord te hebben", dan is het duidelijk dat de heer Koekebakker de taalkundi ge betekenis van "op insigatie van" niet helemaal op zijn Juistheid heeft kunnen schatten. De heer Koekebakker vervolgde met; "Een van de sketches ging over de controverse FischerSpas ski". Maar waren de moeilijkheden zoals deze in de stukjes van Van Kooten en Koekebakker worden be handeld niet specifiek die van vlak voor het begin van de match? Om streeks 15 februari waren slechts nog moeilijkheden over het prijzen geld en de plaats waar gespeeld zou worden. Bepaald overmoedig wordt de heer Koekebakker als hij schrijft: dan kan uit het bo venstaande slechts volgen, dat Van Kooten door mijn sketch van 15 fe bruari J.l. op een idee zou zijn ge bracht, die hij op oorspronkelijke, hem typerende wyze uitwekrte". In reactie hierop schreef Kees van Kooten mij: "Veel mensen stuurden materiaal voor HDM. Het meeste bleef op de VARA hangen, een klein deel ging naar Dimitri Frenkel Frank en een nog kleiner deel kre gen Wim de Bie en ik wel eens te zien. Ik weet zeker dat daar niets FischerSpasski-sketoh by Ik schreef al eerder dat ik Koeke- bakkers verdediging niet overtui gend vond. Het duidelijkste komt dat voor mij tot uiting in de laatste alinea. "Ik voel overigens geen enke le behoefte met de Heer VerweiJen in een verregaande polemiek tevre den. Daarvoor is de rubriek 'Xezers schrijven" te belangrijk en de strek king van dit onderwerp te onbe langrijk. Mocht de heer VerweiJen echter toch de behoefte voelen deze pennestrijd voort te zetten, hetgeen niet voor hem zal pieften, dan kan hij dat in briefvorm doen". Ten eerste: als de heer Koekebakker de rubriek "Lezers schrijven" zo be langrijk vindt, waarom plaatst hij dan een of andere volkomen onbe langrijke persiflage hierin? Ten tweede: waarom wil hij verder dat ik a) 'niet op zijn verdediging rea geer en b.) dit zeer zeker niet via het Leidsch Dagblad zal doen? Heeft de heer Koekebakker dingen te verbergen? Is hij ergens bang voor? Imageverlies? FRANK VERWEIJEN, Groenkorenstraat 18, Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 11