In Australië is het niet
alles goud wat er blinkt
Brief Oud-Strijders Legioen
aan de minister van Defensie
schrijven
Opnieuw een aanval op de
openbare vrije recreatie
Door C. J. Rotteveel
Kees van Kooten en
de plagiaat-kwestie
I DONDERDAG 24 AUGISTPS 1972
Redacties an dagbladen krij
gen soms b>6ven, waar niemand
goed raad me weet. Het zijn door
gaans noodl'eten, die eigenlijk be
handeling ragen door een of an
dere instate voor sociale zaken.
Maar omat die aan bepaalde
voorschriftn zijn geboden, zou er
een "bureu voor speciale geval
len" moetn zijn om uitkomst te
brengen. En zolang dat niet
bestaat, noet er geïmproviseerd
worden. Jat doe ik dan maar in
het oncrhavige geval, een mis
lukte enigratie naw Australië.
"Wij woonden eerst in Leiden",
schrijf' het echtpaar, dat ik op zijn
verzoei met D< W. aanduidt. Ik
kan ne dat wrzoek wel voorstel
len, vant nieuand loopt graag te
koop met eej teleurstelling. Maar
wie bereid hi staat is te helpen,
krijgt naturlijk de beschikking
over naam 'n adres. "We vertrok
ken op 3 september 1970 naar
Australië, waar we op 1 oktober
vol goed'moed aan land stapten.
Helaas, nu toe hebben we nog
niets ds* moeilijkheden gehad. Je
moet V* h°ge huren betalen en
veel u,n maken voor weinig geld.
Nu zf men zeggen: waar een wil
i£?een weg, maar hier is wel
góec»wil, maar de weg is er niet.
Toe wtJ uit Nederland vertrokken
ha/en wij ons voorgenomen sa-
m, te gaan werken. Nu mogen
w zelfs blij zijn, dat alleen mijn
j*n werk heeft. Veertig uur voor
ts meer dan vijftig dollar
Australische dollars staan op het
ogenblik genoteerd op f 3.80,
C.J.R.). De huur bedraagt 22 dol
lar per week. Daar komt aan auto
kosten 35 dollar per maand bij,
verder nog 11.40 dollar per maand
voor wasmachine en ijskast, zodat
er voor eten en drinken niet veel
over blijft, om over kleding maar
niet te spreken. Een auto heb Je
hier, door de grote afstanden, be
slist nodig. Toen we vertrokken
mochten we vier kub. meter mee
nemen, maar in twee kisten, an
ders werd het te groot. Dus konden
er geen bedden of tafels en stoelen
meegenomen worden. Dat moest
dus allemaal aangeschaft worden
en veel geld hadden we niet bij
ons.
We zouden dolgraag naar Neder
land terugkomen, ook al omdat
onze oudste twee kinderen heimwee
hebben. Maar eerst moeten we
nog één Jaar blijven voor de Emi
gratie, daar wij anders onze sub
sidie moeten terugbetalen. En wij
hebben niets en kunnen ook niets
verkopen om aan geld te komen.
Alles wat we hebben is tweede
hands. Ik zelf (ik neem aan, dat
dit betekent: mevrouw De W., al is
de brief door beide echtgenoten on
dertekend, C.J.R.) heb al drie
maanden lang naar- een baan ge
zocht, maar overal willen ze alleen
ruimere mogelijkheden te zoeken,
al is het in dit geval een misluk
king geworden. Toch blijft de
vraag: heeft de familie De W. dit
alles niet aan zichzelf te wijten?
Want Australië is immers een land
met grote mogelijkheden?
Inderdaad lfjkt Australië een soort
paradijs op aarde, bijzonder rijk
als het is aan bodemschatten. Er
was een tijd (tweede helft van de
vorige eeuw), dat er veel goud
werd gevonden. Australië was toen
een van de grootste goudproducen
ten ter wereld. Maar die mijnen
zijn grotendeels uitgeput. Later
werden echter zeer grote hoeveel
heden steenkool gevonden, waar
van de voorraden geraamd worden
op 12 milliard ton. De produktie
Junioren. Het is zelfs zo erg, dat
we een paar dagen eten van het Le
ger des Heils en het Rode Kruis ge
had hebben. Maar ook dat is niet
blijvend.
In Nederland hadden we het echt
beter. Mijn man was vrachtwagen
chauffeur bij een transportbedrijf
en verdiende daar goed. Hier werkt
hij nu in een autobandenfabriek.
Want op de weg is er voor hem
geen baan te krijgen. De chauffeurs
rijden allemaal onder contract en
daar kom Je niet tussen. Ik ben blij
mijn hart eens te hebben gelucht
en ben benieuwd of er een Neder
landse reactie op komt".
Ziehier dit drama in een note-
dop. Ik ken de familie De W. niet,
maar wat deze vrouw schrijft is
wel héél naar. Natuurlijk rijzen er
kritische vragen. Is deze familie,
zo vraag Je je af, op goed geluk
naai- Australië gegaan? En heeft
ze zich wel voldoende laten voor
lichten? Waarom die stap onder
nomen zonder over de financiën te
beschikken om het "een tijdje uit
te zingen"? Maar kritiek achteraf
is gemakkelijk. Het getuigt in elk
geval van durf om dit overvolle
land te verlaten en elders naar
van olie en aardgas is gering, maar
daar staat tegenover, dat er zeer
veel lood, zink, zilver, koper,
ijzer, bauxiet (de rijkste voorra
den ter wereld), uranium, nikkel,
wolfraam, rutiel (het erts waaruit
titanium wordt gewonnen) en zir
koon wordt gevonden. Van de
laatste twee is Australië op het
ogenblik de grootste producent ter
wereld. Als men dan verder weet,
dat de hoeveelheid buitenlandse de
viezen zo groot is, dat de regering
er eigenlijk geen raad mee weet;
dat de werkloosheid onder de twee
procent blijft; dat 80% van de be
volking over eengezinswoningen be
schikt; dat de wolproduktie een
derde deel vormt van wat de gehe
le wereld levert; als men dit alles
overziet, dan kan niet ontkend
worden, dat Australië een land is
van grote mogelijkheden.
Maar nu de keerzijde! Gebleken
is namelijk, dat een groot deel van
de werkende bevolking onder het
bestaansminimum leeft en dat er
met name op het gebied van de
sociale voorzieningen in vergelij
king met bijv. Engeland, Duitsland
en Nederland een grote achterstand
is. In dit verband verwijs ik naar
een artikel van de Journalist Chris
topher Beek uit Sydney, op 29 Juli
J.l. gepubliceerd in het veertien
daagse blad "To the Point" (in Ne
derland verkrijgbaar bij Drukkerij
Smeets, Weert). Beek vestigt spe
ciaal de aandacht op het armoede
probleem in Australië en hij ci
teert een bekend econoom, die be
rekend heeft, dat meer dan 650.000
werkende Australiërs onder het
bestaansminimum leven. Aange
zien de bevolkingsomvang ginds
niet veel verschilt van die van ons
land (ruim dertien miljoen) levert
enig rekenwerk als resultaat op,
dat die 650.000 ongeveer 16 18%
van de werkende bevolking uitma
ken. En dat percentage verschilt
niet veel van de 16%, die Egon
Varro op 18 augustus in de
"Frankfurter Allgemeine Zeitung"
noemde.
De bronnen, die ik hier citeer,
tonen dus aan, dat één op de zes
werkende Australiërs maar nau
welijks het hoofd boven water kan
houden, als hem dat al lukt. Dat
een pas geïmmigreerde Nederland
se familie als De W. het dus bij
zonder hard heeft, is derhalve niet
zo vreemd als Australië's rijkdom
men zouden doen vermoeden. Vol
gens correspondent Varro ligt het
bestaansminimum in Australië op
60 dollar per week.
Maar weet de regering dat dan
niet, zal men zich afvragen, en
doet zij daar niets aan? Bij de
beantwoording van deze vraag
duiken we dan in de politiek. Voor
goed begrip dient men te weten,
dat Australië nu al 23 jaar gere
geerd wordt door een coalitie van
liberalen en conservatieven. En
die regering, die vanzelfsprekend
vermoeidheidsverschijnselen gaat
vertonen, is er de laatste Jaren be
paald niet sterteer op geworden. In
1966 verliet Sir Robert Menzies het
politieke toneel om vprvfingen te
worden door premier Gorton, die
op zijn beurt na enige Jaren het
stuur van het schip van staat in
handen gaf van McMahon. Die
staat te boek als een nijvere po
liticus, die weliswaar over zekere
kwaliteiten beschikt, maar niet
de allure van een premier schijnt
te bezitten. Nu zeggen sommige
spotters wel, dat Australië eigen
lijk geen regering nodig heeft om
dat het allemaal wel vanzelf loopt,
maar dat is natuurlijk ironisch
bedoeld. Want geen land, ook al is
het potentieel erg rijk, kan zonder
een duidelijk bestuursbeleid, voor
al als er op sociaal gebied zoveel
ingehaald moet worden.
Dat er inderdaad heel wat valt in
te halen, is intussen ook aan de
regering-McMahon duidelijk ge
worden. Tegen het eind van dit
Jaar zullen er verkiezingen gehou
den worden en om zich de concur
rentie van de Labour-partij van
het lijf te houden, heeft de coalitie
een anti-armoede-programma
ontworpen. Hier wordt dé invloed
merkbaar van waarschuwende
stemmen, zoals van de Anglicaan
se aartsbisschop van Sydney, ds.
Marcus Loane. Dat is een man,
die er zeer principiële opvattingen
op na houdt. Toen Paus Paulus
nog niet zo lang geleden een be
zoek aan Australië bracht, weiger
de hij deel te nemen aan een oecu
menische dienst. Maar cok op so
ciaal gebied heeft de aartsbisschop
zijn eigen opvattingen, die hij
niet onder stoeien en banken
steekt.
„Met ongeveer honderdduizend
werkloze Australiërs verkeert een
half miljoen van onze landgenoten
in moeilijkheden", zei de aartsbis
schop onlangs (ik citeer "To the
Point"). "Tellen we daar drie mil
joen gepensioneerden bij, dan zien
we hoe arm een groot deel van de
bevolking van dit rijke land is",
aldus Loane. De aartsbisschop
kreeg later de steun van 24 Angli
caanse bisschoppen, die de federa
le regering om een diepgaand On
derzoek naar de armoede vroegen.
Minister van Sociale Zaken Went-
worth antwoordde in het parle
ment, dat een dergelijk onderzoek
zou uitwijzen, dat de armoede
"onder deze regering aanzienlijk
verminderd is". Dat lijkt me een
zwak verweer. Het gaat er immers
Australië maakt een overweldigende indruk op de "buitenland
se bezoeker, niet alleen door zijn bodemschatten, maar ook
door de enorme steden, zoals Sydney en Melbourne, elk met
ruim twee miljoen inivoners Brisbane (bijna 700.000), Adelaide
600.000en Perth met bijna een half miljoen. Maar het is
niet alles goud joat er blinkt zoals uit bijgaand artikel blijkt.
Op de foto: Bourke Street in Melbourne.
niet om of de armoede verminderd
is, maar of die nog zo groot is, dat
er snel iets aan gedaan moet wor
den.
Tot zover dus de toestand in
Australië, die heel wat te wensen
overlaat, zoals de recente citaten
uit gezaghebbende bladen aanto
nen. Tegen die achtergrond dient
vastgesteld te worden, dat de
Leidse familie De W. zeker niet al
leen door eigen schuld In moei
lijkheden is geraakt. Mogelijk
heeft ze zich laten verleiden door
succes-verhalen, zoals die ook over
andere emigratielanden de ronde
doen. Hoe dit zij, die Leidse familie
zit er nu maar mee. Is er Iemand
onder onze lezers, die in staat is
haar de helpende hand te bieden?
Ik ben gaarne bereid als schakel
te fungeren.
Plaatsing van Ingezonden stukken behoeft geen redactionele Instemming
te betekenen. De redactie behoudt zich het recht voor, brieven te bekorten
of eventueel terug te zenden.
Het Oud-Strijders Legioen heeft
zich in een open brief gericht tot de
minister van Defensie. Het OSL is
"een organisatie, die hoofdzakelijk
bestaat uit Nederlanders, die het
Koninkrijk in militair verband die
nen of hebben gediend. Het wordt
gesteund door een snel groeiend aan
tal sympathisanten en neemt in
woord, geschrift en daad stelling te
gen de extremistische stromingen
welke ons land stormrijp willen
maken voor een samenleving geïn
spireerd op de idealen van Marx,
Stalin, Mao, Castro, Guevarra of an
dere heiligen uit het communistische
panopticum". De open brief aan
de minister van Defensie luidt als
volgt:
Het Oud-Strijders Legioen wendt
zich per open brief tot U. omdat wij
ons, met betrekking tot onze defen
sie, al enige tijd ernstige zorgen ma
ken en met sommige gebeurtenis-
t, zoals het optreden van
VVDM bepaald niet zijn ingeno-
Vele leden van het Legioen, die
Harer Majesteits wapenrok hebben
agen in de tijd van mini-soldij,
"kistjes" en van "kuch", maar
vooral degenen onder hen, die het
Nederlandse militaire uniform ge
dragen hebben onder heel wat ge
vaarlijker en veel minder comforta
bele omstandigheden dan die, waar
onder de dienstplichtige van 1972
zijn diensttijd doorbrengt, gunnen
de wapenbroeders van vandaag hun
hoge soldij, hun uitstekende voeding
en hun comfortabele kleding van
ganser harte, maar op grond van
hun persoonlijke ervaringen kunnen
deze leden van het OSL geen be
grip opbrengen voor het huidige to
meloze gekanker en de teneur van
de recent gevoerde WDM-acties.
Evenmin kunnen zij bewondering
koesteren voor het blijkbaar even
eens op "protest" afgestemde on
verzorgde uiterlijk van sommige
landsverdedigers. Het gaat hier im
mers in wezen om uiterlijke ken
merken van een morele ontredde
ring.
Wat het OSL het meest verontrust
is de zich allengs duidelijker afte
kenende politieke achtergrond van
genoemde agitatie. Wanneer blijkt,
dat cameraploegen, van zich actief
op de ondermijning van het Neder
landse gezagsapparaat toeleggende
omroepverenigingen, zich bij voor
baat hebben geïnstalleerd op plaatsen
waar even later "spontaan" door de
leden van de VVDM wordt gede
monstreerd, vraagt men zich af in
hoeverre zulke acties van buiten af
en met bepaalde politieke bedoelin
gen worden uitgelokt. Ook in de
Volksvertegenwoordiging tekenen
zich bij elke actie duidelijk de poli
tieke supporters af, door meestal al
bij voorbaat te protesteren tegen
maatregelen welke nodig zijn om
de rust en normale gang van zaken
te herstellen.
Wij hebben alle begrip voor een re
delijk overleg tussen Uw ministerie
en representatieve vertegenwoordi
gers van de dienstplichtigen over
huishoudelijke en administratieve
zaken, welke zich niet in de lagere
regionen van het militaire systeem
laten regelen. Daarentegen zien wij
geen heil in het optreden van politi
serende soldatenbonden. Deze gaan
namelijk voorbij aan de voor een
krijgsmacht primair te stellen eis,
dat hij in staat moet zijn een dui
delijk omlijnde taak doelmatig te ver
vullen onder alle omstandigheden.
En wel heel speciaal in tijd van
oorlog, dus onder zware morele
druk, levensgevaar, angst voor de
genen die men liefheeft en een cu
mulatie van negatieve factoren en
ongerief. De in het nauw gedreven
zelfdiscipline gaat dan snel ten on
der in morele ontreddering tenzij zij
zich kan optrekken aan een goed
geïndoctrineerde militaire discipline
welke haar functie overneemt. De
lichamelijke, technische en menta
le opleiding van de militair moet er
dus op gericht zijn, de discipline on
der extreme omstandigheden veilig
te stellen.
De geïndoctrineerde discipline
werkt er tevens toe mee de militair
in een gewapend conflict betere
overlevingskansen te bieden. Maar
ook in het vervullen van een maat
schappelijke functie is discipline
nooit een nadeel gebleken. Een ver
standig gebalanceerd samenspel
tussen kameraadschap en saamho
righeid en (zelf-)tucht leidt in het al
gemeen tot doelmatigheid, niet al
leen op militair, maar ook op bur
gerlijk gebied. De discipline wordt
aangekweekt met een samenstel van
middelen, waarvan sommige
uiteraard tot botsingen leiden met
personen, die zich afzetten tegen
elke vorm van ongeiegd gezag. Zo
lang er echter geen doeltreffende
alternatieve opleiding, die discipline
kweekt zonder ergens een persoon
lijke vrijheid aan te tasten is uitge
vonden, kan het oestaande systeem
niet worden afgebroken, zonder
straks te zitten met oen dienstplich
tig leger, dat onbruikbaar is wan
neer men het nodig heeft.
De groetplicht werd algemeen er
kend als een van de middelen om
discipline te kweken; daarnaast
blijft zij de traditionele uiting van
beleefdheid tegenover ouderen en
meerderen, die ook in de burger
maatschappij nog altijd opgang
doet. Wij zijn dus geen voorstanders
van de afschaffing van de groetplicht
zolang daarvoor geen passend en
doelmatig substituut gevonden is.
Bovendien vragen wij ons af, hoe
de éénzijdige opzegging van
de groetplicht voor Nederlandse mili
tairen in de NAVO zal worden ont
vangen. Men zal daar op zijn minst
gaan twijfelen aan onze algemene
beschaving.
Het voortdurende knabbelen aan
en protesteren tegen alle middelen,
die mede tot doel hebben een goede
krijgstucht te onderhouden, zal die
tucht natuurlijk tenslotte ondergra
ven en de doelmatigheid van de
strijdkrachten ernstig aantasten. Zo
lang de Nederlandse regering, wel
ke deze ook mag zijn, wenst te be
schikken over 'n niet-politiek instru
ment, waarmee ons land zich in
bondgenootschappelijk verband kan
handhaven, wamieer de nood aan
de man komt, dient elke poging tot
politieke polarisatie van de strijd
krachten krachtig te worden be
streden.
Met dit uitgangspunt voor ogen
zouden wij Uwe Excellentie dan
ook het volgende willen raden:
(a) Het oprichten van een inter
service orgaan, dat U doorlo
pend adviseert over alle facetten
van vorming, voorlichting, moreel,
discipline, enz. Dit orgaan zou o.m.
moeten bestaan uit ervaren trou-
piers, kenners van de militaire psy
chologie, officieren met echte oor
logservaring, maar ook Jongeren,
die zich een goed beeld van de te
overwinnen weerstanden hebben ge
vormd.
(b) Wanneer U meent de mogelijk
heid tot overleg met de VVDM op
nieuw te kunnen openen, eerst te
komen tot een herziening van de
spelregels, in dier voege, dat de
VVDM afziet van het ter discussie
stellen van het bestaan van de strijd
krachten en van andere zaken van
principiële en politieke aard, waar
de beslissing bij het parlement
ligt. Zelfs in een zeer tolerante de
mocratie kan niet worden geaccep
teerd dat het leger zich gedraagt
een buitenparlementaire opposi
tie of als handlanger van zo'n opposi
tie. Nogmaals: de strijdkrachten zel
ve dienen a-politiek te zijn, doch de
wettige overheid te gehoorzamen.
(c) In dezelfde geest dient Uw
voorlichtingsapparaat er op te zijn
ingesteld om een verkeerde voor
stelling van zaken, Uw ministerie be
treffende, ad rem te weerleggen on
der gebruikmaking van hetzelfde
nieuwsmedium, dat die verkeerde
voorstelling lanceerde. Nog beter
ware het, indien de voorlichters han
diger waren in het a priori opstellen
van communiqués, welke een mis
leidende interpretatie, anders dan
duidelijk opzettelijk, zoveel als mo
gelijk is zouden weten te voor
komen.
Juist omdat de meest afbrekende
kritiek uit de ultra-linkse hoek
pleegt te komen, waar men een
soort religieuze verering koestert,
de maatschappelijke folklore
achter het ijzeren gordijn, lijkt het
ons nuttig de soldijen, diensttijden,
beklagrecht. en meer van zulke
voor de VVDM "behartigde" zaken
periodiek te onderwerpen aan een
kritische vergelijking tussen Neder
land enerzijds en b.v. de USSR,
Joego-Slavië en desnoods ook Cuba,
anderzijds. Wat ons betreft is deze
opsomming overigens niet limita
tief. Zoals de zaken er in het al
gemeen bij staan, is er geen reden
voor Uw ministerie om allerlei half
bakken kritiek passief te aanvaar
den. Wie altijd passief blijft, wordt
een uitverkoren K' p van Jut. Zijn
wij misschien erg ouderwets als wij
stellen dat de aanval nog altijd de
beste vorm van verdediging is?
Excellentie, wij hebben begrip
voor de moeilijke pioblemen, waar
mede U moet worstelen. Wij wensen
U van harte succes en zijn gaarne
bereid om U alle mogelijke steun te
bieden. P. J. G. A. EGO, voorz.,
Rozenoord 23,
Berkel en Rodenrijs.
E. FR KELENS,
wnd. secretaris.
Enige tijd geleden plaatste uw
medewerker A. C. Koekebakker het
stukje "De schaaktweekamp Arie
VisHein Pasklaar" in de rubriek
'Lezers schrijven". In de krant van
de daarop volgende maandag rea
geerde ik hierop door de heer Koe
kebakker van plagiaat te beschul
digen, maar ik vond de verge
lijking met een door Kees van Koo
ten geschreven stuk in het drie da
gen eerder verschenen nummer van
de Haagse Post te groot.
Terecht kreeg de heer Koekebak
ker van de redactie de gelegenheid
zich te verdedigen. De heer Koeke
bakker schreef een lang verhaal dat
als verdediging moest dienen, n
elke overtuiging miste zoals uit
derstaand zal blijken.
Hij schreef dat ik op 15 fe
bruari van dit jaar op insigatie van
Joop Koopman, die chef is van de
afdeling gevarieerde programma's
van de VARA, enige sketches stuur
de naar het team Frenkel Frank,
Van Kooten en De Bie van het te-
I levisie programma Hadimassa".
I Wanneer de heer Koopman mij, te-
Naar ik vernomen heb zijn er
plannen om spoedig een groot ge
deelte van het Roomburgerpark op
te offeren voor uitbreiding van
tennisbanen door de sportstichting.
Vreemd is het dat deze plannen zeer
waarschijnlijk worden uitgevoerd
zonder dat daartoe een raadsbesluit
is geweest en dus aan een park zon
der meer een andere bestemming
wordt gegeven. Een bestemming die
bij raadsbesluit voor de aanleg is
vastgesteld en wel het beschikbaar
stellen van voldoende oppervlakte
voor vrije recreatie, zoals wande
len, alle schoolsporten, vrij voetbal
len en vele andere recreatieve be
zigheden die ook het gehele Jaar
door plaats vinden.
Wanneer een groot gedeelte van
de speelweiden aan het gebruik
wordt onttrokken, kan het overblij
vende gedeelte, het voortdurend ge
bruik niet meer aan en zal volko
men worden kaalgespeeld, vooral
omdat het drainage systeem ernstig
wordt aangetast. Ook hier zou het
wel mogelijk zijn met inschikkelijk
heid en overleg een alternatieve op
lossing te vinden op de achtergele
gen sportcomplexen, maar het is
gemakkelijker de bijl te zetten in
een volgroeid park, waarvan de ge
bruikers niet georganiseerd zijn.
Nu kunnen de speelweiden nog in
de winter de voetballers gelegen
heid geven te spelen als hun velden
zijn afgekeurd, maar bij inkrim
ping van de oppervlakte zal dit niet
meer mogelijk zijn, omdat ook deze
oppervlakte dan niet bespeelbaar is.
Vooral ook de prettige wandeling
rondom het park is niet meer mo
gelijk en we zullen het verlies moe
ten dragen van vele bomen en
bloeiende heestergroeperingen, van
een sortiment welke het gehele Jaar
door de bewoners van de omgeving
zeer gewaardeerd wordt. Deze wor
den dan vervangen door hekwer
ken en gekleurde banen.
Kortom weer zal een mogelijk
heid tot vrije rustige wandeling en
beoefening van vrije recreatie in
het zuidelijk deel van de stad ern
stig beknot worden.
Bewoners van dit stadsdeel, let
ook op uw zaak.
A. GAU AARD.
Oud-chef van Platsoenen Leiden
Van Vollenhovenplein 47.
Leiden.
lefonisch meedeelt "nog nooit van
ene Koekebakker uit Leiden gehoord
te hebben", dan is het duidelijk dat
de heer Koekebakker de taalkundi
ge betekenis van "op insigatie van"
niet helemaal op zijn Juistheid heeft
kunnen schatten.
De heer Koekebakker vervolgde
met; "Een van de sketches ging
over de controverse FischerSpas
ski". Maar waren de moeilijkheden
zoals deze in de stukjes van Van
Kooten en Koekebakker worden be
handeld niet specifiek die van vlak
voor het begin van de match? Om
streeks 15 februari waren slechts
nog moeilijkheden over het prijzen
geld en de plaats waar gespeeld zou
worden. Bepaald overmoedig wordt
de heer Koekebakker als hij
schrijft: dan kan uit het bo
venstaande slechts volgen, dat Van
Kooten door mijn sketch van 15 fe
bruari J.l. op een idee zou zijn ge
bracht, die hij op oorspronkelijke,
hem typerende wyze uitwekrte".
In reactie hierop schreef Kees van
Kooten mij: "Veel mensen stuurden
materiaal voor HDM. Het meeste
bleef op de VARA hangen, een klein
deel ging naar Dimitri Frenkel
Frank en een nog kleiner deel kre
gen Wim de Bie en ik wel eens te
zien. Ik weet zeker dat daar niets
FischerSpasski-sketoh by
Ik schreef al eerder dat ik Koeke-
bakkers verdediging niet overtui
gend vond. Het duidelijkste komt
dat voor mij tot uiting in de laatste
alinea. "Ik voel overigens geen enke
le behoefte met de Heer VerweiJen
in een verregaande polemiek tevre
den. Daarvoor is de rubriek 'Xezers
schrijven" te belangrijk en de strek
king van dit onderwerp te onbe
langrijk. Mocht de heer VerweiJen
echter toch de behoefte voelen deze
pennestrijd voort te zetten, hetgeen
niet voor hem zal pieften, dan kan
hij dat in briefvorm doen". Ten
eerste: als de heer Koekebakker de
rubriek "Lezers schrijven" zo be
langrijk vindt, waarom plaatst hij
dan een of andere volkomen onbe
langrijke persiflage hierin? Ten
tweede: waarom wil hij verder dat
ik a) 'niet op zijn verdediging rea
geer en b.) dit zeer zeker niet via
het Leidsch Dagblad zal doen?
Heeft de heer Koekebakker dingen
te verbergen? Is hij ergens bang
voor? Imageverlies?
FRANK VERWEIJEN,
Groenkorenstraat 18,
Leiden.