Wordt de verkiezingsdatum
door de
bonden
bepaald
Rechtswinkels en de gevolgen
WARENHUIZEN BESTRIJDEN WINKELDIEFSTALLEN
elle protesten
jgen afschaffen
uurbescherming
Loyaliteitscrisis binnen de katholieke gemeenschap
[■ERPAG 5 AUGUSTUS 1972
pan onze economische redactie
;eldief stallen nemen in ons
hand over hand toe. Naar een
raming is het totale jaarlijkse
es al op zo'n 250 miljoen gul-
gekomen. Vooral de grootwin-
■dryven hebben van deze mo-
plaag te lijden: hun verliezen
diefstallen liggen momenteel
én tot twee procent van hun
t. Maai- ook andere landen
»en met dit euvel. Zo stijgt in
■Duitsland het aantal winkel
tallen Jaarlijks met bijna twin-
irocent. Tal van grote Duitse
jven moesten vorig jaar een
s van 0,8 procent van de om
meer lijkt het erop dat de
maatregelen, die tot nu toe werden
genomen, om stelende klanten en
personeel in de kraag te pakken
niet voldoen. Een grootscheepse
aanpak van dit vraagstuk lijkt
noodzakelijk. Daarbij verdient een
Zweeds experiment, waarbij gepro
beerd wordt diefstallen zoveel mo
gelijk te voorkomen, extra aan
dacht.
Preventief
Bij de Zweedse aanpak worden
winkeldiefstallen door geüniformeer
de bewaaksters preventief bestreden.
Zij bewaken de plaatsen, waar goe
deren in- en uitgaan, en voeren
persoonlijke controles uit. In de
verzendafdelingen doen zij doorlo
pend steekproeven. Ook onderzoeken
zij de brandbeveiliging, verlenen zo
nodig eerste hulp bij ongelukken,
weten wat er gedaan moet worden
bij een eventuele aanslag op geld of
goederen, en zijn op de hoogte hoe
een bedrijf bij dreigend gevaar snel
kan worden ontruimd.
Veel aandacht is er voor de paska
mers in de kledingafdeling. De pas
hokjes werden zo ingericht dat er
een goede controle kon plaatsvinden
op de binnenkomende en uitgaande
kledingstukken. Bij deze controle, in
handen van een personeelslid van
het bedrijf zelf, moeten de klanten
hun artikelen laten zien en krijgen
zij een kaartje met daarop datum
en het aantal binnengebrachte
stukken. De controle beschikt over
een afschrift. Bij het verlaten van
de paskamer moet men deze con
trole weer passeren.
De Zweedse eigenaar, in wiens post
orderbedrijf annex kortingzaak, dat
systeem werd toegepast, vond de
conventionele bewaking door middel
van twee bedrijfsdetectives onvol
doende. Met het nieuwe systeem
was hij per jaar evenveel kwijt
(zo'n 47.0000 gulden), maar hij had
dnplaats van duizend uur bewaking
per Jaar 3200 uur toezicht.
In de praktijk bleken de gevreesde
spanningen tussen de geüniformeer
de bewaaksters en het personeel
heel erg mee te vallen, wellicht ook
omdat het personeel liever openlijk
met het toeziend oog wordt gecon
fronteerd dan steeds het gevoel te
krijgen bespied te worden door on
bekenden.
De Gruyter heeft voor het cen
traal magazijn een plan opgesteld
om een eind te maken aan de snel
oplopende voorraadverliezen. Er ko
men sllagbomen bij de poort, alles
en iedereen moet een strenge con
trole ondergaan. Alle medewerkers
krijgen een legitimatiebewijs. On
rechtmatig bezit van goederen kan
tot direct ontslag leiden. Ook wor
den enkele speciale controleurs aan-
Proef
De preventieve bestrijding van
winkeldiefstallen, die enige tijd ge
leden bij wijze van proef in waren
huizen van de Bijenkorf-groep is
ingevoerd, lijkt succesvol. Wél wordt
er geaocht naar een goedkopere op
lossing voor de plaatjes, die het
alarm veroorzaken als de klant in
de winkel de controlepunten pas
seert met onbetaalde artikelen:
Vroom en Dreesmann heeft in de
afgelopen twee Jaar haar recherche
apparaat nagenoeg verdubbeld. Bij
V. en D. in Drachten mag de
klant geen boodschappentas meer
meenemen in de winkel. Die kan
worden afgegeven in tas-oppas-
boxen of bij „Inlichtingen".
De winkeldief of -dievegge van deze
dagen is bepaald niet meer de zieli
ge, door armoede gedreven figuur.
Volgens drs. J. Bons jr., directeur-
generaal van de Koninklijke Bijen
korf Beheer (die o.m. de Bijenkorf.
Hema, Galeries Mod ernes en Perry
van der Kar omvat) is er vooral de
laatste tijd een nieuwe type winkel
dief: de jongere met een ideologisch
motief, die het bestelen van een
groot winkelbedrijf ook ziet als een
stukje maatschappelijk werk.
)e loonwet van minister Roolvink
niet alle gemeenten die door
er Udink zijn aangewezen als
en waar per 1 september a.s.
beralisatie zal worden inge-
zijn daar gelukkig mee. Met
in Noord-Holland hebben en-
gemeenteraden fel geprotes-
tegen de voorgenomen af-
ing van de huurbescherming.
oningnood, zo redeneren zij, is
gemeenten zog zo groot, dat
tvreesd zijn dat bij het vrijge-
phn de huren de mensen met
g ;ere inkomens er het slachtof-
zullen worden,
is men bevreesd, dat de
huiseigenaar van de sitautie i
zal maken de huren op
loeven.
oet een „redelijke" verhouding
lissen de huur die de huiseige-
vraagt en de kwaliteit van de
g. Als verhuurder en huurder
liet met elkaar eens worden
huuradviescommissie om ad-
forden gevraagd. Nu is het in
'aliseerde gebieden niet zo dat
alle huren herzien zullen
Q. De huren, die er nu gelden
H. Frenkel
m de meeste gevallen worden
inkomsten is het zeer wel mo
er een hogere huur uit de
tont, dan thans het geval zou
stel
nog ;oe heeft minister Udink
aanleiding gevonden in te
op de verzoeken van gemeen-
uitstel van de invoering van
iberalisatie. Er is een redelijk
icht in vraag en aanbod, ant-
de hij op schriftelijke vragen
et tweede kamerlid van het
(CPN).
luren zijn in die gebieden
huurliberalisatie is ingevoerd
tosnee overigen? ider sterk
dan de hure. .n iie: gehele
Ia vergelijking met de si
tuatie voor 1 dktober 1967 waren de
huren over geheel Nederland op 1
oktober 1971 met 27,9 procent geste
gen. In de gebieden, waar op 1 ok
tober 1967 huurliberalisatie werd in
gevoerd, bedroeg de gemiddelde
huurstijging in dit tijdvak 25,4 pro
cent.
In de gebieden waar met ingang
van 1 mei 1968 de huurliberalisatie
werd ingevoerd, zijn de huren tot 1
oktober 1971 met 21,5 procent geste
gen, terwijl in hetzelfde tijdvak de
landelijke huurstijging 24,9 procent
was. Een soort gelijke ontwikkeling
deed zich voor ten aanzien van de
huren in die gebieden, waar met
ingang van 1 januari 1969 de huur
liberalisatie werd ingevoerd. Bij de
nadien ingevoerde huurliberalisatie
liggen de cijfers anders. Sindsdien
stegen de geliberaliseerde huren iets
meer dan de landelijke huren.
Behalve dat in '70 gemeenten in
Noord-Holland, 74 (kleine) in
Zuid-Holland en 21 (kleine) in
Utrecht de huurliberalisatie zal
worden ingevoerd, wordt daar een
half jaar later de woonruimtewet
buiten werking gesteld. Dat betekent
dat aan de gemeenten de voor
naamste basis van hun huisves
tingsbeleid wordt ontnomen, wat
veel verzet oproept.
Onder de gemeenten die hebben ge
protesteerd bij de regering behoren
Alkmaar, Purmerend en Den Helder.
De Alkmaarse raad is unaniem te
gen invoering van huurliberalisatie
en opheffing van de woonruimte-
wet. Er zijn in Alkmaar 1300 wo
ningzoekenden, die, zo vreest men,
in de verdrukking komen B. en W.
van Alkmaar hebben bij de minis
ter audiëntie aangevraagd om over
de problematiek te spreken, maar
tot op heden heeft men nog geen
actie ontvangen.
In Den Helder Is men van mening,
dat door een liberalisatie de verant
woording van de overheid wordt af
geschoven op de gemeente. In Den
Helder is het aanbod van de
lagere huren zeer klein.
I De kans. dat de vele protesten enig
effect opleveren, is gering, gezien
1 het redelijk succesvolle resultaat
j van de huurliberalisatie in „de pro
vincie".
Binnen een jaar zijn twee soorten
crises in de Nederlandse samenle
ving duidelijk aan de oppervlakte
gekomen, die voor de sociale beleids
vorming van groot belang zijn: de
eerste was die in het georganiseerde
overleg binnen het bedrijfsleven; de
tweede die van het kabinet-Bies-
Door
J- Th. J. van den Berg
heuvel. Bij nader toezien blijken ze
met elkaar te maken te hebben.
Sterker nog, gedeeltelijk zijn ze te
rug te voeren tot gemeenschappe
lijke oorzaken: een algemene ver
trouwenscrisis in Het Systeem en
een ernstige loyaliteitscrisis binnen
de katholieke gemeenschap in Ne
derland.
Het georganiseerde overleg, zoals
het na 1945 in ons land vorm heeft
gekregen, blijkt zijn beste tijd ge
had te hebben. Vorig Jaar drong een
geirriteerd geraakte Metaalbedrijf-
bond van het NVV aan de vakcen
trales een strategieplan op, dat die
centrale leiders liever niet zo open
lijk "van onderop" hadden gekre
gen. Vervolgens knapte de samen
werking tussen Groenevelts Metaal-
bond en die van NKV en CNV af op
de CAO voor de grootmetaal.
Waar de concrete verschillen la
gen, is niet meer zo belangrijk. Waar
het om gaat, is de grotere agressivi
teit van die vakbonden waarbinnen
de leden het vertrouwen in het cen
traal overleg minstens gedeeltelijk
zijn kwijt geraakt. Dat leidft ofwel
tot conflicten tussen bonden onder
ling (of liever: tussen generaties
vakbondsleiders), ofwel tussen bon
den en werkgevers. De machtsposi
tie van de vakcentrales is kleiner
geworden dan voorheen. Ze moeten
I hun bonden volgen, meer dan dat
I ze die kunnen dicteren,
i Vanwaar die grotere agressi
I Waarschijnlijk heeft dat twee be-
I langrijke oorzaken. Ten eerste: de
inflatie maakt bijna elke loonstij
ging vooral voor de lager betaal
den bij voorbaat tot een aanflui
ting. Vooral de laatste jaren wordt
de ontevredenheid daarover steeds
groter. Ten tweede: steeds meer
werknemers worden ontevreden,
omdat hun invloed binnen de be
drijven nog steeds op geen stukken
na beslissend is. Hun vertrouwen in
de bekwaamheid en sociale gezind
heid van de bedrijfsleiders wordt
zienderogen kleiner. De bonden heb
ben volgens deze werknemers te
lang de eis tot medezeggenschap al
leen met woorden beleden en te
vaak hebben ze dde "afgekocht" met
hoger loondat toch inflatoir
bleek.
In de vakbeweging zelfs groeide
onder invloed daarvan het besef, dat
het ouderwetse systeem van over
leg de ontevredenheid in de hand
werkte, dat niet langer alleen voor
"loonfabriek" kon worden gespeeld
en dat de nieuwe eisen harder en de
oude eisen anders moesten worden
geformuleerd.
Dat betekende echter dat haar
mogelijke tegenspeler niet alleen de
werkgever was, maar evenzeer de
overheid. Dat betekende dus tevens:
litieke aktlviteit.
Naar het voorbeeld van het plan
van de Metaalbond leidde dat tot
eisen aan de regering: wetgeving op
het terrein van de besluitvorming
binnen de bedrijven; een grotere
greep op de inkomens in de vrije be
roepen: leiding geven aan de hele
investingerings aktiviteit. Matiging
en centrale afspraken hebben im
mers geen zin als de produktiviteit
in het land zo ongeüjk verdeeld is.
Tenslotte: het gebruik van loonma
tiging voor collectieve voorzieningen.
Dat eiste een confrontatie met re-
NKV-voorzitter Mertens in gesprek met minister Boerstna van Sociale Zaken.
gering en parlement als eerste ver
antwoordelijken. In feite eiste het
ook: partij kiezen in de politiek.
Tussen '67 en '71 kreeg de vakbewe
ging te maken met een politieke
meerderheid, die er op uit scheen de
ene ruzie na de andere met haar te
forceren. Men denke maar aan het
gedoe rond de loonwetgeving van
minister Roolvink.
Na '71 kwam er een regering die
wel goede relaties en overleg wilde
met het bedrijfsleven, inclusief de
vakbeweging. Maar tegelijkertijd
gaf ze voortdurend blijk van inner
lijke zwakte en onenigheid, als het
er op aankwam daaruit consekwen-
ties te trekken voor het beleid. De
vakbeweging ging nu aan den lijve
ervaren wat het is geconfronteerd te
worden met een politieke crisis, die
broeders van zeer verschillend plui
mage dwingt bij elkaar te gaan zit
ten in een kabinet.
Het kabinet bleek tegen de
beleidsconsekwenties van een vak
beweging-nieuwe stijl niet opgewas
sen. De aanleiding van de crisis mo
ge een andere zijn geweest, de inko
mens- en prijspolitiek was in feite
het confliktpunt. Daar is langzaam
aan geen twijfel meer over mogelijk.
Waarschijnlijk zou het, althans
voorlopig, nog met een sisser ziin af
gelopen, als niet NKV en KVP bei
de loten van een roomse en eens
hechte stam. niet zo uit elkaar wa
ren gegroeid. De tijden van katho
lieke eenheid, die belangrijker werd
geacht dan wat ook, zijn definitief
voorbij. Daarmee is tevens een be
langrijke stabilisatiefactar verdwe-1
nen.
I Eerder in dit Jaar had het NKV
al zijn twijfels uitgesproken over de
I kwaliteit van het vijf partijenkabi-
net. Pal na de crisis zei het NKV er
j niets voor te voelen een sociaal con-
I tract af te sluiten in de labiele si-
j tuatie van een minderheidskabinet.
Daarmee doorkruiste het alle cal
culaties van zijn eertijds bevriende
KVP. die gehoopt had zich voor
I haar arbeiders-kiezers te kunnen
rechtvaardigen door een akkoord
met de werknemers.
De oude teugels van loyaliteit in
roomse kring waren los. De eisen
van het NKV en uiteraard van
het met de oppositie bevriende NW
luidden glashard: houd maar zo
gauw mogelijk verkiezingen: zet
VVD en DS'70 aan de kant en haal
dte PvdA binnen: over sociale con
tracten kom Je maar praten als ei
een stevige regerings meerderheid
ls
Dat eisenpakket betekent echter
nog iets anders. Nauwelijks verho
len zeggen NKV en NVV: "Het Ls
welletjes geweest met de onzeker
heid in de politiek: met de versnip
pering en de polarisatie: met het
onduidelijke gemanoeuvreer van de
confessionele partijen: met de steun
van een vrijelijk opererende opposi
tie aan allerlei radicale eisen bin
nen de eigen kring van de vakbewe
ging: maar vóór alles: met het ee-
brek aan doordacht en slagvaardig
beleid, dat van de crisis in de poli
tiek het gevolg is. Als wij naar gro
tere eenheden toe kunnen, dan moet
dat in de politiek net zo goed kun
nen".
Wat de Britse politicoloog Samuel
Finer de „Anonymous Empire" (vry
vertaald: de ongeziene macht)
noemt, komt niet langer binnenska
mers voor zijn zaak op, maar open
lijk en midden in het centrum van
de politiek zelf. Dat dit Empire daar
mee op de stoelen der politici gaat
zitten, zonder him verantwoordings
plicht. weet het wel maar het vindt
dat het niets anders kan.
In democratisch opzicht een on
gezonde ontwikkeling, maar wel te
begrijpen. Het is de taak van de po
litici alsnog voorwaarden te schep
pen voor een doordacht en slag
vaardig beleid en voor een stabiele
en samenhangende regerings meer
derheid.
In dit perspectief gezien zou "lij
men" van het kabinet-Blesheuvel
nauwelijks een oplossing bieden.
Duidelijk is. dat de vakbeweging
een regering wil van andere samen
stelling om de politieke crisis door
te komen zonder al te grote brokken
in het beleid. Een regering die sterk
staat en die, door afspraken vóór de
verkiezingen, zich verzekert ran de
loyaliteit der Kamermeerderheid.
Onder die voorwaarde komt de
loyaliteit van de "anonymous em
pire" wel weer terug. Ze zal zich
weer thuis voelen op de plaats in de
politiek waar ze, naar democrati
sche maatstaven, ook thuis hoort.
In Nederland is bijna geen gebied
te bedenken dat niet tot in details
geregeld is in wet. verordening, col
lectieve overeenkomst, statuten of
reglement. Vooral door de sociale
wetgeving is een heel nieuw terrein
aan het recht toegevoegd. Armen
zorg werd recht op bijstand. Daar
naast komen er allerlei wettelijke
regelingen^ met mogelijkheden van
beroep op administratieve rechter of
de Kroon. Het uitgangspunt „ieder
wordt geacht de wet te kennen"
wordt steeds verder uitgehold.
Doordat het informeren van de
mensen over hun rechten sterk is
achtergebleven bij het formuleren
van die rechten, is er een leemte
ontstaan: een leemte in de rechts
hulp.
Wie moet hiervoor op het matje ge
roepen worden? Is het de advoca
tuur? Al eeuwen lang - het armen-
recht werd al in 1462 geregeld - is
de advocaat de man die de mensen
moet helpen bij het opstellen van
een brief, het uitleggen van een
contract: hij moest - ook toen al -
met goede manieren, verstand en
rijpe raad begaafd zijn.
Vreemd genoeg zien wij dit soort
hulpverlening weer ontstaan, nu in
de vorm van rechtswinkeltje6. be
mand met studenten. Zo wordt in
Utrecht op een tiental adressen bij
de studenten thuis voor de buurtge
noten spreekuur gehouden. Ieder
krijgt gratis advies: zijn er „ge
rechtelijke stappen" nodig, dan
wordt de zaak in behandeling geno
men. Tilburg heeft de langste erva
ring, Daar draait al sinds 1969 een
rechtswinkel. Hij loopt goed. Zo'n
30 a 40 klanten worden er wekelijks
èeholpen. De rechtswinkeliers kun
nen ook tevreden zijn over de ge
voerde processen. Overigens kan er
alleen geprocedeerd worden voor
administratief-rechtelijke colleges
en de kantonrechter, omdat de ad
vocaat nu eenmaal het proces-mo
nopolie heeft voor rechbbankproce-
dures. Naast deze rechtswinkels is
er het instituut van de sociale
raadsman. Deze uiterst nuttige
vorm van hulpverlening wordt door
gemeenten georganiseerd. Dan zijn
er de vakbonden, met Jaarlijks dui
zenden adviezen, en niet te verge
ten de deurwaarders.
Vooral de deurwaarders ondervin
den schade van de activiteiten van
de rechtswinkeltjes. Het kantonge
recht was bij uitstek het terrein
van de deurwaarderskantoren. Maar
er ls van die kant nog geen protest
gehoord. Misschien zien de deur
waarders deze hele zaak als een
voorbijgaande gril. Het is ook niet
uitgesloten dat, als het ernst wordt
met de nota-Pothumus. de studen
ten minder tijd krijgen voor dit
soort werk. Of de rechtswinkels
blijven doordraaien zal dan in hoge
mate afhangen van de vraag of de
faculteit bereid is dit werk van de
student te waarderen als een stu
die-prestatie.
Ook de advocatuur maakt zich nog
weinig zorgen over het terreinver-
Ues. Dit is voor haar ook geen
nieuw verschijnsel. Accountants
hebben het belastingrecht al wegge-
knabbeld. De advocaat die zich ging
specialiseren op het nieuwe EEG-
recht kwam vaak van een koude
kermis thuis. Het aantal zaken
bléek te gering en dit specialisme
lonend te doen zijn. Numeriek
breidde de balie zich de laatste 25
jaar nauwelijks uit. Wel ontstonden
er mammoetkantoren, met als basis
een cliëntenbestand uit het be
drijfsleven. De pro-deo praktijk
wordt als een blok-aan-het-been er
varen. Pas onlangs ls men begon
nen met een accountantsonderzoek,
om enig inzicht te krijgen in de
vraag hoeveel geld er eigenlijk in
de behandeling van deze kosteloze
zaken gaat zitten. Vooral onder de
druk van de jongeren komt de ad
vocatuur enigszins in beweging Er
ontstaat kritiek van binnenuit. Het
gaat niet aan de drempel voor de
gewone burger steeds hoger te ma
ken. zo stelt de Jonge balie. De
uur-tarieven zijn nu al dik boven
de honderd gulden. Wil de balie de
Individuele cliënt niet verliezen, dan
zal zij zich praktischer op moeten
stellen. In Den Haag wordt al geëx
perimenteerd met een wijk-spreek-
uur. Vele zaken kunnen met een<
verwijzing naar een bepaalde in
stantie of een mondeling advies
worden afgedaan. De advocatuur
wordt sterk belemmerd in het zoe
ken naar meer aangepaste vormen
van rechtshulpverlening door haar
verouderde structuur en „ere-oode".
De balie is ook steeds huiverig ge
weest zich uit te spreken over poli
tieke kwesties. Zouden al deze rem
men niet hebben bestaan, dat had
de balie vermoedelijk allang aan de
bel getrokken bij regering en parle
ment om te zoeken naar een oplos
sing voor het nijpend tekort aan
rechtshulp. Want hoewel sociale
verzekeringen allerlei risico's hebben
overgenomen, blijft de burger op
het punt van de rechtshulp in de
kou staan. Uit het recente antwoord
van de minister op een vraag van
het parlementslid mr. Wiebenga
over de gebrekkige rechtshulp aan
on- en minvermogenden, blijkt dat
de minister dit niet zo ziet. Het
antwoord komt er op neer dat het
allemaal wel meevalt met die
rechtshulp en vooral met de beta
ling ervan. De landelijke deken van
de orde van advocaten heeft hierop
in een felle brief aan de minister
gereageerd. Onlangs heeft de advo
catuur gecongresseerd over de eigen
structuur en de mogelijkheden voor
een grotere maatschappelijke be
trokkenheid. Gezocht wordt naar
vormen van samenwerking met de
alternatieve rechtshulp. Hopelijk
at de balie de boot niet missen.
Wetswinkels zijn nuttig. Zij maken
het recht weer tot „gemeen-goed".
Maar wetswinkels hebben ook een
aantal beperkingen zoals gebrek aan
continuïteit. Telkens andere studen
ten en gebrek aan bescherming van
de cliënt, want wat gebeurt er met
de gegevens?
Advocatuur en wetswinkels hebben
elkaar nodig. De Utrechtse hoogle
raar prof. mr. A. A. G Peters ziet
in deze oppositionele rechtshulp"
een belangrijke ^imul&ns voor een
rechtsontwikkeling, waarbij niet de
staat maar het individu centraal
komt te staan. Een essentiele voor
waarde hiervoor is wel dat de servi
ce-verlening plaatsvindt door orga
nisaties die onafhankelijk zijn van
de overheid.