Wat is nu eigenlijk regeerbaarheid?
Achter de schermen van een gebroken kabinet
Redelijke compromissen en een zekere loyaliteit
„Hare Majesteit heeft de verzoeken in beraad genomen"
ZATERDAG 22 JULI 1972
DEN HAAG Wat is eigenlijk „regeerbaarheid". De term is de laatste dagen
weer heel wat keren gevallen. De heren Drees en De Brauw hebben het
kabinet verlaten, zodat het zijn parlementaire meerderheid is kwijtgeraakt. Hun
gewezen partners in de regering-Biesheuvel vinden nu dat de beide weglopers de
regeerbaarheid van Nederland in gevaar hebben gebracht.
De heren De Brauw en Drees vinden dat het aan hun voorge
schreven bezuinigingsbeleid de regeerbaarheid in Nederland in ge
vaar brengt. Ze vinden dat ze dat niet voor hun verantwoording
kunnen nemen. Wie heeft het nu bij het rechte eind?
Het antwoord op die vraag de
belangrijkste van deze crisis is
nauwelijks te geven, voordat alle cij
fers over de begroting van 1973 be
kend zijn en voordat alle achter
gronden van het ontslag der beide
Door
Joop van den Berg
ministers op tafel liggen. Los van
die direkte oorzaken van decrisis, valt
er toch wel iets over de regeerbaar-
heidsvraag te zeggen.
Zeker is, dat ook een goed rege
ringsbeleid alleen dan mogelijk is,
wanneer de ministers in een kabi
net bereid zijn tot redelijke compro
missen en tot een zekere loyali
teit ten opzichte van elkaar. Boven
dien moeten ze kunnen rekenen op
6teun en loyaliteit van een parle
mentaire meerderheid.
Als die beide ontbreken, wordt het
land moeilijk regeerbaar. De Franse
Vierde Republiek heeft tussen '46
en '58 bewezen, dat ook een voor
treffelijk regeringsbeleid kan stran
den op de eigenwijsheid en onwil der
ondersteunende partijen.
Het lijkt me, dat ten aanzien van
deze voorwaarden voor regeerbaar
heid enig begrip voor de houding
der ministers uit DS '70 wel op zijn
plaats is. Op tweeërlei wijze heeft
men het him uitzonderlijk moeilijk
gemaakt de loyaliteit te bewaren.
Ten eerste stortten zich de con
fessionele fracties onevenredig hard
op het beleid van minister De Brauw
(vooral in de Eerste Kamer) met
betrekking tot de collegegeldverho
ging. Pas toen er met grof geschut
werd gewerkt, gaven die confessione
len toe.
Hun houding is daarom zo
moeilijk te begrijpen, omdat ze zelf
Klassieke muziek
Offenbach: Pages célèbres pour or-
chestre (MMS SMS 2743, f 12,50)
Op deze plaat is een onwaarschijn
lijk groot aantal beroemde orkest
werken van Offenbach bijeenge
bracht. Het Opera-orkest van Mon
te Carlo staat onder leiding' van de
Algerijn Reynald Giovaninetti. De
plaat bevat: Orfeus in de onderwe
reld (Ouv. I en II, galop), Hoff-
mannss vertellingen (Entr'acte II en
III, Barcarolle), Ouverture. De
dochter van de Tamboer-majoor,
Ouv. Madame Favart, Ouv. De
Groothertogin van Gerolstein,
Entr'actes II en III uit La Pericho-
Ple, en Entr'acte n uit De Schone
Helena. Opname en persing goed,
uitvoering zodanig, dat deze plaat
.niet mag ontbreken
theek van liefhebbers
lair-klassiek.
ei Meesterwerken voor piano-duo
m (MMS SMS 2723, f 12,50)
De plaat maakt geen onderscheid
et
tussen piano-quatre mains en twee
piano's, althans op het eerste ge
zicht. Op het eerste gehoor is het
verschil wel duidelijk, dankzij de
uitstekende opnametechniek, die
niet ontaardt in knuppelstereo. De-
nise Duport en Muriel Slatkine spe
len voorbeeldig en stijlvol het Ron
do in C op 73 van Chopin, de Fan
tasie in F D. 940 van Schubert,
Larghetto und Allegro in Es van
Mozart, Andante und Variationen
in Bes op. 46 van Schumann, en
Vijf walsen op. 39 vn Brahms. De
persing kon beter.
Trio Nordmann: Chr. Bach, Boiel-
dieu en Jclinek (Erato STU 70748,
f 24,50)
Ideale achtergrondmuziek voor een
genoeglijk avondje. De samenstel
ling van het trio is fluit, cello en
harp, een combinatie die erg popu
lair was in grootmoeders tijd. De
muziek doet ook enigszins salon
achtig aan, men moet er vooral niet
intensief naar luisteren. In alle op
zichten een uitstekende plaat.
hadden meegewerkt aan de tot
standkoming van de „duizend gul
den" in het regeerakkoord. Maar
daarnaast werd minister De Brauw,
afgezien van zijn meer principiële
motieven, eenvoudig tot dit soort van
maatregelen gedwongen om weer
stand te bieden tegen de in het ver
leden ontstane, bijna gierende, stij
ging van de uitgaven voor het hoger
onderwijs. De heer De Brauw was
gedrongen in de rol van Grote Puin
ruimer in het ministerie, dat jaren
onder confessionele leiding had ge
staan. Hem daarbij voortdurend in
de weg lopen, getuigde niet van gro
te loyaliteit.
Onevenredig
De loyaliteit is op andere wijze
op de proef gesteld door de on
evenredige wijze waarop de beide mi-
nisters van DS '70 tot bezuini
gingen zijn geprest. Dat die druk on
evenredig was („Jullie hebben toch
steeds de mond vol over bezuiniging')
mag veilig worden aangenomen.
Daarbij zijn we aangeland bij de
andere voorwaarde voor regeerbaar
heid: het regeringsbeleid zelf. Dat
kan op zichzelf zo slecht of onvol
doende zijn, dat het, met of zonder
loyaliteit, moet leiden tot niets dan
Anders gezegd: ook een regering
met parlementaire meerderheid kan
de regeerbaarheid in gevaar bren
gen door haar beleidsvoering.
Het valt nu nog niet uit te maken,
in hoeverre dat met het voorgeno
men beleid van het kabinet-Biesheu
vel het geval is. Nogmaals: we ken
nen de exacte gegevens niet. Die
vormen voorlopig nog het geheim i
van het Catshuis.
Het geeft overigens wel te denken,
als een nogal zuinig en zakelijk den
kend mens als de heer Drees daar
geen verantwoordelijkheid meer voor
wil nemen.
Hier wreekt zich het feit, dat in
het kabinet-Biesheuvel twee mensen
waren opgenomen, zonder traditie in
het bondgenootschap en zonder bin
dingen aan het beleid van de laatste
dertien jaar en vooral de laatste vijf
jaar, dat de signatuur heeft gedra
gen van de samenwerkende confessio
nele partijen en de VVD. Ik zie
nu even af van het Calsintermezzo.
Drees noch U-» Brauw- h°bben ver
antwoordelijkheid te dragen voor
een beleid, dat sterk inflatoir is ge
weest; dat veel belangrijke proble
men aldoor voor zich uitgeschoven
heeft: dat de overheidsfinanciën uit
de hand heeft laten lopen en dat
ergst van al de relaties met
het georganiseerde bedriifsleven in
hoge mate'heeft bedorven.
De schuld
Dat is allemaal niet zonder meer
„de schuld" van het kabinet- De
Jong, al heeft het er zelf wel stevig
toe bijgedragen. Het heeft alles te
maken met de cr'sis van de Ned°r-
i landse politiek, die door de daaruit
voortgekomen zenuwachtigheid, elk
slagvaardig regeren in de laatste ja
ren buitengewoon moeilijk heeft ge
maakt. Traditieloze bewindslieden als
Drees en De Brauw zullen dat on
voldoende kunnen en ook willen be
grijpen. Ze zullen uitgegaan zijn van
de gedachte: als het zo moet, hoeft
het van ons niet meer. Wie de onre-
geerbaarheid heeft gemaakt, moet
ook de regeerbaarheid maar weer na
derbij brengen.
Of al hun motieven huist zijn
geweest, laat ik hier in het midden, i
Vermoedelijk redt men het niet met
een loon- en nrijsmaatregel of de j
dreiging daarmee. Daarvoor zit de 1
vertrouwenscrisis in de Nederland-
se politiek bepaald te diep. Dat ver-
trouwen kan pas terugkomen wan- j
neer de politieke verhoudingen in
Nederland zodanig zijn veranderd en 1
verzekerd, dat behalve een parle
mentaire meerderheid ook een sa-
menhangend en doortastend beleid
weer mogelijk zijn. In die zin kan
inderdaad gesproken worden van een
crisis: niet slechts van een „gewone" j
ministerscrisis of zelfs kabinetscri- I
sis. maar van een levensgrote crisis
van het politieke svsteem. Temidden
daarvan kan er ..gelijmd" worden of
kunnen er minderheidskabinetten
van allerlei signatuur optreden, met
of zonder vervroegde verkiezingen.
Maar dat zijn allemaal oplossingen
voor de korte termijn en een
kwestie van „pappen en nathouden".
Op langere termijn is een grondige
wijziging van de politieke verhoudin
gen in Nederland onontbeerlijk om
van gebeurtenissen als die der laat
ste dagen los te komen.
DRS J. TH. J. V. D. BERG,
ALPHEN AAN DEN RIJN.
DEN HAAG „Hare Majesteit heeft
deze verzoeken in beraad gehouden
en die ministers en staatssecretaris
sen verzocht datgene te blijven ver
richten, dat zij in het belang van
liet Koninkrijk noodzakelijk achten".
Zo luidt de laatste zin van t officië
le communiqué van het Kabinet der
Door
Kees de Bruin
Koningin, waarin wordt meegedeeld,
de Koningin de ontslagaanvra-
van de ministers Drees en De
Brauw en van de staatssecretaris-
Van Stuyvenberg en Van Vee-
nendaal heeft ingewilligd. Waarin
ook staat, dat de overige ministers,
nu de vijf-partijen-basis aan het ka
binet is ontvallen, de portefeuilles
ter beschikking hebben gesteld. Waar
uit verder blijkt dat minister Boer-
tien, die nimmer een portefeuille
had die dus ook niet ter beschik
king kon stellen: de minister zon
der portefeuille, belast met ontwik
kelingssamenwerking stelt zijn ambt
ter beschikking en de (eveneens van
portefeuilles verstoken) staatssecre
tarissen hun functies. Onderscheid
moet er tenslotte zijn.
Een communiqué tenslotte, dat al
voor woensdag was gereed gemaakt,
maar dat pas gisteren werd uitgege
ven: op de oorspronkelijke tekst is
de datum 19 juli 1972 doorgeslagen
en veranderd in 20 juli 1972. Stil
maar veelzeggend bewijs van het
feit, dat de vertraging van de publi
catie veroorzaakt is door de op het
allerlaatste moment ondernomen po
sing de brokken alsnog te lijmen.
Op die mislukte pogingen DS '70
en de rest van Biesheuvels regerings
ploeg opnieuw bij elkaar te bren
gen wijzen voor de goede lezers van
het proza, dat het Kabinet der Ko
ningin heeft geproduceerd, ook de
eerste twee zinnen. In de eerste
staat, dat minister-president Bies
heuvel woensdagmiddag op Huis ten
Bosch Hare Majesteit in kennis heeft
gesteld van de ontslagaanvrage van
de ministers Drees en De Brauw en
de beide staatssecretarissen. In ken
nis gesteld, niet meer dan dat. Dat
meerdere kwam pas gistermorgen.
Toen ontving de Koningin mr. Bies
heuvel opnieuw, ditmaal op Soestdijk
en daar overhandigde de minister
jr. en de nieuwbakken minister-presi-
JULI 1972Een teleurgestelde minister- president Biesheuvel vertelt de journalisten over de
breuk in het kabinet.
president haar de vier genoemde ont
slagen. Daar werd dus pas definitief,
wat een dag tevoren nog slechts een
mededeling was geweest. Nadat ge
bleken was, dat de besluiten om ont
slag te vragen onherroepelijk waren,
dat er niets meer te lijmen viel.
Adviezen
Wat gaat er nu gebeuren? Dat
hangt grondwettelijk van het staats
hoofd af. Om te beginnen raad
pleegt de Koningin haar adviseurs.
Dat kan in principe iedereen zijn,
maar gebruikelijk is. dat de vorstin
een vast rijtje raadgevers afwerkt:
de vice-president van de Raad van
State (nu dr. Beel dit hoge ambt on
langs heeft neergelegd is de waar
nemend vice-president, prof. mr. de
Block op Huis ten Bosch geweest),
de voorzitters van de Eerste en van
de Tweede Kamer en vervolgens de
fractievoorzitters van de in het par
lement vertegenwoordigde partijen,
in volgorde van grootte van hun
fracties. Bovendien kan de koningin
natuurlijk gebruik maken van de
adviezen van de ministers van staat:
Van Kleffens, Drees sr., Beel, Tjar-
da van Starkenborgh Stachouwer,
Dormer en Klompé.
Formateur
Uit de haar verstrekte advie
zen moet de koningin dan afleiden,
wat haar te doen staat. Meestal be
noemt zij in zo'n geval een forma
teur, doe de opdracht krijgt een ka
binet te vormen, dat geacht moet
worden de steun van de meerderheid
in het parlement te hebben. Dat lijkt
er nu niet in le zitten daar langs
de lijnen, volgens welke momenteel
politiek gedacht wordt, zo'n kabinet
niet te formeren is. Tenzij in het
kader van de formatiepoging DS '70
alsnog opnieuw binnen het re
geringskamp kan worden gehaald.
Iets dat overigens niet of nauwelijks
te verwachten is.
Liggen de zaken heel moeilijk,
dan kan de koningin een informa
teur benoemen, die de weg voor een
nieuw kabinet eerst moet verkennen
en eventuele hindernissen uit de weg
moet zien te ruimen. Een vaak tijd
rovend baantje, dat veel inventiviteit
en overredingskraent vraagt: prof.
Steenkamp, de arcnitect van het
nu uiteengevallen kabinet-Biesheu
vel weet er alles van
Wie?
Wie krijgt doorgaans de opdracht
een kabinet samen te stellen? Wan
neer het kabinet 1». een politiek de
bat in de Kamer is gestruikeld, b.v.
over een verworpen begroting of een
onaanvaardbaar geachte en toch
door de Kamer aangenomen amen
dering van een wetsontwerp, dan is
het meestal de leider van de opposi
tie, de man dus die de regering deed
6truikelen. die een opdracht tot for
meren krijgt.
Nu ligt dat dus duidelijk anders.
Waar het kabinet niet door oor
zaken van buitenaf, maar van bin
nenuit gespleten is, is er geen di
recte aanleiding de oppositie met het
vormen van een kabinet te belasten.
Weinig of geen van de adviezen aan
de Koningin zullen dan ook in die
richting gaan. Eerder is te verwach
ten, dat de meeste adviezen zullen
wijzen in de richting van de huidige
premier Biesheuvel.
Hem zal waarschijnlijk, nu daar
over binnenskamers bij de ver
schillende fracties al druk is gedis
cussieerd en gefilosofeerd, een zo
genaamde beperkte of korte opdracht
worden verstrekt: een kabinet vor
men. dat bereid is de duidelijk uit
gesproken wensen van de meerder
heid van de volksvertegenwoordiging
uit te voeren. Die wensen zijn dan
't behartigen van de lopende zaken,
het indienen van de begroting 1973
en het op zo kort mogelijke termijn
uitschrijven van nieuwe verkiezin
gen.
Zo'n opdracht kan aan Biesheuvel
zonder moeite worden gegeven. Het
huidige kabinet zou dan in grote lij
nen ongewijzigd kunnen terugkeren
en voor de opengevallen gaten zou
den noodvoorzieningen getroffen
kunnen worden. De huidige staats
secretaris van verkeer en waterstaat
Kruisinga zou (dan toch nog) mi
nister kunnen worden, minister
Geertsema en staatssecretaris Van
der Stee zouden het werk van de
staatssecretaris van binnenlandse za
ken Van Stuyvenberg kunnen de
len. staatssecretaris Vonhoff zou op
erm de portie van zijn verdwenen
collega Van Veenendaal er voor die
korte tijd bij kunnen nemen en mi
nister Van Veen. toch al hoofd van
het departement van onderwijs en
wetenschappen zou het werk van de
afgetreden min. zonder portefeuil
le De Brauw kunnen overnemen.
Eventueel zou hem voor een half
Jaar of zo een staatssecretaris kun
nen worden toegevoegd.
Moeilijker zou het met een op
dracht aan mr. Biesheuvel liggen,
wanneer toch naar een meerder
heids- dus vijf-parti]en-kabinet zou
moeten worden gestreefd. Sinds de
minister-president en de afgetreden
ministers Drees en De rtrauw zich
door eerdere uitspraken deze week zo
diametraal hebben opgesteld, lijkt t
voor DS "70 nauwelijks nog aanvaard
baar, wanneer er, zeer tegen de ver
wachting in overigens, toch gepoogd
zou worden de coalitie van de vijf
te herstellen.
Tenslotte zou de koningin ook nog
kunnen besluiten het terbeschik-
kingstellen van de portefeuilles
voorlopig niet te accepteren en het
zittende kabinet vragen gewoon door
te gaan. Eventueel tot er nieuwe ver
kiezingen hebben plaats gehad. Dat
lijkt echter niet erg waarschijnlijk.
Ten eerste al niet. omdat in het
communiqué van gisteren duidelijk
wordt gesproken van het wegvallen
van de vijf-partijen-basis. Verder
niet, omdat dan een demissionair
kabinet verantwoordelijk zou moeten
zijn voor de begroting en ook niet,
omdat het de politieke moeilijkhe
den in het parlement hoogstwaar
schijnlijk alleen maar zou vergroten.
Het blijft echter allemaal mogelijk
totdat de koningin via een nieuw
communiqué van haar kabinet een
definitieve beslissing bekend maakt:
tenslotte heeft zij nu nog niet meer
gedaan dan „de verzoeken in beraad
houden".