kantiiehotel validen in zorgen :t meer dan een meesterlijk politieverhaal Thea Strouken: „scheuren" We hebben met eens geld voor de huur in het tweede jaar op de llunzerug DLI 1971 PAGINA W Jj Bruin worden op Majorca of vissen aan de Kaag. Ituurlijk wel toe in staat zijn. Je moet je kunnen i het geld ervoor hebben. Logisch, waar praat je laart garandeert toch zeker iederéén z'n ontspan- Iden zullen het wat moeilijker hebben. In een rol- Juigtrap op is lastig, evenals het toilet in het leuke water, dat te klein, is om er in het wagentje te L Maar voor die mensen zijn er toch zeker van die Itietehuizen, vraag je je dan af. I een kapitalist, die - pderd gulden per heeft. Maar het j dat een dergelijk lertellen moet toch lergrootglas gezocht fond de niet gefor- icapte machteloos. J er maar op wagen ren aan alle i voor van een gewoon |fcf thuis om ach- vleugje zon op te Door Daan Overhoff den is deze nood |d. Het pas opge- I aan de rand van [Heerlen is speciaal raliden. En zó over- belangstelling, dat jstig bedden al te alle aanvragen - teden - te voldoen de eindelijk ver- vakantiestichting (patiënten Amster- jichtknop lager - zit, Ijrdwenen en de ta rnt je er met de rol- jider kan. door Nederland ||n. kunnen hier - zo mag noemen - antic zichzelf zijn. per week. En dat |jk bedrag, dat ook J i gezin zich deze va- I or loven, zodat vader patiënt onder pa- ferkeren. 91 hotel er niet voor J,Doven en blinden I Indicap nu eenmaal lp. Maar juist de ca- I gedwongen weet tot lintje kan het niet af foorzieningen. zijn kan slechts bij pen gesteld. Voor- en hen op een tien- len wel weet, is dat jvalidewagentjes een jen getal dat onrust- lijgen is, omdat ver- steeds meer blij- k letsel achterlaten, eenmaal zo, dat ste- worden gebouwd nensen", constateert 55-jarige gehandi- van de vakantie- ild, maar de feiten et om. Bioscoop, :aurant - ze hebben imelijke „drempels" er over stadhuis, - met fraaie mo- ipen? Of over bus. weert ons van de n het leven buiten", van 45-jarige H. M. invalide secretaris, verbieden: hier mag maar door domweg geen voorzieningen verlaagde stoepen gehandicapte zit in at pikdonkere hoekje ihappij opgesloten en net de blij-hollende minimaal. „Velen zitten achter het raam langzaam gek te worden", is de schrijnende klacht van de heer Jansen. Hij wijst er op, dat ernstig invali den zich vaak doodongelukkig voe len als ze bijvoorbeeld in een „ge woon" hotel worden omring door vakantiegangers, die maar praten over hun handicap. En staren. „Kijk maar eens naar Ons Dorp, waar de mensen naar huis zouden willen kruipen, als er weer zo'n bus met toeristen hen komt aangapen". Er zijn reisbureaus die „aangepaste" huisjes aanbieden. Soms zijn ze re delijk of goed, maar vaak ook is er niets méér gedaan dan dat ze de drempels hebben weggehaald." „Ons huisje in Bladel was er zo een", herinnert een invalide gast van het ORA-hotel zich. „Maar m'n kinde ren moesten pa wel op de pot hel pen. En wanneer je dan al per goe derenwagon naar je vakantieadres bent gereisd, dan hoef je de volgen de keer niet meer zonodig". Nu is hij eindelijk weer op vakan tie, nu de vakantiestichting ORA na tien jaar dit voormalig internaat voor kinderen van Amerikaanse mi litairen heeft weten te bemachtigen. De weg naar dit hotel was lang en vol obstakels. Een landelijke actie op de televisie moest in 1967 wor den uitgesteld, omdat een inzame ling voor de getroffenen uit de zes daagse oorlog in Israël de interesse opeiste. Een jaar later trof het leed in Biafra de Nederlander precies een week voor de ORA-actie. die prompt niet meer dan 170.000 gul den opleverde. De bouw van een geheel nieuw ho tel kon toen worden vergeten, maar ORA had wel voldoende voor dit vakantie-oord, naar de wens van de invaliden. De huur voor dit en volgend jaar is 150.000 gulden. Daarna moet er worden gekocht. Acht ton is d« prijs. „We hebben niet eens het geld voor de huur in het tweede Jaar", rekent voorzitter Emmerink somber voor, „laat staan de koopprijs. We zullen wéér actie moeten voeren al lijkt het opbrengen van het geld toch ei genlijk een taak voor de overheid. Anno 1972". SITTARD Liane Engeman nu mevrouw Keyzer Neerlands snel- heidUkoningin, mag in de toekomst wel oppassen. Het kan nog een jaartje duren, maar dan zal zij op Zandvoort Hunzerug een concur rent treffen, die de toerenteller ook al veel belangrijker vindt dan de huishoudelijke afwas. Aan de rand van Sittard is een tweede vrouwelijke autocoureur in de maak. Thea Strouken 29, heet ze en ze reageert haar snelheidsdriften voorlopig nog af op de Limburgse autocrossbanen. In nog geen jaa- steigerde zij langs het gros van haar manlijke collega's, maar het mag van Thea best nog wat harder gaan. „Ik zou zo in een formulewagen willen kruipen", zegt ze op een toon, waarmee de doorsnee huis vrouw aankondigt de piepers te gaan opzetten, „lekker scheuren op Zandvoort". Echtgenoot en garagehouder Hein weet dat hij Thea niet kan tegen houden. En dochters Karin (7) en Angelique (3%) vinden het prachtig als mamma maar bekers wint. Alzo worden in het Limburgse wilde plannen uitgebroed. Technicus Hein gaat deze winter een flinke tourwa gen, een Ford, bouwen. Op het cir cuit van Zolder in België wordt daarna de aanslag op het razende rijk van Liane Engelman intensief voorbereid. „Ik heb al gebeld" ver zekert Hein, „Thea mag daar trai nen. Als alles eenmaal goed draait, komt ze naar Zandvoort". Men is gewaarschuwd. Met. Thea, ontdaan van modder en sintels een echte „pitspoes", valt niet te spot ten. In de geschiedenis hoeft men maar tot september vorig jaar terug te schakelen om er het krijgshaftig bewijs van te vinden. Ze ging, vertelt ze, al jaren naar het autocrossen kijken. Tot de stof fige dag, waarop iemand het waag de te veronderstellen, dat Thea niet de moed had door de blubber te spuiten. Moest je net Thea hebben, „Dat wil ik dan nog wel eens zien", schamperde ze, „geef mij maar zo'n wagen". Maar Hein zag het allemaal nog niet zo zitten. „Dat hotseknotsen vond ik maar niks", herinnert hij zich. De drieste dagen van 't stoc- karracen. waarin de vernielzucht, nog hoogtij vierde, gingen echter voorbij om plaats te maken voor de iets humaner spelregels van het autocrossen. Als liefhebbend echtgenoot moest Hein op den duur wel bezwijken onder het aanhoudend gebedel van zijn vrouw om ook zo'n opgevoerde „ploeg". Er ging een oude Anglia op de brug en sleutelen maar. Was het kreng aanvankelijk misschien Thea met Anglia in het wei- landt voor de garage. 75 gulden waard, moeder Strouken stuurt nu wekelijks voor een waar de van zo'n vier mille de weilanden op. Zelfs die kapitale vertimmering duurde de ongeduldig trappelende Thea nog te lang. Op een cross in Ospel, een week voor het geplande debuut in Geleen, hield ze het niet langer uit. „Mijn bloed kookte", weet ze nog en dat moet wel, want weer kleurt een opgewonden blos de wangen tussen het lange, donker bruine haar, „ik kon een wagen le nen en daar ging ik". Ze scheurde pardoes naar een vijf de plaats en daar keken haar 47 manlijke rivalen wel even van op. Nu niet meer, want Thea heeft het al helemaal gemaakt in het auto crossen. Als ze hard op de „pan" drukt haalt ze op het rechte eind zo'n 120 kilo meter per uur, in de bochten kruipt ze als het moet over de andere sek se heen en die zijwand, die kortge leden uit haar wagen werd geramd, moet dan ook als nielt meer dan een slordigheidje worden gezien. Thea is getapt onder de jongens en zeker onder de tien van „Heins Racing Team Strouken". „Iedereen juicht als ik het café binnenkom", klinkt het trots. "Ze zien me als hun gelijke. Misschien komt dat wel omdat ik me achter het stuur een beetje man voel. Ik kan zitten huilen van woede. Alles om me heen valt op zo'n momen' weg". Diepere emoties, zo blijkt, liggen ten grondslag aan Thea's ongerem de liefde voor nu nog door zand en modder getemperde snelheid. „Ik hou van hard rijden", mijmert ze. „omdat ik dan eens echt wild kan zijn. Ik vergeet alles, de sleur van de huishouding en van de zaak Plankgas. Wegwezen. Dat is het lé ven!" Een bezetenheid, die nog maar wei nig ruimte voor het moederschap lijkt te laten. „Als ik geen kinderen had zou ik, geloof ik nog meer risi co's nemen", stelt Thea monter vast. „Nu zit Sk nog wel te prakize- ren. Als ze me uit de baan probe ren te drukken, als ze me zitten te pesten, dan komt de moeder in mij boven. Dan hou ik me in". Hein helpt een handje bij het be perken van de risico's. Motor en in terieur van de bolides van het Ra cing Team Strouken zijn steeds van de laatste veiligheidssnufjes voor zien. Terwijl de heren zich over op hanging en carter buigen, poetst Thea de wagen op. „Want van een motor weet ik weinig af", bekent ze. „ik hoor alleen of er een tik in zit en dan weet ik. dat ik moet stop pen". Zo'n waaghals is Thea nu ook weer niet. „Ik zat eens bij mijn moeder Thea Stronken ais ze me pesten komt de moeder in mij op in de auto", verhaalt ze, „en toen ben ik mooi uitgestapt. Ik ben nog niet levensmoe. Vrouwen rijden nu eenmaal óf heel slecht óf heel klasse de snelste van het team is, vangt ze als beloning 250 gulden van haar man. Al zal ze er eerder een blik hoog waardige benzine dan er een flesje parfum voor kopen. Voor Thea liever de geur van uit laatgassen dan van Chanel no. 5. rakis. De Fout(verta- tuna en Zoon Utrecht. fgens, in welke litera ls een boek een paar n die iemand niet on- iden kan, wanneer er een niet direct te huldiging of van een lekeur in de een of staat, dan vormt er koor dat „Kafka! Zonder twijfel heeft grote invloed op de rkunde uitgeoefend en wel aannemen dat ■teur Anton is Samara- de Kafkaiaanse klok luiden. Maar bij dat !t dan ook. Kaf ka heeft el iets anders gepres- demonstreren van de ambtenarij en poli- b.v. „Das Prozess", ^in de bankbediende Joseph K. zonder enige misdaad (let wel) tegen de burgerij of tegen de staat bedreven te hebbein voor het gerecht gedaagd wordt, voor de geest haal, dan meen ik me te her inneren dat dit feit slechts een aan loop is tot een allersubtielste ontle ding van menselijk ervaren waarin verschillende zielsoorzaken zoals de pijnüjke vader-zoon verhouding die levensangst tot gevolg had. het vervreemdingsproces van de Joodse mens en redeloze schuldgevoelens de grote rol spelen.Het gaat bij Kafka niet om dat gegeven maar om de' mens die zoiets overkomen is. En hetzelfde geldt in wezen voor „Die Verwandlung". Verondersteld dat een mens in een luis zou verande ren en dus niet meer is dan een luis en daar ook het uiterlijk van heeft, dan is het logische gevolg dat zijn naaste omgeving zich van hem terugtrekt en blij is ais de dood hem wegsleept. Ik heb de indruk dat men zich over het algemeen op Kafka's gegevens blindgestaard heeft. Om nu op „De Fout" van Samara- kis terug te komen, het gaat in dit boek niet zoals in „Der prozess" om iemand die zonder iets gedaan te hebben te grazen wordt genomen door de een of andere geheime po litie, nee. de gearresteerde is wel degelijk lid van een tegen de staat gerichte organisatie en wordt daar om gearresteerd. Zelfs hier is geen overeenkomst met Kafka. U zult zich misschien afvragen wat ik toch met Kafka moet. De verklaring hiervan is dat de omslag van deze roman aan weerszijden luidkeels „Kafka!" roept en wel bij monde van Graham Greene en Arthur Koestier. Het spijt me maar ik ben het niet met deze beroemde schrij vers eens. Dat een auteur uit de Door Clara Eggink kolonelsstaat Griekenland een boek schrijft over politieke vrijheidsbero ving, zal geen mens verwonderen. Ingrepen in het leven van het indi vidu zoals hier beschreven, zullen er wel aan de orde van de dag zijn. Ik vermoed dan ook dat Samarakis niet anders heeft willen doen dan een dergelijk geval in absurde vorm voordragen. Wat dat absurde betreft, het schijnt tegenwoordig een internationale mode de lezer bij de aanvang van een boek te verwarren en zodoende een absurditische situatie op te roepen. Ik heb dat kortgeleden bij Hugo Claus ook al opgemerkt. U zult nu wel begrepen hebben dat het gaat om een arrestatie. Twee agenten van de Bijzondere Dienst moeten iemand overbrengen naar de hoofdstad om op het hoofdbu reau van die dienst verhoord te worden. Bij de aanvang van het verhaal zitten de beide agenten met hun arrestant op de voorbank van een auto op weg naar de boot die hór naar de hoofdstad zal brengen. De aanwezigen worden aangeduid door „ik", de manager en een „hij". Daar het gesprek niet niet veel in houd heeft is het niet mogelijk er achter te komen wie wie is. In het tweede hoofdstuk zit iemand „hij" genoemd in Café de Sport en maakt een primitieve tekening van de borsten van zijn vriendin van wie hij net afscheid genomen heeft. Er komt een andere „hij" binnen die op zijn eksteroog trapt. De te kenaar wordt gearresteerd door ie mand die met een ander aan een tafeltje heeft gezeten. In hoofdstuk drie blijkt, via het verschijnsel maagpijn dat de „ik" uit hoofdstuk één iemand van die Bijzondere Dienst is. In hoofdstuk twee blijkt dat er eigenlijk twee mannen gear resteerd zijn door meer dan een agent. In hoofdstuk vier blijkt de „ik" uit hoofdstuk één de rechter commissaris en die ,„hij" naar alle waarschijnlijkheid de gevangenene. In hoofdstuk vijf nee, ik zal zo niet verder gaan. Ook de quiz (kwis) is een modeverschijnsel dat zelfs al tot het onderwijs is doorge drongen. Op de duur lost die ver warring met persoonlijke voornaam woorden zich best op en dan wordt ook duidelijk wat er gaande is. Het blijkt dat de absurditeit hem zit in het systeem, hier genoemd. „Het Plan "dateen beschuldigde door de knieën tracht te krijgen door „hu mane, uiterst humane middelen". „De Fout" blijkt hem daarin te zit ten dat Het Plan geen rekening heeft gehouden met de menselijke factor waardoor een eoort besmet ting met humaniteit bij een van de beide agenten is opgetreden. De beide rollen van agent en gear resteerde zijn uitstekend gespeeld. Er is om zo te zeggen geen psycho logische speld tussen te krijgen. Daarom is dit boek voor wie even door de eerste struikgewassen heen wil worstelen, interessant om de grandioze comedte die de beide par tijen een dag en een nacht lang te gen elkaar spelen. Maar meer dan een meesterlijk politieverhaal moet men er toch niet van verwachten. Geen Kafka en geen Orwell, dr tweede schrijver die in verband me Samarakis genoemd wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 13