Liever in dure Bijlmer dan in oerwoud Stroom West steeds groter' ZATERDAG 1 JUU 107| Z De eerste kennismaking met het beloofde land: de aankomst op SchipholDe Surinamer weet (nog) niet wat hem of haar te wachten staat. De kuddes die viermaal per week vanuit Paramaribo in de lage landen neerstrijken behoren tot de meest onwetende ter wereld. Voorlich ting is er niet geweest. Als infor matiebrochures worden slechts de opwindende epistels van hen voor uitgesnelde familieleden mee op het hart gedragen. En dat zijn de jongemannen die voor geen geld als mislukkelingen in het land- van-de-duizend-mogelijkheden te boek willen staan Deze maand hebben in Den Haag parlementariërs uit Nederland en de West gesproken over een aantal belang rijke zaken die samenhangen met de staatkundige ver houdingen tussen de rijksgenoten. Ook de migratie is daarbij aan de orde gekomen. Vanzelfsprekend: vooral vanuit Suriname vindt de laat ste vijf jaar immers een ware volksverhuizing naar Ne derland plaats. Het is een ontwikkeling die aan beide zij den van de oceaan steeds grotere zorgen baart. Sedert kort houdt nu ook een aparte migratiecom missie zich bezig met een probleem dat alles en iedereen over het hoofd dreigt te groeien. In Nederland wonen al tegen de 60.000 Surinamers: ruim 15 procent van de Su rinaamse bevolking. Als er niet wordt ingegrepen blijft de Exodus zonder eind. Viermaal per week zetten op Schiphol grote groepen Surinaamse emigranten voet op Nederlands paradijselijke bodem. Wie ze hulpeloos, bibberend en verlaten ziet staan schiet 't gemoed al gauw vol: mensen die op 'n droom zijn afgevlogen, maar nog niet weten dat de Nederlandse werkelijkheid er voor hen een zal zijn van bittere woon- en werkproble men, een afglijden vaak naar de asfaltjungle van de criminaliteit, en met de discriminatie als vaantje braaf meewapperend op Hollands fiere driekleur. Een eind mei ingestelde migratiecommissie is aan het studeren geslagenzes hoge amb tenaren uit Nederland, Suriname en de Antillen die na tweemaal vergaderen in Nederland nu zijn uitgeweken naar de West. Over een half jaartje mogen we het rapport over een enorme landverhuizing tegemoet zien. Het zal ongetwijfeld drie belangrij- te hoofdstukken tellen: de voorlich- ting in Suriname, het reguleren van de kandidaten en de opvang in Ne- derland. Voorzitter Th. van Lier van de vaste Kamercommissie voor de West is er om vast te stellen hoe slecht het er allemaal wel mee gesteld is: „Het grote probleem van de Surinaamse emigratie naar Ne- i derland is dat die zo slecht wordt i voorbereid en dat de opvang en be- i geleiding van de sterk wassende stroom ernstig tekortschiet". De Surinamers blijven nog wel even toestromen naar het land waar het i leven goed is. In bet rijksdeel over zee is armoe koning. Daarom waren er in 1970 7000 en vorig Jaar 8000 i die in Nederland aanschoven: ei- i genlijk hetzelfde verschijnsel van J alle ontwikkelingslanden de trek naar de meer zekerheden biedende grote stad. Het verschil is alleen dat er hier een vliegreis van ƒ1100 en een oceaan tussen ligt eigen- 1 lijk ook wel een zee van onverschil ligheid. Directeur Ehangi van de Stichting Sociale Belangen Surinamers in Rotterdam zegt: „Als er in Biafra honger is reageert heel Nederland. Maar Suriname wordt niet eens gedacht. Toch zijn daar overal de len waar de mensen een minimum aan calorieën binnenkrijgen. Ga overal in Suriname maar kijken: er is honger. Staatkundig zijn we een provincie. Maar als we honger lij den zijn we niets. Het is gruwelijk. Volgens een recente volkstelling telt Suriname met zijn hoge geboorte cijfer van 37 per 1000 inwoners (Nederland 18) ruim 385.000 inwo ners. Volgens die telling had het bevolkingsgetal eind '71 448.000 moeten bedragen. Suriname miste dus 63 000 inwoners. Aangenomen werd dat 57.000 zich in Nederland ophielden: 32.000 Creolen en 13^000 Hindoestanen als grootste groepen. Hinderlijk vooral voor de eens mo gelijke opbouw van Suriname is de samenstelling van de groep, waar van er in de eerste helft van dit jaar alweer ruim 3000 op de mythe afkwamen, dat het paradijs op aar de tussen Eems en Dollart te vin den is. door Ary Jassies Jongeren Het zijn vooral de Jongeren, die een schoolopleiding voltooid hebben, en de geschoolde handarbeiders die vluchten: de uitvaart van het intel lect uit een land waar het werk loosheidspercentage al tot boven de 25 is gestegen. Maar nu al kwijnen vele van de te gen de 60.000 Surinamers liever voor veel huur in de Bijlmermeer weg dan voor weinig in het oer woud. En het zal de migratiecom missie wel opvallen dat Suriname tooh weer zeer velen kan missen als kiespijn: hoe minder (vooral Creoolse) Werklozen hoe minder frustraties en spanningen die bloeien overzee wel als schimmels verder. Wie zal het de Surinamers ook kwalijk nemen dat ze vertrekken? Daarginder over de oceaan ligt een land te kreperen onder de zon. Zelfs iedere vorm van sociale voor zieningen ontbreekt er nog: voor de rijksgenoten is er a.o.w. noch werk loosheidsuitkering, ziekenfondsen bestaan er niet er is slechts ze ven gulden kinderbijslag per maand voor diegenen die het geluk hebben ambtenaar te zijn. Is het dan ver wonderlijk dat steeds meer Surina mers bezwijken voor de verleidelijke brieven vanuit het moederland? De reis naar de welvaartspot van. Nederland is er een naar een land met een van de beste sociale voor zieningen-stelsels ter wereld. Een land loopt leeg: de Nederlandse le vensstandaard is de maneschijn in de Surinaamse nacht. Maar mane schijn bedriegt niet alleen de har ten van late gelief en: over de tal rijke problemen die hen in Neder land wachten komen de tienduizen den emigranten tot nu toe niets te weten. In Nederland zal het al gauw en steeds meer zo zijn dat ze de ww-uitkering in de zak dragen maar ook: hun ziel onder de arm. De kuddes die vanuit Paramaribo in de polder neerstrijken behoren tot de meest onwetende ter wereld. Voorlichting is er niet geweest, als informatiebrochures worden slechts de opwindende epistels van hen vooruitgesnelde familieleden mee op het hart gedragen. En dat zijn de Jongemannen die voor geen geld als mislukkelingen in het land-van-de- duizend-mogelijkheden te boek wil len staan. Hun gefantaseer behoort ook nog steeds tot de krachten die de reusachtige invasie op gang hou den de kater van de harde wer kelijkheid komt vanzelf wel. Boekje .Probeer in Nederland maar eens aan een huis te komen", zei de Su rinaamse student Linscheer die een boekje samenstelde over de Suri naamse woningnood in Nederland, ,4e migratiestroom wordt steeds groter. De brieven van de hier wo nende Surinamers wakkeren die mythe immers alleen maar aan. Niemand wil erkennen in Nederland mislukt te zijn. En dan gebeurt het volgende: er wordt een auto ge huurd en een foto gemaakt voor Suriname: ik en mijn auto". De Surinaamse reiziger heeft meestal niet het flauwste benul wat hem in Nederland te wachten staat. De voorbeelden zijn er al van jon gens die zich het lagere school diploma op zak vanaf Schiphol onverwijld naar een universiteit reppen. Hemels optimisme is eerder regel dan uitzondering. Directeur Schuma cher van het Rotterdamse Geweste lijk Arbeidsbureau zegt: „We krij gen wel eens brieven. Veelal advise ren wij niet te komen, omdat deze mensen, bijv. door gebrek aan kwa liteit niet kunnen worden geplaatst. Je denkt dat daarmee de kous af is, maar een paar maanden later zit ten ze toch tegenover je". Tussen Nederland en de West is van een migratie-beleid nooit enige sprake geweest. Ook daarom groeien de teleurstellingen onder de Suri naamse werknemers als kool. Vol gens een onderzoek uit het vorige najaar van het Haagse GAB mis lukt in de grotere bedrijven in de Haagse agglomeratie twee tot vier werknemers uit de West in hun baan tegenover één Nederlandse ar beider. De heer Schumacher zegt: „Sommi ge bedrijven willen in het geheel geen Surinamers". „Ze worden vaak niet begrepen", verklaart de heer G. Ebbeling, plaatsvervangend hoofd van de di rectie samenlevingsopbouw van CRM en lid van het migratie-com missie-zestal, „bovendien: afwijkend gedrag valt meestal slecht bij de Nederlander". Ebbeling heeft het ook over „de culturele kloof". De gemiddelde Nederlander heeft zich van de gemiddelde Surinamer het volgende beeld eigen gemaakt: lui, zorgeloos en crimineel van in slag de kloof lijkt steeds bodem- lozer. In een Nederlands café deelt één Surinamer nog wel mee in een rondje, twee rijksgenoten worden al niet meer gezien. Geprezen het beloofde land! Drs. van Amersfoort van de Amsterdamse universiteit zegt in zijn CRM-studie over de positie van de Surinamers in Nederland: Discriminatie .Discriminatie speelt een belangrij ke rol. vooral op de arbeidsmarkt en bij de buisvesting. De vooroorde- len Jegens hem blijven de Suri naamse migrant achtervolgen en groeien uit tot een trauma". Directeur Khangi van de Sociale Belangen Stichting schudt verbeten het hoofd. Ook in zijn kantoor moet men vernemen dat het plotse linge overlopen van tienduizenden Surinamers naar het volk van de lage landen gepaard gaat met een sterke toename van allerhande pro blemen, waarover we uit Khangi's mond nu het volgende citeren: „Ik heb nu bijv. te maken met drie Surinaamse gezinnen, die behoorlijk veel geld hebben, en maar van de ene makelaar naar de andere trek ken. Ze willen een huis kopen. Ner gens worden ze geholpen. Het wordt In Amsterdam hébben Surina mers een leegstaand schoolge bouw bezet, dat nu als Carïbisch Centrum dienst doet. Deze en an dere bezetters zijn boos op de overheid, die volgens hen de werkloosheid onder de Surina mers zou bevorderen. ze ook al rechtstreeks gezegd: we verkopen niet aan kleurlingen. Je hoort het van alle kanten: de Surinamer in Nederland raakt steeds meer geïsoleerd. Al na een paar maanden krijgt hij door dat hij als een heel ander soort mens wordt gezien. Er komen de enorme moeilijkheden met het werk, het huis. de school. De laatste tijd is het zo: hoe we ook proberen hem te helpen, hij blijft toch verloren." Khangi ziet. als zovelen in Neder land geen oplossing. „Er zijn in Ne derland geen woningen. Daarom wordt de wrevel ten opzichte van de Surinamers alleen maar groter. Het wordt steeds moeilijker voor de Surinamer, omdat de samenleving het steeds moeilijker krijgt. Maar de Nederlanders moeten niet verge ten: de Surinamer kiest niet voor deze samenleving; hij kan niet an ders. Ik geef u maar één voorbeeld. Er is in Suriname één LTS, de hoogste vorm van technisch onderwijs. Wat moeten de Jongens dus die wat meer willen? Precies naar Neder land. En nou noem ik nog maar één sector. Als Nederland in he melsnaam de economie van Surina me zou willen helpen, dan pas kwa men we in de richting van een op lossing". In Nederland lijdt de Surinaamse bevolkingsgroep als geheel steeds meer aan gevoelens van machte loosheid, woede en vervreemding: de identiteitscrisis van een minder heidsgroepering die te sproot begint te worden. „Met de Nederlanders zijn geen contacten mogelijk", zegt de vlam mend kijkende vrachtwagenchauf feur Palme in het Carabisch Cen trum in de Amsterdamse Bijlmer, „Je loopt steeds met Je kop tegen een muur. Begeleiding is er niet. We verdrinken hier tussen de flat muren. Ik heb twee kinderen. Na schooltijd moeten ze uren alleen in deze betonnen wereld zijn? Schaam je je dan niet als man, word je dan niet kwaad? Ook mijn vrouw moet werken, het is onze schaamte dat we onze kinderen niet zien om dat we de onbetaalbare huur hier moeten zien op te brengen". Getto In de Bijlmermeer is al meer dan een kwart van de bewoners van Su rinaamse afkomst: een soort luxe getto voor de kleurlingen van Ne derlands stam. „Had je me dan op de Walletjes willen zien wonen?", vroeg Palme met een uitdagende stem. Bij alle ten hemel schreiende com municatie-stoornissen die een vol slagen gebrek aan migratie-beleid en -begeleiding teweeg heeft ge bracht was zijn gekwetstheid be grijpelijk. Niet alleen immers zien talrijke Nederlanders de Surinamer als een redelijk geslaagde kruising tussen een klaploper en een hoeren loper, maar de Surinamer die dan nog wel wil werken schijnt dat bij voorkeur als souteneur op de walle tjes te doen. Alweer mis: er zijn, ook in de andere grote steden, en kele tientallen die graag en onver vaard een troontje in het hoeren dom bestijgen, maar alle andere knallende cijfers en smakelijke ver halen zijn even schromelijk over dreven als de humor van de neger moppen. Maar wel waar is dat de criminali teit wat stijgende is. Ook daarover zijn de commentatoren van de Hol landse bittertafel altijd verre van de waarheid geweest. Tot 1969 gin gen de criminaliteitscijfers tussen Surinamers en Hollanders gelijk op. Pas daarna uitte de toenemende frustraties van Jonge Surinamers zich in meer agressie dan daarvoor. De vraag naar de ware schuldigen van al die blinde uitbarstingen van woede is misschien wel het instellen van een aparte commissie naast lw migratie-groepje waard Bovendie wie is misdadiger: een Jonge Sur namer die in een Hol'andse nacl zijn pistool trekt of en land dij aan een van zijn geüedsdelen eeuwenlang geld verdiep maar hd verder in armoe en lunger laat lej ven? Maar hoe dan ook, de aroom groot, de voor-keninis zo gering, di teleurstelling zo hevig en een ande re oplossing (investeringei in suri name bijv.) nog zo vera- dat Ne derlarud heel wat zorgedondereï rijker is. Commissaris A. van de] Vecht, hoofd van de cenrale refe chercihe in Den Haag, zgt: „fie krijg de indruk dat sommee vami onze rijksgenoten hier naar^e kopa men zonder de bedoeling Her töo gaan werken. Velen profiteren domfei weg van onze goede sociale v<»rzief7 ningen en doen verder niets. Virafct veel Jonge Surinamers die misstüeie wel ooit het idee hebben gehad -depa te studeren glijden in recordtijd aïri omdat ons leefklimaat ideaal voor andere activiteiten, die n^- weinig inspanning veel geld opleV ren. Er ontstaat et sfeer tussen Nederlanders namers, daarin hoeft te gebeuren of de incidenten Het is zo langzamerhand wel duidT lijk dat de migratie-commiss straks weinig meer wacht dan hjP' advies tot een zeer scherpe toellV tingsregeling. Een soort stop voff Surinamers: alleen zij naar Nedefe land voor wie woon- en werkgele genheid al geregeld is. De eerste Surinaamse kritiek le zo'n suggestie is er al: een maatriii gel op basis van getallen en b) kwaamheden wordt als discriminj- rend ervaren. En de heer Khangi er om een mening te formulerH die nog meer opgeld doet. „Als j deur te abrupt wordt dichtgegoq ontstaat er een paniekstemminj Dan komen er. zolang het nog ka in plaats van de 400 van nu mé dan 1000 per maand naar Nedé land. Dan is het einde helemaj zoek. Op het ogenblik kreperen li veel mensen in Suriname. Ik niet zeggen dat Nederland alles b| talen moet. Maar we moeten ch niet ergens op de oceaan gedumj worden. Laat Nederland in hemefc, naam zorgen dat er wat werkgeEj genheid en sociale voorzieningen E Suriname komen. Dan blijven &i Surinamers in Suriname, zonder ze armoe behoeven te lijden." Het armzalige leven in Surinail schreeuwt inderdaad om de verbet) ring van de sociaal- economise! structuur die de massale en zorgwekkende vluoht naar Nedd lamd op een heel wat gezond^ wijze kan afremmen dan het oj richten van een muur van papil formaliteiten en bureaucratie. Ij Suriname in de eerste plaats m economische hulp is gediend n weert ook al Kamercommissie-vod zitter Van Lier. p, Het wachten is op de aanbeveling|£ van de oommissie. De deerlijk W ontruste Khangi zegt: „De eni oplossing ligt in Suriname zelf. kunt voor de koorts in Nederla wel aspirientjes geven, aan de malaria in Suriname ni doet, waar blijf Je dan nog? En verdorie: het klinkt zo langa merhand gruwelijk, maar wij voel ons net zo'n provincie van Ned< land als Groningen",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 10