Kamer bezorgd over meetellen examencijfers SLOTEN DEMPEN MET KLEDING VAN HULPACTIE rSSSSU Universiteiten besteden 600 miljoen, maar niemand weet eigenlijk HOE Beel: leven op de achtergrond Balen van Westduitse Rode Kruis (300 kg) voor één gulden Beperkte machtiging voor studentenstop DONDERDAG 29 JUNI 1972 BINNENLAND PAGINA 7 STOLWIJK Kleding, ge schonken door Westduitsers aan het Rode kruis in het kader van een hulpactie voor India en Oost Pakistan, verdwijnt Door Henk Ruigrok met balen tegelijk in de sloten rond Stolwijk. Niet alleen ge dragen kleding maar ook nieuw goed, vaak nog met de prijs er aan, gaat, geperst in balen van 300 kilo, de te dempen sloten in. De boeren in Stolwijk, Gouda Berkenwoude, Schoonhoven en de vele kleine tussenliggende plaatsjes kopen de balen kleding van een verwerkingsbedrijf in Rotterdam. De prijs die zij voor de vaak nog zeer goed draagbare kleding betalen is een gulden per baal van 300 kilo. De boeren, alsmede de loon werkers die het materiaal in de sloten dumpen, zeggen niet te weten wie de Rotterdamse han delaar is. De msterdamse accountant «T. W. P. Flothuis, die in Stol wijk een bungalowtje heeft, is bij een bevriende boer eens gaan kijken. Hij zegt: „Het is ongelooflijk. De plastic zakken van het Duitse Rode Kruis waren los geraakt en toen is die boer eens verder gaan rommelen. Talloze zeer goed bruikbare kle ren en ook nieuwe met de prijs er nog aan, hebben we uit de balen gevist. Toen zijn we verder gaan zoeken of we er achter konden komen waar deze spullen van daan kwamen. Tussen de kle ren vonden we Duitse kranten van mei 1972 en een folder van dezelfde datum waarin de bevolking werd opgeroepen met gulle hand te geven. Er staat in de folder uitdruk kelijk bij dat de kleding te gel de zal worden gemaakt ten ba te van de slachtoffers in India en Pakistan. Maar het is toch vreemd te zien dat die artikelen, met gul le hand gegeven uiteindelijk in een Hollandse sloot verdwij nen". Rotzooi Een Stolwijkse loonwerker: „Ze zijn in Rotterdam allang blij dat ze die rotzooi kwijt zijn. Wie wil er vandaag de dag nog van die troep hebben. Ja. puin, dat is te verkopen maar dit spul is niets waard. Die Rot terdammers brengen het hier en wij zorgen dat het in de slo ten komt. Alleen daarvoor moet de boer betalen". Het hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis, welke organisatie niets met de kle ding dump heeft te maken, stelt zich wat huiverig op ten aanzien van contacten met lompen- handelaren. „Wij hebben niets met deze zaak te maken. Inderdaad ge beurt het dat geschonken kle ding rond Gouda in de sloten verdwijnt. De Westduitser weet dat zijn broek of Jas niet recht streeks naar Bangla desj gaat. Iedere gever is er op gewezen dat de kleding wordt verkocht en dat de opbrengsten naar de slachtoffers gaan. Eer zijn inderdaad nogal wat goede kledingstukken aange troffen en wij kunnen ons le vendig voorstellen dat de Hol lander dat niet plezierig vindt. De goede naam van het Rode Kruis wordt er door geschaad. Bonafide zocht wat zorgvuldiger met de balen om te gaan. Met name de Rode Kruisverpakking zou er eigenlijk af moeten. Het is een volledig bonafide zaak maar de Nederlanders zijn niet zo goed voorgelicht op dit gebied als on ze oosterburen. Wij zullen nog maals aandringen op een zorg vuldiger behandeling van de transporten. Maar nogmaals willen wij erop wijzen dat het een legale zaak is". Het Nederlandse Rode Kruis houdt al sinds jaren geen inza melingsacties meer voor kleding. Öok in het verleden, toen er wel kleren werden opgehaald' is er nooit iets dergelijks gebeurd. Nieuw pak Een boer uit Stolwijk ten slotte „Ik vind het maar een rare zaak. Die mensen geven hun goeie spullen weg en wij gooien het in de sloot. Laatst was ik er getuige van hoe een boer iets uit een baal weg trok, zijn boerderij in ging en even later met een gloednieuw kos tuum buiten stond. Uit de balen van het Rode Kruis Het dumpen van de balen kleding in de sloten bij Stolwijk. DEN HAAG In geen geval wil Tweede Kamer minister De Brauw etenschappelijk onderwijs) een ichtiging van vyf jaar geven voor instellen van studentenstops. De [eringspartijen willen de tijd be rken tot twee jaar, de combinatie dA-D'66-PPR zelfs tot één jaar. gemeen maakt de Kamer zich zor- a over het voornemen van de mi- ter om in eerste instantie het ge- ddelde cijfer van de eindexamen- t mee te laten tellen, ïooral De Brauws partijgenoot Ver- ert (D'70) keerde zich scherp te- gebruik van de eindexamencij- .omdat die van school tot school riëren". Het maakt dat er weer Jacht op hoge cijfers ontstaat en er weer wordt gestart met het lompen van kennis, dingen die st aan het slijten waren, zei hij. vendien zag hij niet in hoe men niddelde cijfers van de oude hbs het oude gymnasium kan verge len met gemiddelde cijfers van lolen in het Mammoetstelsel. In eerste geval gelden tien vakken, het laatste slechts zeven. I „Loting is de meest rechtvaardige methode" zei Verwoert. Hetzelfde zeiden Van Dijk namens de VVD en i Voortman namens het oppositieblok. Maar namens de confessionele par tijen zei Ter Woorst, dat loting talent verloren doet gaan en de prik kel tot prestaties in gymnasium en atheneum wegneemt. Deze partijen hellen over naar de mening van de minister, dat eerst het gemiddelde cijfer telt (richtlijn: een IVz) en dat er pas daarna wordt geloot. De groep PvdA-D'66-PPR wil slechts met het wetsontwerp voor de stu dentenstops („numerus fixus") mee gaan als de minister het onvermij delijke ervan bewijst, en dan nog slechts als een aantal verfijningen worden aangebracht. Van Dijk (VVD) vond het bijzon der teleurstellend, dat minister De Brauw het hoger beroepsonderwijs ongemoeid laat. „Daar bestaan stops zonder dat ze ooit officieel zijn in gevoerd en goedgekeurd", zei hij, „nu blijft de mogelijkheid voortbestaan dat men bij afwijzing door het HBO ADVERTENTIE %?fbSPROO\^ 0 bootjes enfree ENTREE ATTRACTS PRIJSJE .«ondertand met o... aqua stereo-show sportland Duinrell met bowling en automaten m mini-racing mini-soooters klauterduinen dancing C* '"°ndS, 000.000 m2 bos .dierenkamp danc.ng .speelweiden ^9 rtpr.erttrum -JF (017511 «065 I wassenaar „dan maar" naar de universiteit gaat". Algemeen maakt de Kamer zich zorgen over degenen die „uitloten". Men wil dat deze jongeren het vol gende jaar voorrang krijgen voor een plaats. Ook werd dit veel gevraagd door Jongeren die direct na de mid delbare school eerst in militaire dienst moeten. Voortman (PvdA) legde de schuld voor de bestaande toestand voorna melijk bij de voorgangers van minis ter De Brauw, maar hij pleitte deze laatste toch niet vry: een bewinds man van „prachtige visioenen en in geen jaren de daarvoor benodigde miljoenen". Als de minister vandaag het fiat van de Kamer krijgt, zal hy studen tenstops invoeren in de studierich tingen medicijnen, tandheelkunde. Engels en sociale geografie, zoals hij reeds veel eerder heeft laten weten. Door de academische wereld ge vraagde stops in nog drie andere richtingen verwerpt hij. Bakker (CPN), zeer heftig in de clinch met de minister, noemde het in strijd met alle bestaande parle mentaire gewoonten, dat de regering algemene machtiging voor politieke bevoegdheden krijgt die tijdens af wezigheid van de Kamer zullen wor den uitgeoefend. Gromyko van 5 tot 7 juli in Nederland DEN HAAG (ANP) De minister van Buitenlandse Zaken van de S'ow- Jet-Unie, Andrei Gromyko, zal van 5 tot 1 juli een officieel bezoek aan Nederland brengen, aldus heeflt de woordvoerder van het min Is te: lie van Buitenlandse Zaken desgevraagd meegedeeld. Minister Gromyko, die is vergezeld van zyn echtgenote, zal met minister Schmelzer besprekingen voeren over De driemaster "Alma" van de Amerikaan Colagrossi, dinsdag van Terschelling vertrokken en oisterochtend tijdelijk gestrand voor Texel is gistermiddag in de Amsterdamse haven aangekomen, op doorreis naar Calif or nië. De uit 1904 daterende schoener was begin juni op weg van Denemar ken naar Amerika. In zwaar weel bij het Terschellingerstrand werd het schip flink beschadigd. Ter- schellinger burgees hebben de "Alma" weer zeewaardig gemaakt. de belangrijkste internationale vraog- stukken en bilaterale betrekkingen. Het is de bedoeling dat er een overeenkomst over economische, in- duStvële samenwerking wor dt ge te kend. DEN HAAG Tweede vernieti gende rapport over ondoelmatig en verkwistend uitgavenbeleid voor het wetenschappelijk onderzoek verricht aan de universiteiten, en dat binnen enkele dagen tijd. Eerst vorige week de zeer kritische uiting van de Or ganisatie voor Economische Samen werking en Ontwikkeling, nu de uitkomsten van een speciaal onder zoek door de Algemene Rekenka mer. Eerste conclusie: de universi teiten kunnen gewoon geen inzicht verschaffen hoe ze eigenlijk het we tenschapsbudget ad 600 miljoen be steden. Een greep uit de gedetailleerde uitkomsten: er wordt meestal geen aantekening gemaakt van de tijd besteed aan on derzoek zodat doorberekening van sa laris-, werkplaats- en computerkos- ten onmogelijk is. niet overal worden inventarislij sten bijgehouden en het gebruik van dure apparatuur wordt vrijwel nergens aangetekened zodat het voorkomt dat kostbare zaken wor den aangeschaft die al aanwezig zijn; en daaruit vloeit weer voort dat al die dure dingen een lage bezettings graad hebben, Ontwikkelingsplannen, meerjaren- budgetten, degelijke besluitvormings processen en efficiente administra tieve organisatie ontbreken en daar door is er geen „gecoördineerd re search beleid". De Algemene Rekenkamer zegt dat de keus van researchprojeoten sterk afhankelijk is „van de capaciteiten en wensen van individuele hoogle raren", en dat duidelijke schriftelij ke motiveringen van voorgenomen, onderzoekingen zeldzaam zijn. „Ver antwoordingsprocedures" ontbre ken: dat wil zeggen dat niemand achteraf wordt lastig gevallen over wat hij eigenlijk gedaan of gelaten heeft. Uit arrenmoede heeft de Reken kamer de bestaande situatie maar laten liggen: bleek onmogelijk in zicht te geven in het bestaande be sluitvormingsproces. In plaats daar van doet de Rekenkamer een voor stel hoe het wel zou kunnen. Er dient een „nationale raad voor het universitair wetenschappelijk onder zoek" te komen, met daaronder ad viesraden per discipline (vakgebied). Via bestaande adviesorganen zou den dan ontwikkelingsplannen tot besluiten van de minister kunnen worden gemaakt. Per discipline zou Jaarlijks moeten worden gerappor teerd welke voortgang er is gemaakt. De Rekenkamer heeft dit voorstel voorzien van een grote reeks voor waarden waardoor de doelmatigheid van het onderzoek en van de daar voor te verrichten uitgaven wordt verzekerd. DEN HAAG „Ik had altijd de illusie gehad wetenschappelijk werk te doen", zei dr. L. J. M. Beel twee jaar geleden in een van zijn schaarse vraaggesprekken. Maar min of meer plotseling werd hij in februari 1945 benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken in het tweede ministerie-Ge r- brandy. Die ongezochte gebeur tenis vormde een scherpe omme keer in het leven van de chef Sociale Zaken op het stadhuis van Eindhoven. Achtentwintig jaar lang, slechts on derbroken door een kortstondig hoogleraarschap staatsrecht, zou zijn bestaan ten nauwste vervloch ten zijn met politiek-Den Haag. „Het heeft langer geduurd dan ik toen vermoedde...." Volgende week woensdag neemt dr. Louis Jozef Maria Beel in een vol tallige zitting van de Raad van State, met Koningin Juliana als voorzitster, afscheid van dit advies college der regering, waarvan hij sinds 1959 vice-president is geweest. Hij is zeventig Jaar, vijf jaren Jon ger dan de leeftijd van verplichte pensionering. Zijn geweegredenen? Dr. Beel, van nature gereserveerd, wars van pu bliciteit rondom zijn persoon, bo vendien krachtens zijn vertrouwen- sambt tot terughoudendheid ge dwongen, is er de man niet naar om aan zijn motieven bekendheid te geven. Ingewijden weten overigens zeer wel, dat hij het vice-presi- dentsschap dertien jaar lang met groot plezier heeft vervuld. Gezien zijn uitlatingen in het interview van 1970 ligt het voor de hand, dat hij, nog steeds in goede gezondheid, de komende jaren wil besteden aan bezigheden, die zijn drukke ambt hem niet toelieten. In de besloten heid van zijn Wassenaarse villa kan hij zich nu zetten aanwetenschap- pelijk werk. Een illusie van vroeger wordt alsnog werkelijkheid. Twee jaar Twee jaar geleden toonde hij zich tijdens het vraaggesprek sterk geïn trigeerd door de wezenlijke onve randerlijkheid van ons partypolitie- ke stelsel en de opmars van buiten parlementaire activiteiten, vooral onder druk van de jeugd. Hij zag duidelijk in, dat het parlementaire systeem is ontstaan in een tijd dat het overheidsbeleid overzichtelijk was. beperkt tot een gering aantal departementen. De gedachte dat dit stelsel in onze ingewikkelde verzor gingsstaat aan bruikbaarheid heeft ingeboet, hodut hem sterk bezig. „Ik zie nog nie de heldere gedachte, die de oplossing brengen zal..." Zo luidde een van zijn uitspraken. Hij gaf te kennen dat hij de ontwikke lingen graag meer stelselmatig zou bestuderen, ook door kennisneming van de stroom literatuur, die onze maatschappij ontleedt en kritiseert - „als daar maar tijd voor was...." Tijd komt De tijd komt nu. Dr. Beel zal in de naaste toekomst zo min op de voor grond treden als hij dat sinds 1959 heeft gedaan, ook niet als exponent van een bepaalde partij. Toen hij nog politicus was (eenmaal minis ter-president. enkele malen minister van binnenlandse zaken) gold hij als typische vertegenwoordiger van de Katholieke Volkspartij van Rom- me. Maar sinds zijn benoeming in de Raad van State heeft hij conse quent afgezien van elke handeling of uitspraak, die het mogelijk zou maken, hem nog met die partij te vereenzelvigen. Het kostte hem weinig moeite in de Raad v. State te ontstijgen aan zijn partijpolitiek verleden. Uit hoofde vanzijn ambt is hij nauw betrokken geweest by de kabinetsformaties, die sedertdien hebben plaatsgevonden Maar van de „onderkoning van het Binnenhof" is geen enkele onthul ling te verwachten. Hij is er de man niet naar om memoires te schryven of zelfs maar om over de onderwerpen van politiek zijn licht te laten schynen. De schatten aan historisch materiaal die hij thuis heeft geordend, zullen zeker hun .weg naar de rijksarchieven vinden. Zijn duidelijke opvatting dat voor een ambt als dat van vice-presi dent de partijpoliticus van weleer moet plaats maken voor een vol strekt bovenpartijdlg vertrouwens man, huldigt hij zonder twijfel ook voor zijn opvolger. Uit berichten blijkt, dat vooral de Partij van de Arbeid er veel aan gelegen is een van „haar" mensen op de stoel vn de vice-president te krijgen. Maar Beel is van mening, dat als zijn opvolger al lid van de Partij van de Arbeid zou zijn (de namen van dr. Samkalden en prof. dr. J. van der Hoeven worden vaak genoemd) een dergelijke benoeming uitsluitend en alleen op grond van persoonlijke bekwaamheid en vooral niet tegen partijpolitieke achtergrond moet plaatsvinden. Niet langer zal het merkwaardige strakke gezicht met het hoge voor hoofd in het beeldvlak verschijnen op ogenblikken, dat de koningin de vice-president vraagt haar te leiden door het labyrint, dat de vierjaar lijkse verkiezingen in Nederland op leveren. Beel is een van de laatste prominenten uit de eerste kwart eeuw van naoorlogs Nederland. „Ik wist niet eens dat we 'm nog had den", scherste Wim Kan, al weer geruime tijd geleden. Hoe Beel over die grap dacht is onbekend, maar dat hij daarin als onopvallend te voorschijn trad zal hem vermoede lijk wel deugd hebben gedaan. Ui terlijk onopvallend is zijn bestaan als vice-president geweest, onopval lend zal zijn volgende levensfase zijn. Leven op de achtergrond: het is precis wat Beel verlangt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 7