ien antwoord op van tv zoekt Dicht bij huis snel in handen RaifleisenbankO Boerenleenbank J ÜL Ukunt zoveel méér doen met onze bank De krant en de nieuwe media Op 2 Oktober 1951 ging zender Lopik de eerste uit- van de Nederlandse Tele- tichting de lucht in. Dat is Igin geweest van de regelma- _n'iet-experimien'tele televisle- ;ma's in Nederland. Het overigens nog ruim vier ior de eerste uitzending kwam nieuwsjournaalop 1 janu- |6, in een tijd dat er nog ie zendavonden per week Toch was het Journaal al iet programma met de hoogs- itante kijkdichtheid van alle jTmma's en ondanks alle kri- I het dat tot vandaag geble- komt onherroepelijk de voort: wat hebben, terwijl ecties in de loopgraven aan mmerciële front modderden, van de dagbladen ge- im de gevolgen op te vangen veranderingen die hierdoor en in het nieuiwspatroon van leers. Die gevolgen kunnen in worcten gesplitst. Ife eerste plaats was en is te- nieuw en dius een bron van en nieuwtjes, e tweede plaats en dat loofdzakelijk voor de avond- geeft tv nieuws op prak- ïzelfde tijd dat een deel van iten dat doet. derde plaats wordt het pro van de televisie groten- itgezonden op een tijdstip dat vroeger onder andere indlbüad lazen. I opgevangen eerste gevolg is door alle _a na kortere of langere aar- ^adequaat opgevangen. De te- Iecensent deed zijn intrede de lezer gelegenheid om zijn over een programma te aan die van een min of deskundige, in ieder geval ,'roepskijker. Dat heeft ove- nogal wat wrijving opgele ide tv-recensent heeft dikwijls op programma's die door Ikers worden bewonderd. heeft zijn voorkeu- antipathieën net zo goed als Een een van de. erva- die kranten met tv-recen- ideden, was diajt l'ezers over .en waarmee ze het niet eens bij zonde:' emomtioneefl konden J. Nico Scheepmaker, sinds '-recensent, eerst van het Ut- Nieuwsblad, geleidelijk van loeiend aantal grote provin- agbladen, de meest gezagheb- 7 iran alle, is met zijn lichtelijk- he toon. met zijn voorkeur en originaliteit en zijn af- an slecht-doordachte en slor- programma's dik- aanleiding geweest voor op- door abonnees van hun ïkele gevallen leidde dat zelfs pegging door de kranit van ïheepmaker. jiieuws dat de tv-makers en a<yijls nieuwe tv-artiesten op- ufl. werd het eerst als zodanig JI door De Telegraaf, die al I begon met de showpagina jnk van der Meijden, siradsien Ue kranten in een of andere (vergenomen. Wie die rubrie- ïd bekijkt, ziet hoe belangrijk lten menen dat voor hun le- i aanstellingen en ontslagen, es en prestatie de plannen wikkelingen in het Gooise we- iijn. Het merkwaardige is. dat |iten daaruit bijzonder weinig fekkingen hebben gemaakt in andere rubrieken. Als het lezer als kijker zo interessant ine weten dat een nieuwsleester a1 NOS-Journaal gaat trouwen n .kind krijgt, dat een bepaalde r wegens ziekte een aangekon- isjrogramma niet zal kunnen i. en, waarom zou het voor de ls leiir dan niet belangwek- °Hjn om iets meer te weten >14 mensen die zijn dagelijkse verzorgen? Pductie de laatste jaren kranten namen gaan noemen boveD feportages en beschouwingen .Relden hebben ze de persoon jk geïntroduceerd. Misschien ls het wel om die reden dat kranten over het algemeen blij waren wan neer ze een redacteur hadden die de lezers kenden van de tv: langs die omweg was hij dan ook als schrijver voor de abonnees een bekende. Het tweede journalistieke gevolg van de invoering van tv het feit dat er nieuws op wordt gegeven even nadat de krant (het avondblad» is binnengehaald, of even voordat ze (als ochtendblad) zal verschijnen —heeft veel geleidelijker en in veei minder sterke mate doorgewerkt in het gedrag van de kranten dan het eerste Het heeft lang geduurd voordat de kranten begrepen dat nieuws dat al uitvoerig op het Jour naal was geweest, voor steeds meer lezers geen nieuws meer is. Het heeft ook nogal lang geduurd voordat kranten ontdekten, dat zij zich nieuwe belangstelling konden verwerven door aan te haken bil onderdelen van tv-programma's of mensen daaruit. Een interessante man die meedoet in het programma van Mies Bouwman, is de volgende dag een interview in de krant waard Uit deze neiging tot nadere toe lichting is ook de Achter het Nieuws pagina voortgekomen, met het in dringende, onthullende interview, 't Eerst in Het Parool, door Aad van der Mijn, daarna in De Volkskrant door Martin Ruiter en vervolgens in vrijwel alle grote kranten. Op den duur hebben de kranten ook ontdekt dat tv wel indringend, maar ook oppervlakkig ls. Daaruit zijn de nieuwsanalyses en achter grondverhalen voortgekomen, daar uit ontstaan na elkaar bij Handels blad, Parool en vervolgens ook bi.i meer ambitieuze regionale bladen de opiniepagina's, de "editorial pa- Interessant is, dat dit ver schijnsel omstreeks 1965 begonnen, niet is doorgedrongen tot de Tele graaf, de krant die anders zo goed lijkt aan te voelen welke nieuwighe den de lezers wensen. Nederlands populairste blad plaatst wel meningen van columnists, maar dat zijn altijd mannen die nog be houdender standpunten innemen nog Sterker voorstander zijn van wet en gezag, nog duidelijker afkeer koesteren van kritische maatschap- pijbeschouwers dan de hoofdartikel- schrijvers van de krant zelf. Lezer-kijker De derde verandering die de tv te weegbracht in 't gedragspatroon van de lezer-kijker, is het laatst onder kend. Dat is het dat, ongeacht de vraag of de tv informatie ver schaft of alleen verstrooiing, het kijken naar de tv de lezer tijd kost. tijd die hij niet meer besteedt aan de krant. In wezen is het zo: de adverteerder zou niet zoveel belangstelling heb ben voor reclame op tv als hij niet wist dat de lezer-kijker veel tijd en aandacht aan de programma's van dat medium wijdt. De tv-makers zijn dan ook wel zo slim geweest om vrij snel kijkersonderzoek te laten plaatsvinden, waarbij niet alleen de kijkdichtheid van ieder program ma, maar ook de waardering ervan werd onderzocht. Bij de kranten heeft dat soort on derzoekingen nog zelden plaatsgevon den. Wel kennen kranten terwille van hun adverteerders vrij nauw keurig de kwalitatieve samenstelling van hun lezerskring, naar welstand, leeftijd, godsdienst en zijn zij goed op de hoogte van het percentage dat in het bezit is van een radio, een wasmachine, een stofzuiger en der gelijke duurzame gebruiksgoederen, en van het gedeelte van hun abon neebestand dat de vakantie in het buitenland doorbrengt. Maar onder zoek wat de lezer leest en wat zijn appreciatie is van verschillende ru brieken, is zelden en dan nog ind ented gebeurd. Vaste rubrieken Kranten verwerven zich indicaties over de belangstelling voor bepaal de vaste rubrieken door ze weg te la ten of ze naar een andere pagina te verplaatsen. Zo zijn geleidelijk Ir vrijwel alle Nederlandse dagbladen de feuilletons verdwenen op basis van het gevoel van redacties dat de be langstelling ervoor tanend w'as. Maar bij sommige kranten is die ru briek dan toch weer ingevoerd na dat een aantal fanatieke lezers had geklaagd. Door dat ontbreken van re gelmatige onderzoekingen naar le zerswaardering moet het voor een kleine, volhardende en goed-samen - werkende groep van ongeveer 20 lo zers mogelijk zijn om het opheffen van iedere rubriek in een Nederland se krant tegen te gaan. Daarvoor is niet meer nodig dan een geconcen treerde brievenactie van ongeveer 14 dagen. Want nog altijd heerst op ve le redacties de volstrekte misvatting dat een ingezonden brief betekent, dat er 1.000 abonnees hetzelfde zou den hebben willen schrijven, maar 't niet hebben gedaan. uiterst tamme en sinds Enkelaars vertrek kwalitatief jammerlijke Journaal, maar wel andere tv-ru- brieken in de loop van de jaren een aantal "issues" hebben gemaakt, een aantal zaken in de publieke belang stelling hebben gebracht en taboes doorbroken, waaraan alle kranten samen niet kunnen tippen. De bevrijdende invloed die is uit gegaan van de oneerbiedigheid van het programma "Zo is het toeval lig ook nog 's een keer" (9 novem ber 1963 30 maart 1966), van de durf om een naakt meisje op de buis te brengen in Hoepla (28 ju li 1967), van de aandacht die in ve le uitzendingen is gewijd aan ho mofilie (zodat men zich op een ge- Televisie, linkser, jonger, harder Dat de Nederlandse kranten nooit aan kwalitatief Journalistiek onder zoek hebben gedaan is, omdat direc ties zowel als redacties bevreesd zijn dat zij zich door dergelijke on derzoekingen geroepen zouden voeden "de lezer naar de mond te geen schrijven". En een van de goede ethische uitgangspunten van de journalistiek is, dat men niet schrijft wat de lezer graag wil lezen, maar dat wat feitelijk Juist is of, in opiniërende artikelen, wat men naar zijn eerlijke overtuiging meent. Natuurlijk behoeft kennis van wat de behoeften aan nieuws en ver strooiing van de lezer zijn, die maat staven niet aan te tasten, maar dat besef is nog maar op weinig redac ties aanwezig. Groei Van de strijd om de aandacht van de kijker-lezer hebben uiteraard de ochtendbladen veel minder last dan de avondbladenHun groei in de'laait- ste jaren is daaraan dan ook voor een belangrijk deel toe te schrijven. De oplage van de landelijke ochtend bladen steeg van 618.304 in 1961 naar 1.012.285 in 1970, of met 63.7 pet. Va diezelfde periode steeg de oplage van de hele dagbladpers maar met 26.7 pet. De ca/tegorie die ten volle de Journalistieke concurrentie van de tv te verduren kreeg en krijgt is die van de landelijke avondbla den. al zijn ook zij nog enigszins gestegen, namelijk van 787.724 in 1961 tot 824.301 in 1970. of met 4.64 pet, een percentage dat echter wel in schrille tegenstelling staat tot zowel de stijging van de oplages van de regionale bladen als van de lan delijke ochtendbladen. Gevolg hiervan is enerzijds het 6teun zoeken bij elkaar (Handels- blad-NRC en al veel eerder Maas bodeTijd), anderzijds een ontwik keling naar plaatselijk blad (Het Parool voor Amsterdam, Het Vrije Volk voor Rotterdam). Ook als we aannemen dat het Juist is wat Carel Enkelaar zegt. de eerste hoofdredacteur van het NTS- journaal, zelf afkomstig uit de dag bladjournalistiek. dat tv en krant eikaars complementen zijn, dat de krant dingen kan die tv niet ver mag. dan blijft toch dat simpele feit bestaan dat de krant niet kan worden gelezen in de tijd dat er naar tv wordt gekeken. Bij dat alles komt dat niet het geven moment bijna geneerde niet homosexueel te zijn), is puur een zaak van de tv. Dat heeft op zichzeCf niets te ma ken met het medium, want ook kranten zouden oneerbiedige stukken kunnen afdrukken of kunnen spot ten met de slaafse manier waarop vele kijkers hun televisietoestel aan bidden. Het zijn echter de makers van de tv-programma's die voor deze verruiming van de zedelijkheids op vattingen en de fatsoensnormen verantwoordelijk zijn. Ze zijn over het algemeen een slag jonger dan de krantenjournalist, ze zijn me de daardoor linkser, progressie ver, geëngageerder of waaghalzeri ger dan hun dagbladbroeders. Het medium laat ook. meer dan dagbla den. overdracht toe van persoonlijke emoties. Een medium als tv laat meer participatie van de ontvanger en meer mcgCijkibsid om zelf aan te vullen toe dan krant of film. Het „koele" medium televisie, om een term van de reclame-filosoof McLu- han te gebruiken, is uitstekend in staat om zeer bewust, verhitte emo ties op te wekken, zoals in de meest klassieke vorm in ons land gebeurde bij de actie „Open het Dorp" in 1962, daarna vele malen in kleinere versies herhaald. Uitzendingen die tot een soort nationale katharsis wor den, waarin iedereen zich uitleeft in stromen goedheid en op-de-borst klopperij. Bij ao'n actie voor de „stille armen" hoe treffend ook die benaming ziet precies het ver schil tussen de aanpak van tv en dat van een dagblad. Heel lang hebben kranten ook bij voorbeeld geen lijken op foto's ver toond, geen gebrekkigen en zwak zinnigen. geen moordpartijen en verkeersdoden. Maar iedere nationa le. urenlang durende tv-uitzending begint met schrijnende beelden van ontzettend zielige mensen, of dat nu kreupele aanstaande dorpelingen van Mies, hongerende Biafranen of me laatse Memisaklantjes zijn. Tegen over de gereserveerdheid van de krant staat de ongeremdheid van tv. En of men het goed of af keurt: de ongeremdheid geeft een sterkere emotionele binding dan de afstandelijkheid. Het medium is toch de boodschap, zoals ook blijkt als in februari 1972 het nationale debat ontbrandt over de al of niet vrijlating van de „Drie van Breda". De hevigheid van de emoties wordt door de kranten wel degelijk weerspiegeld, maar de schreeuw die tijdens een hoorzit ting losscheurt van de publieke tri bune, het vertrokken gezicht van Anneke Goudsmit bij het Kamerde bat. dat kan de krant nu eenmaal niet laten zien. Dat betekent niet, dat kwanten nooit een rel ontketenen of een beweging voor of tegen een bepaalde over heidsmaatregel. Opnieuw moet ge zegd dat De Telegraaf daarin zeer sterk is. De mariniers blijken dip krant daarbij uitstekende diensten te bewijzen, of dat nu is om de hal van het Amsterdams Centraal Sta tion te ontdoen van "langharig tuis (5 april 1967) of om de Dam "schoon te vegen" (25 augustus 1970). Maar ook het bestuur van de Willem Arntzhoeve kan erover meepraten. Ook andere kranten halen wel eens flink uit wanneer ze dat nodig vin den. Maar de verrukte opgewonden heid waarmee tv-makers him onder werp te lijf gaan. kennen zij over het algemeen niet. Die opgewondenheid i leidt ook dikwijls tot ontsporingen. En dan slaat het publiek terug, zo als in het geval van VPRO die voort- I durend bezig is, mensen die zich net J tot haar aangetrokken voelen door haar vorige stunt, weer af te stoten met de volgende. NVJ-voorzitter Van Raaltt overhandigde in 1971 een memo- randum aan de toenmalige mi? nister-president De Jong. Opgewondenheid leidt zelden tot wat genoemd wordt "verantwoords Journalistiek" in de zin waarin hoofdredacteuren van de NRC dat Jarenlang minzaam hun collega's hebben voorgehouden. Zonder te pleiten voor of tegen1 som mige van de meer extreme metho-i dieken waarmee televisie in de loop van de Jaren opspraak heeft gemaakt kan worden vastgesteld dat de open manier waarop tegenwoordig op de persconferenties vragen worden ge steld aan ministers, niet denkbaar 1« zonder het "harde" (en vaak onbe schofte) interview van de televisie, dat de versimpeling van de taal, waarin nieuwsberichten in goe de kranten worden geredigeerd, niet zou zijn gekomen zonder de dage lijkse confrontatie met de onopge smukte spreektaal vanaf de buis. Anders gezegd: televisie geeft de toon aan door welke oorzaken dan ook waarop massamedia hun pu bliek benaderen: de kranten volgen, op grotere of kleinere afstand. Afge zien van de economische concurrentie op 't gebied van de reclame, afge- zien van de Journalistieke concurren tie in de weergave van het nieuws, of de concurrentie in tijd en aan dacht. is dat misschien wel de erg ste achterstand die de krant heeft opgelopen: niet meer de maatschap pelijke ontwikkelingen aan te geven, maar achter het nieuwe medium aanlopend, die met inspanning te vol gen. Kleine moeite. Wip eenvoudig even binnen bij één van de 3000 vestigingen van de Raiffeisenbank en Boerenleenbank. Daar bent u nooit ver van af en is alle buitenlands geld wat u nodig hebt bij de hand. Evenals reischeques, de veilige internationale betaalpapieren.waar u overal ter wereld mee terecht kunt. Trouwens, ook als u in eigen land op vakantie gaat kunt u er goed terecht. Om deskundig en snel uw verzekeringen in orde te laten maken, voor uw reis, bagage, kampeeruitrusting, auto, boot, caravan, voor onverhoopte ongevallen en voor rechtsbijstand in binnen- en buitenland. Gemakkelijk dicht bij huis, bij de bank voor iedereen— de bank voor iedereen 3000 vestigingen ItDAG 3 JUNI 1972 e Nederlandse dagbladwereld bevindt zich nog altijd in een moeilijke situatie. Het - verschenen jaarverslag van de Nederlandse Dagbladpers heeft daarvan weer uit- lig getuigd. Dezer dagen verschijnt bij Boom te Meppel een boekje over oorzaken fchtergronden van de crisis die de dagbladen nu al enkele jaren doormaken. Ie krant in het nauw is geschreven door drs. M. L. Snijders hoofdredacteur van het -chtsch Nieuwsblad en drs. J. R. Soetenhorst, hoofdredacteur van onze krant. |ij publiceren hierbij een uitvoerig uittreksel uit een van de hoofdstukken van dit PAGINA 7 I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 7