Advies op punten Vlucht natuurwetenschappen Medische studie moet praktischer ADVIES I Museum te klein LEIDEN Van de talrijke mu seumbezoekers die jaarlijks de hek ken van het museumcomplex aan de Steenstnaat binnenwandelen, weet vermoedelijk een klein percentage dat zich binnen de hekken niet één, maar twee totaal verschillende mu sea bevinden. De grootste trekpleis ter vormt het achterste gedeelte van het museumcomplex, het rijksmu seum voor volkenkunde, terwijl zich in het voorste gebouw een ook be langwekkend museum bevindt: het rijksmuseum voor de geschiede nis der natuurwetenschappen. De bezoeker, die bij het betreden van de wat sobere ruimte wordt ge confronteerd met een uitstalling van de talrijke, op het eerste gezicht merkwaardig uitziende, instrumen ten en toestellen, zal zich met moei te realiseren dat de grote vlucht die de natuurwetenschappen in onze mo derne tijd heeft genomen, o.m. hier uit is voortgekomen. Het maangruis, dat zich in een van de vitrines bevindt, mag dan een "tastbaar" symbool zijn van de technische ontwikkehng die een nieuw tijdperk voor de mensheid gaat inluiden, de hier tentoongestel de toestellen en instrumenten waren dat eveneens in hun tijd. Wie de moeite neemt de instrumen ten van dichtbij te bekijken, komt onder de indruk van vernuft, geduld vakmanschap en precisie, waar mede de wetenschapsmensen uit vroeger tijden aan hun uitvindingen gestalte hebben gegeven. Zo is bijvoorbeeld een selectie uit de 17de en 18de eeuwse instrumenten te zien, die aan de Leidse Hoge school in het natuurkundig laborato rium zijn gebruikt. Een goed voor beeld van precisie laten de slinger uurwerken zien, die zijn nagebouwd naar de ontwerpen van Christiaan Huygens. Als voorloper van de huidige me thoden op het gebied van de elektro cardiografie is de snaargalvanome ter (1903) van de Nobelprijswinnaar Willem Einthoven (18601927) te zien. Op de bovenverdieping is een oud alchemistisch stookhuis te bezichti gen, een reconstructie van een labo ratorium uit de 16de eeuw, compleet ingericht met ovens, distallatiema- chines, filters, smeltkroezen, koe- lingsapparatuur e.d. De 16de eeuw is een belangrijke periode in de his torie van de chemie. Behalve een expositieruimte is het museum ook een centrum van onderzoek op het gebied van de ge schiedenis van niet alleen natuurwe tenschappen, doch ook van genees kunde, wiskunde, farmacie, reken kunde. astronomie, biologie, schei kunde en microscopie. Per 1 juni zijn de openingstijden van het museum verlengd. Het is nu open van 10 tot 5 uur en op zondag van 1 tot 5 uur. LEIDEN De Leidse hoogleraar J. G. Defares wil de opleiding van medische studenten saneren. In het blad Universiteit en Hogeschool pleit hij deze week voor een meer prak tisch gerichte opleiding, waarbij elke overtollige theoretische ballast dient te worden vermeden. Een groot deel van de medicijnen studie is volgens prof. Defares mo menteel van ondergeschikt belang en letterlijk doelloos. Dit komt vol gens hem. omdat er duidelijke doel stellingen ontbreken en omdat de opleiding wordt bepaald door specia listen in plaats van door medici met een algemene achtergrond. De Leidse hoogleraar stelt voor te komen tot een raad van beleid, die door de overheid zou moeten worden Ingesteld en waarin praktisch ge- Alchemistisch stookhuis, één van de bezienswaardigheden tn het rijksmuseum van de geschie denis der natuurwetenschappen in Leiden. KLOKKEN Friese staart en Stoeltjes, Zaanse- en Sallanders. Echte mtieke Franse en Comtoise klokken, enz. Uw specialist met vak-service v. d. Water Haarlemmerstr. 181 - Leiden aarde .generalisten" zitting zou den moeten hebben. Deze raad zou de doelstellingen moeten bepalen en de grenzen van de leerstof afperken, In overleg met de medische faculteit. ~ZATEKPAO 3 JUNI 1972 Het eerste advies van de 10 februari ipgerichte adviesraad voor de binnenstad uit. Het eerste geesteskind is eigenlek L.fen vijfling, zei de heer J. Sloot gister avond bij de aanbieding van dit advies an de economisch-planologische sector jan burgemeester en wethouders. Het is het advies van vijf werkgroepen over :-rJat gedeelte van de binnenstadsnota, t waarmee de opdracht correspondeerde. igi)oor tijdgebrek is er geen gelegenheid rjjeweest de verschillende groepen over eikaars adviezen te laten nadenken om tot een verdere verdieping te komen. De coördinator van de adviesraad heeft wel een samenvatting gemaakt van tien on derwerpen. Dit eerste advies wordt niet alleen aan het gemeentebestuur aangeboden om van deze zijde reactie te krijgen, maar vooral ook aan de burgerij. De zestig leden van de adviesraad willen duidelijk hun mede. burgers betrekken bjj de binnenstadspro- blematiek, waarvoor ze zelf warm lopen. Ze weten van zichzelf, dat het een emo tionele zaak is. waarbij velen zich betrok ken voelen. Die emotionaliteit blijkt ook uit het feit, dat het advies werkt met meerderheids- en minderheidsstandpun ten. Er zal nog veel moeten worden gepraat om tot een eensluidend advies te komen. Vooral het gesprek met de burgerij vindt de adviesraad daartoe belangrijk. Hij hoopt daarom, dat velen dit eerste werk stuk zullen lezen. Het is gratis verkrijg baar bij de balie van bureau voorlichting in de hal van het stadhuis en bij de secre taresse, mevr. Jansen-Hoonhout, Modder manstraat 10 in Leiden. Men hoeft men moet het niet bij lezen laten. De reacties moeten worden opgevangen en ingebracht in de verdere besprekingen, van welke evaluatie de ad viesraad een nader rapport zal uitbren gen. Schriftelijke reacties kunnen worden gezonden naar mevr. Jansen of naar het bureau van adviesraad, kamer 106, stad huis, Leiden. Mondeling kan men dit toe. lichten of alleen maar mondeling rea geren op een contactavond, die 16 juni om 8 uur in de burgerzaal van het stad huis wordt belegd. Het is niet de bedoeling om een recht streekse discussie aan te gaan of om er een concrete meningsvorming van de bur gerij uit te krijgen, maar de voorzitters en rapporteurs hebben het verlangen naar een gelegenheid tot ontmoeting in ver band met de schakelfunctie van de ad viesraad. Vandaag op deze pagina de samenvat ting van het advies. Het ligt in de bedoe ling in onze rubriek "Binnenstad onder de loep" in de komende weken op het advies terug te komen. Eerste van binnenstadsraad Rijnland en Nieuwe Rijn LELDEN Demping van de Nieuwe Rijn, waarover onlangs zo'n discus sie werd gevoerd in deze krant, is nog altijd actueel. In de gemeente raad werd er van de week over ge sproken. In haar advies vraagt de wekgroep verkeer en vervoer van de adviesraad het plan te bestuderen om de Nieuwe Rijn te dempen. De werkgroep, die bezwaren heeft tegen verdere afbraakprojecten, beschouwt demping als meest afdoende oplos sing om ruimte te scheppen. Tegenstanders van demping voeren vaak als argument aan dat het niet kan vanwege de waterhuishouding. Wat zegt het Hoogheemraadschap, van Rijnland ervan, dat de zorg heeft voor die waterhuishouding. In het kort komt het commentaar van ir. H. de Groot, ingenieur directeur van de technische dienst, hierop De Leidse grachten maken deel uit van het watercircuit van het hoog- heemraadschaD. Door de grachten gaat het boezemwater naar het ge maal In Katwfjk. Elke ingreep in het water heeft gevolgen. Technisch gezien is „kan niet", sterk gezegd. Maar als men gaat uitrekenen wat er zou moeten ge beuren als een stuk water als de Nieuwe Rijn in het centrum van Leiden vervalt, komt men aan maat regelen, die onaanvaardbaar zijn, ze ker financieel. Er komt bij, dat de riolering in de Leidse binnenstad grotendeels uit komt op het grachtenwater. Alleen al om die reden zou de Nieuwe Rijn niet kunnen worden gemist. Tegen overkluizen bestaan ernstige bezwaren. Water heeft licht en lucht nodig. Daarnaast zou het een pro bleem geven om het water schoon houden. Het hoogheemraadschap is ui terst voorziohtig met toestaan van versmalling van water. Als het kan, dan mag het ook, zoals blijkt uit de geringe verbreding van de Stille Rijn, die gepaard gaat met de vernieuwing van de wallekant. (op foto Holvast) Men kan bewondering hebben voor de energie, die zestig stad- en streekgenoten hebben opgebracht om in korte tijd een advies uit te brengen over plannen, die het ge meentebestuur met de binnenstad van Leiden heeft. Het is geen een voudige zaak en ook de bdnnen- stadsnota is geen stuk, dat J® op een avondje even leest. De adviesraad zegt zelf, dat het taalgebruik van de nota van een soort is, dat voor veel burgers iets weg heeft van geheimtaal. Wie de vijf adviezen van de verschillende werkgroepen doorneemt ook dat doe Je niet zomaar even komt tot de conclusie, dat hier en daar ook burgers het jargon gebruiken, dat ze zelf als geheimtaal bestem pelen. De lezer moet dus hier en daar "vertalen", maar dat neemt niet weg. dat het uitermate boeiend ia de verschillende meningen door te lezen. Als belangstellende in de binnenstadsproblematiek kun je het eens en oneens zijn en ook nog een afwijkende mening heb ben. En Juist dat wil de advies raad weten voordat hij verder gaat met zijn werk. Hoe denken de me deburgers erover? Men kan die ge dachten op papier kwijt en mon deling op een contactavond. Men kan natuurlijk ook een ingezonden stuk plaatsen in deze krant. Het is zaak, dat het werk van de adviesraad gemeengoed wordt. Een mogelijkheid daartoe wordt medio augustus geschapen als er een spe ciale lokaliteit komt met een leesta fel e.d. Nuttig is voorts de volgende week te openen permanente bin nenstadsexpositieruimte in een lo kaal aan het Stadhuisplein. Natuurlijk zullen meningen blij ven botsen. Binnenstadsouders wil len speelruimte voor hun kinde ren. middenstanders zijn tegen het weghalen van élke parkeerplaat®. Alleen dit schetst de emotionele sfeer, waarin over binnenstadsza ken wordt gesproken. De adviee- vijfling is daarvan een duidelijk voorbeeld. HANS ME7LKERT» trj 1 LEIDEN Vijf werkgroepen van de adviesraad voor je binnenstad, structuurplan, wonen, verkeer en vervoer, vjionumenten, leefbaarheid en stadsverfraaiing, hebben een Jdvies uitgebracht. De coördinator heeft van tien onder werpen een samenvatting gemaakt: bereikbaarheid van de 5aad, idem van de binnenstad, idem in de binnenstad, af sluiting Breestraat, demping grachten, dam in Korte Mare, Jjrrasjes, beschermde stadsgezichten, handhaving woon- rs^inctie en ontmoetingsgebied. Wa,t de bereikbaarheid van de l?etreft, achten de werkgroepen taarheid, verkeer en vervoer structuurplan van essentieel be- dat het doorgaand verkeer de stad wordt geleid. Aanleg van Provinciale weg no. 6 en Rijksweg moeten zo snel mogelijk ter hand •den genomen. In de huidige situa- kan met een verbeterde beweg- iring al veel bereikt worden. Men onderscheid kunnen maken tus- i Leiden-centrum, Leiiden-zuid en iden-noord. Vat de bereikbaarheid van de inenstad betreft stelt de werk- tep structuurplan voor om af te van de door de gemeente ge ide "binnenring", waarvoor de ■ewaterbrug gebouwd moet wor- en de Hooigracht tot snelweg ;ebouwd moet worden. Deze „bin- gevormd door Witte Singel [ooigracht - Langegrachfr-- Mors- Trekvliet. kan als parkeer- lenheid gebruikt worden wanneer aanleg van een "'miüdenriing" >rdt overgegaan. "middenring" wordt gevormd Vondellaan - Churchillaan - Lweg - Hoge Rijndijk - Enge- Willem de Zwijgerlaan - ,tlon. Deze ring vereist een brug de Rijn tussen Vondellaan - Le en Churchillaan. De werk- adviseert deze ring aan te leg- omdat dan de noord-zuid-ver - iding via de Hooigracht belangrijk itlast zal kunnen worden, waar een onaanvaardbare doorsnij- van de binnenstad vermeden kunnen worden. Trekvliet en Lan ,t zullen in deze visie niet ;r dan twee rijbanen vergen en Js parkeergelegenheid >t doen. Als er goede verbindin- naar de binnenring komen, is de 'eikbaarheid van de binnenstad ;ekerd. De werkgroep leefbaar- ld pleit ook voor een wegenstelsel steeds grotere capaciteit |gt, gerekend vanaf het centrum de rand van de stad. werkgroep verkeer en vervoer It voor een nieuwe Valkbrug, zodat route Stationsplein-Stationsweg - 1 Binnenvestgracht ontlast kan rden. De groepen structuurplan, keer en vervoer en leefbaarheid i van mening dat het verkeer van derdorp naar Oegstegest v.v. en den Zuid-West naar Leiden- >rd niet door de binnenstad (reestraat) behoort te gaan, maar itenom via b.v. de middenring |n rfjden. De werkgroep wonen stelt dat on- rdelen van het wegenplan, die al 1 goedgekeurd zijn, maar nog niet uitvoering zijn genomen, opnieuw •jteken moeten worden vanuit een iuwe visie en in verband gebracht je ten worden met de andere om- jgndee funkties, die de stad heeft vervullen. Alsdan kan een ver- ers- en parkeerbeleid gevoerd rden, dat rekening houdt met de van een goed stedelijk woonmi- werkgroep structuurplan is van el, dat de afweging tussen ijds de leefbaarheid van de bin- stad en de handhaving van de )laatsingsmogelijkheden binnen 't lenstadsgebied in het nadeel van particulier gemotoriseerd ver- uitvalt. Met een geleidelijke af- ïting van de binnenstad voor het ticulier vervoer kan zij zich dan wel verenigen, mits een aan- rdbare oplossing voor de parkeer- ïoefte in de schil van de binnen- gevonden wordt en een goed ïbaar vervoersnet voldoende al- latieve mogelijkheden geeft. Het illen van een circulatieplan. dat >waar de bereikbaarheid van ijecten in de binnenstad niet on- jgelijk doet zijn, doch dat het ge lik van de eigen auto minder aan- Jkkelijk maakt, is een middel, dat ^geleidelijke afsluiting van de bin- pfbstad gebruikt kan worden. ï>e groepen structuurplan, verkeer vervoer en leefbaarheid pleiteD het zorgen voor voldoende par- •gelegenheid (b.v. braakliggende ïinen hiervoor geschikt maken, parkeren vanaf de schil naar de ïenstad zelf steeds duurder ma- i). Men kan via kleurcodes naar "leergelegenheden geleid worden, men dan door middel van een tapbusje of tram de binnenstad bereiken. De opstapbusjes moe ten in deze conceptie de parkeer plaatsen als begin- en eindpunten van hun routes hebben. In de bin nenstad zelf moet men vit handop steken kunnen duidelijk maken, dat men wil instappen. Eén vaste prij^ verdient aanbevelilng boven verschil lende tarieven. Breestraat De werkgroepen structuurplan, ver keer en vervoer en leefbaarheid zijn van mening, dat niet eerder tot af sluiting van de Breestraat mag wor den overgegaan dan nadat vervan gende routes gereed zijn. Zij menen dat de Langebrug. het Rapenburg en de andere straten in de Pieters kerkwij k niet aangewezen kunnen worden als vervangende routes. De straten zijn niet geschikt om veel verkeer te kunnen verwerken en het karakter van de Pieterskerkwijk zou te veel aangetast worden mede met het oog op de voorstellen van de werkgToep monumenten. De werkgroep leefbaarheid wijst, op de verandering, die de Breestraat zal ondergaan van een drukke, ge zellige winkelstraat in een saaie, le ge. ongezellige Breestraat. De werkgroep structuurplan ad viseert om tot afsluiting voor het particulier verkeer over te gaan in die gedeelten van de binnenstad, i waar de cityfunktie. ondanks voor- gestelde maatregelen zoals een ver vangende route, toch in het gedrang komt. De werkgroepen leefbaarheid en verkeer en vervoer (in meerderheid) vinden dat er geen grachten gedempt en huizen afgebroken moet wor den, om ruimte voor het verkeer te scheppen, daar hierdoor het ka rakter van de stad zou worden aan getast. Een minderheid van de werk groep verkeer en vervoer vindt, dat wel aan de vraag naar meer ruimte tegemoet zou moeten worden geko men door de Nieuwe Rijn van Plan tage tot Bostelbrug te dempen. De meerderheid meent echter, dat deze nieuwe verkeersader te veel door gaand verkeer zal aantrekken. De werkgroepen struktuurplan en leefbaarheid menen, dat de dam In de Korte Mare beter vervangen kan worden door een brug. Zij hechten veel waarde aan de mogelijkheid om de Kaag vanuit de binnenstad per boot te kunnen bereiken. Terrasjes De werkgroepen leefbaarheid en wonen menen dat er meer terrasjes in de stad moeten komen. De groep leefbaarheid pleit ook voor plankiers in het Galgewater bij de Prinsesse- kade. alsmede bij de Hoogstraat met uitzicht op de Waag. De gemeente kan hier stimulerend werken door o.a. niet te strenge voorwaarden aan de vergunningen te verbinden en de precariorechten niet te hoog te ma ken De groepen struktuurplan en mo numenten en wonen menen dat men eigenlijk de hele binnenstad als mo nument kan beschouwen. De eerste twee groepen adviseren daarom om veel meer dan nu het geval is een gebied of deel van een gracht- gevelwant tot beschermd stadsgezicht te verklaren. De groepen struktuurplan en wo nen menen beide, dat de woonfunc tie van de binnenstad versterkt zal moeten worden. Zij stellen dat de ontvolkin g moet worden tegenge gaan. De werkgroep wonen vindt dat ie dere Leidenaar in principe in de bin nenstad zou moeten kunnen wonen en niet alleen bepaalde categorieën. De groep verdeelt de binnenstad in drie delen met ieder een eigen type ring, t.w. de city. de centrumnabije menggebieden en de meer specifie ke woongebieden. De werkgroep structuurplan vindt nu Juist dat afbakening van gebieden met een be paalde woon-werk verhouding is. pen moet worden. Zij vindt dat het voor de leefbaarheid van een oude stadskern essentieel is dat er een be paalde woonwerk verhouding. De werkgroepen structuurplan en leefbaarheid gaan uit van de stel ling, dat de binnenstad van Leiden een functie te vervullen heeft als- ontmoetingsplaats voor verschillen de categorieën van gebruikers en be zoekers. Hun adviezen gaan dan ook in die richting. Er dient volgens hen een optimaal gevarieerd en kwalita tief hoogwaardig voorzieningenniveau gecreërd te warden. Het rijksmuseum voor de geschiedenis der natuurwe tenschappen werd als parti culiere stichting opgericht in 1928 en in 1931 geopend in een gedeelte van het tegen- woordige gebouw. Het gebouw leende zich minder voor de inrichting van een museum aangezien het als het Boer- haavelaboratorium van het Academisch Ziekenhuis had dienst gedaan. Niettemin is het de stichter d)r. A. C. Crommelin, gelukt om ruimte te scheppen. Door talrijke aankopenschenkin gen en bruiklenen van in stellingen en particulieren, groeide het museum S7iel. Helaas werd het museum in december 1944 getroffen door een bom. Er waren drie jaar van herstelwerkzaamheden nodig voordat het museum weer open ging. Er is aanzienlijk ruimte gebrek. Daardoor is een groot gedeelte van de collectie op geslagen in de voor het pu bliek niet toegankelijke zol derverdieping. De onderbren ging van het museum In een groter gebouw zou daarom wenselijk zijn, doch is voor lopig nog niet te verwezen lijken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 3