APOLLO MAAN-PROJECT
NADERT HET EINDE
VIKINGEN en RUSSEN
12 3 4 56
Apollo-17:
wel of niet,
en op (waar)
of om (hoe)
ind deze maand maakt nummer zestien misschien de laatste landing
Ruim drie etmalen
[IJDAG 31 MAART 1972
EXTRA
PAGINA 1»
Het embleem van de Apollo-
16. In de cirkel staat, tegen de
achtergrond van een maanland
schap, een adelaar op een rood-
ivit-blauw gestreept schild. Over
dit schild loopt in goudkleur het
pijlsymbool van de NASA. In de
cirkelrand de namen van de be
manningsleden en zestien ster
ren, het aantal dat overeenstemt
met het nummer van de Apollo-
vlucht.
Zestig: procent kans geeft men
bij de NASA op het ogenblik
het doorgaan van de tweede
maanlandingsvlucht in decem
ber, de onherroepelijk laatste
in het Apollo-maanprogramma.
Ook deze vlucht dreigt name
lijk het slachtoffer te worden
van de bezuinigingsrage die het
Amerikaanse ruimteprogramma
in het slop manoeuvreert en de
voorstand van de Amerikanen
op de Russen ernstig in gevaar
brengt. Wordt de landing van
de Apollo-17 afgelast, dan heb
ben in het gehele maan-project
slechts vijf in plaats van de
voorgenomen tien landingen
plaats gevonden! Het zijn ove
rigens niet alléén financiële
motieven, die in de beslissing
over de Apollo-17 meespreken.
Wanneer de landing wèl zou
doorgaan, staat de landings
plaats nog niet vast. Het keuze
lijstje vermeldt vier namen.
Het meeste kans maakt het
hoogland bij de kraters Tau-
rus-Littrow, waar men kos
misch gezien zeer recent ge
steente hoopt aan te treffen,
gevormd door vulkanische acti
viteiten. Bovendien bevinden
zich hier de „cones", raadsel
achtige kegelvormige formaties,
die door Worden vanuit een
baan om de maan werden
waargenomen toen zijn colle
ga's van de Apollo-15 Scott en
Irwin op de maan rondreden
in de eerste maan-auto. Voorts
zou men kunnen landen in de
krater Alphonsus in het cen
trale bergland of in de krater
Cassendi aan de zuidwestelijke
rand van de Mare Procellarum.
Deze plaatsen maken het mp-
gelijk, Juist binnen de krater
aan d'e westelijke rand te lan
den. Vele deskundigen zouden
het Apollo-programma graag
afgerond zien met oogsten van
maan-materiaal uit een krater,
waarbij men wellicht het oud
ste maangesteente uit de ont
staanstijd zou kunnen vinden,
ongeveer 4,6 miljard jaar gele
den. De Apollo-16 wordt juist
even buiten de wand van de
krater Descartes neergezet. De
vierde mogelijkheid is een hoog
bergplateau in de heuvels ten
zuiden van de Mare Crisium,
waar men ook heel oud ge
steente verwacht te kunnen
vinden.
Maar zoals gezegd: de landing
staat op losse schroeven. Dat
„een" vlucht van de Apollo-17
doorgaat is waarschijnlijker.
De NASA heeft nu al
aangedrongen op een andere,
goedkopere missie van dit
ruimteschip als doekje voor het
bloeden als de maanlanding
zou worden afgelast. Sommige
geleerden zijn zelfs sterk ge
porteerd voor een dergelijke al
ternatieve vlucht ook uit andere
dan financiële motieven.
Het zal nog tientallen Jaren
duren voordat de wetenschap
pelijke onderzoekers alle
meet-gegevens, foto's en maan
stenen van de Apollovluchten
volledig hebben geanalyseerd
en geïnterpreteerd. Vooral de
„bonanza-vlucht" van de Apol
lo-15 heeft zoveel studiemate
riaal opgeleverd, dat honderden
geleerden er nog een reeks van
Jaren mee bezig kunnen zijn.
Onder die omstandigheden
achten sommigen uit weten
schappelijk oogpunt een nieuwe
landing in december a.s. niet
van zo enorm groot belang,
mede omdat men pas na volle
dige analyse van het reeds
geoogste materiaal kan beoor
delen. waar men het beste op
nieuw een landing kan maken
en waarnaar men dan moet
uitkijken.
Veel meer belangstelling heb
ben deze deskundigen voor een
nauwkeurige observatie van de
poolstreken van de maan, waar
om technisch-dynamische rede
nen (waarop wij hier niet ver
der in kunnen gaan) een lan
ding thans nog niet mogelijk
is. Dank zij uiterst verfijnde
instrumenten kunnen in deze
gebieden ook waardevolle
waarnemingen worden gedaan
vanuit een baan om de maan.
De poolstreken, die nog het
minst nauwkeurig in kaart zij»
gebracht, verschillen in somml
opzichten sterk van de re^l
van de maan. Door de stand
van de maan-as ten opzichte
van het vlak van de maanbaan
om aarde en zon worden deze
gebieden al miljarden jaren af
en toe alleen door een zeel
langstaande zon beschenen. In
diepe valleien en in diepere
kraters is in geen miljarden
jaren zonlicht doorgedrongen.
Hier zou de grootste kans zijn
op het vinden van „perma
frost," een nimmer smeltende
ijslaag op of direct onder de
maanbodem. Dit zou met in
strumenten vanuit een baan
om de maan zijn vöst te stel
len. Het voorkomen van water
op de maan in ijsvorm zou het
vestigen van permanente bfe-
mande bases zeer vereenvoudi
gen. aangezien dan geen water
aangevoerd hoeft te worden
vanaf de aarde voor de drink
watervoorziening, de benodig
de zuurstof en het kweken van
voedsel onder plastic koepels.
Maar ook wetenschappelijk is
het van groot belang om te
weten, of er water in welke
vorm dan ook op de maan
voorkomt.
Daarom zien vele deskundigen
liever een bemande vlucht om
de maan in een baan over de
polen dan een nieuwe lan-
dingsvlucht als sluitstuk van
het Apollo-maanprogramma.
Een driekoppige bemanning
zou in een Apollo een vlucht
van zeven dagen in een baan
over de maan-polén kunnen
maken. Men heeft meer reser
ves en men kan langer in een
maan-baan blijven, wanneer er
slechts twee meegaan. Maar
dat schept extra risico's, want
in onverwachte kritieke situa
ties kunnen drie hoofden en
zes handen meer urgente pro
blemen aan dan twee en vier.
Er is nog e?n ander extra risi
co aan ven vlucht over de po
len verbonden. Om soortgelijke
technisch-dynamische redenen
kan geen maanlander worden
meegenomen. Voor een landing
is die ook niet nodig, maar de
rampvlucht van de Apollo-13
heeft geleerd, dat de maanlan
der uitstekende diensten als
reddingsboot kan verlenen
wanneer zich een ernstig onge
luk voordoet. Een poolvlucht
zou het zonder deze extra vei
ligheid moeten stellen en daar
door de gevaarlijkste worden
sinds de befaamde kerstvlucht
om de maan van de Apollo-8,
eveneens zonder maanlander.
Maar toen besefte men nog
niet hoe belangrijk die maan
lander zou blijken te zijn ook
in de lege ruimte. Na de erva
ringen met de Apollo-13 zal dit
argument wel zwaar moeten
wegen.
Bij dit alles spreekt ook nog
mee, dat het annuleren van de
laatste landingsvlucht betekent,
dat nimmer een wetenschaps
man met astronautische ne
ven-opleiding de maan zou
hebben bezocht, alleen astro
nauten met een (redelijke) we
tenschappelijke neven-scholing.
Juist voor die laatste vlucht
was een wetenschapsman aan
gewezen
nieuwe gegevens te kunnen verkrij
gen omtrent oorsprong en geschie
denis van de maan en ook het zon
nestelsel. Bovendien is het over het
algemeen van belang, zoveel moge
lijk uiteenliggende punten van de
maan te verkennen, en op zoveel
mogelijk verspreid ligende punten
wetenschappelijke instrumenten-
pakketten te plaatsen, die automa
tisch hun gegevens naa re aarde
blijven zenden lang nadat de
maanmannen weer vertrokken zijn.
Tenslotte worden nu weer verder
verfijnde en ook op andere objecten
gerichte instrumenten meegenomen
dan bij de voorgaande vluchten. We
tenschappelijk en technisch gezien
zijn alle maanlandingen verschil
lend en waardevol.
Enkele verschillen en bijzonderhe
den zijn hier vermeldenswaard.
Voor het eerst zullen mensen langer
dan drie etmalen achtereen op de
maan verblijven. Volgens het huidi
ge (voorlopige) tijdschema zullen
Young en Duke op donderdag 20
april 21.06 uur Nederlandse tijd op
de maan landen en op zondag 23
april om 22.04 uur weer vertrekken:
een verblijf van 72 uur en 58 minu
ten.
Zij zullen ook, na hun „hogere"
landing dan ooit tevoren, veel lan-
duriger excursies maken: driemaal
een periode van zeven uur in plaats
van een maximum van circa vier
uur tot dusver. Zij krijgen daarvoor
een veel grotere hoeveelheid zuur
stof en water mee. Ze komen veel
verder van de maanlander dan bij
vorige gelegenheden. Maar de routes
voor de uitstapjes met de maan-au
to zijn zo uitgestippeld, dat zij lo
pende naar de maanlander kunnen
terugkeren wanneer de auto het
zelfs op het verste punit daarvan
zou begeven. Ze moeten dan wel
alle uitrusting aan gereedschappen
en camera's en alle verzamelde ma
teriaal achterlaten behalve de cas
settes met gemaakte foto's. Vermoe
delijk zullen zij zich niet verder
dan 16 km van de maanlander be
geven.
De start van de Apollo vindt plaats
op zondag 16 april om 18.55 uur
Nederlandse tijd. Het ruimteschip
moet drie dagen later, woensdag 19
april om 20.57 uur in een baan om
de maan komen. De landing vindt
als gezegd plaats op donderdag 20
april om 21.06 uur, het vertrek van
de maan op zondag 23 april om
22.04 uur. Ruim twee etmalen zullen
de drie mannen dan na het afsto
ten van de maanlander in de Apol
lo om de maan cirkelen voor het
doen van waarnemingen en het
maken van foto's. Op woensdag 26
april om 00.38 uur moet de hoofd
raket van de service-module de
Apollo weer in een baan naar de
aarde stoten. Tijdens de terugreis
zal Mattingly de capsule verlaten
om tijdens een ruimtewandeling
cassettes te bergen van camera's,
die aan de buitenwand van de ser
vicemodule zijn bevestigd. Op vrij
dag 28 april om 20.30 uur tenslotte
moet de landing plaats vinden in
de Stille Oceaan.
De bemanning van de Apollo-16 be
staat uit Young, Mattingly en
Duke. Young is een oude rot in het
vak. Hij maakt thans zijn vierde
Wetenschap en
technologie
door P. Bok
Dit zijn de drie mannen
van de Apollo-16. Van links
naar rechts: Thomas K.
Mattingly, commandant van
het Apollo-moederschip, John
W. Young, leider van de ge
hele missie, en Charles M.
Duke. commandant van de
maanlander. Zij poseren voor
de Apollo-capsule, waarin zij
hun avontuur tegemoet gaan.
rulmtevlucht en wordt daarmee de
tweede mens cEie dit presteert na
de Amerikaan Lovell. Hij heeft
reeds gevlogen in de Gemini-3 en
de Gemini-10 en bovendien in de
Apollo-10 31 maal om de maan tij
dens de generale repetitie voor de
eerste maanlanding in 1969. In die
drie vluchten maakte hij 267 uur 47
minuten ruimte-ervaring vol. Die
gaat hij nu met 289 uur 35 minuten
ruimschoots verdubbelen tot 557 uur
22 minuten. Lovell blijft dan toch
nog recordhouder met 695 uur 15
minuten, op enkele uren na een
maand! Hij wordt dan bovendien
nog overtroffen door de Rus Vol-
kow, die in slechts twee vluchten
688 uur en 21 minuten in de ruimte
was. Volkow kwam om bij de re
cordvlucht van de Sojoez-11 in juni
vorig jaar, die ruim 569 uren in de
ruimte bleef, dus langer dan Young
in de vier vluchten, welke hij eind
april achter de rug zal hebben.
Mattingly en Duke zijn debutanten
in de ruimte. Mattingly zag zich in
april 1970 een ruimtevlucht door de
neus geboord toen men vermoedde
dat hij besmet was met rode rond,
waarmee hij tijdens de vlucht
moeilijkheden zou krijgen. Hij werd
op het nippertje vervangen door
Swigert, kreeg geen rode hond maar
leefde op de grond mee met de
spanning over het verloop van de
rampvluoht van „zijn" Apollo-13.
Het einde van Apollo betekent
geenszins dat de maan verge
ten gebied gaat worden.
Van de Russen mag verwacht
worden dat zij uiterlijk 1974
een bemande maanlanding uit
voeren terwijl zij hun onbe
mand onderzoek met Loena's
voortzetten. De bemande lan
ding zou zelfs wel eens een oe
fening kunnen zijn voor een
veel grootscheepser project
waarmee zij de Amerikanen
met vele lengtes zouden slaan
als „vergelding" voor het ver
liezen van de wedloop naar de
Deskundigen in Moskou hebben
verklaard, dat de Russen een
bemande vlucht naar Mars op
het programma hebben staan
voor 1978. De hoofdconstruc
teur van ruimtevoertuigen
Wassili Pawlowitsj zou op
dracht hebben gekregen deze
missie voor te bereiden. De
vlucht zou worden uitgevoerd
met een groot aantal gekoppel
de Sojoez-voertuigen, die geas
sembleerd worden in een baan
om de aarde. Er behoeven dan
geen nieuwe lanceerraketten en
ruimteschepen ontworpen te
worden. Telkens
Sojoez „uitgeput" is aan zuur
stof, leeftocht en energie wordt
deze tijdens de lange reis naar
Mars en terug afgestoten en
gaan de mannen in een ander
ook geheel uitgerust exemplaar
Alleen voor de landing op en
het vertrek van Mars zou een
aparte capsule moeten worden
ontwikkeld, die alleen maar de
tocht tussen de Sojoez-combi-
natie in een Mars-baan en
Mars zelf heen en weer hoeft
te maken. Zoiets als de maan
lander van de Apollocombina-
ties. Hoewel de omstandigheden
op en om Mars en maan ge
heel verschillend zijn, zullen de
Russen ongetwijfeld met iets
aangepaste capsules gaan oef-
nen voor deze Mars-operatie
door middel van maanlandin
gen.
De Amerikanen zullen mis
schien het maanonderzoek
voortzetten enigszins op de
wijze waarop de Russen het
tot dusver hebben gedaan, en
ook daarbij komt Mars weer om
de hoek kijken. Zij ontwikke
len de Viking voor een onbe
mande landing op Mars in
1976. Met betrekkelijk lage kos
ten kan deze Viking omge
bouwd worden tot een maan
lander die een verkleinde
maan-Jeep kan meevoeren, of
een raketmotor voor een re
tourvlucht. Hitteschild en pa
rachute voor de Marslanding
zijn op de maan, waar geen
atmosfeer is, nutteloos. Dit ge
wicht kan voor een sterkere
remraket gebruikt worden. Een
voorstander van dit aangepaste
Viking-project is de manager
van het Mars-project G. Law
rence.
De omgebouwde Viking kan
per vlucht 13 kg maanmate-
riaal naar de aarde brengen,
veel meer dan de Russische
Loena's 16 en 20 presteerden.
Een deel van de Viking blijft
mettertijd om Mars draaien
om als relais-statlon van de
signalen te fungeren. Wanneer
dit ook bij de maan-Vking
wordt gedaan, wordt 't mogelijk
op de „achterkant" van de maan
een landing te laten uitvoeren,
waar geen directe radioverbin
ding met de aarde mogelijk is.
Dit zou ook een methode zijn
om ter plaatse de moeilijk be
reikbare poolgebieden van de
maan te onderzoeken.
De landingsplaatsen van bemande Apollo's op de maan.
r. 1. Apollo-12 in de Zee der Stormen in november 1969; nr. 2.
pollo-14 in het Fra Mauro complex in februari 1970; no. 3.
pollo-15 bij de Hadley-Rille in augustus 1971; nr. 4. Apollo-16
ij de krater Descartes in april 1972; nr. 5. Apollo-11de eerste
inding op de maan in de Zee der Stilte in juli 1969; nr. 6. de
\eest waarschijnlijke landingsplaats van de Apollo-17 in het
'aurus-Littrow bergland in december 1972.
het oog van de wereld zal
Apollo-vlucht niet veel ver
en van de voorgaande wan-
zich geen onverwachte zaken
loen. Terwijl Mattingly in de
lo baantjes om de maan blijft
ien zullen Young en Duke op
laan landen, daar voor het eerst
dan drie etmalen verblij-
en drie ritten maken met een
te nemen maan-jeep zoals ook
e Apollo-15 het geval was. Zij
i instrumenten plaatsen, bo-
lonsters nemen, materiaal ver-
len, elkaar bij de Amerikaanse
fotograferen (een onvermijde-
hinderlijk maar verklaarbaar
ammapunt)wetenschappelijke
imenten uitvoeren, en vervol-
weer opstijgen hetgeen ook
lal op de televisie te zien zal
dank zij de tv-camera aan
i van de op de maan achter te
auto. Zij voegen zich weer bij
ingly in de Apollo, stoten de
ander af en blijven nog drie
!en om de maan cirkelen voor
het nemen van foto's en het doen
van waarnemingsn en metingen, al
vorens naar de aarde terug te ke
ren.
Waarom dan toch deze (dure)
maanvluoht, wanneer het ogen
schijnlijk een herhaling is van
voorgaande? Omdat er voor d'e we
tenschap grote verschillen zijn met
voorgaande.
De landing vindt ditmaal plaats op
een hoog bergterrein, hogen dan bij
vorige landingen, namelijk ongeveer
3000 meter boven het gemiddelde
maanoppervlak. Bovendien moet de
krater Descartes, waarnaast de lan
ding geschiedt, zeer oud zijn. Door
waarnemingen vanaf de aarde en
vanuit banen om de maan is dit al
vastgesteld. De kraterwanden zijn
sterk afgevlakt en ook weer bezaaid
met kleinere, kennelijk Later ge
vormde scherpere kratertjes, kenne
lijk gevormd door meteoriet-insla
gen. Wetenschappelijk is dit terrein
van groot belang. Men hoopt er
(Vanneer John Young als
nmandant van de missie op
idag 23 april a.s. zich voor
t laatst in de maanlander
li de Apollo-16 hijst, zijn
sschien voor de komende
n jaren de Taatste Ameri-
inse voetstappen op de
an gezet. Binnen drie jaar
1 hebben dan tien Ameri-
nen op de maan rondgewan-
id er gereden.
hadden er volgens de
pronkelijke plannen twin-
moeten zijn in vier jaren,
ar bezuinigingen en andere
toren hebben het Ameri-
inse maanproject aanzien-
gekortwiekt. Misschien dat
ia de vlucht van de Apollo-
in december nog een lan
dvlucht van de Apollo-17
t, maar deze onherroepe-
laatste is op het ogenblik
irst twijfelachtig. Daarover
>rs op deze pagina meer.
anvankelijk zou de Apollo-
net aan boord Young, Mat-
ly en Duke op 17 maart
gelanceerd en nu, terwijl
it l'eest, al op aarde zijn te-
[ekeerd. Maar de vijfde
nlandingsvlucht werd uit-
eld tot 16 april omdat bij
voorbereidingen manke-
iten aan het licht traden
de derde raket-trap. De reeds op de Saturnus-raket ge-
itste Apollo-combinatie moest daarom weer worden ver wij-
weshalve het hele torenhoge gevaarte van de startplaats
ist worden teruggareden naar de montagehal. Daar zijn de
ikementen verholpen, en Saturnus met Apollo staan thans
r op het lanceerplatform. De laatste voorbereidingen voor
ducht zijn nu in volle gang.