IERDER LEVEN NA DE OORLOG
Prikkeldraad moet snel
verdwijnen'
aaroui Biesheuvel zich in de Kamer vergiste
minister-president Biesheu-
a«fninister Van Agt op 16 fe-
'dpun brief over de „Drie van
schreven aan de Tweede
konden ze redelijkerwijs
!lJ*J nemen dat een meerderheid
Kamer zich zou uitspreken
iet Vrijlating van de gewezen
oorlogsmisdadigers. Geen
leerderheid, en bovendien
zou worden gevormd door
vsjui alle fracties, ook die van
11tle.
Rai in ook dat er een relatief
iinderheid tegen vrijlating
d imen. Zelfs de eerste open-
ji testen veranderden aan dat
i d et zoveel. De hoorzitting op
24 februari heeft in het
®n standpunt echter nogal
eitó ie veranderingen gebracht.
gering aantal Kamerleden
heeft toegegeven op grond van het
daar ingebrachte van mening te
zijn veranderd.
Wijziging
Hadden de ministers zo'n wijziging
in houding kunnen voorzien en is
het in het algemeen gebruikelijk
dat een parlement plotseling dras
tisch van standpunt verandert? Het
antwoord moet ongeveer als volgt
luiden: dergelijke ommezwaaien
(hoe gewettigd die eventueel ook
zijn) komen maar zelden voor; ze
zijn nauwelijks vooraf te bereke
nen; de waarschijnlijkheid van een
mogelijke ommezwaai is echter wel
te voorzien. Anders gezegd: onder
bijzondere omstandigheden kan ie
mand weten zulk risico te lopen,
maar het is heel moeilijk exact te
berekenen hoe groot het risico is.
Waar zit in dit geval het „progno
se-probleem"? Het zit vooral hierin,
dat we in de democratie alleen re
kening houden met aantallen stem
men voor of tegen 'e
maar niet met de mate van felheid
(motivatie) waarmee die stem afge
geven wordt. Die intensiteit van
standpunt valt ook praktisch (nog)
niet te berekenen. Onder normale
omstandigheden is dat geen ramp,
maar onder uitzonderlijke omstan
digheden kan het van het grootste
belang zijn om althans globaal die
stern-intensiteit te kennen.
Zo ook in het geval van de „drie
van Breda" De tegenstanders zijn
aanzienlijk feller tegen, dan de
voorstanders vóór vrijlating zijn.
Argumenten
Dat hangt samen met de aard van
de argumenten. De voorstanders ba
seren zich vooral op betrekkelijk
abstracte (rationele) argumenten:
de tegenstanders op' zeer concrete
(emotionele) argumenten. Beide zijn
in de politiek volstrekt gewettigd,
alleen zijn de laatste doorgaans in
tenser. Het risico dat zulk een si
tuatie in zich draagt is. dat lauwe
voorstanders onder de intensiteit
van de tegenstanders bezwijken en
van standpunt veranderen.
Als we het stemmingsbeeld in sche
ma willen brengen, zoals dat be
stond ten tijde van het verschijnen
van de brief van de twee ministers,
dan heeft dat er waarschijnlijk uit
gezien als in grafiek 1.
Zoals te zien: een redelijke meer
derheid is voor vrijlating, maar ze
is tamelijk zwak gemotiveerd. De
grote groep voorstemmers is maar
vaag voor (de cijfers zijn uiteraard
slechts een grove benadering van de
werkelijkheid). De grote groep te
genstemmers is fel tegen.
Welnu, als zich gebeurtenissen
voordoen die dwingen tot partij
kiezen, vooral doordat de tegenstan
ders zich zeer sterk manifesteren,
dan slaat het beeld zeer gemakke
lijk om en ontstaat een situatie
zoals bij de stemjning op 29 februa
ri in de Kamer als gevolg van de
hoorzitting. Het beeld zag er toen
globaal uit als in grafiek 2.
Vooral de lauwen, die de grote
groep uitmaakten binnen de meer
derheid, zijn nu verdwenen en beide
groepen zijn „gepolitiseerd": de
voorstanders zijn sterker voor dan
ze waren (b en c) en ook de tegen
standers hebben behalve aan hoe
veelheid ook aan intensiteit gewon
nen. Duidelijk moge vooral uit deze
grafiek zijn, dat geen minister het
nog in zijn hoofd kan halen een
dergelijke stemming naast zich neer
te leggen, ook al heeft hij daartoe
formeel het recht, zoals met de mo
tie over de „drie van Breda" het
geval was. Niet alleen dat daarmee
een stuk democratie genegeerd
wordt, maar tevens zou zulk een
afwijzing praktisch levensgevaarlijk
zijn.
Men kan de vraag stellen: wat had
de regering moeten doen om die
ommezwaai te vermijden, respectie
velijk haar standpunt door te zet
ten? Globaal had ze twee mogelijk
heden. De eerste was om door aan
voering van nieuwe en heel zware
(desnoods zuiver politieke) argu
menten de voorstanders sterker te
motiveren. Dat wil dus zeggen dat
ze van de lauwe (a) voorstanders
zeer sterke (c) voorstanders had
kunnen maken. Dat had tot het re
sultaat geleid als in grafiek 3.
De zaak was dan niet minder om
streden geweest en gebleven en bo
vendien was de Kamer nog sterker
gepolariseerd geraakt, _maar de te
genstanders hadden niet kunnen
beweren, dat er over hun heen ge
lopen was.
Concessies
De tweede mogelijkheid was geweest
om zodanige concessies te doen aan
de protesterende minderheid, dat
aan haar tegenstand een groot stuk
felheid was ontnomen. In de poli
tiek is dat doorgaans het meest ge
bruikelijke middel. Het had kunnen
leiden tot het resultaat als in gra
fiek 4.
Iets dergelijks is nu, zij het te laat,
gebeurd door het compromis dat de
regering in haar langdurige kabi
netsvergadering van vrijdag en za
terdag heeft uitgewerkt. Nog is de
tegenstand, ook qua intensiteit, niet
gering, maar het valt aan te nemen
dat de Kamer volgens de in grafiek
4 aangegeven doorlopende lijn te
genover dit besluit zal staan. Om
de tegenstanders nog meer motiva
tie te ontnemen, (stemmingsbeeld
volgens de stippellijn), had de rege
ring waarschijnlijk het in feite col
lectieve gratieverzoek formeel moe
ten afwijzen.
Conclusie: Men kan het de heren
Biesheuvel en Van Agt niet kwalijk
nemen dat ze de Kamer-uitspraak
niet tevoren hadden voorzien, men
kan hun hoogstens het verwijt ma
ken, dat ze met de risico's van een
te onzekere meerderheid te weinig
rekening hebben gehouden, zodat ze
het initiatief aan de felle tegen
standers overlieten. Politiek is er,
objectief gesproken, verkeerd gema
noeuvreerd. Of het uiteindelijk re
sultaat verkeerd was, blijft aan de
lezer zelf overgelaten.
voor
<3 Hu* of MM
b quKatSjJ
c sfc«rk.
GftnFitK
c«*)
j :l«ne(wr
b i atrial
c sberk.
OAAFICK
a
Voor
min of macr
b» qemifciQSl
c o sterk
GRAFIEK
1
ai min of
b gtmotiad
s sterk
GRAFIEK
RDAG 11 MAART 1972
PAGINA 9
f^et hart van de discussie over
n niet gratieverlening aan
van Breda" Stond d'e vrees,
Ljjor deze openbare gedachten-
v ig het onverwerkte leed van
1 overlevenden en andere oor-
ihtoffers sterk zou worden
fti;
?he
van veel Nederlanders,
neer op de TV-vertoning van
umentaire „Begrijp je nu
ik huil.hebben aange-
•ci dat die beduchtheid van des-
1| p terecht is geweest. Maar
meer gebeurd. Dit pijnlijk
1 heeft er ook toe geleid, dat
ihische en lichamelijke sto-
waardoor tienduizenden
fers zevenentwintig Jaar na
nog worden gekweld, in
i jjddelpunt van de belangstèi-
z« i
Opgekropte emoties
lijt htoffers konden door de Ja-
»n het gevoel hebben,
;'uin opgekropte emoties en de
:ingen aan toen geen uitweg
Zij voelden zich steeds
jruggeworpen in de onbegre-
"(izaamheid van wat lang na
it!og als het „post-concentra-
rsyndroom" bekend
Het werd steeds duidelijker,
ziektebeeld behalve door de
rkte ervaringen van de
fers zelf, ook werd teweeg-
door het onvermogen en
van de buitenwereld zich
problematiek open te stel-
plótseMng anders. Bij een
ïbliek gloort nu, na de aan-
le TV-uitzend'inig van na het
4
•land prikkeldraadvrij". Dat is
■hefcijdkreet waarmee een deze
in Eindhoven opgericht comité
nd wil afhelpen van zijn dui-
1 kilometers gevaarlijke afras-
initiatiefnemer van de „an-
t°i keidraad-actie" is het Eind-
raadslid Harry Bijnen.
Ujdraad. IJzeren hekken met
er0p. Muurtjes met glas-
en. ,.Weg ermee", zegt Harry
want er vallen doden en
d*n door."
ie slachtoffers, omdat vol-
„op de meeste plaatsen
'oekn kan worden met een afras-
van glad draad". Bijnen:
'een voorbeeld te noemen, over
lil afstanden in Nederland zijn
en autoweg gescheiden
irikkeldraad. Het staat tussen
ritjes, opdat we het maar niet
zien. Maar vraag eens aan
'"jillekeurige politieman wat het
ervan is. Hij zal uit eigen
kunnen vertellen over on-
en die veel ernstiger uitvallen
dan nodig is. Omdat tuimelende
fietsers, bromfietsers en mensen die
uit auto's worden geslingerd er in
terecht komen".
V erwondingen
In het algemeen wijst de heer Bij
nen erop dat een groeiend aantal
verwondingen en verminkingen het
gevolg is van afrasteringen die on
nodig gevaarlijk zijn. „Iedereen
kent een voorbeeld uit zijn eigen
buurt waar een kind of een bejaar
de in het prikkeldraad is gevallen
en zich daarbij vaak ernstig heeft
verwond. In Oisterwijk verdronk
vorig Jaar een bejaarde die voorover
in een sloot viel nadat hij aan
prikkeldraad was blijven haken."
Mede-comitéleden zijn het collega
raadslid A. van Gestel, de heer H.
Willemse hoofd afdeling voorlich
ting van de gemeente Eindhoven en
de heer A. Fontaine, hoofd plant
soenendienst in dezelfde stad. Uit
de functie van met name laatstge
noemde zou men kunnen afleiden
dat Eindhoven zélf binnen de kor-
ste tijd definitief afrekent met
prikkeldraad en andere gevaarlijke
afrasteringen.
De heer Bijnen: „Bij onze plantsoe
nendienst geldt het motto: geen
prikkeldraad als het niet strikt no
dig is. En meestal is het niet nodig".
Zoals bij de pastorie van die r.k.-
kerk in de lichtstad waar een an
derhalve meter hoge muur over een
lengte van zeker vijftig meter „be
kleed" is met ijzeren pinnen. „Die
kunnen best weg", meent hij.
Prikkéldraad, pinnen en glasscher
ven zijn naar de mening van het
kersverse comité nooit zinvol als ze
bedoeld zijn om klimmende kinde
ren tegen te houden. Geen bezwaar
heeft het comité tegen bijvoorbeeld
prikkeldraad dat zo hoog is aange
bracht dat kinderen er niet bij
kunnen en dat dus alleen bedoeld is
om inbrekers van een koude kermis
thuis te laten komen. „In veel ge
vallen", aldus de heer Bijnen, „kan
prikkeldraad door iets anders, een
veiliger afrastering, vervangen wor
den."
Onzin
„Prikkeldraad om tuintjes af te
rasteren is natuurlijk onzin. Het is
ongetwijfeld een beroerde zaak als
Je tuintje wordt platgetrapt door
spelende kinderen, maar geen zinnig
mens in heel Nederland zal bewust
het risico willen nemen dat hij een
voor kinderen levensgevaarlijke si
tuatie schept. Prikkeldraad of niet,
het zal steeds op een weegschaal
moeten worden uitgemaakt."
Volgende week verstuurt het comité
een brief waarin gemeentebesturen,
provinciale en rijksdiensten en mi
lieudeskundigen verzocht worden
zich te bezinnen op het ongelimi
teerd gebruik van prikkeldraad. Dat
zal dan de eerste officiële daad zijn
van het anti-prikkeldraad-comité.
„Daarnaast", vertelt Harry Bijnen
tot slot, „kunnen we veel doen door
de discussie over dit probleem op
ganig brengen. Natuurlijk, er zyn
belangrijkere problemen in de we
reld. Maar dat mag nooit een ex
cuus zijn om zaken van geringere
importantie te laten liggen."
Comité-leden die ergens een ge
vaarlijke afrastering bespeuren,
gaan proberen de mensen zover te
krijgen dat ze prikkeldraad of het
hek met pinnen slopen en vervan
gen door iets waaraan minder risi
co's vastzitten.
Diezelfde activiteit verwacht het co
mité van iedereen die met de kreet
„Nederland prikkeldraad vrij" sym
pathiseert.
kamerdebat, inzicht in aard en om
vang van het lijden van (volgens
psychiater .prof. dr. J. Bastiaans)
30.000 a 40.000 oorlogsslachtoffers.
Het besef wint veld, dat niet alleen
een kleine groep deskundigen hulp
aan de patiënten kan bieden, maar
dat ook de mensen in de omgeving
in staat zijn bij te dragen tot het
genezingsproces.
Veel zin
Iedereen kan helpen, van de onder
linge verhouding (in het huwelijk,
op het werk, in de dagelijkse om
gang) kan een heilzame invloed
uitgaan. „Als we dat leren inzien
heeft de hele affaire rond de Drie
nu al veel zin gehad". Deze opmer
king maakt prof. dr. J. A. Weijel in
de bundel Leven na een oorlog, een
binnen één week tot stand gekomen
uitgave van het Nationaal centrum
voor geestelijke volksgezondheid.
Het is een losbladige map met arti
kelen, die ook voor leken zeer goed
leesbaar zijn en waarin de kern van
veel beschouwingen over het KZ-
syndroom en de mogelijkheden van
therapie overzichtelijk is bijeenge
bracht.
Prof. dr. Bastiaans geeft een be
schrijving van de versèhijnselen
van het KZ-syndroom als een we
zenlijke verstoring van de harmonie
tussen verstand en gevoel, waaraan
ook in de naoorlogse Jaren geen
einde is gekomen, omdat de patiën
ten nooit voldoende gelegenheid
kregen tot de vrije uiting van ver
drongen emoties. Hij geeft daarbij
ook verhulde kritiek op een rege
ring, die nooit heeft kunnen beslui
ten tot het verschaffen van een
pensioen aan Joodse oorlogsslacht
offers: „Willen we d'e geestelijke
verstarring doorbreken dan zal een
bepaald klimaat nodig zijn en dat
ls onder meer zekerheid bieden, fi
nanciële zekerheid, zekerheid van
begeleiding en behandeling voor de
slachtoffers en hun gezinnen bij
voorbeeld meer dan nu nog ge
daan wordt".
Behandeling
De zenuwarts D. van Tol vat de
methoden van behandeling van pa
tiënten samen: hypnose, pentothal,
LSD welke stof alleen voor dit
soort ernstige gevallen gebruikt mag
worden en dan nog slechts na diep
gaand vooronderzoek van de betrok
kene. Hij plaatst met zijn beschou
wing de gehele problematiek van
ziekte door verdringing in een rui
mer kader dan dat van de oorlogs
ervaringen alleen.
Het concentratiekamp (Duitsland,
bij de Japanners) vormde een bui
ten-proportioneel gebeuren van wat
mensen andere mensen ook onder
meer „normale" omstandigheden
kunnen aandoen: „In ieder autori
taire gezagsverhouding is sprake de
gewekte agressie te uiten. Dit geldt
voor de ondergeschikte, die door
zijn eigen baas wordt vernederd,
niets terug durft te zeggen uit
anigst zijn baan te zullen verliezen
evenals voor het kind dat na
een verbod niet mag huilen, stamp
voeten of op andere wijze zijn ge
voelens mag laten blijken".
Een winst van deze tijd noemt prof.
Weijel ln zijn beschouwing, dat de
mensen zich meer kunnen uiten
dan vroeger. Zijn pleidooi: stel de
medemens in staat zich uit te spre
ken, „verstandige vrienden en buren
konden door gewoon te luisteren en
te praten iemand bevrijden uit een
oorlogsisolement."
En even verder: „Als die ervaringen
zo een plaats krijgen, zijn ze ge
makkelijker te verwerken achteraf.
In ieder geval sta Je er niet meer
alleen mee."
Reacties
Journalist C. J. van der Poel geeft
een beeld van de meer dan 800
reacties die loskwamen na de verto
ning van de film .Begrijp je nu
waarom ik huil." Daaruit is geble
ken, dat tweederde zich positief uit
sprak over de uitzending van de
film. Dertig mensen die met acute
psychische moeilijkheden zaten zijn
verwezen naar een medisch team
van een Amsterdams ziekenhuis.
Tien reacties waren anti-semitisch
van aard: „De macht van de Jo
den", „Wat doet Israël met de Ara
bieren". Ook belden vrij veel slacht
offers van de Japanse kampen:
„Wat ik heb meegemaakt was even
erg, maar wij hebben het gevoel in
Nederland in de steek te zijn gela
ten."
De bundel besluit met een hoofd
stuk dat adressen geeft waar mensen
met geestelijke moeilijkheden voor
hulp en bijstand terecht kunnen.
„Leven na een oorlog" is verkrijg
baar bij de Nationale Federatie
voor de Geestelijke Volksgezondheid
voor twee gulden per exemplaar. Bij
voorkeur via giro 268986 met ver
melding ex. Oorlog.