„Tijd is rijp voor authentieke Bach" Mensen moeten elkaar weer de hand kunnen geven Anouilh niet op zn bes PAGINA 12 EXTRA ZATERDAG 12 FEBRUA Toneelgroep „De Appel" en Erik Vos 99 wam van het nieuwe toneelgezelschap „De Appelinspireerde de foto- het maken van bovenstaand plaatje. Van links naar rechts: achter Carol Linssen, Peter van der Linden; voorDo van Stek en Christine „Wat wij, die in een groot gezelschap spe len, intens missen: het gevoel van continuï teit. Je bent met een stuk bezig, er is een premièredatum, klaar of niet gaat het stuk in première, en dan is het uit. Je speelt het stuk verder zoals het bij de première was, je kunt het niet verder ontwikkelen, en je kunt het niet verder ontwikkelen, en daarmee staat je eigen ontwikkeling stop. Je komt geen stap verder, en we willen met elkaar verder komen". Zes acteurs en ac trices, die met Erik Vos samen de nieuwe toneelgroep „De Appel" vormen, geven de achtergrond van hun besluit om hun „vaste positie" bij een gesubsidieerd toneelgezel schap op te geven om samen in het onge wisse te stappen als experimentele toneel groep. Christine Ewertt Peter van der Linden en Carol Linssen van de toneelgroep Theater, Do van Stek van de Haagse Comedie, aangevuld met een nog anonieme laatste-jaarsleerling van de Amsterdamse Toneelschool hebben zich verenigd onder Erik Vos als „projectleider". Zij hebben een aanvraag by CRM ingediend voor een subsidie van drie ton op naam van de Stichting Theaterproject van Eric Vos; sub sidieaanvragen zyn ook gedaan bij de gemeenten Amsterdam en Rotterdam; hun administratieve en technische besognes worden gedragen door de Thea terunie, de organisatie van o.a. Han Surink, die veel van de theaterproducties voor de Nederlandse kleine theaters (HOT, Picolo, De Lantaren e.d.) ver zorgt. De Appel ziet het Amsterdamse theater De Brakke Grond als zijn thuishaven. De Raad voor de Kunst heeft al een half jaar geleden gunstig ge adviseerd aan CRM ten aanzien van de voorberei dingen voor het project. Do van Stek: „Ik ben lang aan een groot gezel schap verbonden geweest. Het is goed voor myn eigen ontwikkeling om iets heel anders te gaan doen. Ik wil van uit een ander beginpunt gaan werken, van uit je eigen gezichtspunt in een kleine groep". Peter van der Linden: „Dat iets kan mislukken is fijn. Als er geen mens komt kijken is alles uit, maar als er een gerede kans is dat er mensen komen moeten deze kleine appeltjes kunnen groeien. We willen de expressiemogelykheden van het lichaam verkennen. We, dat wil zeggen Christine Ewert en ik, zijn daar al mee bezig in onze mime-programma's, waarvoor Peter van der Linden de scenario's schreef. Dat programmai dat nu „Op leven en dood" heet, gaan we uitbouwen, en daar beginnen we al in augustus mee in de Brakke Grond'. Erik Vos: „Het is van belang om dit soort zaken door te zetten. Iedereen was geestdriftig over de „Alice in Wonderland" van het Manhattan Project in het laatste Holland Festival, maar die groep is daar maandenlang mee bezig geweest, ze zijn uit elkaar geweest, weer bij elkaar gekomen tot er ten slotte iets goeds uit te voorschijn kwam. We willen in het komende seizoen twee projecten produce We maken een keus uit een bewerking doe Mooy van „De kleine prins" van de St. Euxuj „God op aarde" van Inez van Dullemen, een frontatie van de mens en zyn goden, de „Sket voor een hand" absurde ontmoetingen door P van der Linden, en ons zg. Blubber-programma gegevens van de Britse acteur-schrijver John Gr in een sketch verandert een acteur plotseling rol, de anderen gaan langzaam met die nieuwe guur mee. De eerste keus uit die mogelijkheden in oktober in De Brakke Grond zijn te zien, de gende in Januari, en we gaan er mee reizen L de kleine theaters. Dat doen we ook met onze extra's dat mime-; gramma, een „kerst-in" of hoe moet Je het noen programma's op een thema door verschillende i ken van kunst, dan een poëzieprogramma „Dich nog dichterbij" op zondagochtenden, Nederlai gedichten van grote dramatische kracht, vooral i del-Nederlandse, en een kinderprogramma. Peter der Linden heeft al zulke programma's gemaakt, als „Iene miene mutte", maar wij willen die gramma's nu nadrukkelijk en continu producer „We zijn natuurlijk maatschappij-kritisch. Waa verliezen de moderne mensen hun natuurlijke gee lijke diepte ze worden overdonderd door wa aangeboden krijgen. Mensen moeten elkaar hand kunnen geven zonder dat daar muren tu staan". Nikolaus Harnoncourt „Toen nog niet zo lang geleden ontdekt werd dat de Thomas- kirche in Leipzig in de tijd dat Bach daar zijn werken dirigeerde van binnen met hout betimmerd was viel meteen een algemeen geldende opvatting in duigen". Nikolaus Harnoncourt hij blijkt allesbehalve de wat schuchtere wel tf remde figuur te zijn die hij op enkele foto's leek - vertelt het met enig leedvermaak. Die ontdekking betekende namelijk dat Bach zelfs zijn meest grootse religieuze composities - bij voor beeld de Matthaus-Passion - in eer ste instantie schreef voor een kerk met weinig galm, een akoestisch vrij droge ruimte waarin Je elk de tail hoort. Bach was een pragmati cus en wie in aanmerking neemt dat de Thomascantor beslist dacht dat het meest van zijn kerkelijke muziek toch nooit verder zou ko men dan zijn eigen Thomaskirche zal dat „houten" feit niet als een te verwaarlozen zaak beschouwen. Met andere woorden de Harnon- oourts van dezA tijd hebben gelijk: die wijdingsvolle galm die men hier zo graag in de kerk bij een werk als de Matthaus-Passion ondergaat hoort niet bij Bach. Harnoncourt: „Het was voor mij lange tijd een raadsel hoe Bachs kleine koor en orkest acceptabel kon klinken in die akoestiek van de Thomaskirche van nu en ik begreep ook niet hoe men die snelle harmoniewisselingen goed kon onderscheiden. Tot die ontdek king van dat hout", pit simpele hout Is natuurlijk niet de alfa en omega van het inzicht waarop Harnoncourts uitvoerings praktijk stoelt. Hij heeft nog wel fundamenteler dingen te zeggen: „De tijd is voorbij dat bij muziek - net als bij andere kunsten - de ontwikkeling tegelijk beschouwd wordt als een vooruitgang. De ba- rokviool is niet de onvolmaakte voorloper van de viool van nu en Je kunt de huidige ventielhoorn niet een „beter" instrument noemen dan de oude natuurhoorn. Iedere tijd heeft het instrumentarium dat in die tijd in zich volmaakt is. Het symfonie-orkest vanaf de tijd van de Weense klassieken (Haydn, Mozart) staat in welke samenstel ling dan ook volkomen buiten Bachs klankwereld. Zoals ook een modern groot gemengd koor in zon cantate niets te maken heeft met het authentieke effect van een klein koor van Jongens en mannen. De verhouding stem-instrument is door die gewijzigde timbres geheel anders komen te liggen. We willen met onze interpretatie niet een paar stappen terug in de tijd zetten maar Juist een werkelijke actuele interpretatie brengen door ons te bedienen van de enige juiste klankmiddelen, de authentieke, en gebruik te maken van de nieuwste stilistische inzichten. We geloven dat deze tijd rijp is voor deze Bach"« Over het camtateproject zegt Har noncourt: „Gustav Leonhardt en ik dachten dat we met onzeervaring (door de Johannes-Passion, de Mat thaus-Passion, de Hohe Messe en al een aantal cantates die we vroeger voor de plaat hadden uitgevoerd) wel in drie jaar met het gehele projeot klaar konden zijn. Vergeet het maar. Het wordt minstens tien jaar want we blijken van veel vraagstukken die de cantates op werpen - allerlei voorschriften, in strumentarium - nog geen notie te hebben. „We voelen ons ware detectives. Met musicologen staan we voortdu rend in contact om over iedere nieuwe ontdekking van gedachten De Weense musicus Nikolaus Harnoncourt heeft felle pro's en contra's opgeroepen met de on der zijn leiding op grammofoon platen verschenen uitvoeringen van barokmuziek speciaal Bach die alle kenmerken van de musicologische speurtoch naar authenticiteit dragen. Kleine en sembles met authentieke instru menten, jongens in plaats van vrouwen in o.a. de Matthaus- Passion en de Johannes-Passion en een uitvoeringsstijl die volko men afwijkt van wat sinds de vorige eeuw traditioneel (roman tisch) is geworden. Onlangs begon Harnoncourt aan een nieuw project, het grootste uit de geschiedenis van de grammofoonplaat: het registre ren van alle cantates (meer dan tweehonderd) van Bach op het Duitse merk Telefunken. Het grootste deel verzorgt Harnon court met zijn ensemble Concen- tus Musicus en de Wiener San- gerknaben. Een ander deel neemt Gustav Leonhardt met zijn consort en het King's Colle ge Choir van Cambridge voor zijn rekening. Het project dat ongeveer honderd platen zal om vatten strekt zich uit over tien a vijftien jaar. De eerste cassette met vier cantates is al versche nen. Onlangs was Harnoncourt even in Amsterdam. Hij wilde wel iets zeggen over de achter gronden van zijn uitvoerings praktijk. „Remake" van Electra te wisselen, want de puur muzie- wetenschappelijke kant is niet ge ring. Er zou na die tien jaar wel eens veel kunnen zijn opgehelderd. Dan zijn waarschijnlijk de eerste platen van de serie weer achter haald. Maar als we ons daarvan wat aantrokken konden we wel nooit beginnen. Zo gaat het tenslot te ook bij het samenstellen van een veeldelige encyclopedie". Japan aan de spits met de onderzeese- tunnelbouw Kortgeleden hebben i den van de Straat van Tsoegaroe plechtigheden plaats gevonden bij de aanvang van de bouw van de Seikan- tunnel, die de Japanse eilanden Hon- sjoe en Hokkaido zal verbinden. Deze spoorwegtunnel zal een tota le lengte van 53,85 km hebben, waar van 23,3 km onder zee zal lopen. Bij de voltooiing in maart 1979 zal het de grootste onderzeese tunnel ter we reld zijn en zelfs de geprojecteerde tunnel onder het Kanaal tussen En geland en Frankrijk (ca. 52,5 km) in de schaduw stellen. De Seikantunnel zal de Japanse na tionale economie dienen door de twee belangrijke eilanden Honsjoe en Hokkaido te verbinden met een PARIJS (GPD) Giraudoux, Sar tre, Camus en ook hijzelf waren Jean Anouilh op die weg al vele ja ren eerder voorgegaan. Maar zijn jongste stuk dat Parijs, als ieder seizoen, dan toch maar weer met intense spanning had verbeid, „Tu étais si gentil quand tu étais petit (Wat was je lief toen Je klein was)" en waarin nu Electra aan zo'n „facelifting" onderworpen werd, belooft toch weinig nieuwe lauweren bij te zullen dragen aan zijn eigen roem van Frankrijks grootste leven de dramaturg noch vooral aan die van zijn Griekse voorzaten Euripi des, Sophocles en bovenal Aeschy- clus. Het recept en de ingrediënten ken den we dus van Anouilh zelf al, sinds zijn nog steeds onvergetelijke Antigone, de heldin die hij tijdens de Duitse bezettingsdagen plaatste in de context van die periode en die, als gezegd, wel zijn aangrij pendste creatie blijven zal. Ook hier ontmoet men Electra, Oresta, Clytemnestra en Egistos, ge drapeerd in hun klassieke plunjes derhalve gelijktijdig met of schoon niet tussen een viertal tijdgenoten, zijnde de leden van een dameskapsel die bij wijze van „koor" hun commentaren op klau- sen. uitlatingen en verwikkelingen van eerstgenoemde buren geven. Dat strijkje van zielepoterige schnabbelaressen kende men trou wens ook al uit een vroegere eenac- ter (l'Orchestre) en, zoals bijna al tijd bij Anouilh, werden die figuren weer uit een aanwijsbare jeugdher innering geboren: zijn eigen moe der had vroeger haar brood in de muziek verdiend. Het hele stuk wemelt van zulke au tobiografische reminiscenties. Net als in de goudvissen het aqua rium van zijn tante waarin hij als klein jongetje van dat mens niet eens mocht piemelen toont hij zich nog altijd vervuld van nijd en wraaklust tegen de boze buitenwe reld: de contesterende Jeugd die ook enkel maar uit potentiële srri- vlsten en bourgeois bestaat, de re gering, de oppositie, de arbeiders, het moderne theater, de critici, de rijkdom, de politiek en noem het hele verdere repertoire maar op dat steeds minder nalaat Anouilh's res- tweebaans-spoorweg voor superex- prestreinen. De binnendiameter van de timnel met zijn 80 cm dikke betonnen wand zal 9,7 meter bedragen. Alle bochten zullen uiterst flauw zijn, ter wijl de hellingen in het midden (over ca. 5 km) 3 promille zullen bedra gen en aan de uiteinden 12 promille. Het diepste deel van de tunnel komt 240 meter onder de zeespiegel te lig gen en 100 meter onder de zeebodem Door de ontzaglijke moeilijkheden, waarmee de constructie van deze langste onderzeese tunnel gepaard gaat, is 25 jaar verstreken tussen het eerste geologische onderzoek en de aanvang van de werkzaamheden. sentimenten en pseudo-misantropie te provoceren en tot venijnige actie te brengen. Uit zijn voorlaatste stuk, 'n „Ecou- tez pas madame" een souverein meesterwerk naast dit Jongste pro- dukt kon men afleiden dat, trots hun ingekankerde cabotinage, alleen de acteurs, als menselijke verschij ningsvorm, de auteur misschien toch nog wel tot een zekere ten- dresse konden verleiden. Maar in „Tu étais si gentil" worden die ac teurs alleen maar als instrumenten of voertuigen van Anouilh's ver zuurde gedachten en gevoelswe reld en niet als eigen, autonome fenomenen gebruikt en gehan teerd, zodat zelfs aan de oprechte bewondering voor zijn virtuose be handeling van het bekende Piran- dello-effect (van het toneel in de tweede dimensie) geen gelegenheid wordt geboden. 'Iemand (met talent) eens lekker te horen beschimpen, foeteren en kan keren op alles wat de wereld aan akeligs en zelfs aan goeds heeft voortgebracht, kan van tijd natuurlijk best wel weer e dig zijn en al Jaren wist je van Anouilh die al zijn i lang verloren had, tegenwon niet zo veel meer mocht 1 ten. Maar de erbarmelijke en w de trutjes van het damesorl kauwen hier een kostje di tien vorige stukken al amusanter, gevatter, sche vooral ook schrijnender hal savoureerd en waarbij, ta nisch, de osmose met de intrigue bovendien geen oge stand komt. De mayonaise, de cocktai potpourri mislukt en Anou zo met zijn obsessies en hal tussen de twee stoelen ter antieke heldinnen hadden best zonder die chirurgische van de facelifting kunnen maar chirurg Jean Anoul nu toch wel een heel lan? Trieste ontdekking. FRANK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1972 | | pagina 12