Computerkunde: nieuw vak
op (Leidse)
scholen
Leidse raad en gewestnota's
Successen voor Jahn
Ontwikkeling maakt programmeur minder belangrijk
Toverij rondom Bach
op matinee van K&O
LEZERS SCHRIJVEN
Bezwaren fluoridering
I MAANDAG 7 FEBRUARI 1972
LEIDEN
LEIDEN Op steeds meer Nederlandse scholen wordt een
nieuw en zeer eigentijds vak ingevoerd: computerkunde. Ook
i w"el „informatica" genoemd, maar de eerste benaming is wel
I zo duidelijk. Een man als prof. Zoutendijk, directeur van het
universitair computercentrum in Leiden juicht die groeiende
belangstelling voor de elektronische rekenapparatuur toe. Hij
zei kort geleden nog: „computerkunde zal gegeven moeten
worden op bijna alle schooltypen: mavo, havo, athaneum, gym-
I nasium, mts, hts, meao en heao. De grote maatschappelijke ge-
volgen maken het immers noodzakelijk dat iedereen vertrouwd
t raakt met de mogelijkheden, de beperking en de gevaren van
l computers".
Maar van "moeten" is op het ogen-
i blik nog geen sprake bij dit prille
schoolvak. Het is (nog) een keuze-
i vak op de lesroosters van momen-
i teel 104 scholen in het land. Daaron-
ider is sinds '70 de Leidse meao, dit
schooljaar gevolgd door de volgende
Door
Henk de Kat
echolen voor wat de Leidse regio be
treft: Visser 't Hooft lyceum, St. Ag
nes scholengemeenschap, Rembrandt
scholengemeenschap, lyceum Leiden
Zuidwest, scholengemeenschap voor
atheneum en havo in Katwijk aan
Zee en de openbare school voor ma
vo in Boskoop.
De deelnemende leerlingen zijn
enthousiast, vertelt -de heer G. A.
Vonk. Hij is de specialist op het ge
bied van computeronderwijs bij het
Instituut voor de Ontwikkeling van
het Wiskunde Onderwijs (IOWO) in
Utrecht. "Het is een nieuw vak met
een praktische inslag. Dat werkt bij
zonder animerend. De maatschappe
lijke betekenis ervan is zonneklaar
voor de leerlingen".
Waarom computerkunde op de
scholen? De Heer Vonk: "De compu
ter gaat een steeds grotere rol spe
len in de maatschappij. We hebben
nauwelijks fantasie genoeg om ons
voor te stellen hóe snel zich dit zal
ontwikkelen. Je zag dat met de eers
te industriële revolutie, toen de
stoommachine veel routine-matige
handenarbeid ging vervangen. Daar
was men niet voldoende op voorbe
reid. We zijn nu met de voorberei
ding op de automatisering al aan de
late kant, maar we kunnen het nog
redden".
Girootje
Er is bijna geen terrein, waar niet
met computers wordt gewerkt. Bij
voorbeeld: aan de overschrijving van
uw girootje is een computer te pas
gekomen. De PTT experimenteert
zelfs met een computer, die handge
schreven biljetjes kan aflezen. De
krant, personeelsadministraties, oud
heidkundig onderzoek om maar
eens een gekke zijstraat te noemen:
OEGSTGEEST K. en O. Oegst-
geest had het mee op de matinee in
het Rijnlands Lyceum. Honderden
zijn er binnengestroomd. Om de lok
ker „Rondom Bach"? Om Max van
Egmond, die na zijn tien minuten
baritonzang al huistoe kon? Om de
„gouden" blokfluitende Franz Brüg-
gen met de klavecinist Gustav Leon-
hardt? Om het barokprogramma en
de tijdsechte instrumenten? Stoelen
niet, maar programma's waren er
wel tekort. Leonhardt repareerde dat
tekort door een musicologisch preekje
van een kwartiertje over de relaties
van de geprogrammeerde componis
ten met Bach Ergens nu zitten
twee concertbezoekers naast elkaar.
De een kon alles opvangen, de ander
niets ervan. Wij ook niet. Daarom ons
eigen kijkje op die relaties.
Telemann (twee solo-fantasieën
voor blokfluit) kende Bach, hij was
zelfs peetvader van zoon Emanuel
Bach, voorbestemd om eens, in Ham
burg, de peetvader op te volgen.
Bach senior heeft de Kantorei in
Leipzig alleen maar kunnen krijgen,
omdat Telemann ervoor bedankte.
Telemann heeft van Bach niets opge
stoken, hij was een vrijzinnige nieuw
lichter, terwijl Bach zijn sappen zoog
uit het voorbije en voorbijgaande, dat
hem beproefd van waarde leek.
Hasse (Reciet met Aria uit de
opra Arminio) was de favoriete com
ponist aan het hof in Dresden. Bach
is daar bewezen vier maal geweest.
Een keer is Hasse zelf met heel zijn
kapel naar een orgelbespeling van
Bach komen luisteren. Zijn opera's
hadden invloed op de twee Bach-
zonen Emanuel en Christian, maar
een wisselwerking Hasse-Bach is er
niet geweest. Bach sprak wel eens
tegen zijn zoon Friedemann over die
„aardige kleine wijsjes van Hasse"
Van contacten daarentegen tussen
Bach en Couperin (vioolconcert „Ri-
tratto dell' Amore" met basso conti
nuo) weten we niets.
Emanuel (Wurtembergse Sonate in
e voor klavecimbel solo) heeft de
contrapuntische stijl van de vader
vrijwel gelaten voor wat deze was
Alleen de oudste Bach-zoon Friede
mann (jammer genoeg niet rondom
Haastige spoedEen 61-Jarige
gehaaste voetganger was in Erlangen
bij Neurenberg onder de neergelaten
spoorboom doorgekropen om nog
vlug voor de naderende trein de rails
te kunnen passeren. Toen de wachter
hem wilde tegenhouden, maakte hij
de man door een slag op het hoofd
ongeschikt voor verdere dienstuit
oefening. Daar er niet zo gauw voor
een plaatsvervanger kon worden ge
zorgd, bleven de spoorbomen een uur
lang gesloten 1
Bach vertegenwoordigd) heeft daar
nog wel op voortgebouwd. Aan Vi
valdi Sonate no. 6 II pastor fido)
dankt Bach, als bekend, enorm veel
voor de ontwikkeling van de con
certo-vorm. Persoonlijk kenden de
twee elkaar niet, vraag is of Vivaldi
zelfs de naam Bach wel kende.
„Maxje", Brüggen, Leonardt dat
is neusje van de zalm. Max vormde
de tonen zoals de blokfluiter dat
deed: toon na toon maximaal ge
welfd en welgeschapen parelend
naast elkaar geregen alsof «tear geen
ademen aan te pas komt, en dat met
tien nuances binnen een pianissimo,
zacht en lichtvoetig en niettemin
steeds substantieel. Een goochelend
beeldend fraseren. Op enkele plekken
liep deze toverij wel iets terug, maar
dan nog! Leonhardt verbindt zijn
ziel en zaligheid aan authentiek en
dat betekent een klavecimbel met
onder omstandigheden wel weinig
draagkrachtige toon. Maar zijn ver
tolkingen zijn die van een meester.
Medewerking was er (voor conti-
nuo-versterking) van de bekwame
vakman Armer Blijsma op de cello en
van een ongenoemde, maar in hoge
mate tevreden stellende op de viool
(we vermoeden Marie Leonhardt)
De aangekondigde luit bleek niet aan
wezig. In vervanging werd een ver
moedelijk ten onrechte aan Sebasti
an Bach toegeschreven Sonate ver
klankt.
KEES VERHOEF
overal wordt het apparaat bij inge
schakeld.
Door deze onstuimige "vercompu
ter isering" zal ook de behoefte aan
mensen die het ding kunnen bedie
nen en vooral: gebruiken, allengs
groter worden. Een andere belang
van computerkunde op scholen is
dat lederen moet zien welke gevaren
aan het gebruik van computers kun
nen kleven: "we mogen de compu
ter niet overlaten aan een kleine
clan van magiërs en de rest onmon
dig laten".
Wat nu op de scholen gebeurt tij
dens het lesuur computerkunde, is
een eerste kennismaking. De heer
Vonk: "De leerlingen leren 'm ge
bruiken, zonder dat ze er recht
streeks contact mee hebben."
Er zijn speciale schoolboeken voor
het vak. Daarin wordt ingegaan op
de functies van de computer voor de
maatschappij. De leerlingen moeten
voorts enige ervaring in het gebruik
opdoen. Ze krijgen bijvoorbeeld en
kele programmaatjes op te steMen, die
problemen op verschillende gebieden
behandelen. Die programma's wor
den dan verwerkt door de universi
taire computers (ook Leiden werkt
hieraan mee) en vervolgens terugge
stuurd naar school, uitgewerkt en al.
Programmeertaal
De heer Vonk: "we geven dus
geen opleiding tot programmeur,
maar we doceren zoveel program
meertaal als nodig is om enkele een
voudige praktijkproblemen aan te
vatten. Daar zit ook een stuk alge
mene vorming in: de vaardigheid in
het oplossen van problemen en in het
duidelijk weergeven van de oplossin
gen ervan".
Het IOWO zal deze zomer de mi
nister van onderwijs adviseren om
het de computerkunde als verplicht
leervak in te voeren op de scholen
die vallen onder het algemeen vor
mend onderwijs. Het ideaal is, dat
de computerkunde (of informatica)
in de tweede of derde klas kan wor
den onderwezen. En dan, gedurende
twee lesuren per week. "En dat is
het. Meer vragen we niet. Het hoeft
van ons géén examenvak te zijn"
Maar zijn twee lesuren niet teveel
gevraagd, op een schoolprogramma
waar het aantal wekelijkse lesuren
zal worden teruggedraaid van 32
naar 30? De heer Vonk: "maar com
puterkunde hoeft van ons geen apart
vak te zijn. Het kan bijvoorbeeld
worden ondergebracht bij de wiskun
de. Bij die docent sluit de stof qua
denkwijze het meest aan".
Die "denktrant" die je opdoet bij
de computerkunde, vindt de heer
Vonk een belangrijke nevenwinst:
"De leerlingen krijgen ervaring in
het aanpakken van problemen. Ze le
ren oplossingen weergeven in ondub
belzinnige taal. De computer is na
melijk een zeer slecht verstaander
Je moet 'm precies vertellen wat je
wilt".
Genoeg docenten
Wat het lesgeven in de computer-
kimde betreft, doen zich weinig pro
blemen voor. Er zijn volgens de heer
Vonk genoeg docenten (landelijk: 600
tot 7001 die de door zijn instituut ge
organiseerde cursussen computerkun
de hebben gevolgd. "Je moet eerst
Jarenlang docenten heroriënteren
voordat zij dit vak kunnen geven op
school". Een Utrechtse hartewens is
wel, dat de computerkunde nu ook
wordt ingepast in de (wiskunde) le
rarenopleiding.
Sinds vorig Jaar kent Nederland
twee officiële beroepsopleidingen in
de computerkunde: de hio-scholen
(hoger informatica onderwijs) in
Eindhoven en Enschede. Het huidige
leerlingenaantal is wat tegengeval
len. Voorzichtige verklaring van de
heer Vonk: "misschien komt dat, om
dat de opleiding nog zo nieüw is. De
behoefte aan de afgestudeerden van
deze scholen zal straks wél groot
zijn".
De hio-leerlingen gaan na hun stu
die werken aan de ontiwükeling van
de zogenaamde "harde software".
Vaktaal, die zich bijna niet aan le
ken laat uitleggen. Grofweg zou men
kunnen zeggen, dat zü de compu
ter-perfectionisten worden, althans
het apparaat verder toepasbaar ma
ken voor het steeds groeiende gebrui
kerskorps.
Misleidend
In die "harde" programmatuur zit
ook de toekomst. En niet zo zeer in
het vak van programmeur, zoals per-
soneelsadvertienties en particuliere
opleidingen vaak gloedvol plegen te
beloven. De heer Vonk: "dat is in
derdaad enigszins misleidend".
Hij durft zich er niet over uit te
spreken, in welk tijdsbestek de pro
grammeur (de man dus, die thans
de verlangens van de gebruiker om
zet in een aparte "computertaal")
overbodig wordt: "bij dit soort voor
spellingen heeft iedereen zich altijd
vergist in het verleden. De ontwikke
ling bleek zich dan in de helft van de
tijd te voltrekken".
Vast staat, dat de "harde" pro
grammeur veel werk uit handen zal
nemen van de huidige programmeur.
Overigens is het niet zo, dat pro
grammeren in deze "klassieke" zin
van het woord straks helemaal tot
het verleden zal behoren. Wel zullen
veel programmeurs zich moeten aan
passen.
De heer Vonk verwacht, dat de
programmeur bij de middelgrote be
drijven toch wel zal verdwijnen. Dat
wil zeggen: hij zal zich geleidelijk
omvormen tot systeem-analist. Dat
is een man, die precies weet wat zijn
bedrijf van een computer wil. Deze
specialisten zullen straks vooral van
de hogere technische scholen en de
heao's afkomstig zijn.
Verdrievoudigd
De meao-leerlingen die op school
computerkunde hebben gevolgd, zijn
dadelijk vooral aantrekkelijk voor de
kleine ondernemingen: "zij weten
wat je als bedrijf kunt verlangen van
een rekencentrum en hoe Je die ver
moet voorleggen".
Ook het computercentrum
van de Leidse universiteit (hier
de grote computerzaal aan de
Wassenaarseweg) verwerkt de
leerling en-op gave.
(Foto Holvast)
De heer Vonk, de groei van het
nieuwe schoolvak illustrerend: "we
verwaohten dat het aantal scholen
dat computerkunde geeft, zich elk
Jaar verdrievoudigd. Het kan echter
zijn, dat het 't komend jaar iets te
genvalt in verband met de vermin
dering van de lesuren".
En tot slot: "we lopen in Neder
land zeker niet achteraan op het ge
bied van de computerkunde".
Na de voortreffelijke samenvat
ting, die Sybe Stamm in het Leidsch
Dagblad gaf van het kort geding,
dat uit het bloemendorp Aalsmeer
was aangespannen tegen het PWN
Noord-Holland en de gemeente Am
sterdam worden in uw commentaar
„Fluor" (LD 1-2 voorpag.) enkele
zaken onnodig scheef getrokken.
Zo lezen we: „Tot voor kort waren
de bezwaren die gehoord werden te
gen fluoridering (daar gaat het om
en niet om „fluor") vooral van re
ligieuze aard".
Hiervan is geen woord juist. Men
had beter kunnen stellen: „Tot vooi
een aantal Jaren waren de bezwa
ren die gehoord werden nog slechts
van weinigen. Daarbij waren voor
heen maar ook thans bezwaren van
godsdienstige aard".
Maar zowel voorheen als thans
waren er ook bezwaren tegen fluo
ridering van ons drinkwater van
medische aard, op ethische gronden,
enz. De bezwaren van Juridische en
staatsrechterlijke aard zijn vooral
in de laatste jaren ontwikkeld en
hebben geleid tot de procedures
voor de Raad van State en nu vooi
de rechtbank.
Eerst toen het verzet van enkelin
gen en kleine groepjes werd gebun
deld en de Stichting „Waakzaam
heid Drinkwater" in ons land ont
stond is het verzet in een geweldige
stroomversnelling geraakt.
In de gemeenten, waar verant
woorde peilingen zijn verricht
naar de publieke meningsvorming
t.a.v. fluoridering blijkt algemeen,
dat de meerderheid der bevolking
van zo'n dwangmaatregel niets moet
hebben.
Verder schrijft U: „Daarbij werd
gemakshalve over het hoofd gezien,
dat het water zoals dat uit de kraan
komt al weinig meer met de natuur
uitstaande heeft".
Het woord „gemakshalve" lijkt
hier misplaatst. Uw bewering is be
kend. Waar het om gaat is, dat het
oppervlaktewater (Rij nwater
bronwater, duinwater, enz. door een
reeks van zuiveringsmaatregelen
bereid wordt tot deugdelijk drink
water. zoals in de Waterleidingwet
is vastgelegd.
Maar het eventueel toe te dienen
natrium-silico-fluoride aan dat
.deugdelijke drinkwater" is niet om
dat drinkwater nog deugdelijker te
maken, maar om ons onder dwang
een medicament te laten slikken met
bedoeling in onze lichamen een
verandering aan te brengen. Dat
heet massa-medicatie en is de kern
van de gehele zaak.
Daartegen gaat het verzet. Dit
gaat niet tegen het gebruik van
fluoride, maar wil dit gebruik alleen
op basis van vrijwilligheid. Bij een
goed volwaardig voedselpakket en
voldoende mondhygiëne bestaat
weinig gevaar voor tandbederf,
vooral wanneer daarbij dan ook nog
een periodieke tandheelkundige con
trole plaats vindt.
De door u genoemde „fluorpillen"
bestaan al vele Jaren, worden door
tandartsen aanbevolen, zijn even
effectief als die grote hoeveelheden
fluoride aan het drinkwater toe te
voegen, waarvan 97 procent niet voor
consumptie is.
Tenslotte schrijft u nog: „Aan
staande tandartsen hebben ver
klaard dat zij zich voortaan alleen
nog maar willen vestigen in gebie
den waar fluoride aan het drinkwa
ter wordt toegevoegd".
Nu wijzen de officiële meest re
cente cijfers van het ministerie
van volksgezondheid niet in die rich
ting, maar indien uw bewering
juist is, dan zouden deze a-sociale
elementen het best op korte ter
mijn van de universiteiten kunnen
worden verwijderd en zouden de
aanstokers door de respectievelijke
ministers op hun vingers kunnen
worden getikt. Want met preventie
heeft dèt niets te maken.
N. A. van den Toorn,
„Waakzaamheid Drinkwater",
Leideal.
LEIDEN /DEN HAAG In de
sporthal „Overbosch" te 's Graven-
hage werden zaterdag de B wed
strijden van het Gewest Zuid-Hol
land van het KNCGV gehouden.
de kampioenschappen in de
kringen Maasmond, Rotterdam, Den
Haag en Rijnstreek hadden de
deelnemers (sters) zich ge
plaatst voor deze strijd, 's Middags
waren de adsp. here» en adsp. dames
aan het werk en 's avonds de dames
en heren. Bij de adspirant dames,
hield de Leidse Ans Witkes van
„Jahn" kranig stand tussen de grote
concurrentie; een le en 2e plaats
op resp. ringen en balk bewezen dat
men met haar rekening diende te
houden. Ondanks een wat lage
waardering op de mat wist zij zich
op een eervolle 3e plaats te nestelen.
Bij de dames trad Jannie van de
Wiel in het strijdperk. De laatste
maanden heeft Jannie hard en se
rieus getraind. Dit was ook in de
wedstrijd goed te merken; zij turn
de constant. Het eindresultaat was
zeer goed; een eerste plaats die de
tribunes deed trillen door het
enthousiasme van de vele suppor
ters. Maar nog waren de prijzen
voor 'Jahn' niet op. De heren moes
ten nog komen. Via de kringwed
strijden hadden maar liefst vijf he
ren van Jahn zich geplaatst voor de
kampioenschappen resp. Hans van
Polanen, Arie Schaap, Hans Bin
nendijk, Paul Challik en Michael
Bouman. Men wist van te
voren dat hier een hevige strijd
zou ontbranden. Na het eerste on
derdeel stond de Leidenaar Hans
van Polanen op de tweede plaats,
met 8.5 punt. Na het tweede onder
deel (springen) bezette Hans de eer
ste plaats op de voet gevolgd door
het tweede Jahnlid Arie Schaap. Bij
het derde onderdeel bleek dat
Hans afstand ging nemen, door een
magnifieke brugoefening die met
8.8 punt beloond werd. A. Schaap
deed wat hij kon om zijn naaste be
lager L. Heine van K en V Pijnak
ker van zich af te houden. Bij
de ringen vergrootte Hans wederom
zijn voorsprong met 0.5 punt door
gewoon de beste oefening te draaien.
Arie moest echter toestaan dat Hei
ne 0.3 naderbij kwam. Door een
minder goede matoefening passeerde
Heine Arie en verdrong hem naar
een derde plaats. De Leidenaar M.
Bouman wist door een geweldige
matoefening, die door het publiek
met applaus beloond werd, A.
Schaap tot 0.3 punt te benaderen;
goed voor een vierde plaats. Paul
LEIDEN Vanavond spreekt als hij eraan toekomt
de Leidse raad over de vier door de Vereniging voor Neder
landse Gemeenten uitgebrachte deelnota's over het gewest. De
meeste andere gemeenteraden in het gewest Leiden hebben
dit al gedaan en als kritiek was vrij algemeen de opmerking,
dat de nota's te veel naar Leiden toe zouden zijn geschreven.
Wat denkt de Leidse raad ervan?
Wij publiceren vandaag nog een
gedeelte uit de laatste van de vier
nota's, waaruit wij in de afgelopen
tijd uitvoerig hebben geput. In deze
nota over werkgelegenheid en pro-
duktiemilieu zeggen de samenstel
lers. dat ook de gemeenten zich met
de ontwikkeling van de bedrijvigheid
bezig houden.
De belangrijkste redenen waarom
de lokale overheden in het gewest
Leiden zich met het lokale bedrijfs
leven bezig houden, zijn wel de zorg
voor de werkgelegenheid en de zorg
voor het leefklimaat in de gemeente.
In een aantal gemeenten valt een ze
kere spanningsrelatie te constateren
tussen deze twee objecten van zorg
voor de lokale overheid. De priori
teit wordt dan meestal gegeven aan
het leefklimaat. Bepaalde vormen
van industriële en agrarische bedrij
vigheid worden ofwel uitdrukkelijk
geweerd ofwel er wordt naar ge
streefd deze bedrijvigheid op een zo
danige plaats te situeren, dat het
leefklimaat in de gemeente zo min
mogelijk zal worden aangetast.
Een acquistltiebeleid wordt in vrij
wel geen van de gewestgemeenten
gevoerd. Als selectiecriteria voor
zich aandienende bedrijven worden
door alle gemeenten gesteld, dat de
bedrijven "schoon" dienen te zijn en
door een aantal gemeenten, dat er
voldoende arbeidsplaatsen geboden
worden. De gemeenten Katwijk en
Leiden hebben ook andere selectie
criteria maar deze worden zeker
niet altijd op de nieuw te vestigen
bedrijven toegepast.
W erkgelegenheid
Een werkgelegenheidsbeleid waar
in zowel de kwalitatieve als de
kwantitatieve aspecten van alle
werkgelegenhe idsob jecten betrokken
worden, wordt feitelijk door geen
van de gemeentebesturen gevoerd.
Allereerst valt in het werkgelegen
heidsbeleid van de meeste gemeen
ten de nadruk op de kwantitatieve
aspecten van de werkgelegenheid.
Vervolgens worden zeker niet alle
werkgelegenheidsobjecten in het
werkgelegenheidsbeleid betrokken.
Zo zien alle gemeentebesturen een
taak weggelegd ten opzichte van de
middenstand; als bron van werkgele
genheid wordt deze echter vrijwel
nooit gezien. Als gemeentebesturen
over een werkgelegenheidsbeleid
spreken wordt voornamelijk gedacht
aan industriële werkgelegenheid. In
Rijnsburg en Valkenburg wordt ech
ter ook sterk de agrarische sector als
een bron voor werkgelegenheid be
schouwd.
De industriële bedrijvigheid wordt
onder beperkende voorwaarden
gestimuleerd in de gemeenten Kat
wijk, Leiden, Sassenheim en Zoeter-
woude; de agrarische bedrijvigheid
(de tuinbouw) wordt onder beperken
de voorwaarden gestimuleerd in de
gemeenten Rijnsburg en Valkenburg;
de bedrijvigheid in de tertiaire sector
wordt voornamelijk gestimuleerd in
de gemeente Leiden, waarbij moet
worden aangetekend dat over het al
gemeen de overige gemeenten geen
bezwaar hebben tegen vestiging van
kwalitatief goede werkgelegenheids
objecten in de tertiaire sector en de
ze bedrijven meestal positief beoor
delen, hoewel naar vestiging ervan
niet expliciet gestreefd wordt.
De steun aan het bedrijfsleven
door de lokale overheid komt voor
namelijk tot uitdrukking in mede
werking in ruimtelijke zin. De ge
meenten stellen grond beschikbaar
en zorgen voor de aanleg van in
frastructurele werken als wegen,
parkeerplaatsen enz. Slechts inci
denteel wordt andere steun gegeven
als het zorgen voor behuizing van
het personeel, het stellen van gunsti
ge financiële voorwaarden enz.
Hans van Polanen aan de
ringen in actie.
Challik en Hans Binnendijk eindig
den op een eervolle 21e en
16e plaats. Een geweldig succes voor
de leider De Knegt die, na de suc
cessen van enkele weken geleden,
deze dag maar liefst vier van zijn pu
pillen op het platform zag verschij
nen.
Uitslagen
Hier volgen de uitslagen: Adsp.
dames; 1. C. Boogaard Sv De Lier
39.6 punt. 2. W. Mooy SV De Lier
394 punt. 3. Ans Witkes Jahn Lei
den 38.3 punt, R. Onderwater, H.
Portier. I. Nievaart, allen Jahn Lei
den eindigden resp. als 20e, 17e en
23e W. van Enthoven, T. v. d. Veen,
T. Hog er vorst en K. Hofstra van
DOS Sassenheim eindigden resp. als
19e 12e 7e en 6e.
Dames; Gedeelde le plaats Jan
nie van de Wiel Jahn Lelden en
(36.3 punt) D. Bezemer SV de Lier
2. L. den Heyer DWS Rijnsburg
34.7 punt 3. J. van Aken SOS Voor
burg 34.6 punt. T. Slnke SI K. Voor
schoten werd 7e.
Adsp. Heren; 1. J. Maurlts GDS,
Den Haag 39.4 2. van Vliet Advendo
Den Haag 37.5 punt. 3. Blanken-
spoor Advendo Den Haag 37 punt.
L. Bekooy en B. Piket Jahn Lelden
werden 10e en 14e Heren: 1. J. v.
Polanen Jahn Leiden 41.1 punt 2.
L. Heine K en V Pijnakker 38.4 pnt.
3. A. Schaap Jahn Leiden 37.9 punt,
4. M. Bouman Jahn Leiden 37.6 pt.
P. Challik en H. Binnendijk belde
van Jahn Leiden werden resp. 21e
en 16e.