Ruimte-minnaarWillem Vis
enthousiast over boerderij
Vis over
Gezin Leidse meao-leraar knapt oude hoeve op
Knijpen
Gaten
Willem
Dieren
Baclen
DONDERDAG 6 JANUARI 1972 I
Deze pagina 6
is van r
Pieter Taf fijn
(tekst) en k
Wim Dijkman (foto's) Ij
[i:
Ik dacht eerst dat is kindergefc
praat, maar nee hoor. Ze belde o^1
en de boer bood me inderdaad dij3
reet zijn auto, een zo goed als nieuie
we BMW aan. Ik heb het toctf'
maar niet gedaan, maar het ha#
best gekund. Mijn paard had jjf
niet gekregen, zei de man eroveijl-
maar een auto, dat is alleen maaj
een stuk ijzer met knopjes eraan"'
Groente komt zoveel mogelijk ui
eigen tuin, onbespoten. „Het is goef
te merken dat het vers is" vindf
Sonja, „maar je moet het wel goer
wassen om alle slakken eruit tfc
krijgen". Augurken werden ook ine
gemaakt, maar die zijn erg zuuie
geworden. „Ik heb het zeker ergema
fout gedaan", oordeelt Willem Vid;
„Maar ze gaan op. De zilveruitje}.'
zijn echt erg lekker". je
6
De twee geiten zijn begonnen alfe
één geit, moeder werd in zwangert
toestand aangeschaft. „Nu heb ifc
twee geiten, die ik wil laten dek*
ken. Dus vroeg ik de mensen hiej
om adressen van bokken. Het moesfe
een kleine zijn, omdat de geite^
ook van een klein ras zijn. Maafc
toen zeiden die boeren: ja maaf.
Willem, die geiten moeten ook wi.lL
len. Ik vroeg hoe je dat kon ziei*
Dat bleek aan het zwaaien van dj,
staarten te zijn. Volgens m^
zwaaien ze altijd met die staar!
maar het gaat om een bijzonder^
bij zo'n geit komt, vertelden z|
me moet je in de kont knijpen val£
zo'n beest- Als de staart blijft hani
gen wil ze niet, als de staart gaaf
zwaaien zijn ze parig. Ik probee^
het nu elke avond, maar zwaaief
doen die staarten nooit. AI)
leen staan die geiten me wel iedc
re keer heel vreemd aan te kij
HAZERSWOUDE ,,Toen ik hier voor de eerste
maal 's avonds met vrienden bij elkaar was voor een bar
becue, ben ik eens naar buiten gelopen. Ik heb toen heel
hard een paar lelijke woorden geroepen, maar niemand rea
geerde. Alleen hoorde je het wat droefgeestige geloei van
koeien. Dat is werkelijk een machtig gevoel
Nog steeds, twee-en-een-half jaar nadat hij er is komen
wonen, is Willem Vis vol enthousiasme over zijn boerderij
aan de Rijndijk in Hazerswoude, vlak bij de grens met Al
phen aan den Rijn. Het was dan ook een geweldige over
gang, van een normaal (dat wil dus zeggen klein) type
eengezinswoningen in Voorschoten naar deze ruime boer
derij.
Het gezin Vis, vader Willem,
moeder Sonja, dochter Esmeralda
en zoon Wybrand heeft nu vol
op de ruimte. Dat is voor een groot
gedeelte te danken aan eigenaar
Vis. leraar esthetische vorming aan
de Leidse meao-school. Zelf gebo
ren in Zoeterwoude was hij alles
in het groot gewend, met vooral
volop ruimte om zich heen. Na het
huwelijk kwam het echtpaar ech
ter in Voorschoten terecht.
„Dat was ontzettend benauwd,"
zegt Willem er nu van. „Ik had
nergens ruimte voor een eigen ate
lier. Overal zag je het televisietoe
stel op dezelfde plek staan, de plan
ten hingen ook al bij iedereen op
dezelfde plaats aan de muur. De
indeling was zo bekrompen dat het
niet anders kon. Ik heb verschil
lende keren bij mijn buurvrouw
aangebeld, omdat alles zo op elkaar
leek...."
Toch heeft Vis geen naar idee
over Voorschoten. „Het is een heel
prettige gemeenschap, ik zit er nu
nog in een kunstkring. Maar iets
zoals hier dat had ik er nooit ge
kregen. Dat kost daar direct meer
dan een ton en dat kan ik niet be
talen".
„Drie jaar geleden hoorde ik via
mijn moeder dat er wat te koop
was en toen ben ik hier terechtge
komen. Door al die gaten die er
toen waren zag je er eigenlijk
geen gat meer in. Heel langzaam
groeit het nu zoals het moet zijn.
Ik werk niet met een vast plan en
het is Juist wel fijn dat het niet zo
snel gaat. Iedere keer kom je weer
op een nieuw idee en dan kan je
het ook nog verwezenlijken. Als
Je alles laat doen, gebeurt het pre-
cies zoals de eerste maal afgespro
ken. Punt uit".
Zoveel mogelijk wordt gebruik
gemaakt van attributen, die de
boerderij zelf oplevert. Ook de slo
pers hebben een goede klant aan
Willem Vis, nieuw hout is er alleen
gebruikt voor de trap. Overal wordt
materiaal op de kop getikt.
„Toen ik er pas inkwam zei een
kennis: ik weet wel een stucadoor
die het voor een pilsje opknapt. Na
lange tijd kwamen er twee man, de
stucadoor en zijn vriend, die vol
verbazing hoorden dat we hier gin
gen wonen en dat het niet alleen
voor de vakantie was. De verba
zing werd nog groter bij de mede
deling, dat we in de stal gingen
slapen. Na veel gereken kwam er
een prijs. Volgens mij moet die
man een fust bier hebben gedron
ken, want het bedrag dat hij
vroeg was niet op te brengen".
Dat betekende niet, dat het echt
paar Vis nu bij de pakken ging
neerzitten. „Ik ben zo eens in de
buurt gaan rondkijken waar ze aan
het bouwen waren. Dan moet je
goed bestuderen hoe ze het doen en
net als huisvrouw wisselde ik ook
recepten uit. A '~cn g'ng het dan
niet om iets te koken of te bakken,
maar om mortel en dergelijke. Met
behulp van heel veel vrienden ben
ik aan het werk gegaan en zo moe
ten we nog wel een half jaar door
gaan voor het binnen klaar is.
Maar dan zitten we ook goed".
De woonkamer werd uitgebreid,
door de tussenmuur met de op
kamer die iets hoger ligt weg
te breken. Omdat de muur dra
gend was. moest er natuurlijk wel
weer worden gestut. Dat gebeurde
met zogenaamde schoftbalken, de
balken waaraan de koeien in de
sta I stonden vastgebonden. Te
gen het plafond kwamen gipspla
ten. „Dat staat beter en bovendien
is het brandwerend. Want ik ben
als de dood voor vuur, want je hebt
met dat rieten dak zo een brand
van jewelste. De deur heb ik weer
in zijn oude staat teruggebracht.
De boer die hier woonde had het
gemoderniseerd met platen hard
board, zodat het zo'n gewoon mas-
safabricage-ding werd. Maar ik
vond. dat dat helemaal niet paste
hier".
Op de open zolder („Vroeger slie
pen daar de dochters, alleen met
een gordijn afgescheiden van de
knechts, dat vond niemand gek")
kwamen de slaapkamers voor Es
meralda en Wybrand. De kinderen
mochten zelf de kleuren uitzoe
ken. Een schuin gedeelte van het
dak in de jongenskamer is wegge-
timmerd. In het board zijn grote
ronde gaten aangebracht. „Dat is
het rovershol van Wybrand. Als
hij erin zit, kan hij zich helemaal
afzonderen-doon die gaten van bin
nen dicht te doen. Dan kan je roe
pen wat hij wil, maar komen doet
hij niet".
De ketel van de centrale verwar
ming „Die heb je hier wel no
dig met alle vochtigheid" kwam
KONIJNEN: „Hoeveel
konijnen ik hier hcid wist ik
op geen stukken na. Die die
ren hebben achter op het erf
een afgeschoten ruimte,
naast de sloot. Zolas het ko
nijnen betaamt hadden ze
zich keurig ingegraven, zo af
en toe zag je er weer een
naar. Maar nu het weer kou
der wordt heb ik ze onlangs
in de stal gebracht. Ik ben
uren aan het graven geweest
om ze allemaal te vinden,
zelfs kwam ik een heel nest
jongen tegen. Nu zitten de
vrouwtjes en de rammen
apart, anders is het hier he
lemaal niet bij te houden."
PRIJZEN „Deze boer
derij heb ik voor een zeer
redelijke prijs kunnen kopen,
ook al omdat er weinig com
fort in was. Maar toen ik er
een poosje zat, hoorde ik van
mijn makelaar die mijn huis
in Voorschoten had ver
kocht), dat ik er ongezien
het dubbele voor kon krij
gen. Een Amerikaans echt
paar zocht een boerderijtje.
Die mensen hadden geld ge
noeg om het op te knappen.
We hebebn er toen ernstig
over nagedacht maar toch
nee gezegd. Je hebt dan wel
geld, maar waar haal ie weer
zo'n ruimte vandaan?"
VISSEN „Hier in de
hal is een grote waterbak,
die via een pijp aansloot op
de koeienstal. Dat ding laat
ik zitten. De pomp hangt er
nu boven, binnenkort zal ik
zorgen dat het helemaal goed
waterdicht is en dan gaat
er water in, vissen en plan
tjes".
ONDERWIJS „Toen ik
begon op de meao-school had
ik helemaal geen ervaring.
Met directeur Lems heb ik
afgesproken dat we drie
maanden zouden kijken hoe
het ging. Maar het is ons zo
goed bevallen, dat ik nu per
31 december helemaal ge
stopt ben bij Begeer, alleen
losse opdrachten doe ik nog".
in een oude hoerenkast terecht. In
wording is een logeerkamer. Daar
- nog een raam in komen, maar
daarmee wordt gewacht totdat be
sloten is hoe de buitenkant er komt
uit te zien. Dan wordt alles in één
keer aangevraagd. Da; is niet zo
eenvoudig, omdat de boerderij on
der monumentenzorg valt.
Een deel van de stal werd een
ruime badkamer, de keuken werd
aangepast met modern meubilair
en sanitaire voorzieningen. „In het
begin was hief niets, alleen een ka
le keuken met een aanrecht met
koud water. Koken moest je op een
butagasstelletje. Als wc naar vrien
den gingen, namen we handdoeken
en zeep mee. Dan konden we ons
daar eèns een keer lekker wassen".
Tegen het raam van de badkamer
is het duivenhok terechtgekomen,
nu gedeeltelijk afgedekt met plas
tic tegen de koude. Willem over die
duiven: „Het geeft je toch een ge
weldige kick als je in het schuim
zit en zo'n beest kijkt door het
In een zijruimte naast de stal
komt de werkruimte voor de heer
des huizes, die nog steeds pennin
gen ontwerpt voor Begeer in Voor
schoten. Ook zijn vrouw Sonja is
graag kimstzinnig bezig: in de op
kamer komt haar weefgetouw te
staan. Daarover zegt zij: „In Voor
schoten kon dat niet. Daar was zo
weinig ruimte, dan hadden we er
ook van moeten eten. En met bami
krijg .ie misschien wel een leuk
patroon, maar het is toch niet mijn
bedoeling".
Naast de boerderij heeft een oud
buiten gestaan, de leeuwenkoppen
op de pilaren van de boerderij zijn
daarvan afkomstig. Binnenkort gaat
men daar aan het werk, ongetwij
feld zal het echtpaar er vlak bij
staan om te kijken of er nog wat
tevoorschijn komt. „Die asbak heb
ben we ook opgegraven".
De achterstal wordt nu nog ver
huurd aan een Leidse meubelfirma
als alles helemaal wordt zoals het
moet zijn komt daar een beeldhouw
atelier. In de andere te creëren
werkruimte slapen nu alleen nog,
de twee katten Kloris en Roosje.
oude pomp had en ik heb net zo
lang gezeurd tot ik die pomp kreeg
omdat ik zijn hond erbij nam".
De boerderij, die uit 1865 dateert
achter de muren kwa
men plankjes vandaan waarop
schilders en timmerlieden met
plechtige letters hun naam en de
datum hadden geschreven
bracht Willem Vis ook in contact
met de omwonende boeren.
„Ik ken Hazerswoude nog niet zo
best. maar mij kennen ze allemaal".
Zoals gebruikelijk op het boeren
land zijn er buuravonden, waarbij
iedereen bij elkaar komt.
„Natuurlijk progeren ze mij, die
ze toch altijd maar als een soort
stads-amateur zien. dan eerst te
Jennen. Maar het is toch weer ge
weldig hoe vriendelijk en behulp
zaam de mensen hier zijn. Op een
keer zouden we weggaan met ons
dochtertje, die weer een vriendin
netje meenam. De auto wilde ech
ter niet starten, waarop dat vrien
dinnetje zei: dan kan je die van
mijn papa wel krijgen.