'Ik heb erg aan
rust-houden
moeten wennen'
MINERVA BLIJFT ZIEN
„Ikloop weer
zonder pijn
TILLY VAN DER MADE
VRIJDAG 31 DECEMBER 19
T>A
LEIDEN Werklieden zijn
momenteel bezig met het aan
brengen van dubbele wc's in
de Leidse studentensociëteit Mi
nerva. Er komen gescheiden
toiletten voor mannen en vrou
wen: een gevolg van het ingrij
pende fusie-besluit dat het afge
lopen Jaar is genomen in de
boezem van zowel WSL als
LSC.
Vanaf klokke nieuwjaar gaan
het Corps en de vrouwelijke El-
les samen. De WSL verlaat
het vertrouwde verenigingsge
bouw aan het Rapenburg nog
steeds te koop om in te trek
ken bij het Corps.
Vandaar die dubbele wc's. Van
daar ook dat knallende geluid
van klinknagelpistolen in de
grote zaal van Minerva, die wat
"gezelliger" wordt ingericht, 't
Echte mannelijke gaat er wat
if.
Wat er met het beeld van de
godin Minerva gebeurt, staat
nog niet vast. Vroeger kreeg
de Griekse schone altijd een
blinddoek voor als er meisjes in
de soos kwamen. Dat er enkele
figuren zijn die zich daar nu
zorgen over maken, tekent hoe
diep de fusie-overeenkomst in
grijpt in het wezen van de bei
de traditionele studentenvereni
gingen.
Er zijn meer van die kleine ru
dimenten. Er komen bij
voorbeeld in Minerva aparte
mannen- en vrouwenverblijven.
Geen grote zalen, dat niet.
Want zo is de overheersende
stemming toch wel: nu het sa-
menwerkingsbesluit is gevallen,
geen getreur. Een corps-lid ver
klaart dat gescheidenen„Een
soort biologische behoefte van
mannetjes- en vrouwtjesdieren,
om ook eens onder elkaar te
zijn".
Alles bijeen gaat de interne
verbouwing rond de ton kosten.
De bovenverdieping wordt
overwegend vrouwelijk van
toon, met knusse stoelen en een
kleuren tv. De grote zaal wordt,
als gezegd, aangekleder. Daar
naast wordt er enige extra dis
puutruimte geschapen.
Zowel bij het Corps als bij de
WSL verwacht men dat (van
wege de financiën noodzakelij-
te') opgaan in één vereniging,
vooral nieuwe impulsen zal ge
ven, aan soms wat doodgebloede
onder-afdelingen, zoals de to
neelclub. Dat er daarnaast wel
licht wat lichte heimwee-gevoe-
lens worden beleefd, is logisch.
De afgelopen maanden hebben
WSL en LSC veelvuldig verga
derd over een nieuwe bestuurs
vorm. In de komende maand
wordt er officieel een overkoe
pelend bestuur gekozen, dat zal
bestaan uit drie mannelijke en
twee vrouwelijke studenten (de
getalsverhouding zou ook omge
keerd hebben kunnen zijn)
Zuiver Juridisch gezien, zullen
WSL en Corps pas over een
Jaar of twee, drie één zijn. Dat
zijn echter van die formele af
handelingen waar de leden en
buitenstaanders verder weinig
van zullen merken. In de prak
tijk is er nu één gemengde ver
eniging, die evenwel, Juist om
dat het officiële beslag nog moet
komen, nog in de maag zit met
de toekenning van een nieuwe
Waarschijnlijk zal dat "vere
niging Minverva" worden, maar
wanneer die naam naar buiten
toe gaat worden gebruikt, is
nog niet zeker.
HENK DE KAT.
Oucl-burgemeester J au der Willigen
BENNEKOM Een half jaar al wonen de oud-burgemeester
van Leiden, mr. G. C. van der Willigen en zijn echtgenote in
Bennekom, een plaatsje dat valt onder de gemeente Ede. Begin
1971 moest de heer Van der Willigen zijn functie om gezond
heidsredenen neerleggen. „Ik ben ermee opgehouden op drin
gend advies van mijn arts. Zelf voelde ik me toen nog goed",
zegt hij nu in zijn mooie, sfeervolle huis in Bennekom. „Maar
later bleek dat ik er inderdaad slechter aan toe was dan ik had
gedacht. Het gaat nu weer de goede kant op, dus laten we er
maar niet meer over praten".
De heer Van der Willigen is nog
een voorbeeld van een type burge
meester dat naar ik vrees aan
het uitsterven is. Het type van de
burgervader. Het antwoord over zijn
gezondheid kan ik hem pas ont
wringen, nadat eerst hij vragen heeft
gesteld hoe het mij en de mijnen
in deze razende wereld vergaat. Een
gebaar waarmee hij „verraadt" ge
ruime tijd werkzaam te zijn ge
weest (ruim 17 jaar) in een kleine
gemeente (Lekkerkerk)
Mr. Van der Willigen zegt Leiden
nog erg te missen. „Ik kende er ook
zoveel mensen. Maar ik wilde er
toch weg. Je blijft anders zo ge
oriënteerd op zo'n stad. Ik wilde wat
afstand nemen. Bovendien is het
voor Je opvolger ook niet zo plezie
rig als Je er blijft rondlopen".
De eerste maanden als ambtloos
burger waren moeilijk voor hem.
„Dat rust houden, dat niet-gerichte
niets-doen, daar heb ik heel erg
aan moeten wennen. Maar wat wil
Je? Ik ben meer dan 32 Jaar burge
meester geweest. En ook al schuif
Je jezelf in die functie niet naar de
voorgrond dan ben en blijf je toch
een centrale figuur in een plaats.
En ineens werd ik hier een anony
mus. Een hele overgang. Ik merkte
ook dat kalm-aan-doen niet in me
zat. Allerlei dingen probeerde ik
nog zo vlug mogelijk te doen. Ik
was nog een beetje aan het jagen.
Dan moest Ik mezelf voorhouden:
„Je hebt nou tijd genoeg". Hij leest
nu veel en werkt nog voor instellin
gen als Gemeentelijk Cultuurfonds,
Efficiënte Woningbouw. Nederlands
Instituut voor het Nabije Oosten en
de Museum-commissie waarvan hij
voorzitter is.
Volgt hij de ontwikkelingen in Lei
den nog? „Ja, uit de krant. Ik blijf
erbij dat de polarisatie in de raad
nutteloos, rampzalig is. In de ge
meenteraad zijn de reële verschillen
tussen de partijen maar zeer mi
niem. Verder wil ik er niets over
zeggen".
(Tijdens het gesprek lopen voortdu
rend twee mannen het huis in en
uit, want er zit iets niet goed met
de centrale verwarming. Op zeker
moment gaat de heer Van der Wil
ligen over tot het inschenken van
een glas sherry. Willen de heren
reparateurs ook een glas? Ja, dat
willen ze wel. Een ogenblik later
wordt er gedronken „op de centrale
verwarming")
Bedrijfsblind
Wat vindt hij van het plan van
Geertsema om een burgemeester
j niet langer dan 12 jaar in een ge-
Imeente te handhaven? „Hij heeft
I gelijk, een gemeente heeft na 12
jaar recht op een ander gezicht.
een andere aanpak. Er wordt ge
zegd dat Je na 12 jaar in één
plaats aan bedrijfsblindheid gaat
lijden. Daar durf ik geen oordeel
over te geven. Maar het zal Geert
sema niet lukken zijn plan te reali
seren. Er kleven te veel praktische
bezwaren aan". Voegt er aan toe
dat het burgemeesterschap" een
slijtend beroep" is en dat daarom
Fragment uit de Leidse
tijd van mr. G. C. van der
Willigen: een ontvangst in
de Lakenhal van het Konin
klijk Paar en leden van de
regering. Burgemeester Van
der Willigen en zijn echtge
note begroeten Koningin Ju
lianaAchter haar de toen
malige premier De Jong.
pensionering op 60-jarige leeftijd op
zijn plaats zou zijn.
„Als Je ze toch tot hun 65ste wilt
handhaven dan zou het beter zijn
ze de laatste vijf Jaar in een kleine
gemeente te laten doorbrengen. Ze
kunnen het dan wat kalmer aan
doen, maar toch met hun ervaring
en relaties veel voor zo'n plaats be
reiken.
De R.-K. Kerk heeft destijds de
zelfde werkwijze gevolgd met ouder
wordende pastoors".
Een ander punt dat in discussie
blijft: is het kamerlidmaatschap en
gemeenteraadslidmaatschap nog wel
te combineren? Mr. Van der Willi
gen: „Het hangt van de omvang
van de gemeente af. Zodra die aan
de grote kant is, wordt het moeilijk
om beide taken goed te doen. Oud,
de burgemeester van Rotterdam,
kon het. Maar dat was nog in een
andere tijd. En Oud was iedereen
niet. Nee, je moet tegenwoordig wel
Daarna kijken we naar de tuin bij
zijn huis, waarvan de „aankleding"
een geschenk is van de Leidse bur
gerij. Tijdens de lunch spreekt mr.
Van der Willigen lovend over oud
wethouder Sannes („Een man met
een koel en helder verstand"), met
wie hij het erg goed kon vinden.
Na de lunch vertelt hij op mijn
verzoek nog iets over het burge
meesterschap in oorlogstijd. Mr.
Van der Willigen werkte toen in
Lekkerkerk. „Ik heb het niet zo
moeilijk gehad als andere burge
meesters. Lekkerkerk was toen een
wat vergeten hoek onder de rook
van Rotterdam, er kwamen bijna
geen Duitsers, er woonden geen Jo
den. Ik ben zo lang mogelijk aan
gebleven. Ja. Er stonden genoeg
NSB-ers klaar om het over te ne
men. maar ik wilde er niet voor op
zij gaan. Er waren natuurlijk mo
menten dat Je dacht: kan ik dat
nou als burgemeester nog accepte
ren. Maar er zaten in Lekkerkerk
nogal wat onderduikers. Daar kon
Je op een voorzichtige manier iets
voor laten doen. Dus bleef je. Maar
vlak voor Dolle Dinsdag werd het
me toch te erg. We moesten helpen
loopgraven aan te leggen. Toen ben
ik ondergedoken. De bevolking heeft
meteen al onze spullen uit huis ge
haald. Ons dressoir hing aan een
stel spijkers ergens in een koeiestal,
de boeken lagen op een hooizolder.
Na de bevrijding werd alles weer
terugbezorgd. Ja, die saamhorigheid
in de oorlogAls ik nog terug
denk hoe perfect die organisatie
was met de gaarkeukens. Daar werd
iets voor elkaar gedaan. Als we dat
nu moesten doen, zouden we zeg
gen: wat moet het worden, een
protestantse, roomskatholieke of so
cialistische gaarkeuken?"
RUUD PAAUW
Tilly van der Made bakt oliebollen. Dochter Eveline is dan natuurlijk niet uit de keuken weg te slaan
(Foto Will Dijkman)
LEIMUIDEN Geassisteerd door
haar dochter Eveline, een vijf-en
een-half Jarig bijdehandje, legt
Nederlands topatlete Tilly van der
Made thuis in Leimuiden de laat
ste hand aan een schaal oliebol
len; een lekkernij die ook in huize
Van der Made onverbrekelijk is
verbonden aan een vrolijke oude-
jaarsviering.
Maar ook zonder de traditionele lek
kernijen en feestelijkheden zal Til
ly van der Made het nieuwe jaar
optimistisch instappen, want zij
kan weer lopen zonder pijn, iets
wat niemand in haar omgeving ei
genlijk nog had durven ho
pen. Toen twee jaar geleden na de
landenwedstrijd NederlandEn
geland In Den Haag bleek dat Til
ly een ontsteking aan de achil
lespees had, verdween zij van het
Nederlandse atletiek-toneel. Twin
tig maanden lang hoorde niemand
iets van Tilly van der Made. Die
twintig maanden zijn voor Tilly
en haar man een aaneenschakeling
van ellende geweest. Van de ene
specialist naar de andere, twee
mislukte operaties, één in Utrecht
en één in Rotterdam, steeds weer
hetzelfde antwoord: „Mevrouw, u
moet stoppen met hardlopen".
Tilly: „Om dat sporten alleen ging
het allang niet meer; ook gewoon
lopen kon ik op het laatst niet
meer zonder pijn. Als je nooit echt
pijn gehad hebt, kun Je Je ge
woon niet voorstellen hoe fijn het
nu is om zonder pijn te lopen".
De man die haar van die pijn heeft
afgeholpen is professor Schoberth
uit Frankfort. Na lang vergeefs
zoeken, ook onder Duitse specialis
ten, kwam het echtpaar Van der
Made tenslotte bij deze autoriteit
op orthopedisch gebied terecht.
Professor Schoberth, die ook het
nationale Duitse voetbalteam on
der controle heeft, opereerde Tilly
en gaf haar de verzekering dat
ze weer helemaal normaal zou
kunnen lopen. Nu, drie weken na
dat zij uit de kliniek in Frankfort
is ontslagen, zegt ze: „Ik geloof er
weer helemaal in, ik heb weer zin
om iets aan te pakken".
}e geslaagde operaties van Tilly (het
zijn er twee geweest omdat ook
het goede rechterbeen dat ze over
belastte, was aangetast) zijn voor
andere als „hopeloos" opgegeven
gevallen weer een lichtpunt.
Toen het nieuws bekend werd", ver
telt Tilly, "werden we opgebeld
door een man uit Leiden die in
1968 door een verkeersongeluk
zwaar letsel aan zijn knie opliep.
Pas nu weet ik wat dit voor zo
iemand moet betekenen".
Df ik ooit nog aan top-sport '.al
doen, dat blijft een open vraag.
Een van de sportieve hoogt
punten van Tilly (toen nog) v
der Zwaard: derde op de 400
tijdens de Europese kampioe
schappen in Belgrado.
Voor 100 pet. gezond worden,
mijn eerste zorg. ik heb even i
probeerd te trainen, dat mocht
de dokter, maar het ging gewo
niet. Over een maand hoop ik w(
met sport te beginnen, atletiek
iets anders, want ik ben te act
om gewoon niets te kimn
doen.
HENRIETTE v.d. HOEVI
Daar hebben we tweeënzeventig
Een jaar met een extra dag
Het is nog zo wit en zuiver als King
'k Hoop dat het'zo blijven mag