Y oor bi j ganger
over nieuw Leiden
Leids
wandelgebied
rond
eeuwwisseling
EXTRA
Het Jaar 1971 kan voor wat Leiden betreft worden
uitgeroepen tot het jaar van het wandelgebied. De
Haarlemmerstraatpromenade werd definitief, terwijl
de Hoogstraat, een gedeelte Nieuwe Rijn en de Steen
straat in het wandelgebied werden opgenomen. Voor-
en tegenstanders hebben dit jaar tijdens de hearings
hun mening kenbaar kunnen maken, waarna de
Leidse raad overging tot het aanwijzen van bepaalde
wandelgebieden. Er verscheen zelfs een wandelnota,
waarin uitvoerig aandacht aan deze materie werd
besteed. Tenslotte waren er de ingezonden stukken,
waarin pro en contra's elkaar flink van repliek dien
den. Rond de eeuwwisseling onze archieffoto's ge
ven daarvan een indruk was dit allemaal niet
nodig. Leiden was toen nog een stadje van gezapige
rust, waar de wandelaar het voor het zeggen had. Van
openbaar vervoer of het zou het paardetrammetje
moeten zijn was toen vrijwel nog geen sprake. De
snelle opkomst van het gemotoriseerde verkeer en de
daarmee gepaard gaande sterke ontwikkeling van
het groot winkelbedrijf en het middenstandsleven,
hebben deze situatie volkomen doen veranderen. In
een tijdsbestek van zeventig Jaar
Door Sam Platteel
VRIJDAG 31 DECEMBER 1971
Een totaal ander stadsbeeld verscheen toen in
1928 het Gangetje werd overkluisd (foto links
onder) en op dat moment reeds voor de huidige
marktenroute geschikt werd gemaakt. Op de
achtergrond de Hooglandse Kerk, met links het
in die dagen zo bekende sigarenmagazijn Van
Andel, met aangrenzend het studentenhuis van
de dames De la Rie. Tegenover deze bebouwing
was de biscuitfabriek „Nutrix" gevestigd, die
eveneens plaats moest maken voor de verbreding
en verdere „aankleding" (winkelgalerij) van het
Gangetje.
Moet de Breestraat (foto rechts onder) voor
het autoverkeer worden afgesloten? Het is een
vraag, waarover voor- en tegenstanders zich
thans het hoofd buigen, met in kringen van het
gemeentebestuur een duidelijk „ja". De afslui
ting is in ieder geval een jaar opgeschort. Geheel
links enkele trapgeveltjes op de hoek van de
Diefsteeg, die reeds voor een moderne bebou
wing hebben plaats moeten maken. Rechts het
torentje van de Waalse kerk, met daaraan
grenzend de Stadsgehoorzaal. De landelijke rust.
die plaats heeft gemaakt voor een druk cen-
trumverkeer, werd in die dagen slechts verstoord
door het bellengerinkel van de paardentram.
Een drukke verkeersader is thans de Turfmarkt
(foto links boven), die thans het doorgaande verkeer
in de richting station te verwerken krijgt. Op de
hoek van de Haarlemmerstraat was toen het Alge
meen aangifte kantoor van Van Gend en Loos ge
vestigd. De foto werd genomen vanuit de toenmalige
Paardesteeg, de huidige Prinssesekade.
De Haarlemmerstraat (foto rechts boven) naby de
Pelikaanstraat had rond dfe eeuwwisseling reeds veel
weg van een promenade, zo dat men zou kunnen zeg
gen, dat onze huidige stadsbestuurders voor wat deze
straat betreft de klok zeventig jaar hebben terugge
draaid. In het hoekpand was de „vleeshouwerij" van
de heer J. M. Cobus ondergebracht. De mode, het
is duidelijk op deze foto te zien, wijkt maar heel wei
nig af van de huidige maxi-mode. De dames waren
daarmee haar tijd ver vooruit.
Wandelgebied en Merenwijk,
twee zaken, die in het af
gelopen jaar actueel waren
in Leiden.-Een derde probleem
op deze pagina: in kort bestek
de Groenoordhal (jaarlijks te
kort ruim een miljoen).
De vraag is wat Leiden met de
immense ruimte wil. De combi
natie van functies maakt het
moeilijk er echt iets van te
maken. De vrijdagse veemarkt,
waar dik geld bij moet, ver
stoort de evenementenfunctie
in de weekeinden. Evenemen
ten kunnen op hun beurt sto
rend zijn voor de sport.
Het is een kwestie van beleid. B.
en W. en de raad zullen moeten
uitmaken wat zij met de hal
willen. En dan zal de teugel
strak gehouden moeten wor
den. maar toch zover gevierd,
dat er gang in zit.
Om in sporttermen te blijven: de
wedstrijd met Rotterdam om
de Europese kampioenschappen
indooratletiek 1973 te krijgen
was in 1971 een hordenloop,
waar Leiden nog niet eens was
gestart toen Rotterdam al op
de finish afging. Even vóór het
moment, waarop Rotterdam
over de eindstreei ging en het
evenement kreeg toegewezen,
viel in de, Leidse raad pas het
startschot: de garantieverle
ning.
En daarbij werd de trekker nog
gehanteerd door een aantal
raadsleden en niet door het
college, dat deze zaak toch had
moeten aanspannen.
HANS MELKERT
Door
Bert van Dommelen
Foto's Holvast
LEIDEN Langzamerhand begint
de Merenwijk vol te stromen. De
flats aan de Havikshorst zijn in
middels allemaal bewoond. Hoe be
valt het om te wonen in deze nieu
we wijk? Afgezien van de proble
men, die elke nieuwe wijk in het
begin oplevert (slechte wegen, een
zanderige omgeving waardoor het
bij sterke wind soms flink kan stui
ven, weinig winkels, geen scholen
e.d.) bleek wonen in de Merenwijk
voor de door ons ondervraagde be
woners, enkele willekeurige huis
vrouwen, een leraar en twee scho
lieren, niet onplezierig. Over de
woonruimte zelf vernamen wij niets
dan lof: ruimte en geluiddichtheid
zijn er voldoende. De bezwaren, die
men op het moment nog heeft, be
treffen voornamelijk tijdelijke ver-
schijnselen, die door de ondervraag-
den werden afgedaan met de op- j
merking: „Dat gaat nog wel over". |j
Ergernissen
Mevrouw Godee-Molsbergen is over
de woonruimte wel tevreden. „Ze
zijn redelijk geluiddicht", vindt zij
er van. Minder te spreken is zij
over het uitblijven van bepaalde
voorzieningen. De recreatie-ruimte
bijvoorbeeld, die al in april was
toegezegd, is nog steeds niet inge
richt. Geen verwarming, geen toilet
ten, waardoor de ruimte (onder de
flats) vooral in de winter niet te
gebruiken is. Ook het feit dat er
nog geen artsenpraktijk in de wijk
is, vindt zij onplezierig.
Verdere bezwaren: het stuiven van
het zand („overigens is ons beloofd
dat men in het voorjaar beplanting
zal gaan aanbrengen") en het te
kort aan parkeerruimte („gelukkig
begint daar nu verbetering in te
komen").
Winkelcentrum
„De vorige flat, waarin wij gewoond
hebben, was aanzienlijk minder
comfortabel", vindt de heer De
Laender, leraar Frans aan het Bo-
naventura-college in Leiden. Nega
tieve punten: „Je kijkt nog steeds
tegen al die bouwketen aan, maar
dat zal wel overgaan. Ook de slech
te weg is natuurlijk een kwestie
van tijd. Hinderlijk is de aanwezig
heid van die grote schoorsteen. Ik
heb echter gehoord dat men daar
iets tegen gaat doen".
De heer De Laender mist nog wel
sommige voorzieningen in de wijk,
„Het is wel Jammer dat er geen
scholen zijn. Ook een winkelcen
trum zou wel prettig zijn. Overigens
is de afstand tot de stad niet zo
bezwaarlijk, ik fiets altijd".
Crèches
Mevrouw Brinkert, afkomstig uit
Leiden, woont sinds september in
de Merenwijk. Het bevalt haar tot
nu toe „geweldig". Vooral erg blij is
zij met de ruimte, die haar woning
biedt.
Als bezwaren ziet zij vooral het feit
dat er nog maar één winkel in de
buurt is, waardoor zij voor veel
boodschappen naar de stad moet en
het nog altijd ongebruikt staan van
de ruimten onder de flats. „Die
souden ze wat meer moeten gebrui-
cen", zegt zij, „bijvoorbeeld voor
jreches. Die zouden er komen, maar
laar heb ik tot nu toe niet veel
van gehoord".
Mevrouw Brinkert, die zelf overi
gens geen kinderen heeft, is verder
over het wonen in de Merenwijk
best tevreden.
Uitstekend
„Het bevalt mij hier uitstekend, ik
heb nog nooit zo goed gewoond",
zegt mevrouw Van der Loo. „Ik heb
vroeger altijd een benedenhuis ge
had, waar geen douches waren en
zo".
Bezwaren heeft zij nauwelijks. Ook
het ontbreken van voldoende win
kels in de Merenwijk zelf is voor
raar geen probleem: „Ik heb een
luto, dus ik rij gewoon even naar
le stad".
Dver het zand, dat bij harde wind
;oms erg kan stuiven: „Ach, ik vind
iat Je dat voorlopig maar op de
coop toe moet nemen. Nee, ik kan
niet anders zeggen dan dat ik bij
sonder tevreden ben over het wonen
in de Merenwijk".
Geinig
„De huizen hier zijn erg fijn en Je
kunt hier lekker spelen", is het oor
deel van Denny en Kasper, twee
scholieren. Ze spelen veel op de
grote zandvlakte, waar ze rustig
kunnen voetballen. Ook de bouw
materialen zijn soms best te gebrui
ken voor allerlei spelletjes Speertje
werpen bijvoorbeeld, waarvoor zij
„stangetjes" gebruiken die ze op het
bouwterrein vinden. Ook het speel-
saaltje bevalt wel. „We hebben pas
nog een Sinterklaasfeest gehad in
het zaaltje. Je woont hier fijner
dan in de stad zelf. Meer ruimte,
■vel een fijne buurt en de mensen
sijn erg aardig".
Denny en Kasper gaan op de fiets
naar school. De afstand vinden zij
niet zo groot. „We vinden het hier
gewoon erg geinig",