DOO vreemdelingen niet welkom in kikkerland lucht van twee jaar aar planeet Jupiter Ruilharten doen het redelijk ^BEDOELD INITIATIEF ZINLOOS OF RISKANT J59t H marschuwingen in e wind geslagen erval en herstel Kikker centrale PAGINA 15 gunstigste geval, namelijk wanneer zij het geen van ;ven tot het volgende voorjaar, was het zinloos. Maar mogelijk, dat het natuurlijk milieu verstoord wordt wat krachtiger uitgedrukt de inheemse fauna onherstelbaar wordt bedorven. We dachten, dat we k ;eleerd zouden hebben dergelijke riskante grapjes J7k2;e te laten. Er zijn voorbeelden genoeg bekend van dierimporten, die heel onvoorziene en veelal ramp- olgen hadden, zowel voor het milieu als voor de en de wetenschap wordt altijd geschaad". Dat is de i prof. dr. L. D. Brongersma en drs M. S. Hoogmoed cente uitzetten van 2000 Bulgaarse kikkers in 't fin dode rivierarm bij Rijsoord. Eerstgenoemde is in de systematische dierkunde aan de Leidse Uni- ™cn directeur van het Rijksmuseum van Natuurlijke fli tweede conservator aan dit museum voor de af- en amphibieën. inl loei ld0Ilse zakenman ;e zich zorgen over de kikkerstand. Hij liet uit Bulgarije overvlie^ en gekweekt voor com den in Plovdiv. In de dinertafels van :ht te komen, werden Orfeniber door de heer De Waaltje te water gela^ ijn zeggen als een bij- milieu-herstel. het eerste gezicht een 3-4iZoiets heeft toch altijd lici tui een heleboel geld gekost, en het re sultaat smeet hij voor ons aller heil in het water. Toch had de man beter kunnen weten. Hoewel hij niet tevoren het advies van biologen had gevraagd, waren deze er, toen zij lucht van de operatie kregen, als de kippen bij om de uitpoting nog te voorko men. Het mocht niet baten. Het ge beurde toch. En daarmee werd nog eens bewezen, hoe weinig de men sen eigenlijk nog begrijpen van za ken als natuurlijk evenwicht, na- a-en geleden maakte men zich ernstige zorgen over de hd in het „Kikkerlandje". De voornaamste oorzaak van rsP|delijke verdwijning was ongetwijfeld de vervuiling van nwater. notn >te jaren is er een opmerkelijk herstel te zienonder meer t Med langs de Zuidhollandse Oude Rijn laat het gekwaak sc n zomer geen twijfel bestaan aan dit herstel, ïojdaarvan de oorzaak? Dat is niet bekend, want de vervui- het binnenwater is er niet minder op geworden, ^'logmoed heeft wel een theorie. Waarschijnlijk is de uit- indertijd mede een gevolg geweest van het overvloedig m insecticiden. Kikkers, die insekten eten, werden daar liet slachtoffer van deze vergiften. Vermoedelijk heeft gen resistentie hiertegen óntwikkeld, en is uit deze groep populatie gevormd. Bovendien wordt tegenwoordig aan- linder onstuimig met insecticiden rondgestrooid.. tuurlijk milieu en de gecompliceerd heid van het samenspel van ontel bare factoren in de natuur en hoe eigengereid zij veelal deskundig ad vies in de wind slaan. Prof. Brongersma is van mening, dat de Bulgaarse kikkers ten dode zijn opgeschreven. „Dit zou de gun stigste oplossing zijn, al was het dan zuivere dierenmoord". Enfin, die kikkers waren toch voor con sumptie bestemd. Levensritme Het is namelijk zo, dat Noordeuro- pese kikkers in oktober hun levens ritme geheel veranderen. Hun acti viteit vertraagt, zij gaan geleidelijk niet meer door hun longen maar door de huid zuurstof direct uit het water opnemen, hun stofwisseling wordt veel langzamer en schakelt geleidelijk over van dagelijks op te nemen voedsel op verteren van in het lichaam gevormde voorraden en zij zoeken een relatief warm plekje in de modderige bodem van het water waar zij in vertraagd levens tempo kunnen overwinteren. De uitgepote Bulgaarse kikkers heb ben onder deze omstandigheden waarschijnlijk geen enkele kans. Toen zij werden losgelaten was het slechts een paar graden boven nul. Toch moesten zij toen, nog in een „zomer-ritme", gaan wennen aan een geheel nieuwe omgeving en daarin een ove'rwinteringsplaats zoeken. Al die tijd verteren zij veel te veel van het opgepotte voedsel, zodat zij. eenmaal tot rust gekomen en geacclimatiseerd, niet meer over voldoende reserves beschikken om de winter door te komen. Dat zou voor het natuurlijk mi lieu in ons land de meest ver kieslijke gang van zaken zijn. Want zouden zij de winter overleven, dan zal ons land van volgend voorjaar af een nieuwe diersoort „rijker" Een handjevol milieu-bederf: deze „vreemdelingen" werden in ons binnenwater losgelaten. Ten dode opgeschreven of een bedreiging? Volgens prof. Brongersma en drs. Hoogmoed is niet alleen de actie van de Rijsoordse zaken man zinloos, maar ook bv een actie van de Stichting Kikker centrale te Rotterdam. Die liet kikkers uit Egmond overbren gen naar Rotterdam om de kikkerstand daar te herstellen. „Die kikkers leefden in Eg- mond goed, maar hier kwamen ze in een vervuild milieu. Dat is geen milieu-herstel maar onnodig opofferen van kikkers. Het milieu moet worden verbe terd." Overigens heeft ook de Kikker centrale bij monde van de heer L. Plokhaar fel geprotesteerd tegen de Bulgaarse uitpoot „Het is regelrechte moord". De stichting heeft het voorne men gehad, een brief te schrij ven naar minister Lardinois om haar ongenoegen kenbaar te maken over de afschaffing van de mollen-, egels- en kik- vorsenwet. Deze uit 1917 date rende wet verbood het vervoer van meer dan tien kikkers. De wet werd twee jaar geleden in getrokken omdat controle op de naleving moeilijk was. Was de wet nog van kracht geweest, dan had men het transport van de Bulgaarse kikkers kun nen onderscheppen. zijn, met alle gevaren van dien. Soorten Er bestaan verschillende kikkersoor ten, die fysiologisch voor een leek nauwelijks van elkaar zijn te on derscheiden maar wel degelijk es sentieel verschillen. Onze inheemse groene kikker is de Rana esculenta. die in vrijwel geheel West-Europa voorkomt. Meer naar het oosten, ruwweg ten oosten van de lijn De- nemarken-Triëst. is de Rana ridi- bunda inheems, waarvan de volwas sen exemplaren ongeveer anderhalf keer zo groot wo'rden als de Rana esculenta. In een groot deel van Midden Europa komen beide soor ten voor.. Op bijgaand kaartje heb- I ben wij de verspreidingsgebieden van deze soorten geschetst, evenals nog een ondersoort. Nu is het mogelijk, dat de geïmpor teerde kikkers inderdaad Rana es culenta waren. Er is echter geen bioloog aan te pas gekomen om dat vast te stellen. Rana esculenta is in Bulgarije niet inheems, maar kan daar eventueel voor kweekdoelein- den zijn gebruikt. „Maar zelfs als het wel dezelfde soort is, Rana esculenta, dan nog gaat het om heel ander genetisch materiaal, met andere ingeboren ei genschappen, gewend aan andere omstandigheden en aan ander voed sel. Import van die dieren is óók fauna-bederf, verandering in de fauna van ons land", aldus prof. Brongersma. Gevolgen onbekend Er is echter een goede kans dat het j om Rana ridibunda gaat. En dan is onbekend wat de gevolgen daarvan zijn indien de uitgepote exemplaren j het overleven. j Onbekend. En dat is het punt j waarom het gaat. Er zijn talloze j voorbeelden van veranderingen in de natuurlijke fauna door menselijk j ingrijpen, die onverwachte schade- lijke gevolgen hebben gehad. Zolang we deze processen in de natuur niet geheel kunnen overzien en nauw- j keurig de gevolgen kunnen voor spellen. zijn experimenten op dit gebied onverantwoord Voorbeelden Het traditionele voorbeeld is de im port van Franse konijnen in Au stralië in het begin van de negen- Mende eeuw. Deze enkele exempla ren ontketenden een konijnenplaag die onnoemelijk veel sohade heeft aangericht aan fauna, flora en eco nomie van het werelddeel. Omstreeks 1890 werd de Mongoes geïmporteerd in de Antillen. Dit kleine roofdier moest de slangen bestrijden. Dat lukte volgens ver wachting. maar talloze kleine zoog dieren en het broedsel van vogels werden eveneens het slachtoffer, j waardoor de fauna onherstelbaar j werd aangetast, weer met gevolgen voor de flora. Van nog recentere datum is de in troductie van een Zuidamerikaanse pad (Buto marinus) ten behoeve van de insectenbestrijding op de Antillen, Hawaii, de Philippijnen, Nieuw-Guinea en Australië. Door de afwezigheid van de natuurlijke vij anden in deze „vreemde" gebieden konden de padden zich uitbreiden tot enorme kolonies, die een ver woesting aanrichtten onder de klei- zoogdieren, slangen, hagedissen en andere kikkers. In 1935 werden 12 exemplaren van Rana Ridibunda uit Hongkong in een vijver in Kent (Engeland) vrij gelaten. Vier jaar later wemelde het in een gebied van dertig vierkante mijl van deze dieren. Tegelijk bleek dat in ditzelfde gebied de bruine kikkers (Rana temporaria) en dei in alle consequenties kunnen over-iter, hoe dubieus ook, niet riskant, gewone pad 'Buto buto) die er zien. Een minieme wijziging hier j De uitgepote forellen worden voor voorheen talrijk waren, sterk inkan via-via-via tot enorme ver-90 procent weggevangen: dat is ook aantal waren teruggegaan. schuivingen en veranderingen elders j het doel. De resterende exemplaren „Dat is het beroerde van deze za- j leiden en veelal kunnen die veran- i sterven onherroepelijk uit zonder ken: je weet niet waar het toe deringen optreden zonder dat we nakomelingschap. Forellen hebben leidt, waar het ophoudt," zegt drs het verband met een heel kleine helder en stromend water nodig Hoogmoed. oorzaak elders kunnen ontdekken. voor de voortplanting. Wel bestaat het gevaar, dat zij zioh in leven "Oersterk" Wanneer de Bulgaarse kikvorsen het Nederlandse avontuur zouden overleven, zouden zij zeker andere eigenschappen moeten hebben dan de inheemse, die tegen deze opera- Me niet opgewassen zouden zijn, die geen schijn van kans zouden heb ben gehad na een overplanting naar een ander milieu in november. En die andere eigenschappen maken de zaak juist zo gevaarlijk. „De heer De Leeuw kan nu wel zeggen, dat l aantasting bijzonder betreurens- de Bulgaarse kikkers oersterk zijn waardig, vooral omdat herstel on- en het wel overleven", zo zegt drs. i mogelijk is. Hoogmoed, jnaar dan zegt hij De kikkeractie werd blijkens uitla- daarmee dat het andere kikkers j tingen van de heer De Leeuw mede zijn dan onze inheemse en daarmee j gestimuleerd door het uitzetten van bevestigt hij zelf dat het om mi- Amerikaanse forellen door minister lieu-vervuiling gaat en niet om mi- i Lardinois in Nederlandse viswate- lieu-herstel". jren, o.a. het Veluwemeer, de nieuwe De gehele samenhang tussen fauna. Zeeuwse en de Zuidhollandse me- flora en dode natuur is zo gecom- ren. Dat was uiteraard ook een on- pliceerd, dat wij deze nog niet tot natuurlijke ingreep. Deze was ech- j net gevaar, aat zij zien m leven Laatste groep houden met voedsel ten koste van Drs. Hoogmoed vindt het bovendien de inheemse visstand, maar die is bijzonder pijnlijk, dat nu de laatste nu toch niet zo overweldigend onbedorven groep van de inheemse i groot, dat een voedseltekort voor gewervelde dieren aangetast dreigt vissen dreigt! te worden door vreemde import. ViianrUn Reptielen en amphibieën waren naen daar tot nu toe van verschoond ge- jTerug naar de kikkers: de inheemse bleven. Onze zoogdieren, vogels engroene kikker, de Rana esculenta, vissen zijn allang niet meer van i wordt maximaal 10 cm lang, de nature onaangetast inheems. We- Rana ridibunda ongeveer 15 cm. tenschappelijk gezien is een nieuwe J Het is de vraag of de natuurlijke •vijanden van onze eigen kikker, de de schaarse ooievaar, de reiger, roek, de uil en de ringslang in de eerste plaats de Rana ridibunda wel zouden lusten en in de tweede plaats of zij deze grotere dieren ook wel aan kunnen. Daardoor kan, wanneer de Import-kikker het haalt, deze in een gunstiger posiMe komen dan de inheemse. Wat zijn daarvan weer de gevolgeh? Nie mand die het weet Een schets van het verspreidingsgebied van verschillende soorten kikkers. Horizontaal gestreept het gebied van Rana ridibunda (zo genoemd in bijgaand artikel, maar voluit de Rana ridibunda ridi bunda). Verticaal gestreept het gebied van de Rana esculenta. Daardoor geruit in midden-Europa het gebied waar beide inheems zijn. Voorts komt o.a. in Noord-Afrika, Spanje en Zuid-Frankrijk nog de Rana ridibunda Perezzi voor, welke gebied schuin gestreept is. Ook hier weer in Zuid-Afrika een menggebied. die op 27 februari as. van Kaap een vlucht van twee de grootste planeet van ons zonne- het eerste bezoek van een men- krijgt. De Pionier zal geen lan- maar op een afstand van minimaal klein genoeg voor gedetailleerde een week. Waarnemingen zullen omtrent temperatuur, dichtheid, uitge- van de atmosfeer, metin- magnetisch veld van de planeet en de ngeving, terwijl men voorts iets meer te komen omtrent de geheimzinnige ovaalvormig verschijnsel in de atmos- een diameter (bij de equator) van is 11,6 maal die van de aarde. De tot pool is kleiner. De massa is van de aarde, is een van de redenen, daarom men bijna de halve afstand aarde-maan langs Jupiter laat schieten. Op kortere afstand zou de snelheid veel groter moeten zijn om te voorkomen, dat het ruimtevoertuig met een grote snelheid in de atmosfeer zou vallen en verbranden. Bovendien strekt de atmosfeer zich waarschijnlijk zeer ver uit. Afremming door de buitenste lagen zou de Pionier ook zulk een snelle verbrandingsdood bezorgen. De aarde staat gemiddeld 150 miljoen km. van de zon. de volgende planeet Mars gemiddeld 228 miljoen en Jupiter, de daarop volgende planeet 778 miljoen km. Een fors reisje derhalve. Ongeveer een half jaar na de start bereikt de Pionier de planetoiden-gordel. Dit is een brede band waarin ontelbare rotsblokken van onbekende herkomst hun banen om de zon beschrijven. Het grootste blok, Ceres, heeft een diameter van 687 km. De reis die door die brede gordel (met een niet onbelangrijke kans van een botsing en voortijdige einde van de missie) duurt een half jaar. Vermoedelijk zullen ook in deze gordel waarnemingen kunnen worden verricht. Vier jaar geleden werd door dr. Chr. Barnard in Kaapstad de eerste harttransplantatie verricht. Sindsdien hebben over de gehele wereld in 17 landen niet minder dan 180 mensen een ruilhart gekregen. Van hen zijn er nog 30 in leven. Recordhouder is Louis B. Russell Jr., die op 24 augus tus 1963 zijn nieuwe hart kreeg en thans nog gezond en wel rondloopt. aanvankelijke hausse <99 transplan taties in 1968) enigszins bekoelde doordat het afstotingsproces voor veel patiënten fataal bleek, heeft dr. Nor man E. Shumway het volste vertrou wen in de ingreep. Hij heeft met zijn medewerkers al 37 transplantaties verricht en 16 van zijn patiënten zijn nog in leven. Ter gelegenheid van de "verjaardag" van de eerste harttrans plantatie verklaarde hij, dat een re- sultaa.t van 30 overlevenden bij 180 transplantaties bevredigend is. "Deze mensen zouden allang overleden zijn zonder ruilhart, en alle tijd die zij daarmee leven is winst." Aan de Stanford University, waar dr. Shumway werkt, is men rustig doorgegaan ondanks het feit, dat men de immunologiteitsproblemen nog lang niet geheel beheerst. "Onze pa tiënten maken het nu over het alge meen beter, ofschoon wij er niet hele maal zeker van zijn wat daarvan de oorzaak is. Wij weten dat als een patiënt de eerste zes maanden geen afstotingsverschijnselen vertoont, de kans op latere afstoting gering wordt. Het lijkt of het lichaam tegen het nieuwe hart zegt: 'oké. je bent hier nu eenmaal en je doet het niet slecht, blijf dus maar". Als we wisten hoe van tevoren deze verdraagzaamheid wordt gekweekt, zouden de dit vóór de transplantatie kunnen regelen. Dat is echter niet een taak voor me dici maar voor cellulair-biologen", aldus dr. Shumway.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 15