KLANT: DIERENTUIN EN DRESSUURSCHOOL Een Leidse 'moord'-griet Veel beroemde dompteurs kregen opleiding in Valkenburg Door Anton Pfeiffer VALKENBURG Het huurcontract, waarhij Eri Klant van de gemeente Valkenburg „Het Hoogt", een terrein van vier hectare bovenop de Cauberg had gehuurd, was in oktober na 25 jaar afgelopen. De gemeente wil hem een nieuw con- t tract geven. Niet voor de ruim tweeduizend gulden per jaar, zoals tot nu toemaar voor ruim twaalfduizend. „Hij wist dat er een rigoreuze prijsverhoging zou komen, J hij wist dat het contract afliep. Er zijn genoeg liefhebbers, er zijn andere plannen. Daarin zou de dressuur school van Klant wel kunnen blijven. Hij heeft niet als „dierentuin" gehuurd, maar het is in feite een soort circus. Daarvoor be taalt hij vermakelijkheidsbelasting. Maar die ivordt te zijner tijd afgeschaft". Dit zegt de gemeente. Klant zegt: „Ik ben de enige dierentuin, die nog belasting betaalt. Geef toe, dat dat dierentuin" niet veel om het lijf heeft). Ik wil meer huur betalen, maar dan kan de gemeente toch minstens een betere accommodatie neerzetten voor de dressuur Dat kost een ton. Ik trek honderden toeristen". Twee standpunten in het kort. Daartussen ligt het al of niet voortbestaan van een unieke zaak: Klants dressuur- schoolde enige in West-Europa. Hier is haar verhaal. „Jean Richard wou een tijger te paard. En daar wou hij I groeid. Toen hij zee. zev« n.1u tt i ti oi. hertrouwde zijn moeder Gilbert Houcke m. Ik zeg: „Stop er Michon in, die speelt dat nummer met z'n linkerhand. Toen is hij speciaal naar Enge land gegaan om naar Michon te kijken". Eric Klant brengt het als een voltreffer. Omdat circuskoning Richard juist naar hem kwam voor de tijger te paard. En omdat hij op zijn ad vies Michon nam. Michon nota bene inplaats van Gilbert Houcke, de grand-seigneur de wereldberoemde circus-Tarzan. Jean Michon. Hij is al bij Klant van de dag af dat die zijn dres- suurschool begon. Op de top van de Cauberg. vloeknaam in het oor van iedere wielrenner. Dat is nu 25 Jaar Een kwart eeuw unicum, waaraan misschien een einde gaat komen omdat Klant het niet eens is met de gemeente Valkenburg, waarvan hij het paradijsje heeft gehuurd, waarin hij zijn school en dieren tuintje heeft. En een landhuis, zo mysterieus dat Dracula er niet al leen zou durven overnachten Het huurcontractvan 25 Jaar is af gelopen en de gemeente wil de huur nu verhogen van rond 2000 gulden per Jaar tot twaalfduizend. Dat is te gek, vindt Klant. Maar voorlopig draait de school nog. Ook nu het seizoen is afgelo- en. Want de dieren moeten in training blijven. Hoor maar: „Recht! Lola! Recht sitzen! La/ng- sam. Hansi! Braaf, oh, braaf Han- serl!" Lola is de leeuwin en Hansi het paard. Met dit koppel en twee zus jes van Lola, Mirza en Mila. staat mevrouw Klant in de kleine ronde kooi, waarin de dieren worden ge dresseerd voor hun werk straks iin de piste. Lola, fiere amazone, laat zich op de rug van Hansi door de ring rijden. Zij is ook bereid om op de achter poten „mooi" te zitten, schijnheilig gebedje doende. Ze maakt dat niet allemaal voor mevrouw Klant. Ze doet het voor miss Belita. Naam waarmee ze roem oogstte in circus sen over de hele wereld. Jaar was met Willy HagenbeokIk was beslist niet zijn oogappel. Maar door hem ben ik opgeleid: wat ik van dit vak ken, heb ik aan Hagenbeek te danken". Vakm stapte. Ze heeft meer. Van huis uit is ze een meisje Prechtl, Ja precies, dochter van de berendompteur van Circus Krone. Eric Klant: .Rrechtl? Die naam is in Oostenrijk zo be kend als(hij zoekt even) als Klant in Holland". Zij: „Toen ik drie Jaar was, zat ik de hele dag te kijken naar vader j zelfde gebaren, zelfde commando's met z'n beren. Ik werd het nooit zo gaat ook de opleiding van nieu- dompteurs in hun werk. Me an Vakman is hij nog steeds. Kijk maar als hij zij zijn vrouw de kooi ingaat en Mirza, Lola en Mila naar zijn hand zet. „Dat kan omdat ik het haar honderd keer heb zien doen. Precies dezelfde gebaren, de zelfde commando's. Anders ben je nergens". Hij bekent dat hij voor geen goud met zijn rug naar de dieren zou gaan staan, zoals miss Belita wel doet. „Mij zouden ze direct pak ken". moe". Het is grappig, die twee te horen. Klant rap. luid, explosief als een snelkookpan, zijn vrouw speels, los. bijna zin-gend in een ratjetoe van Oostenrijks-Hollands. Het is misschien dat ongecompli ceerde dat haar samen met haar innerlijke sterkte niet alleen een volkomen overwicht op de dieren geeft: ze zijn stapelgek op haar. Haar leeuwinnen zoeken bij elke training maar één moeilijkheid: dat Klant doet dat met assisten tie van Roel de Vries, die er ook al van begin af aan bij is „Stel dat Franz Althoff daar ben ik gewoon „Franz" mee, hij is er nu mee opgehouden zegt: „Ik moet een tijgernummer hebben, vijf tij gers die tien minuten werken". Dan koop Je eerst zes tijgers, wi er altijd wel één die niet il. Die dan dresseren. Als je daar derde mee klaar bent, kijk op het moment dat het afgelopen j je Wje ermee gaat werken. Die Jon- ïs en ze terug moeten naar hun gen 0f meisje gaat dan bij de kooi. verdere dressuur assisteren, groeit Ze willen niet. Ze willen verder met het nummer op. Als de dieren spelen. Met de hoepel en de ballon- voor honderd procent klaar zijn, is netjes en met Belita. Verderop hij ook klaar Dan kan Je een com- hele tijd een tijger pleet nummer afleveren: dompteur dieren". mokt omdat hij deze ronde niet mee mag doen, Jaloers als een versmade min- Dompteuropleiding Bij Klant worden dus dieren ge dresseerd. Maar ook dompteurs op geleid. Zestig, zeventig zijn er var zijn school de piste ingegaan. De niet kunnen bekendste? Jean Michon. man van het eerste uur. die nu met een tij gernummer bij Shipperfield in En geland staat. Henk Luyx, ook een Hollander, ook met tijgers, net als Charly Baumann in Amerika: de radja met snor of zonder snor, zeg één bij Hawthord, de ander bij het maar. Ringling. En dan de gebroeders Zo zit bijvoorbeeld Poluniak nu ij Jostmann, die kamelen, olifanten en Hagenbeek in Duitsland met een J moet v°<>rkom«^ paarden voortbrengen bij Orlando berennummer zeven ijsberen, twee ^beetje goed uitzien Qrfee in Brazilië en Carola Petzold. kraagberen en twee bruinen. Bij Mooi „Een dompteur moet moedig zijn zonder bravour te hebben", zegt Eri k^'elem ohTJiin Klant, i hebben, voor het publiek. Over dat laatste heeft Klant niet te klagen: ze is mooi. Moed bezit ze al sinds ze 26 jaar geleden voor het eerst de kooi in- Over heel de wereld de nummers, die in Valkenburg werden geboren over de hele wereld uit. De circusdirecteu ren kunnen het krijgen zoals ze het hebben willen. Het enige dat zij decreteren zijn de Maar verder: leeuwen, tijgers, leeuwen met tijgers, tijgers met leeuwen, rekwisieten in chroom, in bamboe, een strak nummer, een veel show. een maha- „Hoch, Liebling, Lola hoch". me «rei, zeeleeuwen nummer bij dat witte septet is niet de ijsbeer, Moira in Italië staat. de beroemde, die door de filmers Zelf komt Eri Klant als zo'n Jaar j van Walt Disney helemaal uit Lim- of tien niet meer üi de piste. Het is j burg werd gehaald om hoofdrol te trouwens nooit zijn eerste keus ge- zijn in „Snowbear". Paka is zes weest. Hij voelt zieh dierentuinman. jaar. Hij is wel tussen het zaagsel opge- Mevrouw Klant gaat met hem aan de wandel. „Paxi" lokt ze en dan werkte met leeuwen en Carola Pet- I liefste. Met de blote vuist heeft Eri staat de witte reus naast haar op I zold met beren. Carola werd door haar gered, de achterpoten tegen een boom om een beer gegrepen. Michon nam ook j te kijken wie de grootste is. Paka haar nummers over. Dat was te Stoeiend spel wint. zwaar. Hij werd prompt door één „Ik heb wel honderd ijsberen ge- van zijn leeuwen aangevallen. Eri Moed. geen bravour. Met die moed had. maar dit is de enige met wie Klant is toen zelf zes weken met de is miss Belita na haar herstel weer je dat. kan doen. Zomaar loslopen nummers in het zaagsel gaan staan, de kooi ingegaan. Het heeft haar Een ongecastreerde man", zegt En j En tien jaar geleden bij Hagenbeek, wel moeite gekost. Maar ze kan Klant. Een nieuwe tijgergroep. die ze per geen dag buiten haar dieren. 1 LU se wilden hebben ook al was die nog Honderden mensen hebben dat vijf- W einig ongelukken j niet ^eiem^ safe. Mevrouw Klant entwintig jaar lang kunnen zien Veel ongelukken hebben de domp- is toen zelf gegaan. Op een laatste j als mevrouw Klant de dieren drie, teurs van Klant gelukkig niet ge- repetitie, toen ze de meest linke ro- vier keer per dag in het openbaar had. Ja, twintig Jaar geleden in ver van het groepje extra in de ga- voorbracht. „Braaf,, Hansi braaf! Duitsland ,toen Michon bij Williams ten hield, werd ze gepakt door de; Hoch. Liebling, Lola. hoch!". Mevrouw Klant aan de del met Paka of Paxi, haar lingsbeer. Vooral ook het stoeiend spel Paka, de ijsbeer, haar Paxi. „Zijn broer Pola, daar kan Je niet mee doen. Een zegt Klant, „maar we laten hem bij, want als je van zo'n beer solitair maakt, wordt-ie verzuurt „Het is z'n eigen broer, hij dezelfde opleiding. Maar bij hem n kan je de kooi iliet binnen".. Dan voelt Eri Klant dat hij overdrijft: „Nou ja, je kunt wèl naar binnen. Maar je komt er niet meer uit!' NATANIEL DONCKER was een Jo lig Leids student zo omstreeks 1755, die bekend stond om zijn liefde voor „Wijntje en Trijntje", waarbij de in studentenkringen polulaire „Mooy Doortje", die op het Stad huis stond ingeschreven als Doro thea Borselman, wel de hoofdrol speelde Maar ondanks zijn losse leven, stond hij ook bekend als een be- gaafd student, die spelende door zijn tentamina en examens kwam. Toen hij was afgestudeerd, vestigde j hij zich in Den Haag, waar hij trouwde met een gefortuneerde jon gedame, doch zijn losse leven voort zette, waaraan de Leidse „Mooy Doortje" duchtig deelnam. In Den Haag raakte hij dan ook al gauw als bon-vivant bekend, zodat 't hem wijs leek naar Amsterdam te verhuizen, terwijl zijn vrouw, zonder kinderen, in Den Haag ach terbleef. Hij huurde in Amsterdam een huis in de Plantage en ging meteen maar samenwonen met „Mooy Doortjedie hij uit Leiden had la- ten overkomen. In de hoofdstad bleek hij een briljant strafpleiter te zijn, vooral in zware gevallen. En het meest blonk i hij uit in moordzaken. Dan was zijn verdediging zó wel doordacht, zó scherp, zó vernuftig, dat hij verscheidene misdadigers van de galg en het radbraken wist af te helpen, zodat zij er „slechts" met een fikse geseling, brandmerk en uitbanning uit de stad afkwa- Maar niet lang duurde zijn vrijge- zellenleven. want aldra drong zijn vrouw erop aan ook in Amster dam te komen wonen, waarna hij I „Mooy Doortje" op een kamertje zette en verhuisde naar „het Wa ter" (Rokin) bij de Oude Brug. Moord In de valavond van 8 december 1766 werd er een kruier gehaald die op last van meneer een grote sluit- mand buiten de Haarlemmerpoort moest brengen en daar op Mr. Doncker moest wachten, die per di ligence naar Bergen-op-Zoom zou reizen en buiten de poort de grote mand zou doen opladen. Wel vond de kruier het gek, dat hij die mand niet aan het posthuis van de diligence moest brengen, om al daar opgeladen te worden, doch al- léz! dat was zijn zaak niet en een goede duit was niet te versma den. Buiten de poort gekomen het werd al donkerder en donkerder stond zijn opdrachtgever op hem te wachten, woedend omdat de dili gence maar niet kwam opdagen. „Enfin, zet die mand hier maar aan de waterkant neer; hier is Je geld, ik blijf wel wachten!" Doch enige dagen later werd een gruwelijk verminkt vrouwenlichaam uit het water gedregd, waarvan het hoofd en de armen waren afgesne den. Het lijk werd overgebracht naar het Binnengasthuis. Daar bleek dat vóór de onthoofding de vrouw ernstig was mishandeld vier ribben waren gebroken, terwijl ook verdere zware kneuzingen wer den geconstateerd door de chirur gijns. Aanvankelijk meende men dat het een vrouw was die met liedjes en nieuwstijdingen langs 's heren stra ten liep te venten. Natuurlijk vernam ook de kruier dit voorval en spoedde zich naar „de Heer Hoofdofficier van de Policie" en vertelde daar het geval met de sluitmand, die hij had moeten op halen ten huize van Doncker die mèt „Mooy Doortje" hem de zware mand hadden afgegeven en „of dat misschien altemet wat met elkaar te maken had?" Hierop ontbood de Hoofdofficier èn Mr. Doncker. die blijkbaar niét op reis was gegaan èn „Mooy Doortje", die toen reeds bij hem inwoonde. Beiden werden ve'rhoord, doch weer naar huis gezonden, doch toen eni ge dagen later ook. het hoofd en de armen waren opgedregd en velen het lijk daarna herkenden als van Mevrouw Doncker, toen waren de twee vogels gevlogen, ieder een an dere kant uit! Maar althans Doncker was niet ver gekomen en werd binnen de palen van Amsterdam bij het logement „De Beerebyt" (tot in het begin dé zer eeuw nog bestaande) in een koets aangehouden. Hij wilde daar net overstappen op de „Goudsche Schuyt"! Hij legde een volledige bekentenis af. doch verklaarde de moord te hebben begaan samen mèt „Mooy Doortje". Hierna werd hij geconfronteerd met zijn medeplichtige, die inmiddels in Leiden bij haar familieleden was gearresteerd, waarna zij door de Amsterdamse schout Boekwyt toevallig een Leidenaar van geboor te -- met een van zijn rakkers van de Breestraat werd opgehaald en naar Amsterdam overgebracht. Doch ook bij het kruisverhoor met Donckér bleef zij volhouden geen deel te hebben gehad aan de moord. Wel gaf zij na „in de Boeyen" op de pijnbank te zijn gelegd, toe van de moord te hebben gewéten, doch bleef bij haar ontkenning die met Doncker te hebben begaan. De zware tortuur van de pijnbank had haar deerlijk gekwetst want nadien waren haar voeten en han den verlamd. Op zichzelf een zware straf en dat nog wel zonder dat haar medeplich tigheid was bewezen Onze voorvaderen van Justitie verre dig! Doncker werd veroordeeld tot de doodstraf door middel van rad braking, welk vonnis op 22 augustus d.a.v. plaats had. Uit het verslag hiervan het navol gende De executie „Dominee ten Brink had hem in zijn laatste oogenblikken geassis teerd. Toen hij in de Justitiekamer wier gebragt, was daar een groot geraas van seer veel mensen en 't trommele in 't stadhuys beneede, sodat de dominee tegens hem sey- de: Doncker verveelt u dat tromme le en geraas niet? Waarop hij ant woordde, neen mijnheer, dat hoort of sie ick niet eens, waarop de do minee sevde: waar syn dan u ge- digte. Di» lijn ayde hij, op de Heer» Je sus, die tegenswoordig voo'r my plijt en bidt God den Vader om myn aanstaande zaalighijt door syn ve dienst te verwerven". Toen hij op kruys gebonden was, had hy den dominee nog bedankt en had gezang uit Lodestyn <1620—167' predikant te Utrecht. In calvinisti sche kringen bleven zijn kerkliede ren lang in ere; aangeheven. Om hem 't sohreeuwen te beletten, had de beul den strop om den hals beetje toegedraaid. Die beul deed zijn werk niet goed; de beenen werden niet „stukkent" geslagen ook de slag op 't hart was veel te laag. Toen de beul hem tenslotte verder wilde verwurgen raakte de strop onklaar, zoodat het slachtof fer een extra harden en langzamen dood had gehad, 's Morgens had hij nog. in presentie van de heer Hoofd officier en de dominee, tegen dat vrouwmensch gezegd, dat zij ook schuldig aan den moord was, maar zij bleef alles ontkennen". Na de dominee kwam nog ee Hoofdschout aan het woord: „Pleit op de verdiensten van Jezus, val Hem te voet, opdat gij nog moogt behouden blijven, 't Is heden nog tijd; 't is waar. de straalen van bloet van uw vermoorde vrouw pen om wraak voor den troon Godt, maar 't zoenbloed van Chris tus, 'tgeen Hij aan 't Kruys uytge- stort heeft voor boetvaardige daars, is magtig om deese kreet te verdooven; neem dan Uw toevlugt tot Hem, opdat gij dus moogt be houden worden, soo sal Uw einde zaalig en Uw dood gelukkig syn; Amen, ja Amen". Wat „Mooy Doortje" betreft: zi; werd op 14 oktober veroordeeld tot vijftig jaar Spinhuis en daarna Jaar uitbanning uit Amsterdam, hetgeen dus zij was op dat ment 30 Jaar op levenslang uit kwam. Zij heeft echter nog twintig Jaren in de detentie doorgebracht overleed in 1786, zonder ooit Leiden, waarover zij vaak sprak te genover haar bewakers, te hebben weergezien. Had zij heimwee naar onze Sleutel stad? DOLF SCHXAAB ZATERDAG 4 DECEMBER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 4