De kunst in het eindspel'
KRYPTOGRAM
Ook missers zijn leerzaam
Len moeilijk spel: aan down ontsnapt
'ICHAAKRUBRIEK
JlAMRUBRIEK
Schoen-tjes bij de haard
RIDGERUBRIEK
stof" ZEKE
ATERDAG 4 DECEMBER 1971
Het kost een schaakmeester dikwijls veel denkwerk en ener-
e een voor hem goedstaand eindspel efficiënt tot een goed
nde te brengen. Vandaar dat men spreekt van "KUNST IN
ET EINDSPEL". Het is namelijk een bekend feit dat er, glo-
al genomen, geen richtlijnen bestaan voor een aantal eind
de elen. De speler is dus grotendeels aangewezen op eigen in-
mm» rhten en intuïtie. Wordt alles doelmatig afgewerkt, dan heeft
et alleen hij veel bevrediging, doch ook de toeschouwers- die
het naspelen van deze „voortbrengselen" van de ene ver
ging in de andere vallen
Vandaag in onze rubriek twee „ge
pen edelgesteenten", waarmee we,
ar we hopen, de eindspelliefheb-
i!'" fs onder de lezers veel genoeglijk-
d zullen verschaffen.
Rubinstein-Grünfeld
(Karlsbad 1929)
d4 Pf6 2. Pf3 e6 3. e3 b€ 4 Pbd2
5. Ld3 c5 6, 0-0 Le7 7. e4 cd4:
?d4Pc6 9. Pc6: dc6: 10. De2 Dc7
f4 Pd7 12. c3 e5 13. Pc4 Lf6
f5 Pc5 15. Lc2 La6 16. Le3 0-0
Lc5: bc5: 18. Ld3 Lc4: 19. Lc4:
d8 20. Tadl Tdl21. Tdl: Td8
Td8:t Dd: 23 Kfl g6 24. fg6:
)0J6: 25. g3 Kg7 26, h4 Dd7 27. Kg2
|6 28. Lb3 Dd7 29. Dc4! Dd2t 30.
Kh6 31. Dc5:(Praai) Db2: 32.
tdpt Kg7 33. Da7Dc3:t 34. Kg4 Dd3
Df7T Kh6 36. Dc4ü Dd2! 37. Dfl
38. Ddl Dg2 39 Df3 Dd2 40. Kh3
41. Dc3 Dd6 42. g4).
binstein was een zeer groot eind-
lkenner. De stelling op het dia-
m is voor hem echter niet een-
SH Kiig te winnen, omdat de zwarte
ne roet in 't eten kan gooien door
TE rtdurend schaak. Hij vindt even-
517 een prachtige oplossing. Hij leidt
ti
he Iet Haagse RDG is er het vorige weekeinde in de Brabant-
len in 's-Hertogenbosch in geslaagd het clubkampioenschap
Nederland op zijn iïaa,m te brengen. Een overwinning op
ente's Eerste werd het niet, maar aan een gelijkspel
10), zoals de uitslag werd, hadden de Hagenaars vol-
'M
Pim en Pom
Rubinstein
een mataanval in, waarbij dameruil
Ls ingecalculeerd!
42 Lf6-d8 43. g4-g5 Ld8-b6 44
Dc3-f3!
Nu is de dreiging h4-h5 aan de
orde.
44. Dd6-f8
Zwart biedt dameruil aan in de
hoop het eindspel onbeslist te kun
nen houden vanwege de raadsheren
van ongelijke kleur. Het is stellig zyn
beste kans. want wit kan met de
dames op het bord vele winstwegen
inslaan.
45. Df3xf8* Kg7xf8 46 Kh3-g4 Lb6-e3
47. Lb3-a4 c6-c5 48 La4-b3 Le3-d2
49. Lb3-c4 Kf8-g7 50 a2-e4 Kg7-f8
Zwart heeft niets anders
51. Kg4-f3
Wit komt met h4-h5 niet verder
Hij moet om de winst te behalen met
zijn koning naar de damevleugel, ten
einde de vrije a-pion te steunen. Het
is duidelijk dat zwart niet direct de
h-pion mag veroveren, daar hij dan
te laat komt om de witte a-pion te
stoppen. Vandaar dat Rubinstein de
zwarte c-pion op c5 heeft vastgelegd!
51. Kf8-e7 52. Kf3-e2 Ld2-a5
53. Ke2-dl La5-b4 54. Lc4-e2 Ke7-d6
55. h4-h5! g6xh5 56. Le2xh5 Kd6-e7
57. Kdl-c2 c5-c4 58. Lh5-e2 c4-c3?
Vermoedelijk is 58. Kf7! de
enige kans om het eindspel te kun
nen houden. Nu komt de witte vorst
de zwarte stelling binnen
59. Kc2-b3 Ke7-f7 60. Le2-d3 Lb4-a5
61. Kb3-c4 Kf7-g6 62. Kc4-b5 La5-d8
63. a4-a5 Ld8xg5 64. a5-a6 Lg5-e3
65. Kb5-c6 Kg6-g5 66. Kc6-b7 Kg5-f4
67. Ld3-bl
De grootmeesterzet. Op 67. a7 houdt
zwart nog juist remise met 67.
La768. Ka7: Ke3 69. Lbl Kd2 70.
Kb6 Kcl 71. Ld3 Kd2 enz. Men ziet
dat Rubinstein alles exact heeft be
rekend.
67. Le3-d4 68 a6-a7 Ld4xa7
69. Kb7xa7 Kf4-e3 70. Ka7-b6
Zwart gaf het op. Wit heeft het
beslissende tempo. Een prachtig eind
spel.
tTit de party KeresBecker.
Een zeer leerrijk eindspel omdat
alle torens nog op het bord staan.
De witte vrijpionnen zijn echter ge
vaarlijker dan die van zwart.
Er geschiedde:
27. Kf2-f3 Ta2-b2 28. e2-e4 a6-a5
29. f4-f5 Te8 30. Tel-e2 Tb2-bl
31. Tg7-g5 a5-a4 32. e4-e5 Tbl-fl
33. Kf3e4 a4-a3 34. f5-f6 b7-b5.
Helaas te laat Wit heeft reeds een
gewonnen stelling bereikt.
35. Tg5-f5! Tf-cl 36 e5-e6 Kb8-c7
37. e6-e7 Tf8-e8 38. Ke4-d3 Tcl-dl-f-
39. Te2-d2 Tdlxd2 40. Kd3xd2 a3-a2
41. Tf5-fl en zwart gaf het op.
Een volgende keer zullen wij u
laten zien dat eindspelkunst met vier
lopers op het bord ook tot de charme
van het schaakspel behoort. Omdat
aan deze materie helaas te weinig j
aandacht wordt besteed, menen wij
dat de lezers stellig hun kennis hier-
mee zullen vergroten!
BISHOP
nde om te kunnen feestvieren.
kansen om veertien dagen eer-
het kampioenschap te grijpen
er anders wel geweest. Zo was
name de nederlaag van de
it zijn tijd verdelende Van der
lyVn volstrekt onnodig, terwijl
Ivens en Penno Boog vrij een-
ihiilige winsten verzuimden. Maar
kan het wel eens tegen zitten,
Ier dat er duidelijk aanwijsbare
K en gemaakt zijn. Dat bewees de
vei wikkelde partij, die Ed Holst-
idfl d aan bord 2 speelde
37,2 iPIJKSTRAE. HOLSTVOOGD
en 2—28 18—23 2. 33—29 23x32 3.
g 20—25 4. 39—33 15—20 5. 44
19_24. De zwartspeler kiest
de zg. onvoltooide hekstelling,
populair, doch moeilijk spelgen-
6. 50—44 14—19 7. 41—37 10—14
1)7—32 17—21 9. 4641. In de
ijen v. d. Sluis—Wiersma. kam-
ischap van Nederland 1971 en
eux-Wiersma, beide van belang
de bestudering van dit spel-
werd gespeeld: 3126 510
kampioenschap 1971 (Bolzano) ge
speeld werd, wist hij fraai te win
nen. 921—26 10. 41—37 16—21!
De scherpste voortzetting. Wit moet
nu opdringen. 11. 3127. Waar
schijnlijk heeft zwart na 2823
19x28 32x23 5—10 de beste kansen,
hoewel ik dit nog graag uitgevoch
ten zou willen zien. 11.11—16 12.
29—23! De beste voortzetting. In
een oefenpartij StenekesSijbrands,
enkele jaren geleden gespeeld (ik
ben mijn tijd altijd ver vooruit ge
weest", kwam de volgende fraaie
afwikkeling op het bord: 4741 5
—10 28—23 19x28 32x23 21x32 37x28
13—19! 3430< 25x34 39x30 12—
17! 44—39 17—22! 32x17 19x28 30x19
14x34 33x22 6—11!! 40x29 16x21 17x6
21—27 22x31 26x46 en na 38—33
4614 42—37 etc. schijfwinst en
partijwinst.
125—10. Het heeft weinig zin
het witte centrum te omklemmen:
13—18 34—29 8—13 40—34 en zwart
moet rekening houden met 3430.
)Op7 12x21 46—41 11—17 etc. Tegen 29x40. 35—30 en 33x15. 13. 34—29
der Sluis kreeg de Frieseg_n 14 40—34 12—17 15. 27—22
I tmeester geen voet aan de g—12 16. 37—31. Het is de vraag of
a id. maar zijn partij tegen Cro- Zelfs 2318 mogelijk is. Zo Ja, dan
die in het Europees ploegen- l jS dit te prefereren boven de tekst-
,zet. die ten gevolge heeft dat Holst-
1 voogd de witte stelling vakkundig
onder druk zet. 16. 26x37 17.
132x41 2—8 18. 41—37 10—15! 19.
4741 410! Met zijn laatste twee
zetten, zuiver als tempo-verlies be
doeld, brengt zwart zijn tegenstan
der in ve'rlegenheid. Deze weet nu
niet of hij zich het riskante 4550
kan permitteren (zelf zou ik het
ook niet zo gauw weten) of dat hij
de gevolgen van 44—40 1218 moet
aanvaarden. Hij kiest achteraf
gezien terecht voor het laatste.
Overigens zij opgemerkt dat 20.
37—32 uit den boze is vanwege 21
—27! 20. 44—40 12—18 21. 23x12
7x27 22. 37—32. Niet 37—31 wegens
2732en 21—27.
22812. Weliswaar kan zwart
j met 13—18 41—37 18—22 zijn schyf-
I voorsprong behouden, maar het is
niet waarschijnlijk dat hij dan de
beste kansen heeft. 23. 4137 2126
1 24. 32x21
116x27 (zie diagram). De zwarte stel-
ling lijkt zeer goede perspectieven
te biedenop 4944 kan hij met
27—32. 19—23 en 24—30 dammaken.
I terwijl hij na 37—31 26x37 42x22
12—18 zijn schijf voorsprong be
houdt: lo 48—42 18x27 49—44 17—
22! 28x6 27—32 38x27 19—23 29x18
13x31 36x27 24—30 35x24 20x49! 2°
48—42 18x27 42—37 27—32 38x27
17—22 28x6 19—23 29x18 13x42 33—
29 24x44 43—39 44x33 34—30 25x34
40x47 en zwart moet het afspel
1 winnen. 25. 49—44 27—32 26. 38x27
"1 m
o
a
m
1 I
19—23 27. 29x16 24—30 28. 35x24
20x47 29. 27—22! Een lelijke tegen
valler. Op 47—33 22x11 33x6 volgt
37—32 en wit neemt de dam voor
gelijkspel af. Mede in verband met
het feit, dat RDG op dit moment
al een flinke voorsprong aan het
opbouwen was, besloot de zwartspe
ler nu naar remise af te wikkelen.
Of er echter méér in de stand zit,
is een moeilijk te beantwoorden
vraag. Bij analyse ontdekte Holst- j
voogd o.a. de volgende fraaie va- j
riant: 17—21 16x27 14—19 40—35 1 1
—6 (47—20 34—29!) 44—40 47—20?
43—38! 20x31 48^2 31x48 22—18 j
13x44 40x49 48x30 35x4!! en wit
wint. 29. 47—24 30. 22x11 1—7 31.
11x2 24—35 32. 2x24 35x46 33. 16—11
3—8 34 11—6 9—13 en aanvaardde.
waarschijnlijk wel wat te vroeg, het
remise-aanbod. TON SIJBRANDS j
Pim komt met een vaart van
zol-der naar be-ne-den stui
ven. Mi mi mi mihijgt hij
als hij Pom ziet. Wat nou, Mi
mi mi?, vraagt Pom die hem
on-der aan de trap zat op te
wach-ten. Mi mi mi.mi-mi
van de bak-ker! roept Pim.
O00 zegt Pom, d i e Mi-mi?
Tsjon-ge. was ze met haar
mooi-e vel-le-tje zo maar op
het dak ge-klom-men? Wat
moest ze daar? Pim is ein-de-
lijk een beet-Je uit-ge-hijgd.
Ze zong!, zegt hij, echt waar,
Pom, ze zat te zin-gein bij de
sc hoor-steen I
Pom maakt gro-te o-gen. N u?
In die kou? Zin-gen? Weet ze
dan niet dat het no-vem-ber
is? Zeg maar dat ze be-ter kan
wach-ten tot maart. Dan zin
gen poe-zen pas. Nee. nee, nee,
roept Pim on-ge-dul-dig, ze zei
dat ze zong om te be-dan-ken.
Ze zei dat ze een ka-doo-tje in
haar schoen had ge-had en
dat je dan be-dan-ken moet.
Zeg dat nóg eens, zegt Pom die
nu nog veel gro-te-re o-gen
heeft op-ge-zet, in haar
schoen? Sinds wan-neer
draagt Mi-mi, de kat van de
bak-ker, schoe-nen? Ze heeft
niet eens poe-zen-sok-Jes, zo
als Jij en ik.
En tóch is het zo, zegt Pim.
Hij zit er op-ge-won-den bij te
knik-ken met zijn kop-je. Ze
heeft me he-le-maal ver-teld
hoe Je het doen moest. Voor Je
's avonds sla-pen gaat. ga Je
bij de ka-chel staan. En je
zingt. En dan heb Je de vol
gen-de dag een ka-doo-tje in
Je schoen.
Pom knijpt izjn o-gen een
beet-Je dicht en denkt na. Dat
ver-haal heb ik al eens eer-der
ge-hoord, zegt hij. van wie
weet ik niet. Van men-sen,
ge-loof ik, van klei-ne men
sen.
Pim knikt weer Dat klopt.
Klei-ne men-sen krij-gen al-
le-maal wat in him schoen van
Sin-ter-klaas.
Oooooo roept Pom op-eens.
Sin-ter-klaas!. Na-tuur-lijk
nou weet ik het weer. Sin-ter
klaas! Ja. dat klopt. Die brengt
ka-doo-tjes. Maar dat-ie het
ook bij poe-zen deed, had ik
nog nooit ge-hoord.
En toch is het zo. roept Pim.
Ik heb Mi-mi's ka-doo-tje ge
zien: een gek-ke speel-goed
muis met een bel-le-tje van
bin-nen. Je kan er erg mee
la-chen. Een ka-doo-tje. zegt
Pom, een ka-doo-tje krij-gen is
al-tijd leuk; mis-schien zou
den wij het ook eens moe-ten
pro-be-ren. Eerst zin-gen zei
Je. he? Pim knikt weer. Maar
wat? zegt Pom, wat moet Je
zin-gen? Tja, zegt Pim, dat
weet ik ook niet zo precies, iets
van gooi wat in mijn schoen
tje of zo.
Ik ken al-leen maar van
poes-Je mauw, kom eens gauw,
zegt Pom, en jij? Nou Ja, zegt
Pim, dan zinpgen we ge-woon
van: Sin-ter-mauw, kom eens
gauw, dat zal Sin-ter-klaas
toch ook wel be-grij-pen?
Mis-schien, zegt Pom, maar
nou dat schoen-tje. Als Je geen
schoen-tJe neer-zet, ge-beurt er
na-tuur-lijk niks.
Nee, zegt Pim, nee. Ik weet
ook niet hoe mi-mi dat ge
daan heeft. Ze kij-ken el-kaar
een beet-Je sip aan. Dat wordt
niks, zegt Pim en Pom schudt
zijn kop. Maar op-eens krijgt
hij een i-dee. Wacht eens
e-ven. zegt hij, wat is een
schoen? Pim kijkt hem heel
dom aan. Wat be-doel Je? zegt
hij, wat is een schoen? Pim
kijkt hem heel dom aan. Wat
be-doel Je? zegt hij. Je weet
toch zelf wel wat een schoen
is? In de kast van de vrouw
staan er wel tien: doos-Jes van
leer met een hak-Je er-aan en
een punt-Je van vo-ren. En
soms een gesp-Je er-op of
glim-men-de kraal-tjes voor als
de vrouw heel mooi wil zijn.
Weet ik wel, weet ik wel, roept
Pom, maar wat doe Je er
mee? Wat doet de vrouw met
haar schoe-nen?
Pim denkt na. Ze steek er
haar poot in, zegt hil ein-de-
lijk. He he, roept Pom, dat ib
het! Een schoen is iets waar ie
Je poot in steekt. Nou, «1
waar ste-xen jij en ik on-te
po-ten in> Wij? In on-ze
mand na-tuur-lijk!, zegt
Pim. Pom zucht weer hè hè
en dan zegt hij ge-wich-t^:
wat de schoen is voor de mens,
Pim. is de mand voor de poes.
waar of niet?
Ja, Ja, zegt Pim, daar zit iets
in. Op-eens be-grijpt hij het
en hij holt al ach-ter Pom aan
om de poe-zen-mand tot vlak
voor de ka-chel te sle-pen. Het
is een heel werk maar ze
hou-den niet op voor de mand
pre-cies goed staat. Zie-zo, zegt
Pom en nou zin-gen! Sin-ter-
mauw, kom eens gauw, be-gint
Pim en Pom zingt er de twee
de stem bij. Maar het is erg
lang ge-le-den dat ze sa-men
ge-zon-gen heb-ben en het
klinkt wel een beet-Je vals.
Mal-le Pim, mal-le Pom, zegt
de vrouw die er niets van be
grijpt, wat moet dat, zin-gen
in no-vem-ber? Ze blijft een
he-le poos naar ze kij-ken «n
op-eens be-grijpt ze het: Sin
ter-klaas!. roept ze, Jul-lie
wil-len een ka-doo-tje van
Sin-ter-klaas! Pim en Pom
knik-ken blij en Pom zegt: ze
is toch niet eens zo dom als ae
er uit-ziet!
MIES BOUHUIJS
IIGE WEEK heb ik u het spel
zien, waarin de Culemborgse
Arie van Heusden erin
e op briljante wijze vijf kla-
maken tegen de start van
twee door west. Wie dat niet
heeft moet het zelf eens
zie onde'r). het is de aan-
waard.
ook de gebeurtenissen aan de
e wedstrijdtafel op dit spel
1 de moeite van het vertellen
er
sen
leren
lt
C? AB 6 5 4
O H 2
A B 7 6 5
6 3 VT H V 9 2
CHV8
B 10 9 5 4 3
W O
A 7 4
10 2
O 7 6
4. A H V 10 9 3
gever, niemand kwetsbaar,
de dames De KaterVan
en (OW' en de Rotterdamse
5 de Haan-Kreyns (NZ) ont-
een opgewekt biedverloop
én schoppen zuid drie Sans-
west, doublet noord
oost vier ruiten zuid
west vier schoppen allen
1.
SA door zuid is een typisch
ns-bod Het avontuurt op een
hulp bij noord en noord
net genoe? mee te hebben om
A onverliesbaar te maken!
Oost, mevrouw De Kater, was zo
verstandig het doublet uit te nemen
met vier ruiten ook zij vreesde
de klaver-lawine bij de zuidspeler.
West corrigeerde tot vier schoppen
en oost mocht dat contract onge-
doubleerd spelen.
Tegen vier schoppen startte zuid
met klaverheer, die in oost werd af
getroefd. Oost speelde schoppenheer
in slag 2 na, zuid weigerde terecht.
Oost kon zich nu niet veroorloven
ADVERTENTIE
f auto-inzittenden
brand
glas
inbraak
ongevallen
rechtsbijstand
wettelijke aansprakelijkheid voor
particulieren
ziekte KIN V
ziektekosten
....om zéker te zijn!
vraag uw assurantieman inlichtingen over
Rijnmond-verzekeringen of 1
wend u rechtstreeks tot >-71
n.r. verzekeringsmaatschappij
\vgrmndtlkwa1 68 Pdsro-S tet. 010-366844^
troef door te trekken: zuid zou ne
men en nogmaals troef brengen,
waardoor er twee verliezende klave
ren bleven liggen bij west. In slag 3
was oost dus wel gedwongen ruiten
te spelen: de snit met ruitenvrouw
mislukte en noord maakte ruiten
heer. Noord speelde nu wel de goe
de kleur na: harten. Maar hij
speelde hartenaas en dat was ver
keerd, want nu hield oost controle
over het spel. Met de volgende har
ten kwam oost aan slag, kon nog
maals troef spelen en NZ kregen
slechts drie slagen. Had noord een
kleine harten nagespeeld, dan
was oost verloren geweest. Want
zuid komt nog aan slag met schop
penaas. had harten kunnen naspe
len voor noords aas en een af
troever had het contract één down
gewerkt.
Noord had na ruitenheer ook
klaver kunnen vervolgen. Oost moet
MIJLPALEN
Twee mijlpalen in de auto-indu
strie. Simca Nederland hing de vlag
uit, omdat vorige maand de
200.000 stfi Simca werd verkocht,
sinds de oprichting van het bedrijf
in 1958.
Volvo berichtte, dat op 9 november
de twee miljoenste personenauto
van de lopende band is gerold in
Torslanda. De wagen ging naar
Prins Philip van Engeland voor een
charitatieve instelling. Volvo begon
I de produktie in 1927.
troeven, maar als er dan troef ge
speeld wordt kan zuid nemen en
OW verliezen nóg een klaver, als
mede hartenaas. Moeilijk tegenspel,
waarin OW ternauwernood aan de
downslag konden ontsnappen door
de fout van noord.
H. W. Filarski
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
ZWI E RlBlAlT R.ANS,
iv|n|e Tte k]c"eUgMa
E N K E L|L|E|KAAST
Kp|l|TlJl>|P|E
K 0 L I E kHRUÏE NEUR
_RHHF l U I TERjBisa
LC10|U|S|N|U N A U
L E NCil D> u S|N|
HAL MBCBSBEBO E TS
S E R P E N T—i I
RCE L|ANS U I KER1
OBDNPR0IM|N
N 0 T I EHOBPHUNODE
I MOMR 0 Nb E€ Hoüfe
str o.tBsMnBt e kis r.
De eerste prijs van f 10,- werd
toegekend aan de heer A. Buysen,
Briljantstraat 364, Alphen aan den
Rijn; de tweede prijs van f7,50 aan
mevrouw C. Meijer-Ouwehand, Bou
levard 104, Katwijk aan Zee; prijs
van f 5,- de heer Th. Admiraal, Ho
tel "Zee en Duin", Kon. Astrid Bou
levard 27, Noordwijk aan Zee en de
prijs van f 5,- de heer H. de Vries,
Margrietstraat 2, Leiden. De prij
zen zullen aan de winnaars'.es) wor
den toegezonden.
HORIZONTAAL
1 regel in twee huizen van na de
oorlog
9. kurkje erbij voor de bevochtiger
10. dier van tweed
11. waterdenkers uit E. op de markt
12. hij is maar even in G geweest en
betaalt daarom minder
16. uitnodigingen voor het diner
hangen in de lucht
20. leuk en verbonden met de grond
24. ongelukken bedreigen hen die op
zee geweest zijn
28. Es verraadt As aan zijn oude fa
milieleden
29. slechts met één el. Jongen, kun
Je geld verdienen
30. meisjesboompje?
31. lange afstandseter legt veel af
VERTICAAL
1. ook de waterplant heeft het op
gesnoven
2. vijandig centraal punt, onder lei
ding van een onsympathieke
kerel
3. drink eruit, vader, leer dit
4. zaterdags en zondags niet
5. wij kopen 't niet en toch had hij
toen een recordomzet
6. op het meisje lopen
7. allemensen!
8. verkleurde boom heeft pijn ge
had
13. O, vader, wat bent U oud ge
worden
14. het is steeds de vraag waar hij
blijft
15. zus is in het zuiden niet beves
tigd
doe hetzelf anders en ver»
tweede op de wereld?
tweemaal komt het iemand toe
was van goed afkomst en gaat
bederven
met nootvis betalen
een ingenieur in de thee komt
binnenrijden
u smokkelt geen lek bij dit
versierde
Eva'r rug maakte een stem
pel
lees: 5 is dierlijk
26. luister goed: een tochtje aan de
boom
27. twee lichaamsdelen humeurig
verweven.
Oplossingen onder t motto KRUIS
WOORDRAADSEL dienen voor
woensdag aanstaande te 9 uur in het
bezit te zijn van de redactie van
het Leidsch Dagblad, Witte Singel 1,
Leiden. Wij stellen vier prijzen be
schikbaar: een van f 10, een van
f ,50 en twee van elk f 5. Alleen
abonnees kunnen meedingen.
2
7
5
6
i
m
m
9
0
m
u
m
U
'1
<5
V
tb
ti
tS
'9
HO
Él
22
25
2S
26
2?
29
'29
30
U
3/