De kunst in het eindspel' KRYPTOGRAM Ook missers zijn leerzaam Len moeilijk spel: aan down ontsnapt 'ICHAAKRUBRIEK JlAMRUBRIEK Schoen-tjes bij de haard RIDGERUBRIEK stof" ZEKE ATERDAG 4 DECEMBER 1971 Het kost een schaakmeester dikwijls veel denkwerk en ener- e een voor hem goedstaand eindspel efficiënt tot een goed nde te brengen. Vandaar dat men spreekt van "KUNST IN ET EINDSPEL". Het is namelijk een bekend feit dat er, glo- al genomen, geen richtlijnen bestaan voor een aantal eind de elen. De speler is dus grotendeels aangewezen op eigen in- mm» rhten en intuïtie. Wordt alles doelmatig afgewerkt, dan heeft et alleen hij veel bevrediging, doch ook de toeschouwers- die het naspelen van deze „voortbrengselen" van de ene ver ging in de andere vallen Vandaag in onze rubriek twee „ge pen edelgesteenten", waarmee we, ar we hopen, de eindspelliefheb- i!'" fs onder de lezers veel genoeglijk- d zullen verschaffen. Rubinstein-Grünfeld (Karlsbad 1929) d4 Pf6 2. Pf3 e6 3. e3 b€ 4 Pbd2 5. Ld3 c5 6, 0-0 Le7 7. e4 cd4: ?d4Pc6 9. Pc6: dc6: 10. De2 Dc7 f4 Pd7 12. c3 e5 13. Pc4 Lf6 f5 Pc5 15. Lc2 La6 16. Le3 0-0 Lc5: bc5: 18. Ld3 Lc4: 19. Lc4: d8 20. Tadl Tdl21. Tdl: Td8 Td8:t Dd: 23 Kfl g6 24. fg6: )0J6: 25. g3 Kg7 26, h4 Dd7 27. Kg2 |6 28. Lb3 Dd7 29. Dc4! Dd2t 30. Kh6 31. Dc5:(Praai) Db2: 32. tdpt Kg7 33. Da7Dc3:t 34. Kg4 Dd3 Df7T Kh6 36. Dc4ü Dd2! 37. Dfl 38. Ddl Dg2 39 Df3 Dd2 40. Kh3 41. Dc3 Dd6 42. g4). binstein was een zeer groot eind- lkenner. De stelling op het dia- m is voor hem echter niet een- SH Kiig te winnen, omdat de zwarte ne roet in 't eten kan gooien door TE rtdurend schaak. Hij vindt even- 517 een prachtige oplossing. Hij leidt ti he Iet Haagse RDG is er het vorige weekeinde in de Brabant- len in 's-Hertogenbosch in geslaagd het clubkampioenschap Nederland op zijn iïaa,m te brengen. Een overwinning op ente's Eerste werd het niet, maar aan een gelijkspel 10), zoals de uitslag werd, hadden de Hagenaars vol- 'M Pim en Pom Rubinstein een mataanval in, waarbij dameruil Ls ingecalculeerd! 42 Lf6-d8 43. g4-g5 Ld8-b6 44 Dc3-f3! Nu is de dreiging h4-h5 aan de orde. 44. Dd6-f8 Zwart biedt dameruil aan in de hoop het eindspel onbeslist te kun nen houden vanwege de raadsheren van ongelijke kleur. Het is stellig zyn beste kans. want wit kan met de dames op het bord vele winstwegen inslaan. 45. Df3xf8* Kg7xf8 46 Kh3-g4 Lb6-e3 47. Lb3-a4 c6-c5 48 La4-b3 Le3-d2 49. Lb3-c4 Kf8-g7 50 a2-e4 Kg7-f8 Zwart heeft niets anders 51. Kg4-f3 Wit komt met h4-h5 niet verder Hij moet om de winst te behalen met zijn koning naar de damevleugel, ten einde de vrije a-pion te steunen. Het is duidelijk dat zwart niet direct de h-pion mag veroveren, daar hij dan te laat komt om de witte a-pion te stoppen. Vandaar dat Rubinstein de zwarte c-pion op c5 heeft vastgelegd! 51. Kf8-e7 52. Kf3-e2 Ld2-a5 53. Ke2-dl La5-b4 54. Lc4-e2 Ke7-d6 55. h4-h5! g6xh5 56. Le2xh5 Kd6-e7 57. Kdl-c2 c5-c4 58. Lh5-e2 c4-c3? Vermoedelijk is 58. Kf7! de enige kans om het eindspel te kun nen houden. Nu komt de witte vorst de zwarte stelling binnen 59. Kc2-b3 Ke7-f7 60. Le2-d3 Lb4-a5 61. Kb3-c4 Kf7-g6 62. Kc4-b5 La5-d8 63. a4-a5 Ld8xg5 64. a5-a6 Lg5-e3 65. Kb5-c6 Kg6-g5 66. Kc6-b7 Kg5-f4 67. Ld3-bl De grootmeesterzet. Op 67. a7 houdt zwart nog juist remise met 67. La768. Ka7: Ke3 69. Lbl Kd2 70. Kb6 Kcl 71. Ld3 Kd2 enz. Men ziet dat Rubinstein alles exact heeft be rekend. 67. Le3-d4 68 a6-a7 Ld4xa7 69. Kb7xa7 Kf4-e3 70. Ka7-b6 Zwart gaf het op. Wit heeft het beslissende tempo. Een prachtig eind spel. tTit de party KeresBecker. Een zeer leerrijk eindspel omdat alle torens nog op het bord staan. De witte vrijpionnen zijn echter ge vaarlijker dan die van zwart. Er geschiedde: 27. Kf2-f3 Ta2-b2 28. e2-e4 a6-a5 29. f4-f5 Te8 30. Tel-e2 Tb2-bl 31. Tg7-g5 a5-a4 32. e4-e5 Tbl-fl 33. Kf3e4 a4-a3 34. f5-f6 b7-b5. Helaas te laat Wit heeft reeds een gewonnen stelling bereikt. 35. Tg5-f5! Tf-cl 36 e5-e6 Kb8-c7 37. e6-e7 Tf8-e8 38. Ke4-d3 Tcl-dl-f- 39. Te2-d2 Tdlxd2 40. Kd3xd2 a3-a2 41. Tf5-fl en zwart gaf het op. Een volgende keer zullen wij u laten zien dat eindspelkunst met vier lopers op het bord ook tot de charme van het schaakspel behoort. Omdat aan deze materie helaas te weinig j aandacht wordt besteed, menen wij dat de lezers stellig hun kennis hier- mee zullen vergroten! BISHOP nde om te kunnen feestvieren. kansen om veertien dagen eer- het kampioenschap te grijpen er anders wel geweest. Zo was name de nederlaag van de it zijn tijd verdelende Van der lyVn volstrekt onnodig, terwijl Ivens en Penno Boog vrij een- ihiilige winsten verzuimden. Maar kan het wel eens tegen zitten, Ier dat er duidelijk aanwijsbare K en gemaakt zijn. Dat bewees de vei wikkelde partij, die Ed Holst- idfl d aan bord 2 speelde 37,2 iPIJKSTRAE. HOLSTVOOGD en 2—28 18—23 2. 33—29 23x32 3. g 20—25 4. 39—33 15—20 5. 44 19_24. De zwartspeler kiest de zg. onvoltooide hekstelling, populair, doch moeilijk spelgen- 6. 50—44 14—19 7. 41—37 10—14 1)7—32 17—21 9. 4641. In de ijen v. d. Sluis—Wiersma. kam- ischap van Nederland 1971 en eux-Wiersma, beide van belang de bestudering van dit spel- werd gespeeld: 3126 510 kampioenschap 1971 (Bolzano) ge speeld werd, wist hij fraai te win nen. 921—26 10. 41—37 16—21! De scherpste voortzetting. Wit moet nu opdringen. 11. 3127. Waar schijnlijk heeft zwart na 2823 19x28 32x23 5—10 de beste kansen, hoewel ik dit nog graag uitgevoch ten zou willen zien. 11.11—16 12. 29—23! De beste voortzetting. In een oefenpartij StenekesSijbrands, enkele jaren geleden gespeeld (ik ben mijn tijd altijd ver vooruit ge weest", kwam de volgende fraaie afwikkeling op het bord: 4741 5 —10 28—23 19x28 32x23 21x32 37x28 13—19! 3430< 25x34 39x30 12— 17! 44—39 17—22! 32x17 19x28 30x19 14x34 33x22 6—11!! 40x29 16x21 17x6 21—27 22x31 26x46 en na 38—33 4614 42—37 etc. schijfwinst en partijwinst. 125—10. Het heeft weinig zin het witte centrum te omklemmen: 13—18 34—29 8—13 40—34 en zwart moet rekening houden met 3430. )Op7 12x21 46—41 11—17 etc. Tegen 29x40. 35—30 en 33x15. 13. 34—29 der Sluis kreeg de Frieseg_n 14 40—34 12—17 15. 27—22 I tmeester geen voet aan de g—12 16. 37—31. Het is de vraag of a id. maar zijn partij tegen Cro- Zelfs 2318 mogelijk is. Zo Ja, dan die in het Europees ploegen- l jS dit te prefereren boven de tekst- ,zet. die ten gevolge heeft dat Holst- 1 voogd de witte stelling vakkundig onder druk zet. 16. 26x37 17. 132x41 2—8 18. 41—37 10—15! 19. 4741 410! Met zijn laatste twee zetten, zuiver als tempo-verlies be doeld, brengt zwart zijn tegenstan der in ve'rlegenheid. Deze weet nu niet of hij zich het riskante 4550 kan permitteren (zelf zou ik het ook niet zo gauw weten) of dat hij de gevolgen van 44—40 1218 moet aanvaarden. Hij kiest achteraf gezien terecht voor het laatste. Overigens zij opgemerkt dat 20. 37—32 uit den boze is vanwege 21 —27! 20. 44—40 12—18 21. 23x12 7x27 22. 37—32. Niet 37—31 wegens 2732en 21—27. 22812. Weliswaar kan zwart j met 13—18 41—37 18—22 zijn schyf- I voorsprong behouden, maar het is niet waarschijnlijk dat hij dan de beste kansen heeft. 23. 4137 2126 1 24. 32x21 116x27 (zie diagram). De zwarte stel- ling lijkt zeer goede perspectieven te biedenop 4944 kan hij met 27—32. 19—23 en 24—30 dammaken. I terwijl hij na 37—31 26x37 42x22 12—18 zijn schijf voorsprong be houdt: lo 48—42 18x27 49—44 17— 22! 28x6 27—32 38x27 19—23 29x18 13x31 36x27 24—30 35x24 20x49! 2° 48—42 18x27 42—37 27—32 38x27 17—22 28x6 19—23 29x18 13x42 33— 29 24x44 43—39 44x33 34—30 25x34 40x47 en zwart moet het afspel 1 winnen. 25. 49—44 27—32 26. 38x27 "1 m o a m 1 I 19—23 27. 29x16 24—30 28. 35x24 20x47 29. 27—22! Een lelijke tegen valler. Op 47—33 22x11 33x6 volgt 37—32 en wit neemt de dam voor gelijkspel af. Mede in verband met het feit, dat RDG op dit moment al een flinke voorsprong aan het opbouwen was, besloot de zwartspe ler nu naar remise af te wikkelen. Of er echter méér in de stand zit, is een moeilijk te beantwoorden vraag. Bij analyse ontdekte Holst- j voogd o.a. de volgende fraaie va- j riant: 17—21 16x27 14—19 40—35 1 1 —6 (47—20 34—29!) 44—40 47—20? 43—38! 20x31 48^2 31x48 22—18 j 13x44 40x49 48x30 35x4!! en wit wint. 29. 47—24 30. 22x11 1—7 31. 11x2 24—35 32. 2x24 35x46 33. 16—11 3—8 34 11—6 9—13 en aanvaardde. waarschijnlijk wel wat te vroeg, het remise-aanbod. TON SIJBRANDS j Pim komt met een vaart van zol-der naar be-ne-den stui ven. Mi mi mi mihijgt hij als hij Pom ziet. Wat nou, Mi mi mi?, vraagt Pom die hem on-der aan de trap zat op te wach-ten. Mi mi mi.mi-mi van de bak-ker! roept Pim. O00 zegt Pom, d i e Mi-mi? Tsjon-ge. was ze met haar mooi-e vel-le-tje zo maar op het dak ge-klom-men? Wat moest ze daar? Pim is ein-de- lijk een beet-Je uit-ge-hijgd. Ze zong!, zegt hij, echt waar, Pom, ze zat te zin-gein bij de sc hoor-steen I Pom maakt gro-te o-gen. N u? In die kou? Zin-gen? Weet ze dan niet dat het no-vem-ber is? Zeg maar dat ze be-ter kan wach-ten tot maart. Dan zin gen poe-zen pas. Nee. nee, nee, roept Pim on-ge-dul-dig, ze zei dat ze zong om te be-dan-ken. Ze zei dat ze een ka-doo-tje in haar schoen had ge-had en dat je dan be-dan-ken moet. Zeg dat nóg eens, zegt Pom die nu nog veel gro-te-re o-gen heeft op-ge-zet, in haar schoen? Sinds wan-neer draagt Mi-mi, de kat van de bak-ker, schoe-nen? Ze heeft niet eens poe-zen-sok-Jes, zo als Jij en ik. En tóch is het zo, zegt Pim. Hij zit er op-ge-won-den bij te knik-ken met zijn kop-je. Ze heeft me he-le-maal ver-teld hoe Je het doen moest. Voor Je 's avonds sla-pen gaat. ga Je bij de ka-chel staan. En je zingt. En dan heb Je de vol gen-de dag een ka-doo-tje in Je schoen. Pom knijpt izjn o-gen een beet-Je dicht en denkt na. Dat ver-haal heb ik al eens eer-der ge-hoord, zegt hij. van wie weet ik niet. Van men-sen, ge-loof ik, van klei-ne men sen. Pim knikt weer Dat klopt. Klei-ne men-sen krij-gen al- le-maal wat in him schoen van Sin-ter-klaas. Oooooo roept Pom op-eens. Sin-ter-klaas!. Na-tuur-lijk nou weet ik het weer. Sin-ter klaas! Ja. dat klopt. Die brengt ka-doo-tjes. Maar dat-ie het ook bij poe-zen deed, had ik nog nooit ge-hoord. En toch is het zo. roept Pim. Ik heb Mi-mi's ka-doo-tje ge zien: een gek-ke speel-goed muis met een bel-le-tje van bin-nen. Je kan er erg mee la-chen. Een ka-doo-tje. zegt Pom, een ka-doo-tje krij-gen is al-tijd leuk; mis-schien zou den wij het ook eens moe-ten pro-be-ren. Eerst zin-gen zei Je. he? Pim knikt weer. Maar wat? zegt Pom, wat moet Je zin-gen? Tja, zegt Pim, dat weet ik ook niet zo precies, iets van gooi wat in mijn schoen tje of zo. Ik ken al-leen maar van poes-Je mauw, kom eens gauw, zegt Pom, en jij? Nou Ja, zegt Pim, dan zinpgen we ge-woon van: Sin-ter-mauw, kom eens gauw, dat zal Sin-ter-klaas toch ook wel be-grij-pen? Mis-schien, zegt Pom, maar nou dat schoen-tje. Als Je geen schoen-tJe neer-zet, ge-beurt er na-tuur-lijk niks. Nee, zegt Pim, nee. Ik weet ook niet hoe mi-mi dat ge daan heeft. Ze kij-ken el-kaar een beet-Je sip aan. Dat wordt niks, zegt Pim en Pom schudt zijn kop. Maar op-eens krijgt hij een i-dee. Wacht eens e-ven. zegt hij, wat is een schoen? Pim kijkt hem heel dom aan. Wat be-doel Je? zegt hij, wat is een schoen? Pim kijkt hem heel dom aan. Wat be-doel Je? zegt hij. Je weet toch zelf wel wat een schoen is? In de kast van de vrouw staan er wel tien: doos-Jes van leer met een hak-Je er-aan en een punt-Je van vo-ren. En soms een gesp-Je er-op of glim-men-de kraal-tjes voor als de vrouw heel mooi wil zijn. Weet ik wel, weet ik wel, roept Pom, maar wat doe Je er mee? Wat doet de vrouw met haar schoe-nen? Pim denkt na. Ze steek er haar poot in, zegt hil ein-de- lijk. He he, roept Pom, dat ib het! Een schoen is iets waar ie Je poot in steekt. Nou, «1 waar ste-xen jij en ik on-te po-ten in> Wij? In on-ze mand na-tuur-lijk!, zegt Pim. Pom zucht weer hè hè en dan zegt hij ge-wich-t^: wat de schoen is voor de mens, Pim. is de mand voor de poes. waar of niet? Ja, Ja, zegt Pim, daar zit iets in. Op-eens be-grijpt hij het en hij holt al ach-ter Pom aan om de poe-zen-mand tot vlak voor de ka-chel te sle-pen. Het is een heel werk maar ze hou-den niet op voor de mand pre-cies goed staat. Zie-zo, zegt Pom en nou zin-gen! Sin-ter- mauw, kom eens gauw, be-gint Pim en Pom zingt er de twee de stem bij. Maar het is erg lang ge-le-den dat ze sa-men ge-zon-gen heb-ben en het klinkt wel een beet-Je vals. Mal-le Pim, mal-le Pom, zegt de vrouw die er niets van be grijpt, wat moet dat, zin-gen in no-vem-ber? Ze blijft een he-le poos naar ze kij-ken «n op-eens be-grijpt ze het: Sin ter-klaas!. roept ze, Jul-lie wil-len een ka-doo-tje van Sin-ter-klaas! Pim en Pom knik-ken blij en Pom zegt: ze is toch niet eens zo dom als ae er uit-ziet! MIES BOUHUIJS IIGE WEEK heb ik u het spel zien, waarin de Culemborgse Arie van Heusden erin e op briljante wijze vijf kla- maken tegen de start van twee door west. Wie dat niet heeft moet het zelf eens zie onde'r). het is de aan- waard. ook de gebeurtenissen aan de e wedstrijdtafel op dit spel 1 de moeite van het vertellen er sen leren lt C? AB 6 5 4 O H 2 A B 7 6 5 6 3 VT H V 9 2 CHV8 B 10 9 5 4 3 W O A 7 4 10 2 O 7 6 4. A H V 10 9 3 gever, niemand kwetsbaar, de dames De KaterVan en (OW' en de Rotterdamse 5 de Haan-Kreyns (NZ) ont- een opgewekt biedverloop én schoppen zuid drie Sans- west, doublet noord oost vier ruiten zuid west vier schoppen allen 1. SA door zuid is een typisch ns-bod Het avontuurt op een hulp bij noord en noord net genoe? mee te hebben om A onverliesbaar te maken! Oost, mevrouw De Kater, was zo verstandig het doublet uit te nemen met vier ruiten ook zij vreesde de klaver-lawine bij de zuidspeler. West corrigeerde tot vier schoppen en oost mocht dat contract onge- doubleerd spelen. Tegen vier schoppen startte zuid met klaverheer, die in oost werd af getroefd. Oost speelde schoppenheer in slag 2 na, zuid weigerde terecht. Oost kon zich nu niet veroorloven ADVERTENTIE f auto-inzittenden brand glas inbraak ongevallen rechtsbijstand wettelijke aansprakelijkheid voor particulieren ziekte KIN V ziektekosten ....om zéker te zijn! vraag uw assurantieman inlichtingen over Rijnmond-verzekeringen of 1 wend u rechtstreeks tot >-71 n.r. verzekeringsmaatschappij \vgrmndtlkwa1 68 Pdsro-S tet. 010-366844^ troef door te trekken: zuid zou ne men en nogmaals troef brengen, waardoor er twee verliezende klave ren bleven liggen bij west. In slag 3 was oost dus wel gedwongen ruiten te spelen: de snit met ruitenvrouw mislukte en noord maakte ruiten heer. Noord speelde nu wel de goe de kleur na: harten. Maar hij speelde hartenaas en dat was ver keerd, want nu hield oost controle over het spel. Met de volgende har ten kwam oost aan slag, kon nog maals troef spelen en NZ kregen slechts drie slagen. Had noord een kleine harten nagespeeld, dan was oost verloren geweest. Want zuid komt nog aan slag met schop penaas. had harten kunnen naspe len voor noords aas en een af troever had het contract één down gewerkt. Noord had na ruitenheer ook klaver kunnen vervolgen. Oost moet MIJLPALEN Twee mijlpalen in de auto-indu strie. Simca Nederland hing de vlag uit, omdat vorige maand de 200.000 stfi Simca werd verkocht, sinds de oprichting van het bedrijf in 1958. Volvo berichtte, dat op 9 november de twee miljoenste personenauto van de lopende band is gerold in Torslanda. De wagen ging naar Prins Philip van Engeland voor een charitatieve instelling. Volvo begon I de produktie in 1927. troeven, maar als er dan troef ge speeld wordt kan zuid nemen en OW verliezen nóg een klaver, als mede hartenaas. Moeilijk tegenspel, waarin OW ternauwernood aan de downslag konden ontsnappen door de fout van noord. H. W. Filarski OPLOSSING VORIGE PUZZEL ZWI E RlBlAlT R.ANS, iv|n|e Tte k]c"eUgMa E N K E L|L|E|KAAST Kp|l|TlJl>|P|E K 0 L I E kHRUÏE NEUR _RHHF l U I TERjBisa LC10|U|S|N|U N A U L E NCil D> u S|N| HAL MBCBSBEBO E TS S E R P E N T—i I RCE L|ANS U I KER1 OBDNPR0IM|N N 0 T I EHOBPHUNODE I MOMR 0 Nb E€ Hoüfe str o.tBsMnBt e kis r. De eerste prijs van f 10,- werd toegekend aan de heer A. Buysen, Briljantstraat 364, Alphen aan den Rijn; de tweede prijs van f7,50 aan mevrouw C. Meijer-Ouwehand, Bou levard 104, Katwijk aan Zee; prijs van f 5,- de heer Th. Admiraal, Ho tel "Zee en Duin", Kon. Astrid Bou levard 27, Noordwijk aan Zee en de prijs van f 5,- de heer H. de Vries, Margrietstraat 2, Leiden. De prij zen zullen aan de winnaars'.es) wor den toegezonden. HORIZONTAAL 1 regel in twee huizen van na de oorlog 9. kurkje erbij voor de bevochtiger 10. dier van tweed 11. waterdenkers uit E. op de markt 12. hij is maar even in G geweest en betaalt daarom minder 16. uitnodigingen voor het diner hangen in de lucht 20. leuk en verbonden met de grond 24. ongelukken bedreigen hen die op zee geweest zijn 28. Es verraadt As aan zijn oude fa milieleden 29. slechts met één el. Jongen, kun Je geld verdienen 30. meisjesboompje? 31. lange afstandseter legt veel af VERTICAAL 1. ook de waterplant heeft het op gesnoven 2. vijandig centraal punt, onder lei ding van een onsympathieke kerel 3. drink eruit, vader, leer dit 4. zaterdags en zondags niet 5. wij kopen 't niet en toch had hij toen een recordomzet 6. op het meisje lopen 7. allemensen! 8. verkleurde boom heeft pijn ge had 13. O, vader, wat bent U oud ge worden 14. het is steeds de vraag waar hij blijft 15. zus is in het zuiden niet beves tigd doe hetzelf anders en ver» tweede op de wereld? tweemaal komt het iemand toe was van goed afkomst en gaat bederven met nootvis betalen een ingenieur in de thee komt binnenrijden u smokkelt geen lek bij dit versierde Eva'r rug maakte een stem pel lees: 5 is dierlijk 26. luister goed: een tochtje aan de boom 27. twee lichaamsdelen humeurig verweven. Oplossingen onder t motto KRUIS WOORDRAADSEL dienen voor woensdag aanstaande te 9 uur in het bezit te zijn van de redactie van het Leidsch Dagblad, Witte Singel 1, Leiden. Wij stellen vier prijzen be schikbaar: een van f 10, een van f ,50 en twee van elk f 5. Alleen abonnees kunnen meedingen. 2 7 5 6 i m m 9 0 m u m U '1 <5 V tb ti tS '9 HO Él 22 25 2S 26 2? 29 '29 30 U 3/

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 21