Duitse Anita Bucherer exposeert in ^Washington Melina en de kolonels Werkelijke kunstenaar komt in het gedrang Surrealistische schilderkunst hl LITERAIRE KRONIEK VAN CLARA EGGINK Muziek op straat EXTRA PAGINA 11 Jn.«' (Van onze correspondent mr. H. L. Leffelaar) le° WASHINGTON In een van Washingtons oudste en be- ïdste kunsthandels, die van Franz Bader op Pennsylvania enue (vijf minuten lopen van het Witte Huis), werd on- ,gs een tentoonstelling van 32 schilderijen geopend, waar- er al zeven waren verkocht voordat de officiële genodig- de kans hadden gehad het werk te zien- Enkele dagen na opening waren er nog 13 te koop. het cultureel spaarzame milieu de Amerikaanse hoofdstad was i ook sprake van een evenement. was de vijfde tentoonstelling in shington sinds 1963, niet van een erikaan, maar van de Duitse Ideres Anita Bucherer. het succes bijzonder maakte, dat de lokale dagbladen Was- ia-jgton Post en Evening Star) die |ket weinig inlaten met culturele IJ-lifestaties tenzij het een high de ety-gebeuren is, er geen publici- aan hadden gegeven, zodat la Bucherer alleen bij insiders md is omdat men elkaar er over elt. Nóg tekenender: de meeste haar „fans" laten het niet bij aankoop, maar bezitten twee of r van haar werken, als was het verslaving. het minst geïnteresseerd: „Zelf weet ik niets van de betekenis van sym bolen en ik wil het ook niet weten. Een goede vriend van me, een psy chiater die sindsdien is gaan schrij ven, en ik hebben lange gesprekken gehad over sommige dingen die ik gemaakt heb. Hij zei altijd dat ik me het gebruik van symbolen dui delijk moest maken, dat ik moest weten waarom ik een ladder ge bruikte die op deze of die manier omhoog stond, dat ik moest weten wat de betekenis is van water, een vis, een uil, een kardinaal, enzo voort. Maar ik sta erop dat ik dat niet wil weten. Het kan me totaal niets schelen, omdat ik, vanaf het ogenblik dat ik het van een psy- cho-analytisoh standpunt zou weten, nen gebruiken." Semi-trance De nu ruim 60-Jarige kunsthande laar Franz Bader, een in 1938 naar Amerika uitgeweken Oostenrijker, is ervan overtuigd dat Anita Bucherer in een semi-trance werkt. Maar aan de hand van wat zij daar zelf over zegt, blijkt wèl een intense bezeten heid van het visioen dat zich aan dient, maar niet dat zij zich zou laten leiden door een andere macht dan die van haar eigen wil. „Voordat ik aan een werk begin, heb ik het al volledig in mijn hoofd, hoe het gaat worden. Het is onmogelijk na te gaan hoe ik aan de symbolen kom, maar het hangt voor een belangrijk deel van de mensen af waar ik mee te maken heb. Met wie ik uitga, wanneer ik Ineens iets zie, gebaren, handen, monden, iets in een gezicht". „Het eerste is altijd de kleur, meer nog dan bewegingen, want in mijn werk komen heel weinig bewegingen voor. Het is meer dan eens gebeurd dat iemand mij, bijvoorbeeld om twee uur in d'e morgen in een nachtclub, een droom vertelde en dat het verhaal zo'n indruk op mij maakte dat ik onmiddellijk weg moest gaan om het te gaan maken. Het maakt me razend en ook zenuwachtig, maar als 't gebeurt, kan i!k het niet tegenhouden". Onvoorstelbare produktie „Er is een tijd geweest dat ik 20 schilderijen in mijn hoofd had. Het was wanhopig. Ik kon nergens heen gaan omdat ik voortdurend die af beeldingen zag. Slapen kon ik nau welijks, totdat ik ze gemaakt had". (Haar produktie grenst aan het on voorstelbare meer dan 400 schil derijen in aoht jaar. Daarvan bezit zij er zelf niet één. „Als ik het een maal gemaakt heb, dan is het klaar en vergeten" de uitspraak van iemand die iets van zich af schil dert om er niet langer door ge plaagd te worden). Anita Bucherer (35) werd in Bonn geboren, waar haar moeder binnen- huisarchitecte is die veel werk doet voor ambassades. (Haar vader, een schilder, kwam in de oorlog om. Zijn schilderijen mochten sinds de opkomst van het nationaal-socialis- me niet vertoond worden). Zelf stu deerde zij eerst in Parijs bij de in ternationaal bekende „Workshop Gallery" van de Amerikaan Hayter, Verslaving slaving is het Juiste woord voor zeer speciale ban die Bucherers k uitoefent. Het is de ban van verbeeldingswereld die zich tot toeschouwer verhoudt, als een akel tot de gelovige. Bucherers iop jeeldingswereid bestaat uit mi nd ieus uitgewerkte symbolen die ggaan, in stijl en vormgeving, de gedrochten van Hieronymus ch en de wulpsheid van Breug- Met andere woorden, haar werk .(urrealistisch. ir in tegenstelling tot het na- kkelijk erotische surrealisme bijvoorbeeld, Melle, is de sen- iteit bij Bucherer verborgen en den haar fantasieën gekarakte- ^erd door een onverhulde middel- se vormgeving, zowel in kle- •acht, houdingen, gebaren,als februiksvoorwerpen. |l voorkomende symbolen in haar |k zijn vissen, nasale vogels (met jachtige snavels) wellustig grijn- gedrochten uitgerust met ioren, ladders, sterren en ma- over-grote handen, marskra- ;-gezichten, dun-vertakte boom |ouetten. In haar in Mexico ge- ikte schilderijen domineren de Jides van Spaanse huizen, tot ien vervormde stieren, kardina- figuren die herinneren aan t-muzikanten of bedelaars, idianen zullen startklaar staan interpretaties van haar werk, -r juist daarin is Anita Bucherer MELINA MERCOURI Ik ben een geboren Griekse. „Ik ben een geboren Griekse" levert weer eens het bewijs dat iemand die werkelijk iets te zeggen heeft, ook schrijven kan. Melina Mercouri wie zou het niet weten al was het alleen maar door haar wereld topfilm „Nooit op zondag" is toneelspeelster en filmster. Het is waarschijnlijk nooit in haar opgekomen, voor zij met deze memoires begon, dat de pen voor haar ook een medium zou kunnen zijn. Maar kijk, toen zij iets zeggen wilde, waar haar eigen leven bij betrokken was. toen haar verontwaardi ging en verdriet haar bijna de baas werden, toen schreef zij en lang niet onverdienstelijk, zouden de schoolmeesters zeg gen. Inderdaad, Melina Mer- souri heeft precies uitgedrukt was zij zeggen wilde. Zij heeft geen houding aangenomen, zich niet verschreeuwd, niets gezegd dat ze niet meende. Dit is in wezen datgene waar iedere schrijver naar streeft. En zij heeft iets te zeggen dat het aanhoren waard is; hoe een Griekse vrouw zich geëmanci peerd heeft, hoe een filmster een interessant en levens mens kan zijn, hoe een land, in casu Griekenland door de eeuwen heen misbruikt kan worden, hoe het fascisme, gesteund door kapitalistische democra tieën, telkens weer de kop op steekt en zo nog enkele za ken. Melina Mercouri zegt wat zij vindt dat gezegd moet worden en ze meent wat ze zegt. Ai in de tweede alinea word Je ge troffen door een regel zoals: „Het zal geen bescheiden en objectief boek worden, omdat ik bescheiden noch objectief ben". Zo'n zin wijst op per soonlijkheid. Het liefst zou ze alleen over Griekenland, zijn verleden, zijn heden en zijn politici geschreven hebben, zegt ze. Maar overtuigd van het feit dat geen uitgever een dergelijk boek van iemand als zij zal willen uitgeven, heeft zij er een soort militante levensbe schrijving van gemaakt met de waarschuwing er bij„Ik zal als het maar enigszins kan de politiek erbij slepen, al is het met de haren." U snapt het nu wel, Melina heeft de pen gegrepen om van het kolonelsregime in haar ge- vloeden zijn belangrijk en het is duidelijk dat deze grootvader er veel toe heeft bijgedragen om Melina in plaats van een Atheense mevrouw te maken tot de getalenteerde wilde meid die ze nog steeds is. Een wilde meid, maar een met onderscheidingsvermogen en een groot hart. En natuurlijk in de eerste plaats haar talent. Dit laatste heeft haar geplaatst in een omgeving die van ouds her boeit; die van het toneel en de film. Toneel in Grieken land, toneel in Parijs, filmen boorteland geen stuk heel te laten. Maar ondertussen heeft zij haar verhaal zo ingekleed dat Je tevens een machtig dui delijk beeld van meekrijgt van wat zich in de laatste eeuw (ongeveer) in Griekenland heeft afgespeeld, van hoe een Griek leeft. In het amusante verhaal van haar Jeugd in het huis van haar grootvader, die burge meester van Athene was, zie Je al hoe goed haar waarnemin gen zijn, hoe zij datgene weet te vertellen dat een beeld op roept en wat van belang is voor een sociaal beeld van Grieks leven. „Hij was een stamhoofd", zegt ze van die grootvader. Het is ook duidelijk dat zij deze beschrijving van een uitzonderlijk en eerlijk mens nodig heeft, om zichzelf te kunnen uitbeelden. Jeugdin- overal voornamelijk in Amerika en Griekenland. De grote rol die haar ontmoeting met Jules Dassin in haar leven gespeeld heeft en nog speelt. Jules Das sin, de beroemde regisseur van de> onvergetelijke films „Naked City" en „Du rififi ches les hommes". Dassin, in de VS achtervolgd en uitgeschakeld bij de McCarthiaanse heksen jacht, vervolgd, samen met Chaplin overigens, maar in Frankrijk met open armen ontvangen. Hij werd haar re gisseur en haar man, of ander som. Heerlijke beschrijvingen aan filmopnamen, aan filmfes tivals danken we aan de sa menwerking van deze twee be gaafde mensen. Melina Mercouri weet precies waar ze over schrijft. Dat is treffend bij een heel ander on derwerp. Bekijk maar eens haar korte typering op blz. 143 van een Griekse scheepsmag- naat en vervolgens haar hoog ste persoonlijke uiteenzetting waarom belasting betalen im moreel is. Simpel, Jazeker, maar pienter en raak. De putsch van de kolonels in 1967 is het die alles wat Meli na in haar overdrukke leven van toneelspeelster in zich heeft voelen rondspoken als een lavastroom naar buiten ge jaagd heeft. En voor zover ze dat ooit al gedaan heeft nu neemt ze helemaal geen blad meer voor haar mond. Geïnter viewd door de VS televisie ant woordt zij op de vraag of Amerikanen naar Griekenland kunnen gaan: „Als je langs de Griekse eilanden kan varen, terwijl je weet dat sommige tot strafkamp zijn ingericht waar mensen worden gemarteld, ga dan naar Griekenland". Van dat moment af is zij in de VS en zeker onder de Ame rikanen van Griekse origine een omstreden figuur. De ene helft aanbidt haar, de andere scheldt haar voor communis- tenhoer. Want zij heeft deze beschuldigende woorden gezegd in het openbaar, in een land waarvan de regering de kolo nels aan de macht geholpen heeft. Zolang deze Griekse regering aan de macht blijft, zal zij nooit meer naar haar geboorte land terug kunnen gaan. Men heeft haar haar staatsburger schap afgenomen. „Mijn woede is de enige reden van dit boek", zegt ze. Maar het is niet alleen dat. Een groot deel is haar ingegeven door heimwee naar en liefde voor haar land, door haar mi litante, kritische aard en haar geest. Melina Mercouri is een filmspeelsters, geen politica en geen sociologe. Haar eigen schappen zijn die van een op recht, fatsoenlijk mens met ge zond verstand. Zij is een popu laire vrouw en dit is een popu lair boek. De waarde is er niet minder om. die haar leerde etsen en drukken. Daarna volgden leer- en werkperio den in Berlijn, New York en Mexico. Successen Ondanks haar bijna fenomenale successen in het buitenland is Anita Bucherer in eigen land een niet geëerde profeet. Behalve de vijf tentoonstellingen in Washington, drie in Londen, en drie in Mexico, is haar werk in Duitsland' niet of nauwelijks bekend. Bucherer: „Er waren wel kunsthandelaars in Hamburg en in Frankfurt, maar die namen het me kwalijk dat ik eerst in het buitenland bekend was ge worden". (Het is één van haar am bities een tentoonstelling in Holland te hebben .Afgezien van de door haar gebruikte symbolen, wordt de kracht van haar werk gekenmerkt door kleur en compositie één van de onderwerpen die zij bereid is „waar en wanneer dan ook te dis cussiëren (in tegenstelling tot ge sprekken over haar zelf en haar werk, die zij verafschuwt). De wer ken die zij in Duitsland maakt, zijn te herkennen aan het gebruik van veel oker, jade-groen, koningsblauw en kardinaalsrood. De in Mexico ontstane schilderijen, hoewel lichter van toon en ook minder middel eeuws georiënteerd, verwerken veel zwart, schakeringen van bruin en geel. Haar kleuren zijn nooit fel, maar lijken geglazuurd het resultaat van een techniek die zij in haar Newyorkse periode ontwikkelde met een Spaanse schilder en die bestaat uit het gebruik van een pen, ge combineerd met een polychroom mengsel van iets dat tussen krijt en Frans pastel in ligt. Sedert twee jaar legt Bucherer zich toe op een pointillistische techniek. „Ik doe het met een pen, hele kleine puntjes, zoals in de oude etsen, stip voor stip. Ik kan op een stuk ter grootte van een zilveren rijksdaalder drie uur bezig zijn, alleen maar om de Juiste moduleringen te krijgen. Geïntimideerd Kunsthandelaar Franz Bader herin nert zich hoe Bucherer in 1963, (toen 28 jaar) voor het eerst naar Washington kwam, bij voorbaat geïntimideerd door de verwachte Amerikaanse publiciteit. Haar schil derijen hadden geen titels omdat ze er geen wist te bedenken. Bader gaf ze namen, verstuurde uitnodigingen en haar eerste tentoonstelling was na enkele dagen uitver kocht. (Bader is onlangs geïnteres seerd geraakt in de Nederlandse kunstenaar Henri Plaat, die onlangs een tentoonstelling had in het Am sterdamse Stedelijk Museum en overweegt een één-mans-expositie aan hem te wijden. Zoals met alle belangrijke kunst werken is het moeilijk precies uit te maken wat de blijvende aantrek kingskracht van Bucherers werk is, maar het heeft iets te maken met de uitbeelding van een universele menselijke conditie die ondanks de verhulling ervan in symbolen, door het onderbewustzijn van de toe- Anita Bucherer op haar ten- toonstelling in Washington. schouwer wordt herkend als au thentiek. Anita Bucherer zegt zich niets er- gers te kunnen voorstellen dan be roemd te zijn en zij troost zich met de uitspraak van de Duitse tekena- res Kate Kollwitz dat geen enkele vrouw ooit in de schilderkunst in derdaad beroemd is geworden. Dat neemt niet weg dat Bucherer een groot kunstenares ia. Daar helpt ook Kate-lief niet aan. Cultureel overheidsbeleid Onderaan op de loonlijst van de Staat der Nederlanden staan thans circa duizend beeldende kunstenaars. Officieel zijn zij geen ambtenaren, maar kleine zelfstandigen. Maar hun vaste inkomen ontvangen zij via de „Regeling complementaire arbeidsvoorziening beeldende kunstenaars'', die ten laste komt van Sociale Zaken ministerie en gemeente. Daartegenover ontvangt de overheid kunstwerken. De regeling is ontworpen als een speciale vorm van sociale bijstand aan kunstenaars die tijdelijk zonder inkomsten zijn. Vandaar dat zij bij Sociale Zaken is ondergebracht. Aan de kunst die als contrapresta tie wordt geleverd, worden dan ook niet dezelfde kwaliteitseisen cw etie wordt geleverd, worden dan ook niet dezelfde kwaliteitseisen gesteld als die, welke bij het vormen van een museumcollectie gelden. In de praktijk is gebleken, dat een toenemend aantal kunstenaars per- manent is aangewezen op een inko men uit overheidsgelden Sedert 1963, toen nog geen 250 kunstenaars in de regeling waren opgenomen, is het aantal jaarlijks gegroeid tot het duizendtal van nu. Aanvankelijk werd de bijstand gedurende ten hoogste 39 weken per jaar verleend. Een nieuw ontwerp voorziet in een bijstand gedurende 52 weken, plus een vakantietoeslag. Neveninkom sten zullen in mindere mate dan voorheen worden afgetrokken. In feite zal aldus de regeling weer iets verder in de richting van een ar beidsovereenkomst gaan. Ze blijft echter ressorteren onaer Sociale Za ken. Het ministerie van CRM zal over het ontwerp alleen advies uit brengen, na de beroepsverenigingen gehoord te hebben. BBK Eén van die verenigingen, de Be roepsvereniging Beeldende Kunste naars (BBK), voorziet dat het aan tal kunstenaars in de regeling bin nen korte tijd zal verdubbelen. Uit deze BBK hebben zich vrijwel alle kunstenaars van naam teruggetrok ken. Niettemin is het een groeiende organisatie. Het bestuur van de BBK wijst namelijk ballotage af als „elitair". In uiterste consequentie volgt uit dit standpunt, dat de hele bevolking van Nederland zich bij die BBK als lid zou kunnen aan melden, om vervolgens als kunste naar een beroep op de regeling te doen! Het is dus een onmogelijk stand punt, tenzij men op een totale maatschappelijke omwenteling wil aansturen en dat is dan ook precies de uitgesproken bedoeling van de BBK, die op 11 Juni 1969 in het nieuws kwam door de bezetting van de Nachtwachtzaal in het Rijksmuseum. Destijds was er één beroepsvereniging van beeldende kunstenaars, die omstreeks 650 le den telde. De harde acties leidden tot een breuk in de organisatie en de oprichting van de BBK '69, die thans ruim 430 leden omvat en die wel balloteert. De oude BBK telt ruim 1200 leden. Tegen een overstroming van de re geling met ongekwalificeerde „kun stenaars" zijn in het ontwerp van Sociale Zaken enkele beperkingen ingebouwd, die betrekking hebben op de Jongste leeftijdsgroepen en op staatspensioengerechtigden. Voor het overige moet men zich verlaten op het beleid van plaatselijke en regionale commissies voor de uit voering van de regeling. Politieke invloed In die commissies echter, zo goed als in de culturele raden, zijn de beroepsverenigingen doorgaans ver tegenwoordigd naar evenredigheid van hun ledental. De BBK heeft daar dus een veel zwaardere stem dan de BBK '69. Het verschil in ge talsterkte van beide beroepsvereni gingen kan door het „kom maar binnen"-beleid van de BBK alleen maar groter worden ten gunste van die organisatie. Tegelijkertijd wordt het kunstenaarschap van de BBK- aanhang steeds dubieuzer. Dat de overheid deze bond nog steeds als gesprekspartner erkent, lijkt ons al leen te verklaren utt de politieke invloed die men haar al of niet te recht toeschrijft. Het is echter een factor, die een sociaal beleid ten aanzien van wer kelijke kunstenaars op den duur volslagen onuitvoerbaar zal maken. Een drastische standpuntbepaling van de overheid is dringend vereist. BONN (DAD) „Klankinvasie" heette een zeer ijverige onderne ming in zaken van muzikale avant- garde, waarmee de Duitse Bonds- hoofdstad Bonn haar concert-sei zoen van dit Jaar opende een in- leidig met -pauken en trompetten. Rond 150 musici waren ervoor uit getrokken, met hun instrumenten de Bonner City te veroveren. Spe lend en Improviserend veranderden zij straten, pleinen, winkelpassages, warenhuizen, telefooncellen en mu sea in schouwtonelen van nobela „klankslagen" een veldtocht voor de hedendaagse muziek, gecompo neerd, geënsceneerd en gedirigeerd door de 35-jarige Tsjechoslowaak Ladislaw Kupkowic (op foto), die op het ogenblik in Keulen woont. De geëngageerde voorvechter van een muziek van de open vorm over het Bonner spektakel rondom de klok: „Het is een poging, de sociale voorwaarden van de muziek om te keren. Niet de mensen gaan naar het concert, maar de muziek komt bij de mensen". DH

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 11