'ZE DURVEN HET BOS NIET MEER IN... Vrijheid, blijheid, èn meer rente. Kijk en vergelijk. 5% 5n 53/4% 7% 7» PAGINA 12 LE1DSCB DAGBLAD ZATERDAG 20 NOVEMBER 1^ bankiers Den Haag, Lange Houtstraat 8, tel. (070) 183340, postgiro 47350L Geaffilieerd met F. van Lanschót Bankiers opzegtermijn direct beschikbaar inleg vanaf rente 2 weken f 1.000,— f 100,— 3 maanden f 1.000, f 100,— 6 maanden f 1.000,— f 250,— 1 jaar vast rente jaarlijks •f 1.000, 2 jaar vast rente jaarlijks f 1.000,— 3 of 4 jaar vast rente jaarlijks f 1.000,— Tk% 5 jaar vast rente jaarlijks f 1.000,— Camping-jonkheer ds. Cornells van Eysinga: weer: restaurant en boten, van de toeristische projecten m, Van Eysinga. Op het traag naar de bosrand glooiende gazon renden hon den door de dode bladeren, de statige eiken en beuken droegen hun beste herfst-tweed, gouden zonlicht viel op het klokke- torentje en de kwieke jonkheer dominee Cornelis van Eysinga ging ons langs een bruine wand vol oude familieportretten voor naar zijn studeervertrek. We waren op bezoek bij de penningmeester van de Vereniging Nederlandse Landgoed- en Kasteel-Campings. De heer Van Eysinga's eeuwenoude i familiebezit bij het Friese St. Niko- laasga omvatte 450 ha. grond, waar van 150 ha. bos. Onze gastheer overhandigde folders en notulen: men mocht hem zien als een ge slaagd zakenman, een waardig ver tegenwoordiger van de nieuwe ge dragingen van de Nederlandse groot grondbezitter met zijn talrijke land- goednoden. Nieuwe uitgaven P. G. WODEHOUSE, dit is het einde Jeeves, uitgeverij Spectrum. Ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag werd er gelijktijdig in En geland en Nederland een boek van Wodehouse uitgebracht: Dit is het einde Jeeves. Opnieuw is Bertie Woester, de gefortuneerde vrijgezel, de centrale figuur. Wanneer hij bij zijn pogingen om zijn studievriend Ginger behulpzaam te zijn bij ver kiezingen voor het Lagerhuis grote problemen veroorzaakt, is het echter zoals gebruikelijk de onverwoestba re en niet uit de plooi te krijgen but ter Jeeves die alles tot een goed ein de moet brengen. Voor de liefheb bers een paar uur heerlijk leesple zier. Jongeling ten voeten uit, door Rik Valkenburg. Uitg.: Zomer en Keu- nings Wagenlngen. Taktiek van het wedstrijdzeilen, door Joaohim Schuit. Uitg.: Hollan- dla, Baarn. S pi erst raining voor wedstrijdzei lers, door Ph. Soria. (Hollandia). Ovenschotels, door Joanita en Car- La Lee. Van Dishoeck-kookboekjes. Uitg.Undeboek N.V., Bussum. Gezond met fruit, door C. Buur man. Van Dishoeck-kookboekjes. (Unieboek). Voor alledag, door Ria Holleman. Van Dishoeck-kookboekjes. (Unie boek). Pap leren vogel op de hand, door Herwig Hensen. Uitg.: Nijgh en van Ditmar, Den Haag. De afvallige, door Marnix Gijsen. (Nijgh en van Ditmar). Jonkheer dr. C. van Eysinga en echtgenote: „God wij danken u dat wij het mogen doen". Behalve de camping met zwemvij ver op het landgoed bezat zijn n.v. Wald en Wetter Wille in de omge ving veertig huisjes, zestig huurbo- ten, twee hotels, een zeilschool en vier eetgelegenhedenElke zondag morgen hield Cornelis van Eysinga een preek ln een kabouterachtig kerkje in de buurt van Bolsward'. Jhr. ds. C. van Eysinga: „Elke ha, bos op een Nederlands landgoed kost Je tweehonderd tot driehonderd gulden per jaar. Ik heb 150 ha., het is voor ons allemaal een ontstellend probleem. Daarnaast heb Je je agrarische grond. De revenuen zijn ver achtergebleven bij de normale trend in geldzaken. Zozeer zelfs dat een normaal onderhoud al nauwe lijks meer waar te maken is. Het rendement is iets bijgetrokken. Ik leef nu op twee procent. Ik heb ook op één procent gezeten, dè helft ging toen naar de inkomsten belasting, de andere helft naar de vermogensbelasting. Je leefde bij de gratie van het vijfde deel dat Je dan toch nog mag houden. Moderniseringsmaatregelen kun Je niet uitvoeren. Een bankje neerzet ten voor de mensen, een bruggetje bouwen, dat is gewoon onmogelijk. En dat terwijl er toch ineens heel sterk een tegenbeweging is. De mensen lopen niet meer zo hard naar Zuid-Europa. Vooral de gezin nen met kleine kinderen zeggen: die rot reis, werkelijk we weten het wel. Ze pakken hun regenjas en ze blijven in Nederland. Daarom ook durven wij het beste van onze vereniging te verwachten. Erg goed De resultaten van het eerste seizoen zijn opmerkelijk goed geweest. Een landgoed heeft immers iets avon tuurlijks, iets wilds, op onze terrei nen willen we ook voor alles rust bieden. Laat ik uit onze folder cite ren: „De aangesloten terreinen ken merken zich alle door landelijke rust, geen mechanische muziek, bromfietsen, ijskraampjes, jukeboxes of gok-automaten". Mijn vrienden en ik willen het landgoed een hernieuwde functie geven. De overheid begint daar ook wel begrip voor te krijgen. De tijd is voorbij Jat men ons zag als de karikaturen die we inderdaad heb ben voortgebracht. De rijkaard die helemaal alleen op zijn stuk grond zat en die maar mokte over de slechte tijden. Laat die mensen maar uitsterven! Een landgoed met zijn afwisseling van bos en land is landschappelijk belangrijk en dus ook recreatief. Al die dingen heeft men vroeger niet willen zien. De zaak zat potdicht. Wie nu zegt: ik wil het gepeupel niet in mijn bos hebben, moet daaryan maar de lasten dragen. Hij heeft het zelf gewild. Wij met zijn elven hebben ons ver enigd om onze eigendommen een betere economische basis te geven. Maar er zijn nog steeds hoor, con servatieven die helemaal verkeerd zitten. Figuren die met 100 ha bos om zich heen daag met het handje zitten te zwaaien. Het is ook voor ons niet in te denken, ik vind het iets gruwelijks. De mensen komen graag bij ons. Zo'n bos bij ons, dat is leuk en los aangelegd, niet dat boompje op rij tje van Staatsbosbeheer-bossen. Zo'n bos als hier achter heeft na tuurlijk een heel andere functie ge kregen. Al dat eikenhakhout vroe ger! In de jaren twintig ging het nog met vele takkebossen tegelijk naar de boerderijen. Het bracht toen wel wat op. Het bezemrijst heeft het nog het langst volgehou-, den, het was financieel echt niet oninteressant. En het was ook sociaal belangrijk. Het hele dorp kwam er mee de winter door. Al de eerste vorstdagen invielen zag je het dorp al naar het bos trekken. De een had een perceeltje hout gekocht, de ander hielp hem met kappen. Die business bestaat niet meer. Maar je hebt per 60 ha. wel een los ar beider nodig om de zaak niet helemaal te laten ver wilderen. Dat is dan ook weer vijf tien mille die je moet betalen. Minimaal Zo blijf je maar betalen voor je bos. Maar wie vraagt ernaar? De belangstelling voor het bos is wer kelijk minimaal. De mensen blijven aan de kant. Je kunt er midden in de bouwvakantie een nudistenkamp in beginnen, er is dan nog niemand die het in de gaten heeft. Ik heb klanten die de hele zomer op de camping aan de rand van het bos staan. Ze komen er nooit verder dan vijftig meter in, het is ongelooflijk. Natuurlijk mogen ze bij mij vrij wandelen, dat is ook altijd de tra ditie van dit landgoed geweest. Als er zondags twintig auto's op de weg staan geparkeerd zeggen wij tegen elkaar: het is heel druk vandaag. Een paar kilometer verder, bij Langweer, vind je ze met duizenden j tegelijk aan de waterkant terug. Het is de eeuwige behoefte om maar onder je medemensen te zijn. Panische angst Het wandelen, daar lijkt wel een panische angst vóór te bestaan. Ik heb het de hele zomer weer gezien veel vrouwen vooral, veel meer dan mannen, blijken het fenomeen wan delen helemaal niet te kennen. Een soort kuieren, tot iets verders bren gen ze .het niet. Geen wandelen, maai- het ene been voor het andere, de museumloop. Het is stil geworden in het bos hoor. Ik weet dat nog heel goed van vroeger: een uiterst belangrijke functie van het bos was toen dat van erotisch centrum. Het halve dorp trok het bos in, ik was min of meer een gelegenheidsgever. De mensen hebben nu blijkbaar an dere gelegenheden gevonden. Maar in de vijftiger jaren was het elke zondag raaktegen vier uur zon dags trok de boswachter het bos in, op weg naar de vijver en bij hem een hond, een wel zeer gemeen kreng van beest. Rond die vijver was het erotisch centrum van het dorp. De boswachter kwam van de ene kant aanrennen, de onbedaar lijk blaffende hond van de andere. Het was dan een onvoorstelbaar la waai in het bos, die boswachter kneep nog gauw deze en gene in de billen en de hond blafte en ieder een sloeg gillend of vloekend op de vlucht. Soms waren het er wel vier honderd geweest. Bij de vijver zie Je nu geen ziel meer. Hoogstens de pastoor die er zijn brevier zit te bidden. Zelfs de vaste campingklanten vragen nu Een vijver? Heeft u dan een vijver? Waar is düe dan? Maar goed, mijn landgoed heeft een recreatieve functie. Die mag Je en die kun je het publiek niet onthou den. Deze winter gaan we onze ver eniging echt presenteren, het kam peren temidden van het volstrekt eigene van een landgoed. Aan je leven van grondeigenaar verandert natuurlijk ook veel. De afgelopen zomer heb ik het onvoor stelbaar druk gehad. Op zondag morgen stond Je op de preeksto „God, wij danken U dat we 1 doen mogen", 's Middags kwam 5 op het terras om mee te helpen! dienen. Als je opkwam werd het l soms wel even zwart voor de 00 één grote puinhoop van flesjes 5 lege bierglazen. Dan dacht je eens: Van Eysinga, er is veel anderd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 12