op oosten en westen 18-daags verblijf in Rusland EDKHTEN VERHALEN - GEDICHTEN VERHALEN- GEDICHTEN- VERHALEI GEDICHTEN \eidse theologiestudenten in reisverslag: p hoop van zegen JEUGD Spelen mei woorden I Spelen mei woorden II Wanneer? Lach en traan 1871 1971 VAKANTIE Ode aan Renate Vakantle ,AG"13 NOVEMBER 197* LEIDSCH DAGBLAD Deze twee-wekelijkse Altona-paglna laat de lezer aan het woord. Dat Is al meer gezegd, maar hameren op het zelfde aambeeld kan in dit geval geen kwaad. Soms bekruipt Je namelijk het gevoel, dat de mogelijkheid tot het schrijven in de krant beter zou moeten worden benut. De Altona leent zich bijvoor beeld bij uitstek voor onderwerpen die niet zo passen in de meer actuele ..le zers schrijven" rubriek. Informeer bij twijfel even bij de Altona-redactie. Tel. 25041. Dit keer: Russische reisindrukken van Leidse studenten en (uiteraard) tal van gedichten LEIDEN Een Leidse werkgroep van voornamelijk studenten in de theologie heeft bijna drie weken lang mogen rondneuzen in Rus land. Hun zeer leesbare reisverslagen hebben zij gebundeld tot één groot dagboek: „Rusland, land van contrasten". Hieronder volgen drie fragmenten uit dit gestencilde werkstuk, om een indruk te ge ven van de ervaringen van de groep. Het eerste fragment speelt zich af in Moskou, evenals het tweede (de 1 mei-viering). Daarna volgen enkele opmerkingen van prof. Rasker uit Oegstgeest naar aanleiding van gesprekken met Joden in Leningrad en Moskou en een terug blik: wat hebben de deelnemers van de reis naar Rusland opge stoken? „Na de bustocht door Moskou probeer den we nog snel de synagoge te berei ken. Het lukte niet meer om de dienst bij te wonen, maar bij onze aankomst troffen we vele mensen voor de syna goge aan, die zojuist naar bulten wa ren gekomen. De oudere generatie had zich voorna melijk dicht bij het gebouw opgesteld. De Jongeren stonden aan de overkant van de straat. De scheiding tussen Jongeren en ouderen was dus duidelijk. Ze werd ons nog duidelijker, toen we met de mensen in gesprek kwamen De oudere generatie was geïnteresseerd in onze kennis van het Hebreeuws. Er werd gevraagd naar de aantallen joden die er nog in Nederland zijn Anne Frank kwam ter sprake. Dat er in Nederland ook een Joodse gemeente is, waar vrouwen en mannen niet gescheiden in de synagoge zitten, vond men een vreemd verschijnsel. Men was er erg over te spreken dat er in onze protestantse kerken geen iko- nen zijn. Ze verzekerden ons dat op de Joodse feestdagen hun synagoge zeer goed bezocht werd en dat het b.v. op Jom kipoer 'grote verzoendag) zwart staat van de mensen na afloop van de dienst. Synagoge In Moskou worden enkele leidse studenten uitgenodigd bij Katja, waar ze het volgende mopje met de nodige zelfspot horen „Op een dag loopt er een Ame- ikaanse toerist door Moskou en ontmoet daarbij een arme Rus. Deze kijkt afgunstig naar de Amerikaan. Maar deze zegt: „Een paar jaar geleden was ik net zo arm als jij. Ik had geen onderdak en geen voedsel. Toen ben ik naar het Witte Huis gegaan, ben op het gras gaan zitten en hooi gaan eten toen Kennedy naar buiten kwam. Hij zag dat, en gaf me eten en drinken en zoveel geld dat ik nu makkelijk op reis kan". Dat ga ik ook proberen bij het Kremlin, zegt de Rus. De daad bij het woord voegend begint hij hooi te eten als Chroesjtsow naar buiten komt. Die ziet de mail zitten, gaat naar hem toe en zegt: „Maar man, er is toch overal vers gras!". De Jongere generatie sprak o.m. over het probleem dat de ouderen nog steeds invloed willen uitoefenen op de keuze van de huwelijkspartner van de Jongeren. Zij kwamen niet naar de sy nagoge voor de dienst, maar voor de kontakten met mensen van hun eigen volk. Een Jongen waar we mee spraken, ont wikkelde voor ons zijn wereldbeeld. Via de evolutie-gedachte kwam hij terecht bij bijbelse Messias voorspellingen Hij besloot zijn betoog met de woorden dat de komst van Christus voor de deur staat. Dat zou „over een jaar" gebeu ren. Christus zou zich niet speciaal in Rusland of Israël openbaren, maar hij "zou zich universeel manifesteren. Wij, van onze kant, reageerden nogal aarze lend op deze geloofsuitspraken Ook over het emigreren naar Israël werd gesproken. Niet alleen onder de ouderen, maar ook onder de jongeren waren echter veel mensen die helemaal niet uit Rusland weg wilden. Al deze vluchtige gesprekjes gaven ons slechts een vage indruk van wat er zoal gedacht wordt over bepaalde vraagstukken". 1 mei „Voor mij persoonlijk moest het hoog tepunt van de eerste dag van de maand mei (en laatste dag van ons verblijf in Moskou) nog komen, zij het geheel onvermoed op de wandeling te rug van het Bolsjoi-theater via het Rode Plein. De binnenstad was geheel voor alle verkeer afgesloten, zodat de brede stra ten en pleinen geheel in handen van de voetgangers waren. Het was druk Overal mensen, een onafzienbare me nigte. Onze Amsterdammer viel het bijzonder op dat zoveel mensen op de been nergens drukkend werkten, de vertegenwoordigers van het gezag rus tig en vriendelijk waren en dat provo- katies niet waren te bespeuren. Hier en daar viel de massa wat uiteen in kleinere groepjes die rond een gitaar of accordeon wat stonden te praten, te zingen of te dansen. Het Rode Plein, prachtig verlicht, wat door de natte stenen nog eens werd weerspiegeld, ademde een onvergetelij ke sfeer Links de hoofden van de gro te voormannen van de revolutie, rechts het Lenin-mausoleum en voor ons de onvergetelijke, sprookjesachtige, majes tueuze Wasilys kathedraal. Rustig, Blij, Ongedwongen. Gezellig en Indrukwek kend". De opmerkingen van prof. Rasker: „Het is natuurlijk onmogelijk, uit de weinige ontmoetingen conclusies te trekken. Temeer omdat alles wat de positie van de Joden betreft en wat er in het buitenland over geschreven wordt, uiterst gevoelig ligt. In de synagoge van Leningrad hadden we een gesprek met een Amerikaanse jodin. Zij meende dat er wel diskrimi- natie van joden is: ze mogen geen godsdienstonderwijs geven en hebben geen rabbi-seminarie. Wat dit betreft, kreeg ik niet de indruk, dat ze er zo veel anders voor staan dan b.v. de baptisten of de lutheranen. „Evrej" Maar er is een andere faktor: het feit, dat ze een nationale minderheidsgroep zijn en nog wel één die in hoofdzaak verspreid, niet op een eigen nationaal territorium woont dn het kunstmatig gevormde territorium Birobidzjan wo nen er maar weinigen». Ze hebben een „J" en de aanduiding „evrej" in him persoonsbewijs, maar niet anders dan bijv. ook de Georgi sche en vele andere nationaliteiten in de persoonsbewijzen worden aangege ven. Hier zit op zichzelf geen antisemi tische diskriminatie in. Toch komt dis- krlminatie voor, bijv. bij het zoeken naar werk of bij promotiekansen. Verder zijn er naar mijn indruk nog twee faktor en. Ten eerste zit er antise mitisme diep in de Russische volksziel, maar dat is een erfenis van het chris telijk verleden (christelijke progroms door de loop der eeuwen) en vloeit niet voort uit de marxistische ideologie. De argumentatie die je dan te horen krijgt 'van een Rus, van wie ik het niet verwacht had, omdat hij zo'n aar dige man was) klinkt ons bekend in de oren: de Joden zijn onbetrouwbaar, oneerlijk, sjacheraars, ze passen niet bij onze volksaard, een Joodse professor zal zijn eigen studenten voortrekken etc. Ten tweede is er de faktor nationalis me: het is ons in gesprekken duidelijk geworden, dat patriotisme een zeer goede en nationalisme een zeer slechte zaak is. Dit is meer dan een kwestie van terminologie. Patriot isme is toewij ding aan het grote gemeenschappelijke vaderland, dat vele nationaliteiten om vat. Die nationaliteiten hebben een ze kere speelruimte, en aan bewaring van hun kuituurgoederen e.d. wordt aan dacht geschonken. Maar het wordt na tionalisme. als men er zo'n zwaar ac cent op legt. dat het ten nadele komt van het patriotisme. Zionisme Het Zionisme nu. is in verdenking zulk een vorm van nationalisme te zijn, dat het tekort doet aan de loyaliteit Jegens het grote Sowjetische vaderland. De buitenlandse zionistische propaganda vergeet dat, doordat ze aan vele Joden in de S.U. he tstempel van deze moge lijke of werkelijke illoyaliteit opdrukt. Daarom kan het zijn, dat de aandrang in het westen op de Sowjet regering uitgeoefend, om zoveel mogelijk Joden naar Israël te laten emigreren, hoe goed ook bedoeld, him ook kwaad kan doen. Vooral sinds de zes-daagse oorlog in 1967, waarna de S.U. zeer beslist voor de Arabieren en tegen Israël ge kozen heeft, geldt deze faktor. Tenslotte wat de diskriminatie betreft: in 1969 zei de rabbi in Moskou ons dat de joden weliswaar geen ambtenaar kunnen worden, maar dat er velen van hen studeren en b.v. arts of Ingenieur worden. Nu lees ik in de Internationa le Spectator van 22 april 1971 in een artikel van drs. M. P. van den Heuvel: „de Joden in de Sowjet-Unie" (een ar tikel, dat z'n accent op de diskrimina tie legt), dat in 1967/'68 het percentage Joodse wetenschapbeoefenaars nog bo ven de 7 lag, hoewel de Joden nog geen 1% van de bevolking vormen. Volgens Alexander Surkof. secretaris van de schrijversbond, gelden nog ho gere cijfers voor de Joodse literatoren". Nuttig En de slotconclusie luidt: „Wat hebben we nu van deze studiereis geleerd? Hieronder volgt een samenvatting van de antwoorden van verschillende Oost- vaarders op deze vraag. De Sowjet-Unie, Moskou en Leningrad, de Russen, het marxisme-leninisme, de Russische orthodoxe christenen, de baptisten en de Russische Joden zijn meer realiteit voor ons geworden. Het is nu minder gemakkelijk geworden om er vlot over te praten en te oordelen. Hoe nuttig zo'n reis is blijkt wel uit het feit dat het beeld van de S.U. bij iemand die er twee Jaar geleden ge weest was. op een aantal punten weer abstract geworden was en weer was gaan samenvallen met de in het wes ten heersende vooroordelen. Van de negatieve kanten van de S.U. weten we hier al veel; als Je daar bent, en de moeilijkheden en mogelijkheden van deze maatschappij konkreet ziet. krijg Je ook meer oog voor de positieve aspekten. Wanneer Je een 18 dagen goed rondkijkend en kritisch vragend door de S.U. rondgelopen hebt. doe Je dat als Je terug bent. ook in het eigen milieu. Als Je dat dan doet met Jouw ervaringen in de S.U. in het achter hoofd. krijg Je een wat andere kijk op een aantal aspekten van de samenle ving en de ideologie van het westen. Volksaard We hebben geleerd, dat veel van wat ons vreemd voorkomt aan doen en la ten van de S.U.. niet zozeer aan het marxisme-leninisme toegeschreven moet worden, als wel aan de volksaard en de geschiedenis van het land, dat eeuwenlang afgesloten is geweest van 'West-Europa, dat renaissance, noch re formatie. noch verlichting, noch Franse revolutie kende enz. enz. De Russen lijken vriendelijker te zijn geworden, meer gewend aan en open voor vreemdelingen. Er blijft wel heel wat reserve, zeker officieel t.a.v. zo'n rare groep die grotendeels uit theologi sche studenten bestaat, een groep die de meest uiteenlopende zaken wil be zoeken Foto's maken van spittende vrouwen kan Je nog altijd op een ver ontwaardigd protest komen te staan". Ik ben er rgen zingen vogels rgen bloeien bloemen rgen lopen kreupelen zien blinden ■gen horen doven "gen is iedereen normaal nog een morgen zijn? Jrgen lachen mensen rgen is iedereen gelijk gaat niemand dood heeft iedereen evenveel is er eeuwig licht rgen, ja. morgen hans dat hopen wij. A. VAN DËR VOORT, Molenstraat 25, Lisse. Herfststorm dagen zijn kort, de nachten zijn 8, l' weer is onstuimig, op zee is men tóe huizen hangt een gezellige sfeer, w deert ons de regen en de storm itmeer. *r op de woeste zee daar loeit de d, een orkaan die alles verslindt, van de reddingsboot tuUrt men in trond, fk schip SOS noodseinen zond. 1 mensen te redden op die woeste Kn •keren zij zelf de grootste gevaren. ch behoeven wij niet in nood te heren van die dappere redders veel te le- zUn vertrouwd met het lot van de i*. 111 levens te redden dat is hun wens. later bij vrouw en kinderen thuis, 0 zijn ze tevreden en gelukkig in üs. h redden hoort bij hun wel en wee spreken niet over die gevaarlijke er is één die alles weet dappere helden niet vergeet. P. J. van Steyn-Langezaal. Stille Rijn I, Leiden. Door gedachten overspoeld na zo'n tijd van leegte ben ik werkelijk bekoeld na zo'n tijd van warmte? De eerste obstakels van de tijd die komen gaat komen als mirakels grote hamers op je af. Zal Je het overleven? Je moet het want jij zult het óók beleven dat geldt voor ieder ander. Iets makkelijker misschien? 't is waarin je moet geloven Je gaat het anders zien komt het mogelijk van boven? Twintig, nee, wel honderdmaal zulke grote hamers zo kan het soms ook gaan! de vezels zullen splijten. Maar de „spijker" dringt zich dieper Je gedachten worden rijker tot je het bevestigt „Ik ben er". Rob de Jager Boslaan 161 Katwijk aan Zee Ik sta voor een huis met dichtgemet- sélde ramen in dat huis woonden eens vele namen ik heb er gespeeld, er mijn Jeugd door gebracht gebald en geknikkerd, stekelbaarsjes gevangen in de gracht nu is de gracht vervuild, één stinkende .brei huizen afgebroken in één troosteloze rij toch voel ik mij gelukkig, al doet de- toekomst mij beven want ik heb in een flits mijn Jeugd zien herleven. P Slechtenhorst Prinsenstraat 90 Leiden. Alles is maar spel 4045. Vietnam, Ook ik speel, het angstzweet brakend, angst dat ik het woord vergeet en dan alleen nog maar kan huilen angst dat ik mijn huid verlies. ontpopt tot nachtvlinder; lelijk en gedoemd tot het verbranden aan het fatale licht. Klein aan mijn buréau peuter ik de w-oorden uit mijn mond met diepe zuchten wroet en rangschik het is mijn lot anderen mogen sterven en liefheb ben mijn lot is draven van links naar rechts van aa tot zet, van kast naar muur; eeuwig is van lange duur. W. W. Hamiaart Rijndijkstraat 92 Leiden. In de diepte van Jouw ogen leg ik mijn verloren tranen omdat een onvertaalbaar geluk wil dat ik huil. In Jouw strelendehanden leg ik mijn verwarde haren omdat ik me dan pas geborgen voel In jouw strelende handen leg ik mijn bestaande dromen omdat die vervloeien in dag en in nacht. In Jouw brandende lippen leg ik mijn stille verlangens omdat zo ons geluk volmaakt zal zijn. Wanneer zie ik Je weer? Rita van Haastrecht, Oosterstraat 26, Leiden. Een lach voor Gods Schepping, en Wonderen van 't Heelal, Het klinkt in verrukking. Over bergen en dal. Een lach voor Gods zoon. Die Zijn Leven gaf. Voor de geheele mensheid, En triumpheerde over het graf. Hij liet ons geen wezen. Maar gaf ons Zijn Geest, Hebt dank Here Jezus. Dit verheugt ons 't meest. Een lach voor een bloem, in zijn kleurenpracht. Die Gods Liefde niet zien. zij kennen niet de echte vreugde. die God hun wil blën. Zo is het leven, een lach en een traan, gelukkig die menschen, die het ware leven verstaan. Sophie Verhoog, Boisotkade 8, Leiden. Een weiland vol koeien De boerin maakt haar kazen Daar w-aar de bloemen bloeien en de schapen grazen Daar ligt het pure nog bloot Daar is iets wat Je overal ontmoet Daar is het leven goed De opmerkingen op de vorige Altona-pagina over de mogelijkheid om weer gedichten in te leveren, heeft een even onverwacht als verheugend resultaat afgeworpen. De hele daarop volgende week kwam er post binnen voor deze twee-wekelijkse rubriek. Onder de afzenders bevonden zich niet alleen de trouwe inzenders, maar ook een hoop nieuwe namen. Zo gaat het de goede kant op. Alleen: het aanbod was groter dan de plaatsruimte. Een aantal gedichten moest dus blijven lig gen tot de volgende keer (zoals ook dat lange van E. J. Fakkel uit Hoewel we al met al nog even vooruit kunnen, willen we toch geen gedichten-stopinstellen zolang dat niet persé nodig is. Vandaar nog even het adres waar u uw gedicht naar toe kunt zenden: Leidsch Dagblad, t.a.v. Altona-redactie, Witte Singel 1 Leiden. Een weiland vol huizen De boerin werkt bij A H. Bloemen bloeien tussen rioolbuizen De schapen Liggen vacuüm verpakt Daar is het pure gepakt en gezakt Daar is iets wat Je overal ontmoet Daar is het leven goed Kom terug stomme idioot! Cor Focke Langenhorststraat 3, Voorschoten. Pijlsnelle auto's, zeer drukke wegen. starende vissers, verdwijnende dobbers. Een lach van een kind. zo onschuldig en rein. stoeiend en spelend, In de zonneschijn. Een traan aan een ziekbed, van een geliefde in nood, worstelend en strijdend, en aan het einde de dood Een traan aan een graf. Van een onschuldig kind. door duivelsche handen, van een mens verminkt. Een traan van een vrouw, zag haar huweli j ksgeluk, wreed verscheurd, door de ontrouw van haar man, en brak stuk. Een traan voor die mensen, Klein kindje, in Je wiegje met Je ogen hemelsblauw, O lieve kleine, wat hou ik toch van Jou. Eens loop Je aan Je moeders zij Maar naar ik hoop. ook eens naast mij Ik ben Je grootmoeder, lief kind. Die jou toch zo fel bemint Je bent altijd zo vrolijk, lieve kleine meid. Blijf goed voor een ieder tot hulp be reid. Ik hoop dat Je een lang leven voor Je hebt. Zonder angst en zonder geweld Dan is het zo heerlijk om te leven en je aan het mensdom te geven. Blijf rein en goed, zoals het moet. S. de Jong van Schoonderwoerd, Pieter Bothstraat 1, Leiden. Kabblende bootjes in vies drabbig water. Volle stranden, huilende ktnd'ren. Weinig rust, nergens meer ruimte. Vakantie. Alleen in de stad. waar niemand meer toeft Daar ademt men nu, door die Vakantie! J. G. van Hoorn-Keijzer, Bilderdijkstraat 18. Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 19