ommige politici og geen benul van ilieu-bedreiging... Bang voorgevoel over Vietnam DEN HAAG LAAT FORMOSA ALS EEN BAKSTEEN VALLEN ezers schrijven LYNDON BAINES JOHNSON PRESIDENT VAN DE V.S. LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 9 „koppen" uit het Leidsch erdag J.I.: ining drinkwater bedreigd bij ongeluk; gezin komt om. wllen moet je niet meer doen bhut)De zaak loopt vast Heertje). De schrik voor het 0 zit er in (JRS). 1 ook: Provincie blijft bij g Leidse Baan moet komen. |l betekenis van de berichten- |n over ons milieu zou in deze inen worden samengevat: we op de huidige wijze (duceren doorgaan, zal dit korte tijd tot zulke chaoti- ?standen in de samenleving de gevolgen niet meer overzien. Het is blijkbaar oeilijk sommige politici er- e overtuigen, dat een snelle iijziging op alle niveaus no reactie van de Werkgroep ibeheer op de provinciale no- hg eens de ta over de Leidse Baan (L. D. maandag J.l.) maakt duidelijk, dat de provincie de stroom van nieuwe gegevens onvoldoende ernstig heeft genomen en gedeeltelijk niet eens heeft bestudeerd. De provincie onderschat de in druk, die dit op de burgers maakt: een aanzienlijk deel van de bevol king is juiist over de kwestie- Leidse Baan beter dan gewoonlijk geïnformeerd. Vooral het mani puleren met gegevens valt op! Het is onbegrijpelijk, dat de pro vincie het m deze zo omstreden zaak laat aankomen op politieke neuzentellerij. Nader onderzoek en pas-op-de-plaats is het minste, dat het publiek mag verwachten, om dat niemand de vraagstukken ge heel blijkt te overzien. Met het doordrukken van zijn beleid bewijst het bestuur niet al leen het milieu, maar ook politiek en democratie een slechte dienst; en de vooruitzichten zijn al slecht genoeg. Eén ding is duidelijk, als men de zaken heeft bestudeerd: bij aan leg van de Leidse Baan behoeven we er niet op te rekenen, dat het openbaar vervoer in deze streek verbeterd zal worden. Wat dat be treft kan de provincie dan gewoon doorgaan met niets doen. Uitstel of afstel van de Leidse Baan zal slechts een pril begin zijn van een gezonder beleid over een groter gebied. De lotgevallen van het goede schip Constance (zie LD 18-10-71) doen ons begrijpen, dat één scheepsramp of illegale gif- dumping in zee meer kwaad kan doen dan vijf Leidse Banen. De ja ren '70 worden het tijdperk van de ecorampen, heeft d e bioloog Ehrlich geschreven. Tenzij we misdaden tegen het milieu van nu af aan minstens even zwaar laten wegen als mis daden tegen de mensheid (volke renmoord) De gevolgen zijn n.l. hetzelfde: massale vernietiging van leven. W. M. van Rooijen, Marislaan 11, Leiden taf-Teuns Moord is voordeliger dan een scheiding effende het bericht op de !gina van het LD van 15 ok- onder de kop „Staf Teuns uit het pand", waarin de brief et MOB-bestuur onder voor- chap van de oud-Uni- itsarts dr. Kaiser aan de &et- mevr. den Haan, het vol- in deze brief wordt o.m. ge- pat het bestuur het pand burger weg 163 na 31 oktober tiet meer ter beschikking stelt Ie staf Teuns voor de afbe ling van plm. 60 patiënten 1-18 jaar met ontwikkelings- smen, aanpassingsmoeilijk- neurotische ziektebeel- Ms belangrijk argument werd roerd dat het pand vanaf 31 er toegezegd is aan het Bu- voor Levensmoeilijkheden, an het hoofd dr. w. v. d. gereformeerd predikant, aanleiding van een opmer- hlerover, gemaakt door mevr. laan in de gemeenteraadsver ing van 11 oktober jl. hebben intact opgenomen met een, maatschappelijk werksters, iden an het Bureau voor moeilijkheden. Zij gaf als >ersoonlijke mening te ken- at het voor het functioneren iet Bureau voor Levensmoei- iden niet zoveel zou uitmaken pand per 1 november, per 1 In of per 1 maart in gebruik pen zal worden. Voor een of- uitspraak verwees zij ons ir. v. d. Zwaan. bleek het niet juist te vin- iat het bestuur van het MOB Begging aan het Bureau voor «moeilijkheden als argument lit voof het op straat zetten rtaf Teuns met zijn 60 patiën- was echter wars van elke dteit hierover, en bleek ook bereid de burgemeester fen neutraal persoon hier in kennis te stellen, het tweede contact deelde ins mee het MOB-bestuur in is te hebben gesteld van het dat het Bureau voor Levens- lijkheden in deze zaak niet be ien wenst te worden en dus argument mag worden nikt om plm. 60 patiënten en itaf an specialisten op straat itten. Wij vinden het in het be- van een stuk geestelijke volks- ndheid voor de Leidse samenle- essentieel, dat de staf Teuns pand aan de Rijnsburgerweg verlaat vóór definitief vast- dat zij met dezelfde mogelijk- in ook financieel en vol de door haar gehanteerde me- lieken, die blijkens de ervarin- van de ouders en de kinderen juist bleken, in elk geval in wordt gesteld om de nu on- behandeling zijnde kinderen af behandelen. Deze mogelijk- dreigt verloren te gaan nu felijk blijkt dat dit MOB-be- niet functioneel denkt maar bezig is om, formalistisch -*nd, met botte macht een stuk frne geestelijke volksge- fteid, afgestemd op de behoefte de Leidse bevolking, om zeep te *n. de antwoordbrief van het MOB tour aan het college van B en W d het Bureau voor Levensmoei- beden toch weer als argument ruikt. Stichting Release, Nieuwe Rijn 20a Medische Aktiegroep p/a Oude Singel 50. Er stond onlangs zo'n tekenend stukje in het L.D. over een man die zijn vrouw vermoord had. Oorzaak: omdat ze altijd hooglo pende conflicten hadden en hij het gewoon niet meer aan kon. Nu vroeg de President van de recht bank aan beklaagde waarom hij toch zijn vrouw vermoord had. Hij had toch beter kunnen scheiden van zijn vrouw. Nu, meneer de Pre sident, hier dan hat antwoord op uw vraag: in Nederland kun je véél beter je vrouw vermoorden, want dan wordt de straf veel lichter, ze sluiten je een paar jaar op omdat je op d&t moment psychisch gestoord was en daarna ben je vrij man. Maar ga je nu van Je vrouw scheiden, dan word Je veroordeeld tot levens lange armoede! Reden: de helft van salaris moet afgestaan worden voor de ex-echtgenote. Er zijn na melijk vrouwen die, al krijgen ze vrijwi ng éénderde van het inkomen van de man plus een goede bijstand toch niet tevreden zijn, want die man moet er aan. En dat kan, want een vrouw kan gratis procederen en in hoger beroep gaan tot ze hem uitgekleed heeft. Het kost haar niets, terwijl manlief, die toch al zo'n zware belasting op zijn sala ris heeft alles zelf moet bekostigen. Maar ja, zo is de wet in Neder land. die dus op deze manier zelf misdadigers en a-socialen kweekt. „Lang leve de rechten van de mens" M. Hillebrand-Tervooren, Drechtstraat 67, Leiden. Door C. J. Rotteveel Premier Biesheuvel Als over ruim een week in New York de toelating van Pe king tot de Verenigde Naties aan de orde komt, zal Neder land vóór stemmen Akkoord, want Den Haag erkende de Chinese volksrepubliek al meer dan twintig jaar geleden. Maar tevens zal onze vertegenwoordi ger zijn stem geven aan een Albanese resolutie, waarin wordt geeist, dat "de kliek van Tsjang Kai-sjek (op Formosa) verdreven wordt van de plaats, die zij onwettig bezet". En dat is minder fraai, want dit komt neer op het uitstoten van een staat, die meegeholpen heeft de grondslag van de volkerenorga nisatie te leggen. Vorige week verraste premier Biesheuvel ook de regeringspar tijen door het bovenstaande als een kabinetsbesluit mee te de len. De regering had bij het be palen van haar houding nog een andere mogelijkheid. Er is im mers ook een Amerikaanse re solutie. die wél toelating van Peking maar niet het uitdrijven van Taiwan/Formosa beoogt Die Amerikaanse resolutie strqeft dus de z.g. "twee-Chi- na's-Dolitiek" na. Maar Neder land wenst van concessies niet te weten. Toen er in de Tweede Kamer enig verzet dreigde (Wiegel WD, Aantjes ARP en Berger DS'70) slaagde de pre mier erin deze "opstand" te be dwingen door de mededeling, dat er een nieuwe situatie zou ontstaan als Formosa alsnog zijn aanspraken op het vaste land zou laten vallen. Hij voeg de er evenwel aan toe, dat er in dat opzicht voor een verander de houding van de regering- Tsjang Kai-sjek geen enkele aanwijzing is. Waarop het zwakke parlemen taire verzet als een strovuur uitdoofde. En dus deed zich het wel niet nieuwe, maar toch wel opmerkelijke verschijnsel voor, dat zowel de anti-revolutionaire premier Biesheuvel als de ar kamerfractie een duidelijke ver kiezingsbelofte onder tafel liet glijden. In het verkiezingspro gramma kwam namelijk steun aan de "twee-China's-politiek" voor, waardoor dus, zoals in de Amerikaanse resolutie is vast- geledg, zowel Peking als For mosa ieder een zetel in de Ver enigde Naties (Algemene Ver gadering) zouden krijgen, ter wijl de permanente zetel in de Veiligheidsraad, tot u toe steeds door Formosa bezet, aan Peking zou toevallen. Er is weinig reden om deze gang van zaken toe te juichen. Jarenlang heeft Nederland schouder aan schouder met For mosa in de Ver. Naties samen gewerkt. Telken jare placht Ne derland zich van stemming te onthouden als de toekenning van de Chinese zetel aan Peking aan de orde kwam, waardoor die ze tel dus telkens weer aan For mosa ten deel viel. Maar nu zich een mogendheid aandient, die ruim vijftig maal zoveel in woners als Formosa telt en dus ook de mogelijkheid van een vijftigvoudige handelsafzet be zit, besluit de Nederlandse re gering tot stemonthou- ding? Dat had u gedacht! Den Haag laat Formosa als een baksteen vallen en blijkt niet bereid tot een, eventueel tijde lijk, tussenstandpunt. Alsof ook niet Nederland er door zijn Ja renlange politieke houding (zie boven) toe heeft bijgedragen, dat de regering op Formosa althans officieel nog altijd de illusie in stand houdt het vaste land van China nog eens te kunnen heroveren. Dat mag dan een groteske iwangvoorstelling zijn, die al lerminst met de politieke wer kelijkheid overeenkomt, maar nogmaals: twintig jaar stern- onthouding van Nederland hééft ertoe bijgedragen die zelf begoocheling in stand te hou den. Niemand zal ontkennen dat bet hier om een uiterst moei lijke en zelfs delicate zaak gaat maar anderzijds zullen weini gen durven ontkennen, dat de Nederlandse regering thans ge handeld heeft op een wijze, waarin weinig loyaliteit en rid derlijkheid valt te bespeuren. Daarbij komt de tweeslachtige houding, die Den Haag aan neemt. Gaat het over zuidelijk Afrika, dan is men bereid voor onze economie zeer waardevol le orders te laten vallen terwil- le van een politiek, waarmee thans zelfs onder zwarte staten van Afrika een loopje wordt ge nomen. Géén duikboten voor Pretoria en dus geen bijkomen de leveranties, wat de Ne derlandse industrie enige miljar den heeft gekost. Nu goed, dat is een standpunt. Weliswaar 'n standpunt, dat van weinig in zicht in Zuid-Afrika's interne verhoudingen en in de wereld strategie getuigt, maar dan toch een standpunt. Maar waarom dan zo'n schaamteloze haast met het pluimstrijken en flikflooien van Rood-China, waarvan de bevol king in strikt-dictatoriale, mili taire en imperialistische zin wordt opgevoed? De volkeren moord op Tibetanen is in Den Haag blijkbaar geen punt van overweging geweest, de bloedi ge strijd om Korea is men ook al vergeten en dat er nog steeds, ondanks zeer scherpe grenscon trole. onder de Chinezen enorme belangstelling bestaat om Mao's verrukkelijke paradijs naar Hongkong te ontvluchten wordt maar liever over het hoofd ge zien. De Chinese aanvallen op India in 1962 zijn zorgvuldig in het vergeetboek opgeborgen, evenals de expansieve pogingen van Peking om Zuidoost-Azië binnen zijn invloedssfeer te trekken en, in een poging om Europa te omsingelen, zich zelfs in Afrika te nestelen. Aan dit alles heeft Den Haag geen boodschap. Er zijn grote zaken te doen. Weg moraal, weg loya liteit. Diep buigen voor Peking is de leuze van de dag, des noods over het lijk van Formo sa heen. Het mag dan waar zijn, dat Nederland Rood-China reeds in 1950 „de jure" (rechtens, dus niet alleen „de facto", feitelijk) erkende en tegelijkertijd de erkenning van Formosa introk, maar een feit is, dat wij met Formosa nooit moeilijkheden hebben gehad. Wel echter met Peking. Men denke aan het be ruchte lassers-incident in 1966, toen een van de Chinese deelne mers aan een Delfts congres van het Internationale Instituut Tsjang Kai-sjek voor Lastechniek zwaar ge wond voor een pand aan de Haagse Prins Mauritslaan werd aangetroffen en later door een aantal Chinezen uit het Rode- Kruisziekenhuis werd ontvoerd naar het kantoor van de Chine se zaakgelastigde aan de Adriaan Goekooplaan. waar hij de volgende dag overleed. Die Chinese zaakgelastigde, Li En-tsjoe, moest toen binnen 24 uur ons land verlaten, waar op Peking antwoordde met de gijzeling van de Nederland se zaakgelastigde in Rood-China de heer G. J. Jongejans, die pas vijf maanden later naar Neder land mocht terugkeren. Later ontstonden moeilijkheden naar aanleiding van het feit, dat de tijdelijk zaakgelastigde van Pe king in Den Haag. Liao Ho-sjoe zich naar het hoofdbureau van politie spoedde en daar mede deelde zijn functie niet langer te willen vervullen. Hij vertrok kor te tijd later naar Amerika en kreeg daar asiel. Zo zijn dus de methoden van Peking: wie niet meewerkt, gaat het raam uit. En alleen een overhaaste vlucht is de eni ge kans om de vrijheid te be reiken. Tegen deze achtergrond is het standpunt inzake Formo sa van de regering Biesheuvel/ Schmelzer (laatstgenoemde als de verantwoordelijke man voor de buitenlandse politiek) héél zacht gezegd onelegant en als men wil meedogenloos. Ik ben president van de Verenigde Staten geworden op de verschrik kelijkste manier die Je je maar denken kunt: door de kogel van een moordenaar. Vrijdag 22 no vember 1963, Dallas, Texas. ,HiJ is dood," was al wat presi dent Kennedy's secretaris Kenneth O'Donnell om tien voor half twee in het Parkland ziekenhuis kon uitbrengen. Of ik er klaar voor was of niet, er waren mij nieuwe en onmetelijke plichten opgelegd. Er waren taken te vervullen waartoe slechts ik de macht had om ze te vervullen. Door Lyndon B. Johnson Om kwart over twee kwam, in het presidentiële vliegtuig Air Force One, het ogenblik waartegen ik mij zo goed mogelijk gestaald had - en waar ik tot in het diepst van mijn wezen tegenop zag. Me vouw Kennedy kwam aan boord met het lijk van de President. Lady Bird en ik gingen naar haar toef Ik had mevrouw Kennedy niet ge zien sinds we die ochtend op het vliegveld in onze auto's stapten. Ik was ontsteld van wat ik zag. Daar stond deze mooie vrouw, met haar witte handschoenen en haar roze pak en haar kousen vol met plakkaten bloed van haar man. Haar blik was verbijsterd. Niets wat men in zulke omstandigheden kan zeggen is het Juiste woord, want geen woorden kunnen ooit de pijn verzachten. Ambtseed Om tien over half drie legde ik ten overstaan van rechter Sarah Hughes, in het presidentiële vlieg tuig, mijn ambtseed af: ..Ik zweer plechtig dat ik het ambt van pre sident van de Verenigde Staten getrouw zal vervullen en dat ik naar mijn beste vermogens e Grondwet van de Verenigde Sta ten zal instandhouden, bescher men en verdedigen. Zo waarlijk helpe mij God." Rechter Hughes 6tapte uit en binnen vijf minuten waren wij in de lucht, op terug weg naar Washington. Al had ik er ruim dertig Jaar overheidsfuncties od zitten, ik wist dat ik voor velen van mijn land genoten en voor een groot deel van de wereld een onbekende grootheid was toen ik mijn ambt aanvaardde. En ook was het een extra moeilijkheid dat ik niet door de gezamenlijke wil van het volk tot het presidentschap was geko men. maar in het spoor van een tragedie. Ik had geen opdracht van de kiezers. Ik wist dat het noodzakelijk was dat ik de teugels van het gezag opnam, en wel onverwijld. Elke aarzeling of wankeling, elke mis stap, elk teken van twijfel aan mijzelf had rampzalig kunnen zijn. In mijn eerste dertig dagen als president heb ik, geloof ik, ge middeld niet meer dan vier of vijf uur slaap per nacht gehaald. President Kennedy had mij goed op de hoogte gehouden van wat er in de wereld gebeurde. Zuid-Viet- nam baarde mij werkelijk zorgen. President Kennedy geloofde in de verplichting van ons land aan de veiligheid van Zuidoost-Azië, een verplichting die vastgelegd was in de Zuidoostaziatische Verdragsor ganisatie en nog versterkt door zijn voorganger, president Eisen hower. President Kennedy had dikwijls uitgelegd waarom hij dit standpunt innam Tegen het eind van 1963 had hij omstreeks 16000 man Amerikaanse troepen naar Zuid-Vietnam gezonden om onze ZOAVO-belofte gestand te doen. Achtenveertig uur nadat ik mijn ambtseed had afgelegd, kreeg ik voor het eerst te maken met de tails van het probleem-Vietnam Ambassadeur Henry Cabot Lodge, die over was uit Saigon, bracht mij uit de eerste hand verslag uit van de recente gebeurtenissen. De minister Rusk en McNamara, on derminister George Ball, CIA-di- recteur John McCone en McGeor- ge Bundy waren er ook bij. Lodge was optimistisch, McCone had er een veel minder bemoedigende kijk op. De Vietcong-activiteit was sinds de staatsgreep van 1 november te gen Ngo Dinh Diem toegenomen. Mc Cone beschikte over inlichtin gen dat de vijand zich voorbereid de om nog veel sterker druk te gaan uitoefenen. Rusk, McNamara, McCone, Bundy Ik zei tegen Lodge en de anderen dat ik bange Voorgevoelens had. Vele mensen uitten kritiek op Djems ver wijdering en waren ontsteld dat hij vermoord was. In het Congres wer den de eisen dat wij ons uit Viet nam moesten terugtrekken luider en dringerder. Het leek me verkeerd dat we Diem onvoldoende gesteund had den. Maar dat was nu eenmaal voorbij, zei ik. We moesten ons nu concentreren op verwezenlijking van onze doelstellingen. We moes ten de nieuwe regering op de been helpen. Het beeld van Vietnam dat ik in ide eerste gespannen dagen van mijn presidentschap ontving via de hoogste regionen van onze mis sie in Saigon en van mijn voor naamste raadgevers in Washing ton, leek mij op één belangrijk punt een te hoopvolle schattir11 te geven. Het leek mij dat de moord op president Diem voor de Vietname- zen meer problemen had gescha pen dan opgelost. Ik zag niet vee) aanwijzingen dat er in Vietnam ervaren en bekwame mannen ter beschikking waren die wilden hel pen hun land te leiden. Ik maakte mij ernstige zorgen dat er in Sai gon nog ergere politiek beroeping op komst was. Naarmate ik mij de volgende we ken dieper inwerkte in de Vietna mese toestand, raakte ik ervan overtuigd dat het probleem aan zienlijk ernstiger was dan eerdere rapporten aangegeven hadden. Rusk. McNaMara, McCone, Bundy en anderen deelden mijn groeien de bezorgdheid. Begin december bleek uit rapporten dat de militai re toestand al enkele maanden slechter aan het worden was. Het lijkt me dat er met de ver slaggeving in 1963 twee dingen fout waren: sommige officiële waarnemers maakten de wens veel te veel de vader van de ged«"hte. en er werd te kritiekloos ver trouwd op Vietnamese cijfers en inlichtingen. Vele Vietnamese ambtenaren en militairen te velde rapporteerden blijkbaar als feit wat zij dachten dat hun eigen re gering graag wilde horen. En sommige van onze ambtenaren namen die rapporten op him beurt zonder verder onderzoek aan. Minister van defensie McNamara bracht op mijn verzoek van 18 tot 20 december 1963 een bezoek aan Vietnam. Op de 21 ste, nog geen maand nadat ik het president schap op mij had genomen, bracht hij mij in het Witte Huis verslag uit. Rusk, McCone en an dere raadgevers waren er ook bij. Mc Namara's oordeel was bepaald somber. „Als de huidige loop van de gebeurtenissen niet in de eerste twee of drie maanden omkeert, loopt het op z'n best uit op neu tralisatie en. waarschijnlijker, op een land onder communistisch be heer voorspellingen van december. Een groep officieren onder generaal Ngoeyen Khan verving de militai re junta die Diem verdreven had. Er kwam nog meer politieke be roering. Een half Jaar later brak de godsdienststrijd, die op de ach tergrond gedrongen was, weer los. Van toen af tot diep in 1965 scheen er vrijwel elke paar maan den een regeringswisseling te zijn. Militair bewind, burgerbestuur, weer militair bewind. Eén man aan het hoofd, een driemanschap, een raad. Generaal Khan erin, er uit, weer erin. Het leek vaak of de Zuidvietnamezen een sterke drang tot politieke zelfmoord hadden. In maart 1964 gingen Bezwaren Tegen voorstellen van de geza menlijke chefs van staven, toen en later in dat Jaar, om onmid dellijk maatregelen tegen hefc noorden te nemen, wierpen mijn voornaamste adviseurs twee be zwaren op, die ik deelde. Ten eer ste waren wij bang dat de politie ke en militaire basis in het zuiden te zwak was om sterkere vijande lijke actie uit te lokken. Ten tweede vreesden we dat een aan val op het noorden de Chinezen of de Russen of beiden erbij zou kunnen halen. De leiders in Hanoi waren in die tijd kennelijk wel verheugd over wat ze in het zuiden zagen gebeu ren. In de zomer van 1964 beslo ten zij dat de tijd rijp was om van guerrillastrijd over te stappen op een conventioneler algemeen offensief. Hun doel was duidelijk: het Zuld- vietnamese leger verpletteren, in Saigon een politieke ineenstorting veroorzaken, en de macht overne men. Hanoi schakelde de oorlog naar een hogere versnelling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 9