W anneer eindigt
de woningnood?
Jaarverslag OM
geeft inzicht in
opsporingsbeleid
"LOONEISEN COMPENSATIE VOOR
'N VERMINDERDE LEEFBAARHEID"
«De 'schrik' voor het jaar 2000 zit er in
IrWF. Schut: "Voorspellen
moet je niet meer doen
ZATERDAG 16 OKTOBER 1971
LECDSCB DAGBLAD
DEN HAAG Twee jaar geleden voorspelde ir. W. F. Schut het einde van de wo-
v«ningnood in 1974. De heer Schut was toen minister van Volkshuisvesting. Hij heeft een
grote hand gehad in de totstandkoming van de tweemiljoenste woning, die zijn opvolger
Udink deze week opende. Schut zegt nu: .Voorspellingen moet je niet meer doen".
ide Dver zyn voorspelling zijn veel mis
verstanden ontstaan, meent de ex-
Roister. Hij had bedoeld te zeggen,
di, Jat iedereen in 1974 een dak boven
ljn hoodf zou hebben. Over de
:waliteit van dat da.k wilde hij zich
•by niet uitlaten. Hy zegt: „De
Woningnood schuift op met de wel-
aart- De mensen gaan steeds hoge-
eisen stellen.
Een vernietigend oordeel over
t na de oorlog gevoerde bouwbe-
tid komt van de Delftse wethouder
Volkshuisvesting L. M. A. Wee-
Gevraagd naar een voorspelling
ver het einde van de woningnood,
in fgt hij„By dit bouwbeleid zie ik
oplossing. Na 25 jaar gemeen-
traad ben ik daar van overtuigd
eraakt".
free Jaar geleden legde Weeber
net vier andere KVP-wethouders
ijn grieven op tafel. Het heeft niet
logen baten. Zijn conclusie: „De
oningbouw heeft zijn sociale ka-
ikter verloren, want er is onvol-
oende effect voor de laagstbetaal-
en de krotbewoners. Ik zie lie-
vijfduizend woningen minder
Ipbouwd. en dan 25000 woningen
r gesubsidieerd die dan betaal-
zijn".
Goedkope
ljn huidige politieke leidsman, het
Iweede Kamerlid Andriessen ziet
het
„Het
voltooide miljoen
woningen was het miljoen van de
kwaliteit. Het komende miljoen
moet in verhouding goedkoper zijn.
Je zou de prijsstijgingen wat kun
nen intomen door minder types te
bouwen. Dat kan heel goed zonder
dat de variëteit er onder leidt". An
driessen verwacht dat de woning
nood „niet voor 1980 is opgelost" en
schat dat met het volgende miljoen
woningen zeven acht Jaar ge
moeid zal zijn.
Ir. A. van Randen van het archi
tectenbureau „Van Tijen, Boom,
Posno, Van Randen" zegt dat de
bewoner tot nu toe te veel buiten
spel staat. „De mensen moeten zich
met him eigen woning kunnen in-
denttficeren", en dat kan volgens
hem door met inbouwpakketten te
werken, waarmee de bewoner als
het ware zelf zijn woning afmaakt.
Hij ziet daarin grote voordelen
„Een enorme verhoging van de
bouwsnelheid" en een bestrijding
van „de schrikbarend stijgende
bouwkosten, de afgelopen twee Jaar
alleen al 27 procent".
De dragers van het huis (populair
gezegd het karkas) zouden indus
trieel moeten worden geproduceerd,
zegt deze architect „maar voor het
overige ben ik een groot tegenstan
der van standaardwoninkjes. Ir.
Van Randen heeft er „geen idee"
van of de woningnood ooit opgelost
-«al worden.
„Woningnood is voor ons volk fu
nester dan kanker", zei professor
dr. N. SpeiJer (sociale psychiatrie)
al meer dan eens. Zijn commentaar
op de tweemiljoenste: „Dat getal
zegt op zich zelf niets. Ik ben er
van overtuigd dat men de gevolgen
van de woningnood nog onvoldoen
de onderkent. Waar ik kwaad over
kan worden is het spreken over los
se cijfers, zonder dat men een com
pleet inzicht heeft over wat precies
nodig is, hoe de nood werkelijk
ligt". De hoogleraar zegt „uiterst
pessimistisch" te zijn over een op
lossing van de woningnood. „Ik zie
het einde niet als men het woon
probleem niet in alle opzichten
voorop stelt".
Koppen bij elkaar
De huisarts C. F. M. Klooster ver
tegenwoordigt de Haagse doktoren
Ln het Werkverband Huisvestings
nood. „Dat getal van tweemiljoen
klinkt leuk maar we moeten er een
ander getal naast denken". Dokter
Klooster verwacht alleen een oplos
sing als alle bétrokkenen de koppen
b'j elkaar steken.
Terloops merkt hij op dat „niet ie
dereen zich tot het uiterste inspant
als het er om gaat huizen klaar te
krijgen. Ook wil hij de woningbouw
uit de politieke sfeer halen. „De ene
partij biedt 130.000 woningen, de
andere 140.000, dat is toch geen me
thode.
De voorzitter van de federatie
woningbouwverenigingen in Rotter
dam P. Th. Biersma vindt woning
verbetering op grote schaal min
stens zo belangrijk als het bouwen
van nieuwe woningen. Ook moet de
administratieve molen sneller gaan
draaien, zegt hij. „Het gaat nu zo
langzaam dat je er ziek van wordt".
Ook de heer Biersma durft zich
niet te wagen aan een voorspelling
over het einde van de woningnood.
„Te gevaarlijk', zegt het Eerste Ka-
Ir. W. F. Schut
merlid ir. Good en als hem
voorspelling wordt gevraagd. Hij is
directeur van een bouwbedrijf. „Af
gemeten naar de mogelijkheden is
er niet een grote kans meer te bou
wen dan nu het geval is", zegt hij
somber. „Industrialisatie in de
bouwsector" lykt hem de voornaam
ste voorwaarde om het volgende
miljoen woningen zo snel mogelijk
gebouwd te krijgen.
Prof. dr. A. Heenje: "De zaak loopt vast'
OTTERDAM
van de krachtigste motoren
nze nationale economie, hPt
otterdamse Rijnmondgebied, is
ervuild. Minister Stuyt wil als
ief-monteur de motor schoner ma-
i vervolgens bij iedere nieuwe
estiging of uitbreiding eisen dat de
idustrie eerst aan milieuhygiëni-
:he voorwaarden voldoet, voordat
e overheid haar fiat geeft.
Maar een man als prof. dr. A
leertje, hoogleraar economie aan
Universiteit van Amsterdam, zou
'el eens heel concreet willen weten
rat er tegen een regeringsbeleid is,
flat heel rigoureus zegt: „In de
tijnmond van nu af aan geen en-
industrievestiging meer. Uit,
fgelopen. Zelfs geen schone indu-
)oor
an Ottens
smog in Rijnmond is op prof.
leertje afgekomen als een voor
beeld van hoe weinig er in de poli-
lek op langere termijn wordt ge-
lacht, hoe weinig er een structuur
beleid wordt gevoerd. Hij zegt: „We
sten de ontwikkelingen telkens vol
lens een bepaalde lijn verlopen,
totdat we vast zitten. Terwijl er
aarvóór nog speelruimte was, toen
onden we nog eens keus maken,
laar steeds laten we die gelegen-
orbij gaan".
Geen speelruimte
'aar de mening van prof. Heertje
er in de Rijnmond geen speel-
teer. Letterlijk. „In de eco-
ilsche theorie zijn er drie pro-
liefactoren. Kapitaal, arbeid en
'ond en die offeren we op voor de
luktie. Maar met name rond
;terdam is de grond schaars ge-
irden en daar klemt sterker dan
Prof. dr. A. Heertje
ergens anders het gegeven dat vrije
natuur ook een consumptie is. Dat
is het natuurlijk al veel langer,
maar het is wel altijd over het
hoofd gezien".
Met vrye natuur bedoelt prof.
Heertje niet alleen maar natuurge
bieden, maar het hele milieu,
schoon water, zuivere lucht, recrea
tiemogelijkheden, leefbaarheid.
Schone en betrekkelijk schone in
dustrieën moeten toch ook de ruim
te hebben. Daar kan dan geen re
creatie'meer worden beoefend, maar
is men nèt toch van mening dat
industrialisatie nodig is ter wille
van de economische groei?
Prof. Heertje: „Economische groei
wordt meestal oogevat in de zin
van groei van de produktie per
hoofd van de bevolking. De gedach
te is dat die groei moet worden ge
stimuleerd en nu is er het grote
misverstand dat dit het einddoel
van de economie is, het gaat dan
uitsluitend om het financiële aspect,
om het rendement, om het winst
streven. Terwijl het in de economie
uiteindelijk gaat om de welvaart".
Misverstand
Welvaart, het tweede misverstand.
Prof. Heertje: „Het wordt vaak op
gevat als een woord met uitsluitend
materiële betekenis, meer inkomen
waarvoor je meer produkten kunt
kopen. Maar welvaart hangt ook
samen met de offers die je ervoor
moet brengen. De arbeid die je er
voor moet verrichten en ook de na
tuur die je ervoor opoffert. Dat
laatste is in de economie altijd ver
waarloosd. Het was een stilzwijgend
offer. Maar nu kan ik me voorstel
len dat de welvaart ook gediend
kan zijn met het niet-produceren,
met het niet beslag leggen op
schaarse grond, met het niet opof
feren van het milieu".
Niet-produceren, werkloosheid. En
dat terwijl volledige werkgelegen
heid toch één van de centrale doel
stellingen van de economie is?
Prof. Heertje: „In een situatie als
de Rijnmond zouden we ter wille
van de leefbaarheid enige werkloos
heid kunnen aanvaarden. Ik vind
dat Thomassen nu eens moet op
houden met altijd op die werkgele
genheid te hameren. De arbeids
markt is er zo overspannen dat wij
buitenlandse werknemers nodig heb
ben om de zaak draaiende te hou
den". Volgens prof. Heertje mag in
het Rijnmondgebied nu alleen nog
maar het belang van de leefbaar-
Persoonlijk leed
„Daar moet Je op dit ogenblik nog
wel iets sterker naar de werkgele
genheid kijken, de werkloosheid
geeft er gewoon veel persoonlijk
leed. De mensen daar hebben geen
boodschap aan al die verhalen over
luchtvervuiling. Economie, als het
bevredigen van behoeften, materiële
en immateriële, blijft een keuze
vraagstuk ook in het noorden- in
dustrievestiging met werkgelegen
heid voor 10.000 mensen of ook
daar een stuk milieu bewaren. Dat
is in ons dichtbevolkte land overal
een heel ernstige zaak geworden; ik
geef toe, dat je daar ook in het
noorden niet zo gemakkelijk over
heen mag lopen".
Afremming van de industriële groei
ln Nederland zou dezelfde groei in
de buurlanden kunnen bevorderen
dat is toch voor velen een on
aanvaardbare zaak?
Prof. Heertje: „Nogmaals, we moe
ben bereid zün offers te brengen.
Ook in de groei van het reële inko
men, dat tot uitdrukking komt in
de produkten die we kunnen kopen.
In de andere landen groeit dat in
komen dan misschien sterker, maar
ja die hebben dan ook al die ande
re nadelen. Het is maar de vraag,
wie het gelukkigst is".
Nieuwe rol
Welvaartseisen worden in de eerste
plaats vertaald door de vakbonden,
maar het zijn nu. mede naar aan
leiding van Rijnmond, niet alleen
materiële eisen meer; prof. Heertje
ziet heel duidelijk een nieuwe
„Meehelpen aan een permanente
loon- en inkomensmatiging, een
fer dat voor iedereen duidelijk
zichtbaar dienstbaar moet worden
gemaakt aan het milieubeheer, dus
niet aan de winst en de aandeel
houders. Ik zie de looneisen van de
laatste jaren juist als een uiting
onbehagen voor de sfeer waarin
moest werken en wonen,
compensatie voor de verminder
de leefbaarheid.
Prof. Heertje vindt dat de overheid
veel meer voorop moet lopen bij het
organiseren van de beslissingen,
niet alleen inspraak moet gi
de actiegroepen die daar
vragen, maar ook de anderen dui
delijk voor de keus moet stellen
„Want de prijsvorming vooral bij
deze fundamentele problemen ont
wikkelt zich voor een groot gedeelte
buiten het vraag- en antwoordspel.
Dat realiseert men zich ten enen
male onvoldoende. Ik kan me ei
genlijk niet voorstellen dat de men
sen niet zien, dat je op deze manier
over een paar jaar helemaal vast
loopt".
En dat vastlopen moeten we ons
volgens prof. Heertje zó voorstellen:
„Dat de mensen wel een hele hoop
apparaten, auto's en noem maar op
hebben, maar dat ze eigenlijk geen
leven meer hebben. Dat de mensen
's morgens naar hun werk gaan en
heel lang nodig hebben om een be-
trekkelyk korte afstand af te leg
gen, dat ze 's avonds op dezelfde
manier naar huis terug moeten, dat
ze allemaal in hun directe omgeving
met stank, lawaai en waterveront
reiniging worden geconfronteerd,
dat ze in het weekend van al deze
dingen bij willen komen, maar zich
daartoe alleen maar ln lange ver-
keersfiles kunnen storten. Dat ze
daarom blijVen vragen om meer loon
en meer vakantie, die niet uit de
produktiviteitsverhoging kan komen,
zodat de inflatie alsmaar wordt
versterkt en de nu al byna bank
roete overheid al helemaal geen
middelen meer kan vinden om de
vervuiling te bestrijden.
Van onze Juridische medewerkster
Dit Jaar is voor het eerst het Jaar
verslag van het Openbaar Ministerie
(O.M. aan de openbaarheid prijsge
geven. Het is als bijlage opgenomen
bij de begroting van het Departe
ment van Justitie. Hierdoor wordt
het mogelijk enig inzicht te krijgen
ln het beleid van het O.M. Het
heeft als taak het bestrijden vaD
criminaliteit. Vreemd genoeg: want
hoe harder het werkt, hoe meer cri
minaliteit er „ontdekt" wordt en
dat betekent in statistieken ge
meten een stijging van de crimi
naliteit.
De ontdekte criminaliteit, of
zoals dat officieel heet de straf
bare feiten die ter kennis van de
politie zijn gekomen, vormen maar
een fractie van de werkelijke crimi
naliteit. Met deze ontmoedigende
wetenschap voor ogen, moet het
O.M. een beleid bepalen. Het mag
Immers zelf aangeven welke straf
bare feiten het wenst op te sporen
te vervolgen. Het is daartoe niet
verplicht. In de hantering van dit
zogenaamde opportuniteits-beginsel
vervult het OM. een belangrijke
bestuurstaak.
Verantwoording
Natuurlijk is de minister tenslotte
verantwoordelijk. Maar het is de
vergadering van procureurs-gene
raal, het hoogste gezag binnen het
O.M., die op een gegeven moment
bepaalt of de overtreders van de
volkstellingenwet vervolgd zullen
worden of niet. Het is dit zelfde
college dat bepaalt of strafrechtelijk
opgetreden moet worden tegen bij
voorbeeld de Maagdenhuisbezetters.
Het jaarverslag stelt daarover fier
dat vervolging moest plaatsvinden
om de waarde van de democratische
rechtsorde te beschermen. Het doel
heiligde ook in 1970 de middelen
niet.
Verwarring van doel en middel is
overigens een euvel waar ook het
O.M. aan lijdt. Het jaarverslag
spreekt wel van „uitgangspunten"
voor het beleid maar een duidelijke
formulering van doelstellingen ont
breekt. Wel wordt bewust gezocht
naar coördinatie van het beleid en
een zekere landelijke gelijktrekking
door middel van „richtlijnen". Ook
worden per arrondissement bijvoor
beeld speciale officieren van Justitie
belast met vervolgingen op grond
van de opiumwet. Zo zijn er ook
„vuurwapen-officieren" van de sec
tor vuurwapenwet ingesteld.
Verschuiving
Naast dit vereffenen van de ver
schillen per arrondissement geeft
het jaarverslag een fundamentele
verschuiving in het beleid aan. De
vraag is niet meer „waarom niet
vervolgen?" maar veeleer „waarom
wel vervolgen?" De vervolging moet
gemotiveerd worden, en wordt dus
van regel uitzondering.
Deze veranderde opvatting is ten
dele te verklaren uit resultaten van
gedragswetenschappelijk onderzoek.
Vervolging bleek een betrekkelyk
zinloze en kostbare weg.
Ook het jaarverslag stelt dat over
het algemeen de verdachte in een
vroeg stadium beter te benaderen
dus te beïnvloeden is dan later
bij de terechtzitting. Bovendien.
,Het als verdachte betrokken wor
den bij een politie-onderzoek heeft
in sommige gevallen reeds een vol
doende corrigerend effect". Een
zinsnede die menig advocaat doet
watertanden.
Een andere verklaring van dit ver
anderde uitgangspunt moet gezocht
worden in de overvloed van strafza
ken. Jaarlijks komen er meer dan
1/4 miljoen misdrijven ter kennis
van de politie. De overtredingen
zijn weer een veelvoud hiervan. Van
deze misdrijven wordt ongeveer 40
pet. opgehelderd. Is de dader be
kend dan wordt de zaak ingeschre
ven aan het parket van de officier
van Justitie. De helft van deze za
ken dit zijn er ruim 100.000
wordt door het OM. zelf afgedaan.
De rest komt voor de rechter.
volgen. Waar de wet dit toelaat kan
het O.M. bovendien de strafzaak
door transactie afdoen.
In de hantering van dit opportuni
teitsbeginsel heeft het O.M. dus een
belangrijk bestuursmiddel.
Zij heeft niet alleen een zekere
vrijheid om te bepalen welke straf
zaken zij zelf af zal doen. zonder
tussenkomst van de rechter. Nog
belangrijker is op welke vorm van
criminaliteit zij haar opsporingsac
tiviteiten zal richten. De capaciteit
van de zogenaamde 6taande magi
stratuur met als verlengstuk de po
litie. is maar beperkt. Van verschil
lende zijde wordt al bepleit de poli
tie van haar verkeerstaak te ontlas
ten.
Opvallend
Maar dan nog: beziet men de sta
tistieken. dan wordt het Justiteel
apparaat daarnaast voornamelijk in
beslag genomen door vermogenscri
minaliteit, dus de traditionele „dief
stal". Het aantal opsporingen en
vervolgingen op grond van „de wet
economische delecten" blijft echter
opvallend klein.
Er is de laatste Jaren een groot
aantal wetten gekomen die het ter
rein van de zogenaamde „witte
Seponeren
Als het O.M. zelf zaken afdoet dan
kan dit door de zaak te seponeren,
d.w.z. de zaak niet verder te vervol
gen. Het O.M. kan hiertoe overgaan
na een zogenaamd „parker-standje",
ook kan het OM. aan het sepone
ren voorwaarden verbinden, zoals
b.v. het contact opnemen met een
consultatiebureau voor alcoholisme,
Worden de voorwaarden niet nage
leefd dan kan het O.M. alsnog ver
Maagdenhuisbezetters
vervolgen of niet
boorden misdaad" bestrijken. Eco
nomische wetten of wetten die het
terein van de volksgezondheid ra
ken. Deze bevatten allerlei voor
schriften gericht op de bescherming
het leefmilieu. Ook in provin
ciale en gemeentelijke verordenin
gen vindt men deze bepalingen. Op
niet naleving staan sancties.
De activiteiten van het O.M. in
deze sector zijn echter te verwaar
lozen. Zo miniem, dat zij statistisch
niet eens interessant zijn. Het is
opmerkelijk dat het jaarverslag
geen woord wijdt aan deze „verge
ten" sector. Wel wordt er gewag ge
maakt van „een hernieuwde visie".
Daarin zou toch op zijn minst pas
sen een evaluatie van taak en func
tie van het O.M. op het terrein van
het milieu beheer.
Constant
De stijging van het aantal geregi
streerde misdrijven is vooral te wij
ten aan een toename van de ver-
keersmisdrijven „doorrijden na on
geval" en „Joy-riding" Dit laatste
delict is qua mentaliteit nauw ver
want aan de vermogensdelicten, die
ook een sterke toename vertonen.
De geweldscriminaliteit blijft over
de Jaren betrekkelijk constant. Wel
is „nieuw" de gewapende bank
overval.
De economische schade van alle
bankovervallen in Nederland zou
overigens nog geen 1 pet van de
omzetten bedragen. Een gegeven dat
overigens niet in het Jaarverslag te
vinden is maar ontleend is aan een
rede van dr. J. A. van Belkum (ad
viseur voor de psychopathen verple
ging). Het percentage opgehelderde
misdrijven is in de geweldssector
groot. 90 pet. tegenover vermogens
delicten 30 pet.
In dit licht bezien verliest de kreet
„de criminaliteit neemt hand over
hand toe" veel van haar beangsti
gende lading. De statistieken verto
nen een stijging van de geregi
streerde vermogensdelicten en ver-
keersmisdrijven. Een verklaring ligt
in onze gemotoriseerde welvaarts
staat voor de hand. De veel belang
rijker sector „welzijnscrtminalitelt"
is nog niet boven (het vervuilde)
water gekomen. Deze moderne ver
schijningsvorm van misdadig gedrag
zou de aandacht van het O.M. niet
mogen ontgaan.
«F
orige week vond ik in een krant,
het Utrechts Nieuwsblad, een vraag
beantwoord De vraag wanneer
dook het wachtwoord luchtveront-
•ec reiniging voor net eerst in de
krant op. Het Utrechts Nieuws
blad kwam tot 1960. Een gerust
stellend berichtje van het KNMI
d&t „Smogvorming" nooit - echt
er staat nooit - in ons land zou
ïoor komen.
:ét iPr.oi Brands heeft er ook op ge-
*0?en dat in het werk van een zo
•igentyds historicus als de in 1963
gestorven Jan Romein, geen woord
te vinden is over milieuproblema
tiek en de uitwassen van de tech
nologie.
Ruim tien jaar later verschijnen er
sombere rapporten, uitgekiend door
wetenschappeiyke mensen van
naam, die praktisch het einde van
de wereld aankondigen. Die voor
spellen met een grote hoeveelheid
onaandoenliike gegevens dat d«
wereld een ramp wacht van onge
kende omvang, door overbevolking
en milieuverontreiniging, en uit
putting van de grondstoffen
Het is een wrange coïncidentie dat
by die sombere toekomstverwach
tingen het jaar 2000 centraal staat.
Want duizend jaar geleden waren
de mensen in de christehjke Euro
pese landen ook zo bang voor het
einde van de wereld. Want staai
er niet geschreven dat er een
Duizendjarig ryk zou komen, en
liep dat ryk nu niet teneinde. De
voorspellingen gebaseerd op theo
logische uitleg werden niet ver we -
zeniykt, maar ruwweg tussen 970
en 1030 hebben de vermanende
woorden aan de mensen om zich
voor te bereiden op het naderende
einde geklonken.
Ik weet dat je als student in de ge
schiedenis met een frons van ver
bazing kennis nam van die schrik.
Maar nu weten we o zo veel meer
en we weten ook dat we nu echt
zelf op weg zün naar een verstik
king van ons leven. En vanuit di9
kennis moeten we dan toch een
andere maatsohappy gaan opbou
wen. Want wat stormachtige po
gingen van jonge revolutionairen
niet hebben bereikt, zal nu echt
gaan gebeuren: we gaan de maat-
schappy hervormen.
Want onderschat het niet. Een
man als minister Stuyt, tot voor
enkele maanden een tameiyk on
bekende Haagse medische specia
list, zegt nu toch maar dat be
paalde fabrieken zullen dicht gaan
als zy de normen van de wetgeving
voor het milieu overschrijden. Nie
mand spreekt hem tegen. Welzyn
gaat voor welvaart: een kreet die
de politicus Van Mierlo anderhalf
jaar geleden voor het eerst in een
verkiezingsstryd gebruikte.
Vorige week ook heeft drs. J. J. God
schalk in een artikel in Handels-
blad-NRC geanalyseerd wat die
kreet „welzyn voor welvaart" be
helsde. Hy waarschuwde niet al
leen dat dat geld gaat kosten. Dat
wisten we al: schone auto's, schone
fabrieken dat gaat niet automa
tisch. Maar Godschalk waarschuwt
ook dat het by voorbeeld betekent
verlies van werkgelegenheid. En
zo'n argument mag niet worden
onderschat in een maatschappij
die Jaren gelooft dat het eigenlijk-
niet opkan.
De politici beseffen wel dat er een
eind aan de welvaart kan zyn Wat
dat betreft mag niet onvermeld
biyven dat de leider van de socia
listische oppositie drs. Den Uyl
deze week heeft gezegd dat groei
van economie en welvaart geen wel
van Meden en Perzen is. Dat is
eigeniyk een opmerkelijk geluid
van een politicus die tot nu toe
meer bekend stond als de man van
de rechtvaardige verdeling van de
welvaart.
De diagnose is aanwezig: in de wel
vaart kunnen we stikken. Maar do
mens heeft heel vaak kans gezien
zich aan te passen aan verande
rende omstandigheden. Dat kan
ook nu. Niet meer vanuit een
mentaliteit van :het zal wel los
lopen. We zullen offers moeten
brengen. Een van die offers is een
bewuste afbraak van de welvaart.
JRS.