W anneer eindigt de woningnood? Jaarverslag OM geeft inzicht in opsporingsbeleid "LOONEISEN COMPENSATIE VOOR 'N VERMINDERDE LEEFBAARHEID" «De 'schrik' voor het jaar 2000 zit er in IrWF. Schut: "Voorspellen moet je niet meer doen ZATERDAG 16 OKTOBER 1971 LECDSCB DAGBLAD DEN HAAG Twee jaar geleden voorspelde ir. W. F. Schut het einde van de wo- v«ningnood in 1974. De heer Schut was toen minister van Volkshuisvesting. Hij heeft een grote hand gehad in de totstandkoming van de tweemiljoenste woning, die zijn opvolger Udink deze week opende. Schut zegt nu: .Voorspellingen moet je niet meer doen". ide Dver zyn voorspelling zijn veel mis verstanden ontstaan, meent de ex- Roister. Hij had bedoeld te zeggen, di, Jat iedereen in 1974 een dak boven ljn hoodf zou hebben. Over de :waliteit van dat da.k wilde hij zich •by niet uitlaten. Hy zegt: „De Woningnood schuift op met de wel- aart- De mensen gaan steeds hoge- eisen stellen. Een vernietigend oordeel over t na de oorlog gevoerde bouwbe- tid komt van de Delftse wethouder Volkshuisvesting L. M. A. Wee- Gevraagd naar een voorspelling ver het einde van de woningnood, in fgt hij„By dit bouwbeleid zie ik oplossing. Na 25 jaar gemeen- traad ben ik daar van overtuigd eraakt". free Jaar geleden legde Weeber net vier andere KVP-wethouders ijn grieven op tafel. Het heeft niet logen baten. Zijn conclusie: „De oningbouw heeft zijn sociale ka- ikter verloren, want er is onvol- oende effect voor de laagstbetaal- en de krotbewoners. Ik zie lie- vijfduizend woningen minder Ipbouwd. en dan 25000 woningen r gesubsidieerd die dan betaal- zijn". Goedkope ljn huidige politieke leidsman, het Iweede Kamerlid Andriessen ziet het „Het voltooide miljoen woningen was het miljoen van de kwaliteit. Het komende miljoen moet in verhouding goedkoper zijn. Je zou de prijsstijgingen wat kun nen intomen door minder types te bouwen. Dat kan heel goed zonder dat de variëteit er onder leidt". An driessen verwacht dat de woning nood „niet voor 1980 is opgelost" en schat dat met het volgende miljoen woningen zeven acht Jaar ge moeid zal zijn. Ir. A. van Randen van het archi tectenbureau „Van Tijen, Boom, Posno, Van Randen" zegt dat de bewoner tot nu toe te veel buiten spel staat. „De mensen moeten zich met him eigen woning kunnen in- denttficeren", en dat kan volgens hem door met inbouwpakketten te werken, waarmee de bewoner als het ware zelf zijn woning afmaakt. Hij ziet daarin grote voordelen „Een enorme verhoging van de bouwsnelheid" en een bestrijding van „de schrikbarend stijgende bouwkosten, de afgelopen twee Jaar alleen al 27 procent". De dragers van het huis (populair gezegd het karkas) zouden indus trieel moeten worden geproduceerd, zegt deze architect „maar voor het overige ben ik een groot tegenstan der van standaardwoninkjes. Ir. Van Randen heeft er „geen idee" van of de woningnood ooit opgelost -«al worden. „Woningnood is voor ons volk fu nester dan kanker", zei professor dr. N. SpeiJer (sociale psychiatrie) al meer dan eens. Zijn commentaar op de tweemiljoenste: „Dat getal zegt op zich zelf niets. Ik ben er van overtuigd dat men de gevolgen van de woningnood nog onvoldoen de onderkent. Waar ik kwaad over kan worden is het spreken over los se cijfers, zonder dat men een com pleet inzicht heeft over wat precies nodig is, hoe de nood werkelijk ligt". De hoogleraar zegt „uiterst pessimistisch" te zijn over een op lossing van de woningnood. „Ik zie het einde niet als men het woon probleem niet in alle opzichten voorop stelt". Koppen bij elkaar De huisarts C. F. M. Klooster ver tegenwoordigt de Haagse doktoren Ln het Werkverband Huisvestings nood. „Dat getal van tweemiljoen klinkt leuk maar we moeten er een ander getal naast denken". Dokter Klooster verwacht alleen een oplos sing als alle bétrokkenen de koppen b'j elkaar steken. Terloops merkt hij op dat „niet ie dereen zich tot het uiterste inspant als het er om gaat huizen klaar te krijgen. Ook wil hij de woningbouw uit de politieke sfeer halen. „De ene partij biedt 130.000 woningen, de andere 140.000, dat is toch geen me thode. De voorzitter van de federatie woningbouwverenigingen in Rotter dam P. Th. Biersma vindt woning verbetering op grote schaal min stens zo belangrijk als het bouwen van nieuwe woningen. Ook moet de administratieve molen sneller gaan draaien, zegt hij. „Het gaat nu zo langzaam dat je er ziek van wordt". Ook de heer Biersma durft zich niet te wagen aan een voorspelling over het einde van de woningnood. „Te gevaarlijk', zegt het Eerste Ka- Ir. W. F. Schut merlid ir. Good en als hem voorspelling wordt gevraagd. Hij is directeur van een bouwbedrijf. „Af gemeten naar de mogelijkheden is er niet een grote kans meer te bou wen dan nu het geval is", zegt hij somber. „Industrialisatie in de bouwsector" lykt hem de voornaam ste voorwaarde om het volgende miljoen woningen zo snel mogelijk gebouwd te krijgen. Prof. dr. A. Heenje: "De zaak loopt vast' OTTERDAM van de krachtigste motoren nze nationale economie, hPt otterdamse Rijnmondgebied, is ervuild. Minister Stuyt wil als ief-monteur de motor schoner ma- i vervolgens bij iedere nieuwe estiging of uitbreiding eisen dat de idustrie eerst aan milieuhygiëni- :he voorwaarden voldoet, voordat e overheid haar fiat geeft. Maar een man als prof. dr. A leertje, hoogleraar economie aan Universiteit van Amsterdam, zou 'el eens heel concreet willen weten rat er tegen een regeringsbeleid is, flat heel rigoureus zegt: „In de tijnmond van nu af aan geen en- industrievestiging meer. Uit, fgelopen. Zelfs geen schone indu- )oor an Ottens smog in Rijnmond is op prof. leertje afgekomen als een voor beeld van hoe weinig er in de poli- lek op langere termijn wordt ge- lacht, hoe weinig er een structuur beleid wordt gevoerd. Hij zegt: „We sten de ontwikkelingen telkens vol lens een bepaalde lijn verlopen, totdat we vast zitten. Terwijl er aarvóór nog speelruimte was, toen onden we nog eens keus maken, laar steeds laten we die gelegen- orbij gaan". Geen speelruimte 'aar de mening van prof. Heertje er in de Rijnmond geen speel- teer. Letterlijk. „In de eco- ilsche theorie zijn er drie pro- liefactoren. Kapitaal, arbeid en 'ond en die offeren we op voor de luktie. Maar met name rond ;terdam is de grond schaars ge- irden en daar klemt sterker dan Prof. dr. A. Heertje ergens anders het gegeven dat vrije natuur ook een consumptie is. Dat is het natuurlijk al veel langer, maar het is wel altijd over het hoofd gezien". Met vrye natuur bedoelt prof. Heertje niet alleen maar natuurge bieden, maar het hele milieu, schoon water, zuivere lucht, recrea tiemogelijkheden, leefbaarheid. Schone en betrekkelijk schone in dustrieën moeten toch ook de ruim te hebben. Daar kan dan geen re creatie'meer worden beoefend, maar is men nèt toch van mening dat industrialisatie nodig is ter wille van de economische groei? Prof. Heertje: „Economische groei wordt meestal oogevat in de zin van groei van de produktie per hoofd van de bevolking. De gedach te is dat die groei moet worden ge stimuleerd en nu is er het grote misverstand dat dit het einddoel van de economie is, het gaat dan uitsluitend om het financiële aspect, om het rendement, om het winst streven. Terwijl het in de economie uiteindelijk gaat om de welvaart". Misverstand Welvaart, het tweede misverstand. Prof. Heertje: „Het wordt vaak op gevat als een woord met uitsluitend materiële betekenis, meer inkomen waarvoor je meer produkten kunt kopen. Maar welvaart hangt ook samen met de offers die je ervoor moet brengen. De arbeid die je er voor moet verrichten en ook de na tuur die je ervoor opoffert. Dat laatste is in de economie altijd ver waarloosd. Het was een stilzwijgend offer. Maar nu kan ik me voorstel len dat de welvaart ook gediend kan zijn met het niet-produceren, met het niet beslag leggen op schaarse grond, met het niet opof feren van het milieu". Niet-produceren, werkloosheid. En dat terwijl volledige werkgelegen heid toch één van de centrale doel stellingen van de economie is? Prof. Heertje: „In een situatie als de Rijnmond zouden we ter wille van de leefbaarheid enige werkloos heid kunnen aanvaarden. Ik vind dat Thomassen nu eens moet op houden met altijd op die werkgele genheid te hameren. De arbeids markt is er zo overspannen dat wij buitenlandse werknemers nodig heb ben om de zaak draaiende te hou den". Volgens prof. Heertje mag in het Rijnmondgebied nu alleen nog maar het belang van de leefbaar- Persoonlijk leed „Daar moet Je op dit ogenblik nog wel iets sterker naar de werkgele genheid kijken, de werkloosheid geeft er gewoon veel persoonlijk leed. De mensen daar hebben geen boodschap aan al die verhalen over luchtvervuiling. Economie, als het bevredigen van behoeften, materiële en immateriële, blijft een keuze vraagstuk ook in het noorden- in dustrievestiging met werkgelegen heid voor 10.000 mensen of ook daar een stuk milieu bewaren. Dat is in ons dichtbevolkte land overal een heel ernstige zaak geworden; ik geef toe, dat je daar ook in het noorden niet zo gemakkelijk over heen mag lopen". Afremming van de industriële groei ln Nederland zou dezelfde groei in de buurlanden kunnen bevorderen dat is toch voor velen een on aanvaardbare zaak? Prof. Heertje: „Nogmaals, we moe ben bereid zün offers te brengen. Ook in de groei van het reële inko men, dat tot uitdrukking komt in de produkten die we kunnen kopen. In de andere landen groeit dat in komen dan misschien sterker, maar ja die hebben dan ook al die ande re nadelen. Het is maar de vraag, wie het gelukkigst is". Nieuwe rol Welvaartseisen worden in de eerste plaats vertaald door de vakbonden, maar het zijn nu. mede naar aan leiding van Rijnmond, niet alleen materiële eisen meer; prof. Heertje ziet heel duidelijk een nieuwe „Meehelpen aan een permanente loon- en inkomensmatiging, een fer dat voor iedereen duidelijk zichtbaar dienstbaar moet worden gemaakt aan het milieubeheer, dus niet aan de winst en de aandeel houders. Ik zie de looneisen van de laatste jaren juist als een uiting onbehagen voor de sfeer waarin moest werken en wonen, compensatie voor de verminder de leefbaarheid. Prof. Heertje vindt dat de overheid veel meer voorop moet lopen bij het organiseren van de beslissingen, niet alleen inspraak moet gi de actiegroepen die daar vragen, maar ook de anderen dui delijk voor de keus moet stellen „Want de prijsvorming vooral bij deze fundamentele problemen ont wikkelt zich voor een groot gedeelte buiten het vraag- en antwoordspel. Dat realiseert men zich ten enen male onvoldoende. Ik kan me ei genlijk niet voorstellen dat de men sen niet zien, dat je op deze manier over een paar jaar helemaal vast loopt". En dat vastlopen moeten we ons volgens prof. Heertje zó voorstellen: „Dat de mensen wel een hele hoop apparaten, auto's en noem maar op hebben, maar dat ze eigenlijk geen leven meer hebben. Dat de mensen 's morgens naar hun werk gaan en heel lang nodig hebben om een be- trekkelyk korte afstand af te leg gen, dat ze 's avonds op dezelfde manier naar huis terug moeten, dat ze allemaal in hun directe omgeving met stank, lawaai en waterveront reiniging worden geconfronteerd, dat ze in het weekend van al deze dingen bij willen komen, maar zich daartoe alleen maar ln lange ver- keersfiles kunnen storten. Dat ze daarom blijVen vragen om meer loon en meer vakantie, die niet uit de produktiviteitsverhoging kan komen, zodat de inflatie alsmaar wordt versterkt en de nu al byna bank roete overheid al helemaal geen middelen meer kan vinden om de vervuiling te bestrijden. Van onze Juridische medewerkster Dit Jaar is voor het eerst het Jaar verslag van het Openbaar Ministerie (O.M. aan de openbaarheid prijsge geven. Het is als bijlage opgenomen bij de begroting van het Departe ment van Justitie. Hierdoor wordt het mogelijk enig inzicht te krijgen ln het beleid van het O.M. Het heeft als taak het bestrijden vaD criminaliteit. Vreemd genoeg: want hoe harder het werkt, hoe meer cri minaliteit er „ontdekt" wordt en dat betekent in statistieken ge meten een stijging van de crimi naliteit. De ontdekte criminaliteit, of zoals dat officieel heet de straf bare feiten die ter kennis van de politie zijn gekomen, vormen maar een fractie van de werkelijke crimi naliteit. Met deze ontmoedigende wetenschap voor ogen, moet het O.M. een beleid bepalen. Het mag Immers zelf aangeven welke straf bare feiten het wenst op te sporen te vervolgen. Het is daartoe niet verplicht. In de hantering van dit zogenaamde opportuniteits-beginsel vervult het OM. een belangrijke bestuurstaak. Verantwoording Natuurlijk is de minister tenslotte verantwoordelijk. Maar het is de vergadering van procureurs-gene raal, het hoogste gezag binnen het O.M., die op een gegeven moment bepaalt of de overtreders van de volkstellingenwet vervolgd zullen worden of niet. Het is dit zelfde college dat bepaalt of strafrechtelijk opgetreden moet worden tegen bij voorbeeld de Maagdenhuisbezetters. Het jaarverslag stelt daarover fier dat vervolging moest plaatsvinden om de waarde van de democratische rechtsorde te beschermen. Het doel heiligde ook in 1970 de middelen niet. Verwarring van doel en middel is overigens een euvel waar ook het O.M. aan lijdt. Het jaarverslag spreekt wel van „uitgangspunten" voor het beleid maar een duidelijke formulering van doelstellingen ont breekt. Wel wordt bewust gezocht naar coördinatie van het beleid en een zekere landelijke gelijktrekking door middel van „richtlijnen". Ook worden per arrondissement bijvoor beeld speciale officieren van Justitie belast met vervolgingen op grond van de opiumwet. Zo zijn er ook „vuurwapen-officieren" van de sec tor vuurwapenwet ingesteld. Verschuiving Naast dit vereffenen van de ver schillen per arrondissement geeft het jaarverslag een fundamentele verschuiving in het beleid aan. De vraag is niet meer „waarom niet vervolgen?" maar veeleer „waarom wel vervolgen?" De vervolging moet gemotiveerd worden, en wordt dus van regel uitzondering. Deze veranderde opvatting is ten dele te verklaren uit resultaten van gedragswetenschappelijk onderzoek. Vervolging bleek een betrekkelyk zinloze en kostbare weg. Ook het jaarverslag stelt dat over het algemeen de verdachte in een vroeg stadium beter te benaderen dus te beïnvloeden is dan later bij de terechtzitting. Bovendien. ,Het als verdachte betrokken wor den bij een politie-onderzoek heeft in sommige gevallen reeds een vol doende corrigerend effect". Een zinsnede die menig advocaat doet watertanden. Een andere verklaring van dit ver anderde uitgangspunt moet gezocht worden in de overvloed van strafza ken. Jaarlijks komen er meer dan 1/4 miljoen misdrijven ter kennis van de politie. De overtredingen zijn weer een veelvoud hiervan. Van deze misdrijven wordt ongeveer 40 pet. opgehelderd. Is de dader be kend dan wordt de zaak ingeschre ven aan het parket van de officier van Justitie. De helft van deze za ken dit zijn er ruim 100.000 wordt door het OM. zelf afgedaan. De rest komt voor de rechter. volgen. Waar de wet dit toelaat kan het O.M. bovendien de strafzaak door transactie afdoen. In de hantering van dit opportuni teitsbeginsel heeft het O.M. dus een belangrijk bestuursmiddel. Zij heeft niet alleen een zekere vrijheid om te bepalen welke straf zaken zij zelf af zal doen. zonder tussenkomst van de rechter. Nog belangrijker is op welke vorm van criminaliteit zij haar opsporingsac tiviteiten zal richten. De capaciteit van de zogenaamde 6taande magi stratuur met als verlengstuk de po litie. is maar beperkt. Van verschil lende zijde wordt al bepleit de poli tie van haar verkeerstaak te ontlas ten. Opvallend Maar dan nog: beziet men de sta tistieken. dan wordt het Justiteel apparaat daarnaast voornamelijk in beslag genomen door vermogenscri minaliteit, dus de traditionele „dief stal". Het aantal opsporingen en vervolgingen op grond van „de wet economische delecten" blijft echter opvallend klein. Er is de laatste Jaren een groot aantal wetten gekomen die het ter rein van de zogenaamde „witte Seponeren Als het O.M. zelf zaken afdoet dan kan dit door de zaak te seponeren, d.w.z. de zaak niet verder te vervol gen. Het O.M. kan hiertoe overgaan na een zogenaamd „parker-standje", ook kan het OM. aan het sepone ren voorwaarden verbinden, zoals b.v. het contact opnemen met een consultatiebureau voor alcoholisme, Worden de voorwaarden niet nage leefd dan kan het O.M. alsnog ver Maagdenhuisbezetters vervolgen of niet boorden misdaad" bestrijken. Eco nomische wetten of wetten die het terein van de volksgezondheid ra ken. Deze bevatten allerlei voor schriften gericht op de bescherming het leefmilieu. Ook in provin ciale en gemeentelijke verordenin gen vindt men deze bepalingen. Op niet naleving staan sancties. De activiteiten van het O.M. in deze sector zijn echter te verwaar lozen. Zo miniem, dat zij statistisch niet eens interessant zijn. Het is opmerkelijk dat het jaarverslag geen woord wijdt aan deze „verge ten" sector. Wel wordt er gewag ge maakt van „een hernieuwde visie". Daarin zou toch op zijn minst pas sen een evaluatie van taak en func tie van het O.M. op het terrein van het milieu beheer. Constant De stijging van het aantal geregi streerde misdrijven is vooral te wij ten aan een toename van de ver- keersmisdrijven „doorrijden na on geval" en „Joy-riding" Dit laatste delict is qua mentaliteit nauw ver want aan de vermogensdelicten, die ook een sterke toename vertonen. De geweldscriminaliteit blijft over de Jaren betrekkelijk constant. Wel is „nieuw" de gewapende bank overval. De economische schade van alle bankovervallen in Nederland zou overigens nog geen 1 pet van de omzetten bedragen. Een gegeven dat overigens niet in het Jaarverslag te vinden is maar ontleend is aan een rede van dr. J. A. van Belkum (ad viseur voor de psychopathen verple ging). Het percentage opgehelderde misdrijven is in de geweldssector groot. 90 pet. tegenover vermogens delicten 30 pet. In dit licht bezien verliest de kreet „de criminaliteit neemt hand over hand toe" veel van haar beangsti gende lading. De statistieken verto nen een stijging van de geregi streerde vermogensdelicten en ver- keersmisdrijven. Een verklaring ligt in onze gemotoriseerde welvaarts staat voor de hand. De veel belang rijker sector „welzijnscrtminalitelt" is nog niet boven (het vervuilde) water gekomen. Deze moderne ver schijningsvorm van misdadig gedrag zou de aandacht van het O.M. niet mogen ontgaan. «F orige week vond ik in een krant, het Utrechts Nieuwsblad, een vraag beantwoord De vraag wanneer dook het wachtwoord luchtveront- •ec reiniging voor net eerst in de krant op. Het Utrechts Nieuws blad kwam tot 1960. Een gerust stellend berichtje van het KNMI d&t „Smogvorming" nooit - echt er staat nooit - in ons land zou ïoor komen. :ét iPr.oi Brands heeft er ook op ge- *0?en dat in het werk van een zo •igentyds historicus als de in 1963 gestorven Jan Romein, geen woord te vinden is over milieuproblema tiek en de uitwassen van de tech nologie. Ruim tien jaar later verschijnen er sombere rapporten, uitgekiend door wetenschappeiyke mensen van naam, die praktisch het einde van de wereld aankondigen. Die voor spellen met een grote hoeveelheid onaandoenliike gegevens dat d« wereld een ramp wacht van onge kende omvang, door overbevolking en milieuverontreiniging, en uit putting van de grondstoffen Het is een wrange coïncidentie dat by die sombere toekomstverwach tingen het jaar 2000 centraal staat. Want duizend jaar geleden waren de mensen in de christehjke Euro pese landen ook zo bang voor het einde van de wereld. Want staai er niet geschreven dat er een Duizendjarig ryk zou komen, en liep dat ryk nu niet teneinde. De voorspellingen gebaseerd op theo logische uitleg werden niet ver we - zeniykt, maar ruwweg tussen 970 en 1030 hebben de vermanende woorden aan de mensen om zich voor te bereiden op het naderende einde geklonken. Ik weet dat je als student in de ge schiedenis met een frons van ver bazing kennis nam van die schrik. Maar nu weten we o zo veel meer en we weten ook dat we nu echt zelf op weg zün naar een verstik king van ons leven. En vanuit di9 kennis moeten we dan toch een andere maatsohappy gaan opbou wen. Want wat stormachtige po gingen van jonge revolutionairen niet hebben bereikt, zal nu echt gaan gebeuren: we gaan de maat- schappy hervormen. Want onderschat het niet. Een man als minister Stuyt, tot voor enkele maanden een tameiyk on bekende Haagse medische specia list, zegt nu toch maar dat be paalde fabrieken zullen dicht gaan als zy de normen van de wetgeving voor het milieu overschrijden. Nie mand spreekt hem tegen. Welzyn gaat voor welvaart: een kreet die de politicus Van Mierlo anderhalf jaar geleden voor het eerst in een verkiezingsstryd gebruikte. Vorige week ook heeft drs. J. J. God schalk in een artikel in Handels- blad-NRC geanalyseerd wat die kreet „welzyn voor welvaart" be helsde. Hy waarschuwde niet al leen dat dat geld gaat kosten. Dat wisten we al: schone auto's, schone fabrieken dat gaat niet automa tisch. Maar Godschalk waarschuwt ook dat het by voorbeeld betekent verlies van werkgelegenheid. En zo'n argument mag niet worden onderschat in een maatschappij die Jaren gelooft dat het eigenlijk- niet opkan. De politici beseffen wel dat er een eind aan de welvaart kan zyn Wat dat betreft mag niet onvermeld biyven dat de leider van de socia listische oppositie drs. Den Uyl deze week heeft gezegd dat groei van economie en welvaart geen wel van Meden en Perzen is. Dat is eigeniyk een opmerkelijk geluid van een politicus die tot nu toe meer bekend stond als de man van de rechtvaardige verdeling van de welvaart. De diagnose is aanwezig: in de wel vaart kunnen we stikken. Maar do mens heeft heel vaak kans gezien zich aan te passen aan verande rende omstandigheden. Dat kan ook nu. Niet meer vanuit een mentaliteit van :het zal wel los lopen. We zullen offers moeten brengen. Een van die offers is een bewuste afbraak van de welvaart. JRS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 7