FELLE STRIJD OVER NUT VAN PREPARAAT Groep van tien moet crisis oplossen OLIEBANK OP MAASVLAKTE Jan Romein - opnieuw gelezen Vasolastine ja of nee (I) ZATERDAG 2 OKTOBER 1971 LE1DSCH DAGBLAD PAGINA 7 Heeft de in Soestdijk reeds jaren werkzame biochemicus G. H. van Leeuwen (63) op medisch gebied revolutionaire preparaten ontwikkeld voor onder meer hart- en vaat ziekten, rheuma, bronchiale ziekten en storingen in het centraal zenuwstelsel en tegen bepaalde vormen van kanker, of is hij een kwakzalver? Moet het hem voorgoed onmogelijk worden gemaakt valse hoop te kopen aan vaak ongeneeslijk zieken, of moet hij medische steun hebben om de werking van zijn geneesmid delen aan te tonen en zijn weten schappelijke arbeid voort te zetten. „De preparaten van Van Leeuwen bezitten de aangeprezen werking niet". Dat was in 1966 de conclusie van het drie jaar daarvoor ingestel de College ter Beoordeling van Ver pakte Geneesmiddelen. Het kwam tot deze conclusie na een klinisch onderzoek, waarbij één van de pre paraten Vasolastine voor hart en vaatziekten werd vergeleken met een placebo (een nepwatertje) Toen bleek dat de behandelde pa tiënten in beide gevallen voor 50 procent genazen, wilde het College het geneesmiddal niet registreren. Van Leeuwen: „Het onderzoek is destijds ondeskundig gebeurd. Ik heb persoonlijk bii artsen, die mee gewerkt hebben, kunnen constateren dat er op grote schaal ampullen zijn verwisseld". Positief Het preparaat in Engeland op pre cies dezelfde wijze getest, leidde wel tot positieve resultaten, evenals in Duitsland. Oostenrijk, Polen en Zwitserland. Van Leeuwen is van de beslissing van het College in beroep gegaan bij de Raad van State, die nog geen uitspraak heeft gedaan. Omdat dat nog wel jaren kan duren is er in Nederland een wonderlijke situa tie ontstaan. Enige tientallen artsen en specialisten schrijven hun pa tiënten de preparaten van Van Leeuwen voor en zien dat er in 60 tot 90 procent van de gevallen ge nezingen of verbeteringen worden geboekt, zonder dat zij de werking van de geneesmiddelen wetenschap pelijk kunnen verklaren. Deze groep vindt de genezing of de verbetering van de patiënt het meest belang rijk. Een ander deel (de grootste groep) weigert de preparaten voor te schrijven omdat een kleine toon aangevende groep van hoogleraren, biochemici en farmaceuten van de leek moeüijk te begrij pen huizen de preparaten niet te gebruiken en tot ingrijpende operaties overgaan, terwijl ze weten dat het empirisch (bij ondervin ding) is bewezen dat in bijna 9( procent van de gevallen van hart en vaatziekten Vasolastine werkt". De Deventer arts M. Brouwer ruim twintig jaar ervaring met Van Leeuwens preparaten die ronduit stelt niet precies te weten waarom de bewuste geneesmiddelen zo goed zijn („Maar de meeste artsen schrijven geneesmiddelen voor zon der te weten hoe ze werken".) zegt: „Ik zou het van de daken willen schreeuwen dat mensen die op het punt staan zich voor hart- en vaat ziekten te laten opereren dat niet moeten doen. Het hoeft niet". Eén van de (weinige) Nederlandse hartspecialisten die Vasolastine ge durende vijf Jaar onderzocht en er mee werkte, concludeert in een ar tikel in de „Geneeskundige Gids": „Vasolastine tegen hart- en vaat ziekten verbetert de cerebrale func ties (werking van de kleine her sens), herstelt de lichaamskrachten en geeft een gevoel van verjon ging". De Londense rheumatoloog en me disch publicist, dr. Gordon Russel, schrijft, nadat hij enige tijd Van Leeuwens preparaten tegen rheuma (Rheumakecta) heeft beproefd: „Van Leeuwen kan stellen met zijn preparaat de grootste vooruitgang op het gebied van de rheumabe- strijding te hebben geboekt sinds de jaartelling". Verboden Prof. dr. G. Verdonk, hoogleraar in Gent in de gerontologie (leer der ouderdom) schreef, toen Vasolastine België werd verboden (door toe doen van dr. Siderius, toen nog di recteur-generaal van Volksgezond heid, zo stellen een paar specialis ten, die anoniem willen blijven) de toenmalige minister van Volksgezondheid van België, de heer Hulpiau: „Ik heb het preparaat sinds twee jaar aan een ernstige proef onderworpen. Mijn conclusie: Vasolastine is een van de meest waardevolle geneesmiddelen bij de grondbehandeling atheroma tose veronderstelling uitgaat dat (.hart- en vaatziekten) tienduizenden genezingen met een bepaald geneesmiddel niets zegt of bewijst, wanneer die kleine (top) groep de werking van het mid del wetenschappelijk niet kan be wijzen. Deze groep stelt wetenschap bovenal. Terwijl er in Nederland, volgens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek, 500.000 tot 1.000.000 mensen duidelijk afwijkin gen van de kransvaten van het hart vertonen; terwijl dr. P. sid®" rius, secretaris-generaal van de Volksgezondheid, twee jaar geleden verklaarde: „In volle opmars te zijn tegen de hart- en vaatziekten als doodsoorzaak num mer één"; terwijl er in de loop der jaren ongeveer 80 positieve medi sche publicaties voornamelijk in buitenlandse vaktijdschriften van specialisten zijn verschenen, blijven de meeste Nederlandse medici het hoofd schudden wanneer ernstig zieke patiënten, die zij zeh juet kunnen helpen, c preparaten vragen. Van Leeuwens Misdadig Apotheker en scheikundige dr. J. G. Timmers uit Assen zegt: „Het is misdadig dat specialisten in zieken Bennekom werkzame dr. S. Oud-kerk bereikte in de loop der ja ren opmerkelijke, zo niet verbluf fende resultaten met Van Leeuwens preparaten (Coliacron) bij de be handeling van traumatische coma's (Joep Strous Gerda Jochemse, Aaltje Kolbach en Yvonne Wörlle) en narcotische coma's. <Mia Ver sluis). Het College ter Beoordeling van Verpakte Geneesmiddelen is niet gevoelig voor deze medische argu menten, waarvan er hier slechts een paa.r zijn vermeld. In de schriftelij ke instructies aan het College staat letterlijk: „Aan verklaringen van artsen, welke uitsluitend inhouden dat een bepaald geneesmiddel met succes bij patiënten is toegepast, mag nauwelijks enige betekenis worden toegekend". Dr C. A. Teijgeler, hoofdinspecteur van de Volksgezondheid en voorzit ter van het College: „Het college is gebonden aan de wettelijke criteria, dat wil dus zeggen dat inschrijving van verpakte geneesmiddelen slechts mag plaatsvinden, indien deze ge neesmiddelen naar redelijkerwijs (absolute zekerheid is niet nodig) mag worden aangenomen de aange prezen werking bezitten en niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Dat het preparaat redelijkerwijs de aangeprezen werking bezit heeft het TNO-onderzoek destijds niet aange toond. De zaak berust nu bij de Raad van State en is dus sub judi- ce, zodat er weinig verder over ge zegd kan worden". Afwijzen Toch heeft het grootste deel van de ongeveer 15.000 huisartsen, klinische specialisten, biochemici en farma ceuten in Nederland wel een ver klaring, waarom zij Van Leeuwen preparaten afwijst. 1. de preparaten werken uitsluitend auto-suggestief; 2. de methodes van Van Leeuwen zijn niet, of niet vol doende, wetenschappelijk; 3. de conclusie van het TNO-onderzoek. Wat de auto-suggestie betreft: die redenering gaat moeilijk op in geval len van traumatische- en narcoti sche coma's. Bovendien heeft die renarts De Haan uit Amsterdam uitgebreide proeven gedaan met Va solastine op honden en katten. De Haan (zeer enthousiast)„Oude honden die eerst gedragen moesten worden, kunnen na een inspuiting weer zelf de trappen op en af lo pen". Volgens hem spelen er in de Vasolastine-affaire zakelijke, politie ke en persoonlijke motieven een rol. Hiervan opnieuw volgens publi caties in 1966 zijn meer artsen overtuigd, al zijn zij meestal niet beleid hierover exacte mededelingen te doen. In dit verband is de brief van de arts J. C. C. Meyboom, te Zeist, teressant, die hij in 1967 aan i zekere meneer De Jong in Enschede j preparaten geschaard. Uitgaande die zich persoonlijk wilde inzet- van de stelling dat het geen zin de Vasolastine-zaak, nadatheeft met acties tegen de „Haagse hij door het preparaat genezen was i muur" te blijven vechten, heeft zij schreef: „Iets meer af wetende een stichting opgericht onder de deze gehele affaire moet naar naam: Stichting Bio Medische Cen- mijn overtuiging de afwijzing van trum „De Koningshof". Doel: de zich achter Van Leeuwen en zijn de staatscommissie worden gezocht het persoonlijke vlak, zodat het besluit de wetenschappelijke zijde beeft verdoezeld". Zakelijk Zakelijke motieven? Juffrouw Smit, apothekers in dienst van Brocacef, Amsterdam: „Als ik de mensen zie die genezen zijn, ga ik werkelijk in Van Leeuwen geloven. Maar als ik de conclusie neem van het College ter Boordeling enz. zeg ik nee". De heer E. A. W. Hirschfeld, voorlich tingsmedewerker van Organon, Ooss: „De preparaten van Van Leeuwen worden vervaardigd op en zymenbasis. Dat doen wij ook. In '59 hebben we Cotazym, in '65 Co- tazym-forte, in '69 Cotazym Forte Capsules op de markt gebracht". Van Leeuwen: „Organon bestelt re gelmatig bij ons Valsolastine". Woordvoerder Organon: „Uit be langstelling, maar niet om het na te maken". Van Leeuwen: „In 1950 heeft de di rectie van Organon mijn vindingen willen kopen. Ik herinner ciale en medische begeleiding patiënten te bevorderen in het bij zonder door toepassing van bio-me- dische geneeswijzen. Enzymen Met andere woorden: door gebruik te maken van Van Leeuwens enzy menpreparaten. Grote man achter de stichting is de Utrechtse accoun- G. H. van Leeuwen tant J. Achterberg. Hij zegt: Wat ik met Van Leeuwens preparaten heb meegemaakt is bijna niet te geloven. Als ik alleen mijn ouders neem van 80 en 81 jaar, hoe fit die zijn dankzij Vasolastine, is het voor mij onbegrijpelijk dat de medische wereld het als kwakzalverij be- sohouwt". De polikliniek, ondergebracht in een historische boerderij in Haarzuilens, is sind april zonder enig tam-tam geopend. Er zijn nu bijna 6000 pa tiënten uit alle delen van Neder- land onder behandeling. „Omzien in verwondering." die wonderlijk levende autobio grafie van de strijdbare Annie Romein-Verschoor, heeft de be langstelling voor het werk van haar maai, Jan Romein aange wakkerd. Romein, een van de weinige marxistische historici die ons land heeft opgeleverd, is in 1962 overleden. Voor de tweede wereldoorlog heeft hij zijn naam weten te vestigen bij een groot publiek door het boek dat hij in hoofdzaak samen met zijn vrouw schreefDe lage landen bij de zee. Uit het boek dat Annie Romein schreef over haar leven en dat uiteraard veel van het lief en leed bevat, dat zij met haar man deelde, komt hij naar voren als een man, die duidelijk voor zijn linkse me ningen uitkwam, in een tijd dat dat maar matig werd gewaar deerd. Je vraagt Je trouwens wel eens af. of dat nu zoveel anders ligt. Maar daarbij moet wel een verschil, of liever een voorbe houd worden gemaakt. Hoewel Romeins laatste werk nog geen tien jaar geleden werd geschre ven, is er in de toon van het uit drukken op papier en in woord het nodige veranderd. Annie Romein constateert in het twee de deel van haar memoires dat ze in hetw erk van politicoloog Van Benthem van den Berg veel terugvindt van wat haar man heeft verkondigd. Dat kan waar zijn. Romein beeft vooral op rijpere leeftijd veel aandacht geschonken aan buiten-Europese geschiedenis. Met name studies over het Al gemeen Menselijk Patroon, met hun aandacht voor het histo risch gebeuren en het waarne men van eigentijdse gebeurte nissen in Oost-Azië geven blijk van een engagement, waar vele geschiedkundigen zo'n tien Jaar geleden nog met een boog om heen liepen. Maar engagement bij Romein betekent maar zeer, zeer zelden heftigheid. Wat dat betreft is Romein zo men dat wil een we tenschapsbeoefenaar van de oude stempel. Hij verzuimt in zin essaeolangs gebundeld bij Querido onder de titel Jan Ro mein. Historische lijnen en pa tronen, een keuze uit de essays —niet de aanval, maar het werk is nergens vergelijkbaar met de zweepslagen die me vrouw Romein in Omzien uit deelt. Romein was geen rebel. Maar hij komt met grote moed en overtuigingskracht op voor zijn meningen. Met grote kennis en behoedzaamheid, met een grote denkkracht ook zet Romein zijn tanden in harde noten. Om dat beeld vol te houden, uiterst ster ke tanden, want hij ziet kan om zonder breuken de vrucht te bereiken. Zijn essays zijn zor vuldig opgebouwde constructies steunend op een sterk vernuft een massale hoeveelheid feiten kennis en een gedegen theoreti sche onderlegdheid. Dat moet ook wel, want onderwerpen die Romein in zijn essays behandelt liegen er ni om. Veel van wat Romein be zielde ligt bijvoorbeeld in on derwerpen als „De dialectiek van de vooruitgang Bij drag tot het ontwikkelingsbegrip in de geschiedenis" en „Zekerhei en onzekerheid i. d. geschiedwe tenschap". Dat zijn stuk vooi stuk Juweeltjes, die een wezen lijke aanzet geven tot het der ken over geschiedenis, geschied schrijving en geschiedbeoefe ning in ons land. In de latere opstellen zoals „Duur en veran dering in de geschiedenis" en „De nationale en sociale revo lutie in Europa en Azië en de tijdfactor," toont Romein duid lijk het feilen aan van een ge schiedbeschouwing die zich te- perkte tot de westelijke wereld Hij was daarin geen baanbreker gezien het werk van een man als Toynbee, maar voor ons land was het toch wel een novi teit. En het hoeft Je dan niet te verbazen, dat de vakwereld in dertijd dit soort opstellen die toch uiterst zorgvuldig waren opgezet en onmogelijk konden worden afgedaan als onzin, een voudig negeerde. Het fraaie van Romeins werk is toch eigenlijk dat het een licht werpt op het probleem hoe geschiedenis geschreven zou kunnen worden. Dat het Juist voor geïnteresseerde leken laat zien, dat wat Je op school leert, nog steeds maar heel wei nig met geschiedenis te maken heeft. Prof. M. C. Brands, een van Romeins laatste leerlingen, wijst er tenslotte in zijn Inlei ding tot deze bundel nog eens op, dat het opvallend is welke geringe rol specifieke problemen van nu zoals de technocrati sche ontwikkeling in Romeins iverk spelen. Ja, ja we leven snel. Maar daarom is het herlezen van deze opstellen van een be gaafd en vooral deskundig es sayist zeer de moeite waard JRS Jan Romein-Historische lij- ïen en patronen. Een keuze uit de essays-Querido. 's Werelds grootste reservoir: Op de Maasvlakte komt 's we relds grootste oliebank; een ter- minal met een oppervlakte van j ^vlakS'"- De mogelijkheid bestaat echter dat Hoogovens - die één van de gega digden blijft voor vestiging op de kleiner bedrijf 330 hectaren en een opslagcapa- opzet. dat tegelijk structuur zal zijn. Dit laatste in citeit van dertien miljoen ton 'de'dirKte^'ên nog" die 1 Daardoor is het tegelijk uitgeslo- zijn geweest: Gelissen, ten dat Hoogovens op de Maas toen bij Van Iersel en prof. Tousk. voorstel dat de heren deden was zo belachelijk dat ik er niet op in ben gegaan". Drs. R. van Iersel, directeur Orga non: „Er zijn inderdaad destijds oriënterende besprekingen geweest, gevoerd door enige hoge functiona- n van ons bedrijf. Ik kan me niet herinneren dat er een aanbod zou zijn gedaan". In Utrecht heeft een groep mensen vlakte een staalbedrijf bouwt zo als dat in eerste instantie was gedacht. De ruime opzet van de terminal en het daarbij behorende grote haven bekken voor vijfhonderdduizend- tons schepen schrokt een groot deel van het terrein op dat Hoogovens nodig zou hebben. Het is van 650 tot 460 hectaren verkleind. de markt en de techniek, nieuw opgezet bedrijf zou tevens aanzienlijk minder vervuilend zijn dan het oorspronkelijke project. De gemeente Rotterdam heeft - daarbij nog steeds rekening hou dend met een grote opzet van Hoogovens - waarschijnlijk een mo gelijkheid om de huidige, in aanleg zijnde Maasvlakte min of meer op natuurlijk manier uit te breiden met ruim honderd hectaren. Dat betreft een zandvlakte die ontstaan is uit de aanslibbing en de opspui ting van honderd miljoen kubieke meters zand aan de Zuidwestkant van de Maasvlakte. Dit terrein ligt overigens wel beneden de door de regering vastgestelde demarcatielijn en het is dan ook de vraag of het rijk ermee akkoord gaat dat daar een zanddam omheen wordt gelegd. Het college van B. en W. van Rot terdam blijft nu definitief de voor keur te hebben gegeven aan een enorme olieterminal boven het eerst Hoogovenproject. Een dergelijke ter minal zou, als deze volledig in be drijf is, de gemeente per jaar enke le tientallen miljoenen guldens aan havengeld (mammoettankers) ople veren; daarbij komt ook dat de ter minal in milieu-hygiënisch opzicht vrijwel schoon is. Verder speelt ook het probleem van het aantrekken van (uiteindelijk) twaalfduizend werknemers en het bouwen van wo ningen voor hen niet. Het verzoek voor de aanleg van de olieterminal is afkomstig van Shell, Esso, British Petroleum en Total (die ook namens de overige olie maatschappijen en opslagbedrijven met de gemeente gaan onderhande len). Het in een vergevorderd stadium van voorbereiding zijnde raadsvoor stel is gisteren behandeld in de commissie van advies voor het ha venbedrijf en staat voor volgende week opnieuw op de agenda. Ha venwethouder drs. H. J. Viersen ver wacht dat de aanleg van de termi nal in de raadsvergadering van 28 oktober zal kunnen worden, behan deld. Hoewel op de Jaarvergadering van het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank de gevaren van de monetaire crisis in alle toonaar den zijn beschreven en allerwegen werd aangedrongen op snelle maat regelen om uit de impasse te gera ken, zijn de afgevaardigden van de 118 aangesloten landen uit elkaar gegaan zonder dat een oplossing is I bereikt. Dit viel overigens ook niet te verwachten, omdat de problemen zo complex zijn en de belangen zo groot, dat het nauwelijks mogelijk is om in een zo omvangrijk gezel schap spijkers met koppen te slaan De oplossing zal dan ook veeleer ge- Vonden moeten worden in de Groep van Tien, de club van de welva rendste westerse industrielanden Het zijn ook deze landen, die het wel en wee van het internat i^le handels- en geldverkeer het sterkst benalen. Het is ook in deze landen waar de oorzaak van het uit de hand lo pen van het internationale geldstel sel moet worden gezocht. Een stel sel, da/t ook door hen in het leven is geroepen in de oorlogsjaren, in Bretton Woods. In de overeenkomst, die toen werd gesloten, kreeg vooral de Verenigde Staten een belangrijke rol toebedeeld doordat de dollart tot Een van de pijlers van het vrije handelsverkeer werd uitverkoren De Verenigde Staten verklaarden zich daarbij bereid om aangeboden dol lars in goud in te wisselen. Die bereidheid is echter ook de val geworden van het systeem. Na de oorlog hebben de Verenigde Staten namelijk steeds meer dollars uitge geven dan zij verdienden. Dit ge beurde met heel goede bedoelingen in het kader van de Marchall-hulp aan het door de oorlog ontredderde Europa en via de grote bedragen die voor ontwikkelingshulp werden uitgetrokken. Geldkraan De Verenigde Staten hebben de geldkraan echter nooit dichtge draaid en de stroom dollars, die buiten hét Amerikaanse continent door de wereld zwierven, werd steed? groter. Zo groot, dat de Amerikaanse goudvoorraad by lange na niet meer voldoende was om de beloofde inwisselbaarheid ook maar ten naaste bij na te kunnen komen. Aan de andere kant herstelden Eu ropa en Japan zich van de gevolgen van de oorlog. Vooral West-Duits- land en Japan maakten een enorme groei door, die hen in de voorste gelederen bracht van de westelijke geïndustrialiseerde wereld. In tegen stelling tot Amerika tonen de beta lingsbalansen van deze landen nu enorme overschotten. Zoals de grote tekorten op de Ame rikaanse betalingsbalans het ver trouwen in de dollar hebben onder mijnd. zo is het vertrouwen in de Duitse Mark en de Japanse Yen toegenomen. Als gevolg daarvan zijn sterke kapitaalbewegingen ont staan, waarbij dollars werden aan geboden om te worden ingewisseld voor Marken en yens. Andere mun ten kregen daarbij eveneens een gouden glans, zoals bijvoorbeeld de gulden. Het aanbod van dollars werd zo groot, dat de centrale ban ken in de betreffende landen met een zo enorme hoeveelheid kwamen te zitten dat zij er niets meer mee konden doen en er een ontwrichting werd veroorzaakt, die heeft geleid tot het loslaten van de officiële wisselkoersen ofwel tot het zweven van de munten. Aanpassen Doordat aan die valuta's een hogere waarde wordt toegekend dan zij volgens de vaste wisselkoers hebben, is het duidelijk dat de officiële waarde van de diverse valuta moet worden aangepast. De uitvoering daarvan stuit echter op een hele reeks problemen. De Duitsers en Japanners voelen er weinig voor door een opwaardering van hur. munten de lasten van het uit de hand lopen van het internationale geldverkeer alleen voor hun reke ning te nemen. Revaluatie betekent namelijk dat de invoer goedkoper wordt en daardoor zal toenemen, terwijlde prijs van de exportprodukten hoger wordt en de concurrentiepositie op buiten landse markten wordt aangetast. De te grote betalingsbalansoverschotten zullen dan wel minder groot wor den. maar ten koste van grote moeiljkheden voor de eigen econo mie. Bovendien is het probleem daarmee niet opgelost en kan het gehele proces na een periode van aanpassing sing weer opnieuw beginnen. Voor Duitsland is dat eigenlijk al 't geval vaL omdat de Duitse Mark in no vember 1968 al werd gevalueerd en de daaraan voorafgegane proble men grotendeels dezelfde waren als Orde op zaken Voor een fundamenteel herstel van het evenwicht is het dan ook nodig dat ook Amerika orde op zaken 6telt. President Nixon heeft daartoe in augustus al besloten en kondigde een reeks maatregelen af om de be- talingsbalanspositie te verbeteren Die maatregelen, waaronder een extra heffing op de invoer van 10' b, vielen echter uit in het nadeel van de andere westerse landen, die dan ook heftig hebben geprotesteerd. Zij vonden dat Amerika daarmee de oplossing van het probleem op hen afwentelde, zonder dat de Ver enigde Staten zelf een werkelilke bijdrage leverden om het probleem op te lossen. Zij drongen daarom aan op een devaluatie van de dollar ten opzichte van het goud, Had de politiek in de monetaire en economische perikelen al een rol gespeeld, het politieke element kwam met die suggestie wel hele maal sterk naar voren. Devaluatie van de dollar getekent namelijk dat landen die dollarreserves aanhouden de waarde van die reserves zien verminderen. Anderzijds zou door een dollardevaluatie de officiële goudprijs worden verhoogd. Daar mee zou de kloof tussen de rijke landen (die veel goud hebben) en de arme landen (die weinig goud hebben) worden vergroot. Wijziging Bovendien zouden de machtsverhou dingen in de wereld een wijziging kunnen ondergaan. Goudvoorko mens. waarvan de exploitatie onder de huidige goudprijs te duur is, zoqdcn bij een hogere goudprijs wel rendabel kunnen worden gemaakt. Vele van die goudvoorkomens liggen in de communistische wereld, die daardoor op slag rijker zou worden, hetgeen door Amerika een politiek onaanvaardbare bedreiging wordt geacht. Een ander punt is, dat door een herstel van de Amerikaanse beta lingsbalans, of die nu wel of niet door een devaluatie van de dollar wordt bereikt, 't zou betekenen dat de dollars die buiten de Verenigde Sta ten circuleren, naar Amerika terug keren. Die dollars kunnen dan geen rol meer spelen in het Internationa le betalingsverkeer, zodat een ande re waarde-eenheid die rol zou moe ten overnemen. Hiervoor wordt ge dacht aan de speciale trekkings rechten op het Internationale Mo netaire Fonds, het „papiergoud", dat op een ruimere schaal zou kun nen worden toegepast. In verband daarmee stelt Amerika dat het niet nodig is de waardeverhouding tus sen de dollar en het goud te veran deren. zodat ongewenste polUi' !-e ontwikkelingen kunnen worden voor komen. In het voortgaande overleg in de Groep van Tien zullen deze uit gangspunten opnieuw onderwerp van geprek zijn, als in oktober weer wordt vergaderd. Waarnemers menen dat de standpunten inmid dels iets minder star zijr geworden, zodat de kans op overeenstemming is vergroot. Het is noodzakelijk dat die overeenstemming wordt bereikt, om te voorkomen dat de wereld handel in een chaotische toestand komt te verkeren. Als namelijk geen oplossing wordt gevonden en Amerika daarom de beperkingen op de invoer vooralsnog handhaaft en vele valuta's blijven zweven, is het denkbaar dat andere landen maatregelen gaan nemen om hun eigen economie te beschermen. Daarmee zouden dan weer alom In voertariefmuren verschijnen, die in de jaren dertig hebben elelc rot <p grote crisis en daarom na de oorlog moeizaam zijn afgebouwd. Een cri sis zou zich dan opnieuw kunnen voordoen. Behalve de kwalijke ge volgen daarvan voor de westerse wereld, zouden het dan vooral Ie ontwikkelingslanden zijn die het ge lag moeten betalen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 7