VOOR DE VOGELS IS
BELGIE 'N MOORDLAND
service pagina
le factoren bepalen de visvangst
ijstervlees:
70.- per
vis
I sport
RESTORAMA
MCIDSCH DAGBLAD
i Twintig spreeuwen: prijs samen tien gulden
u een snob bent, of
oofd hebt in de pas-
jjjt tongetjes van pau-
6{; ;vertjes van leeuwerik-
f gen hof in de Middel-
ian kunt u terecht in
aar wordt het duurste
wereld verkocht: dui-
g^iken per kilo, ofwel 7
gram! Op tal van
bij poeliers en gewo-
ilaars en scharrelaars
voor duizend franken
krijgen. Lijstervlees:
per kilo!
ele lijster weegt ge
sminus 44 gram, daar
vlees de helft van
ba< 22 gram. Een lijster
i francs.
Dan spreeuw eten,
lar. Doch de prijs is
150 cent in Nederlands
f62 denken dat wij een
vertellenin 1968 wer-
België in 6 weken tijds
at i
naar Frankrijk uitgevoerd tus
sen de 300 en 500 duizend lijs-
terachtigen. De cijfers zijn of
ficieel. In 1969 85.000 dus veel
minder, langs de officiële weg.
Maar hoeveel er zonder doua
nepapieren werden uitgevoerd,
dat weten zelfs de handelaren
niet. Wat in België zelf gecon
sumeerd wordt is totaal onbe
kend.
Maar de experts van het CCBV,
het Coördinatie Comité voor de
Bescherming van Vogels,
schatten dat ieder jaar in Bel
gië 15 min. vogels worden ge
vangen in 6 weken (oktober tot
half november), opgegeten of
in kooien gestopt. Genoeg vo
gels om er iedere Nederlander
een te geven en er dan nog 2
min. over te houden!
„België, de enige moordkuil
van nuttige trekvogels in Euro
pa", zo formuleert secretaris
Bernard Roeyers van het
CCBV deze nationale schande.
Een kleine groep zeer bezorgde mensen begon tien jaar
geleden een campagne tegen de ieder menswaardig begrip
tartende vogelvangst in België. Overtrekkende vogels van
gen en doodknijpen of in een kooi stoppen, was en is een
nationale sport.
Een der verontrusten was Roger
Arnhem uit Brasschaat, officier
vlieger, die midden in de bossen
woont en als amateur-veldbioloog
groot vogelkenner is en pertinent
stelt: „in België is de vogelstand
uitgeroeid. Er is in onze bossen
geen goudvink meer te vinden, al
leen in heel grote domeinen en
reservaten. Als ik hier een vink
wil vinden, zoek ik een uur. Ze
vangen hier alles.
Met klepkooien, met lijmstokken,
wargaren en ze zoeken nesten op om
de jongen als takling mee te ne
men. Met vinken is het helemaal
erg. Ze worden jong gevangen, Me
vrouwtjes worden later gewoon in
de pan gedaan, de mannetjes zetten
de vinkeniers in op wedstrijden".
En dan komt het haast ongelooflij
ke verhaal, dat een vink die 300 tot
800 keer per minuut „slaat" in prijs
kan variëren van 10.000 tot 30.000
frank, dus een marktwaarde die
goed is voor een postduif die le
vloog op Orleans of San Sebastian.
Tien jaar
Roger Arnhem, voorzitter van het
comité dat nu 53 verenigingen met
ruim 600.000 leden overkoepelt, bo
vendien uniek is omdat hier het
Vlaams-Waalse conflict niet bestaat,
heeft tien jaar met zijn mensen op
deuren moeten kloppen voor men
gehoor gaf. Nu staat zijn telefoon
niet stil en zwerft hij (hij neemt er
zijn vakantie voor op) met journa
listen uit heel Europa en Amerika
en met natuurkenners door het
land langs de vogelvangers, langs
de poeliers en langs de café-zaaltjes
waar de goed-georganiseerde handel
wordt bedreven.
Eén deur is tot nu toe gesloten ge
bleven, die van minister van Land
bouw Charles Heger, die daarom
van de commissie een telegram
kreeg, ongezouten, met de aanhef:
„Wij stellen u persoonlijk volledig
verantwoordelijk voor de onbeperkte
en praktisch oncontroleerbare ver
nietiging veroorzaakt door meer dan
20.000 vogelvangers-handelaars ten
nadele van de Europese vogelpopu
latie bij hun tocht boven België tij
dens de herfsttrek.
U draagt bovendien de volledige
verantwoordelijkheid voor het doden
en verhandelen van miljoenen
zangvolgesdit alles in flagrante
tegenstelling met onze morele en
juridische internationale verplich
tingen".
Roger Arnhem zegt dat zelfs in het
natuur Jaar '70 door de regering
niets is gedaan om aan deze voor
de wereld unieke vogelmoord, alleen
te vergelijken met de moord op
jonge zeehonden, een absoluut einde
te maken. Dit was de grote kans
geweest.
Slagnetten
j Men moet er niet te licht over den
ken. Meer dan 22.000 vogelvangers
J met slagnetten van zeven meter
lang zitten soms met tientallen
naast elkaar, vooral in de gebieden
vlakbij de Nederlandse en de Duitse
grens en achter de kustweg in
Vlaanderen.
Met lokvogels en lokfluitjes, vogels
in kooitjes of „met de broek aan",
zodat ze kunnen fladderen als er
„geroerd" wordt, brengen ze over
trekkende vogels tot een landing en
dan klappen de slagnetten dicht.
Lijsteraohtigen leven dan nog en
kele seconden, zangvogels gaan in
kooien én de helft leeft daardoor
ook geen dag meer.
Voor het vangen hebben deze men
sen bergen geld over. Hun (nylon)
netten zijn duur. Ze moeten een
vergunning hebben, die echter maar
25 gulden kost, maar dan komt het:
ze huren gerust een stukje land
voor hun net en schuilhut voor de
prijs van 10.000 frank.
Ze betalen ook de belasting die in
sommige provincies nu wordt gehe
ven om het vangen tegen te gaan.
In de provincie Limburg waren er
echter nog altijd 62 vangers die
voor dubbele netten 20.000 frank
wilden neertellen. Per net tiendui
zend is de tax in Luxemburg, Hene
gouwen en Brabant, negenduizend
in de beide Vlaanderens, vijfduizend
in Luik en, hopen de bestrijders,
het wordt tienduizend in Antwer
pen, vijfduizend in Limburg en mo
gelijk Namen.
Een succes dat nog belangrijker is:
zeker 50 gemeenten hebben al ver
boden vogels te vangen op de ge
meentelijke gronden. Maar Brussel
doet nationaal nog zeer weinig. Er
zijn allerhande verboden over
vangst en handel, maar iedere vo
gelwinkel heeft een volière vol bij
iemand in de buurt, er wordt ge
handeld in cafeetjes en bij particu
lieren en mocht er een verbaaltje
vallen, met een paar frank is men
het mannetje. De politie ziet, hoort
en doet niets. Geen derde wordt
ooit gecontroleerd.
Enorme vangsten
Of de handel met al die hoge taxen
en pachten nog loont? Enkele prij
zen uit het Limburgse: distelvink
120 fr., goudvink 200 fr„ grote
goudvink 500 fr. per koppel, sijs 20
fr., barmsijs 150 fr., Europese kana
rie 125 fr. De vangsten zijn soms zo
groot dat de markt inzakt en men
bewust massa's vogels doodt voor de
poelier en er dan 2 franc voor
krijgt, in plaats van de als kooi vo
gels gevangen dieren te laten vlie
gen.
Vangstcijfers van gespecialiseerde
vangers (gespecialiseerd via de lok
vogels): 1200 tot 1500 putters per
week, 100 vinkachtigen per dag, op
zeer drukke dagen zelfs 200, 50
spreeuwen en lijsters per dag oplo
pend tot 200 stuks (in loofbos bij
ons vindt men per 10 ha. ongeveer
3 lijsterparen.
Er zijn vangers die met het ene net
putters vangen, met een tweede net
sijzen en met het derde vinken.
Met ruim 22.000 vangers die zes we
ken vangen, komt men aan inder-
daad astronomische gtallen.
Europees bezit
Die vangsten betekenen in feite, dat
in België een ongestrafte aanslag
wordt gepleegd op wat Europees be
zit is. En dat zit niet alleen vele
Belgen hoog. Ook uit Nederland
Leeuwerikken overleven het niet
zijn al vele protesten naar België
gezonden en er is zelfs aan de rege
ring gevraagd om officieel protest
te laten horen. Of men daarmee ef
fect zal hebben? Legio vooraan
staande Belgen hebben aan dove-
mansdeur geklopt.
Rik Frankx, voorzitter van de orni
thologische vereniging „De Wiele
waal" zegt: „Wat natuurbescher
ming betreft neemt België 'n plaats
in onder de achterlijkste landen van
Europa. Onze overheid beschouwt ge
sloten verdragen als vodjes papier".
Een heel ander geluid komt van de
Liga ter voorkoming van kanker,
welke wijst op het gebruik van pes
ticiden om insekten te verdelgen en
de enorme schade hiervan voor de
hele natuur, de mens niet op de
laatste plaats. Deze chemische mid
delen worden een spookbeeld. Maar
secretaris dr. R. Reding zegt: „De
vernietiging van miljoenen vogels
heeft tot gevolg dat tonnen insek
ten blijven leven en met spuiten
gedood moeten worden. Een koppel
vinken voert per week 4000 rupsen
aan een nest Jongen".
Hoe groot de schade op Europees
vlak is, kan men enigszins bevroe
den als men tellingen erbij haalt
die L. Tinbergen als leider van het
Vogeltrekstation op Texel maakte
van vogelnesten in diverse gebieden
van ons land (Veluwe, duinrand,
jong en oud naaldbos, gemengd bos,
parken e.d.) en die vond voor vin
ken 5 paren op 10 ha. gemengd bos,
4 paren op 10 ha. volgroeid denne-
bos, 10 paren op 10 ha. boomgaard.
Het is compleet een wonder, dat in
„Moordland"
West-Europa nog één vink leeft,
uitgezonderd dan in België, waar
men er amper nog vinden kan. Zo
is het niet alleen met vogels. De
jacht is er een schietsport. Van
echt weidmannelijk Jagen is weinig
te zien. De Jacht is een schiettent,
een karikatuur, niet alleen voor de
Europese trekvogels, niet alleen voor
de eigen strandvogels, maar ook
voor het jachtveld is België beslist
een „moordland".
Tal van buitenlandse verenigingen
van dierenbescherming e.d. schreven
al naar Brussel over een „zeer on
vriendelijke daad".
advertentie
directie P. d'Hersigny
DAGSCHOTEL t
•4 zeeschnitzel
ravigöttesaus
groenten en geb. aard. »-
f4,75
Keuken geopend tot 24 uur.
TELEFOON 01751—2500
4 Rijksstraatweg 324,
Wassenaar.
fYYYYYYYYYYYYYYYYYYYY
irtvissers hebben we de laatste jaren ons vis
ben onze vistechnieken belangrijk verbeterd. We
veel dunnere en sterkere lijnen dan vroeger, we
veel lichtere materialen en de manieren waarop
hebben oneindig veel aan variëteit gewonnen,
j^ er één ding, dat ook de meest doorgewinterde
niet vooruit kan voorspellen. Dat is of de vis
im te bijten of n iet.
(n aan de waterkant
vissen met bepaalde
lokken, we kunnen
>or het -gebruik van
en kleine haken de
.iddellijk af te schrik-
unnen de vissen door
van het juiste aas
Ing brengen om toe
aar wij, sportvissers,
tenslotte overlaten
ei n of ze zin hebben om
unr
tl i
N
aa
d k jaren zijn door vele
>■0 »n onderzoekingen ver-
lige regelmaat te ont-
i bijtlust van de vis,
er nog nooit van te-
•tspi. Het maaltijdensche-
vis lijkt ondoorgronde -
dag bijt een bepaalde
de volgende dag blijft
ele dag vrijwel roerloos
tvissers, die vele Jaren
lebben bijgehouden hoe
ïheden op bepaalde vis-
hebben geen duidelij-
in de uitkomsten kun-
0 len. Het blijft bij een
tlijnen, dat eens een
in de goede richting
1] (aar nooit als „onfeil-
T worden beschouwd. Als
geldt dat uitzonderin-
c 1 bevestigen dan is het
Advertentie
J iE SPECIAALZAAK
voor al uw
(SPORTARTIKELEN
"i„~ Haarl.straat 11
JK1 TeL 24020
hier wel.
Zo hoeft u zich niet te verbaze;
dat ook als alle weers- en waterom
standigheden uiterst gunstig zijn e
die dag toch geen visje is te van
gen. In deze visrubriek zullen w
een aantal factoren noemen die va:
zij het misschien ondergeschikt
betekenis kunnen zijn voor ee.
geslaagde of mislukte visdag.
Vele sportvissers zijn er van over
tuigd dat de luchtdruk een zeker
invloed uitoefent op de bijtlust va.
de vis. De betere vangsten zo w
de ei'vaJrlng het worden geboek
nadat er dagenlang een vrijw
constante luchtdruk heeft geheerst
Hoewel het nog nooit onomstotelij
is vastgesteld meent men dat doo
een sterk wisselende luchtdruk d
vis uit z'n normale doen is.
Dat zou te wijten zijn aan het fei
dat de druk in de zwemblaas van
de vis in verband staat met de
luchtdruk. Is er een sterke wisseling
dan heeft de vis enkele dagen nodig
om zich aan de nieuwe omstandig
heden aan te passen. Tijdens een
dergelijke omschakeling is het
meestal niet zo gunstig met zijn
eetlust.
Wat geldt voor de luchtdruk is ook
van toepassing op de wind. Komt
de wind gedurende enige tijd uit
dezelfde richting dan wo'rden de
vangsten daardoor gunstig beïn
vloed. Daarentegen neemt de bijt
lust vaak af, wanneer de wind uit
verschillende richtingen waait. Van
belang is ook uit welke richting de
wind komt. Zuid-westen wind wordt
in ons land door het sportvissersle
gioen vrijwel algemeen beschouwd
als een „viswindje", terwijl wind uit
oostelijke of noordelijke richting
door een grote groep sportvissers
als een ongunstig voorteken wordt
beschouwd.
In de derde plaats is de wind van
belang voor de plaats waar de vis
zich ophoudt. Over het algemeen
wordt nog steeds het vissen met de
wind op de hand als de meest suc
cesvolle wijze gepropageerd. Daar
voor worden twee argumenten aan
gevoerd. Het zuurstofrijke water
een grote voorliefde van de vis
wordt door de wind opgestuwd en
op die plaatsen zal de vis zich dus
concentreren. Bovendien wordt door
de bovenstroming van het water
voedsel meegevoerd. Dat tweede ar
gument gaat overigens maar ten
dele op, want bij een krachtige
wind zal langs de bodem een tegen
stroom ontstaan die een gedeelte
van het voedsel weer zal wegvoeren.
Een andere belangrijke weersfactor
is de mist. Vooral in de natijd kan
het gebeuren dat zich boven het
water een dikke vrijwel ondoor
dringbare mistlaag heeft gevormd.
De zuurstof uitwisseling met de om
ringende lucht wordt door dit dikke
neveldek enigermate bemoeilijkt. De
vis krijgt daardoor een zekere apa
thie en bijt over het algemeen bij
zonder traag. Dit verschijnsel doet
zich minder voor bij een zogenaam
de „landmist", zoals we die op zon
nige zomerochtenden wel kennen.
Wat een woordje meespreekt bij het
vangen van de vis is het seizoen. In
de eerste vismaanden juni en
juli bevindt de vis zich meestal
nog in de onmiddellijke omgeving
van de paaiplaatsen. Dat zijn de
ondiepste gedeelten van plassen,
polders en sloten. De vis trekt daar
heen omdat de watertemperatuur
daar het hoogst is. We moeten de
vis dan ook vooral daar zoeken. La-
AD VERTEN TIE
DE GOEDE VANGST
Morsstraat 47 - Lelden - Tel. 21751
Zon of regen kunnen van Ijwloed zijn op de visvangst
ter in het seizoen wanneer op on
diepe plaatsen nog wel eens zuur-
stofarm water voorkomt, trekt de
vis weg naar diepere plaatsen.
Tijdstip
Ook in de wintermaanden zoekt de
vis het vlak boven de bodem op de
diepere plaatsen omdat de tempera
tuur van het wate»r daar lange tijd
constant blijft. Weer een andere
factor die van invloed kan zijn op
de vangst is het tijdstip waarop
wordt gevist. Niet voor niets geeft
'iet merendeel van de sportvissers
er de voorkeur aan om reeds bij de
dageraad aan de waterkant te zit
ten. Immers de ochtenduren en de
uren rond zonsondergang wo'rden
beschouwd als de tijdstippen waar
op de meeste vissen worden gevan
gen.
Nog even terug naar het weer: be
paalde weertypen zijn gunstig voor
de ene soort en juist ongunstig voor
de andere soort. Om een eenvoudig
voorbeeld te geven: warm weer en
vrijwel geen wind is over het alge
neen een weertype dat gunstig is
voor de brasem. Ook de aal geeft
van drukkend weer de voorkeur en
s dan ook het bijtlustigst. Baars en
moek daarentegen voelen zich beter
wanneer het weer wat ruwer is: een
flinke wind, een bedekte lucht en
af en toe een buitje regen.
In de winterperiode zijn de vang
sten aan het begin van een vorst
periode over het algemeen vrij
slecht. Naarmate de vorst langer
aanhoudt gaat de vis beter bijten
en wanneer de dooi eenmaal is in
getreden kan het gebeuren dat er
op een dag in eens netten vol vis
worden gevangen. Van belang is bo
vendien of het ijs tijdens de vorst
periode was bedekt met sneeuw.
Bijtlust
Is dat het geval dan heeft de zuur
stofuitwisseling niet plaats gehad en
kan de bijtlust bij de vis volledig
zijn verdwenen. Voor de vis is dan
de zuurstofvoorraad belangrijker
dan het voedsel. Ligt er echter uit
sluitend ijs op het water dan blijft
het zuurstofgehalte van het water
wanneer het tenminste niet te
sterk verontreinigd is op peil en
kunnen goede vangsten worden ge
daan.
U ziet er is een heel rijtje van fac
toren, dat meetelt bij de wisselvalli
ge visvangst. We zijn dan nog niet
dieper ingegaan op omstandigheden
als waterkwaliteit, maanstand en de
ontwikkeling van bepaalde soorten
wieren in het water. En waar
schijnlijk zijn er nog veel meer za
ken te bedenken die hun invloed
kunnen uitoefenen op de bijtlust
van de vis.
Mocht u op een visdag bemerken
dat al de factoren in uw voordeel
zijn en uw vispen toch onbeweeglijk
in het water blijft, bedenk dan dat
juist die onberekenbare factoren
een bijdrage zijn aan het plezier
dat u aan de vissport beleeft, Want
wanneer u vooruit zou weten dat er
veel vis zal worden gevangen dan
wordt het hengelen een stuk min
der aantrekkelijk.
ADVERTENTIE
EVINRUDE
buitenboordmotoren
BLOEM
Hogewoerd 104