FESTIVAL IN
SPOLETO
Handel
traag
in
Italië
ITERDAG 21 AUGUSTUS 1971 LEIDSCH DAGBLAD
Dank zij het initiatief van de Italiaans-Amerikaanse com
ponist Gian Carlo Menotti heeft de Italiaanse stad Spoleto
in Umbrië sedert 1957 een muziek-festival. Het wordt door
honderdduizenden bezocht. Iedereen verdient er aan, behalve
Menotti, die alleen maar schulden heeft. Daarover vertelt
onze correspondent in Rome Rudolph Bakker.
■k Dichter Ezra Pound als eregast.
ROME Terwijl de inwoners van
het oude Assisi zich voeden met de
gecommercialiseerde herinnering
aan de heilige Frandscus, doen de
neringdoenden in het nabijgelegen
Spoleto dat met dè handel rond de
muziek, die ieder jaar gedurende
vier we^en door de Italiaans-Ame
rikaanse componist Gian Carlo Me
notti ten gehotre wordt gebracht.
Menotti ontdekte indertijd Spoleto
als de plek bij uitstek voor een on
conventioneel doch redelijk snobis
tisch festival, dat het nu al weer
jaren sedert 1957 goed doet.
Maar dit Jaar Joeg Menotti die
het grootste deel van het jaar in de
Ver. Staten woont de bewoners
van Spoleto de stulpen op het lijf.
In een zwak moment van zelfkritiek
vroeg de componist van „The saint
of Bakerstreet" hij wordt in
Spoleto als een heilige vereerd en
bezit er een palazzo aan de Piazza
del Duomo zich af of het alle
maal nog wel moest doorgaan. Hij
wilde een referendum houden om
op die dwingende vraag antwoord
te krijgen.
Het antwoord
Maar alles wat Spoleto nu is, werd
het door Menotti: de keurig gepoet
ste huizen en straten, de kunsthan
dels, de restaurants en de restaura
ties aan de oude gebouwen. Op zijn
zestigste verjaardag werd Menotti
dan ook door een vererend publiek
na de voorstelling van Moussorgski's
„Boris Godunow" uit het „Teatro
Nuovo" naar huis begeleid in een
enorme met fakkels verlichte op
tocht. In hun winkeldeuren stond
de van bewondering stralende mid
denstand luid te klappen, in de
hoop dat door deze demonstratie
him boutiques niet in de toekomst
zouden terugvallen tot banalere bak
kerijen of groentestallen (wat ze
overigens buiten het festivalseizoen
voor de rest van het jaar toch on
vermijdelijk zijn)
Stralende Menotti
Ook Menotti straalde. Hij wuifde
uit zijn raam naak de duizendkop
pige menigte, zoals een Verdi dat in
de vorige eeuw kon doen na de pre
mière van een gelukte opera. En hij
besloot om alles te laten bij wat
het was en bij wat het nu is, al is
daar volgens de habitués wel enig
verschil tussen. Geconfronteerd met
de enorme financiële lasten, die
Menotti aanvankelijk met eigen
middelen bestreed tot hij te diep in
de schulden raakte, was het nodig
het festival wat te commercialise
ren.
Maar nog steeds zijn er duidelijk
drie groepen: de schare van Jonge
en niet meelr zo jonge jongelingen
waarmee Menotti is omringd, de ex-
Een uitvoering op het Dom
plein in Spoleto die door vele dui
zenden werd bezocht.
qulse club van zeer rijke en meestal
zeer oude Amerikaanse dames en
heren die door hun giften de zaak
aan de gang houden en de nog niet
bedorven en aanstekelijk enthou
siaste Jeugd, die de muziek ten ge
hore brengt.
Zo bestaat het opera-orkest „Ad
hoe", dat de uitvoeringen van
Moussorgski's Boris Godunow glans
byzet, uit leerlingen van de New
Yorkse Juilliard muziekschool. Het
is Amerika's beroemdste conservato
rium en de orkestleden zijn niet
ouder dan ongeveer twintig jaar. De
dirigent is 24.
ten van de Jaren '50 bijeen zijn ge
bracht. Denys Lémery, die de toe
lichting schreef, voorspelt dat deze
werken van repertpire van het Jaar
2070 zullen vormen. Voorspellen is
een hachelijke zaak, men mag
slechts hopen, dat lang vóór 2070
deze werken op het concertpro
gramma een even belangrijke plaats
zullen innemen als het oudere re
pertoire. David Burge speelt overi
gens erg tam, de geluidskwaliteit is
redelijk.
LIGETI - BROWN - ROSEN
BERG: STRIJKKWARTETTEN
DGG 2561040. f 21.
Van meet af aan hebben componis
ten bijna steeds rekening gehouden
met het technisch kunnen van hun
vertolkers en met de mogelijkheden
van de instrumenten. Lange tijd
meenden velen dat Ravel hekkeslui-
ter van de reeks strijkkwartet-com
ponisten is geweest; maar kennelijk
heeft hij de deur, op een kier laten
staan, want nog altijd wordt de
kwartetliteratuur verrijkt met nieu
we monumenten.
Wanneer kan men spreken van een
goed hedendaags werk en wanneer
niet? Esthetische criteria zijn niet
te hanteren, vaak klinkt een stuk
bijzonder onaangenaam, wat dan
ook door de componist zo bedoeld
is. Moet men een bepaalde composi
tie slechts ..horen" als een ingewik
kelde chemische formule, dan schiet
de kunstenaar zijn doel voorbij: hij
stelt dan veel te hoge eisen aan de
gemiddelde luisteraar. Naar mijn
gevoel zal de componist moeten
proberen, de luisteraar een redelijk
percentage informatie voor te zet
ten, die goed moet zijn gedoseerd,
opdat de toehoorder niet in slaap
sukkelt bij een te langdurige redun
dantie.
Ligeti heeft dit met zijn 2de Strijk
kwartet (1968) beter begrepen dan
Earle Brown (Strijkkwartet, 1965)
en zelfs Wolf Rosenberg (3de
Strijkkwartet, 1961). Het LaSalle-
Kwartet verzorgde van de drie wer
ken de première en speelt op deze
plaat uiterst geacheveerd. Warm
aanbevolen.
R. G. HARMS.
MILAAN De Italiaanse voetbal
wereld heeft dit seizoen één van de
allersaaiste transfermarkten van de
afgelopen 19 jaar meegemaakt.
Slechts weinig spelers wisselden van
club en de meeste beurzen bleven ge
sloten. Wel werd redelijk actief in
trainers gehandeld, maar deze moe
ten het onder de nieuwe financiële
politiek met lagere salarissen stellen.
De handel in spelers bleef, uitge
drukt in dollars, ruim 50 procent op
de activiteit van vorig jaar ten achter.
De duurste koop was de Braziliaan
se voorhoedespeler Sergio Clerici, die
voor 300 miljoen lire (480.000 dollar)
van Verona naar het FloraotUnse
Florentine verhuisde
Het beroemde Internazionale uit
Milaan trok slechte één speler aan,
de vrij onbekende vleugelspeler Gior
gio Ohio van Napels, voor wie in ruil
160.000 dollar en andere spelers ge
geven werden.
Inters voorzitter Ivanoe Fraizollo
maakte duidelijk dat de tijd van
waanzinnige bedragen voor een beetje
gerenommeerde voetballer voorbij is.
Wij voorzitters kunnen niet langer
een bankroet risker-in, alleen maar
om aan de zucht van het publiek naar
nieuwe gezichten te voldoen", zei hij
hierover.
Hoogtepunten
Maar het hoogtepunt van het Spo-
leto-festival zijn de middagconcer
ten, die om 12 uur beginnen en on
geveer anderhalf uuir duren. Ze
worden gehouden in het door Me
notti gerestaureerde „Teatro Caio
Melisso". De kamermuziekspelers die
hier optreden zijn meestal onbekend
en de clou is dat niemand ook weet
vóór het concert begint wie er op
treden en wat er gespeeld wordt.
Japanse en Tsjechische strijkkwar
tetten, Zuidamdrikaanse en Bul
gaarse pianisten, Amerikaanse cel-
Door
Rudolph Bakker
listen en Franse zangers, ze treden
er in bonte volgorde op.
Hun optreden wordt ingeleid door
een soort beschaafde Jerry Lewis,
de Amerikaanse pianist Charles
Wadsworth, die ook de artistiek
directeur van dit programmapunt in
het festival is. Zijn charme is een
mengelmoes van Amerikaans en
Italiaans, waarin hij zich met zijn
publiek in een dialoog begeeft. En
dat is ook de bedoeling: een infor
mele bijeenkomst waarbij iedereen
betrokken is. Iedere dag is ook de
vereerde maestro Menotti in zijn
loge, waarmee Wadsworth kort in
discussie treedt.
Het is allemaal afgesproken werk,
maak het schept een onverwachte
sfeer van ontspannenheid, waartoe
de vaak onconventionele kostuums
van de uitvoerenden bijdragen. En
wat in de normale concertzaal
hartverlammingen zou hebben ver
oorzaakt: direct na het eerste deel
van een sonate voor cello en piano
stormt de onvergelijkelijke Wads
worth het podium op met een blok
je in de hand, omdat hij denkt dat
het beter zou zijn als de klep van
de vleugel iets verder gesloten zou
worden. Na een rumoerige doch
vriendelijke discussie met het pu
bliek vertrekt hij weer met zijn
blokje en kan de uitvoering van de
sonate worden voortgezet.
Eregast
In het grote huis dat Menotti tij
dens zijn verblijf in Spoleto be
woont, herbergt hij ook zijn ere
gasten. De meest curieuze is wel de
86-jarige Amerikaanse dichter Ezra
Found, eens door de Amerikanen
tér dood veroordeeld om zijn colla
boratie met Benito Mussolini. Kort
voor het middagconcert begint,
schuifelt Pound uit Menotti's voor
deur naar buiten, direct omringd
door bewonderaars van de beroemde
„cantos" en door nieuwsgierigen.
Pound werd door petities van de
belangrijkste kunstenaars uit de
hele wereld tenslotte van de galg
gdred en nu is hij ook in de ogen
van Amerika (waarmee hij nog
steeds op gespannen voet staat)
weer respectabel. Sinds Jaren doet
Pound zijn mond niet meer open.
„Ik heb in mijn leven al veel te
veel gezegd", beweert hij. Het kan
ook de uiterste consequentie zijn
van zijn Jeugdtheorieën, die hem
ertoe brachten eens een gedicht van
30 regels tot twee regels terug te
brengen.
Spreekt Pound vandaag of spreekt
hij niet, dat is de vraag die de fes
tivalgangers bezighoudt. Gastheer
Menotti Juicht het uit, als zijn gast
zich ertoe heeft verwaardigd plotse
ling „yes" te zeggen. Mijn eigen in
druk was dat Pound wel degelijk
spreekt, maar dat hij zijn mond er
niet meer bij open doet. Want dat
kan. Het is een kwestie van goed
opletten.
Na het middagconcert drentelen de
festivalgangers onder de zinderende
hemel en beschermd tegen de zon
in de koele straatjes naar de even
koele restaurants waar men be
hoorlijk maar niet robbish eet. Dan
volgt de weldadige middagslaap en
de taak zich geestelijk voor te be
reiden op de avond. Ditmaal zijn
het de „Urfassung" van Moussorgskl
De Dom met de toren van Spo
leto met op de achtergrond oude
fortificaties.
„Boris Godunow" ln een door de
jeugd met inspiratie geladen uitvoe
ring, het wat onrijpe maar toch
aanstekelijke „Danoe theatre of
Harlem" en verder toneelstukken,
volksdansgroepen en een marionet
tentheater.
Het slot
Het festival werd besloten met een
openluchtuitvoering van het Re
quiem van Verdi. De Mobil-olie
maatschappij heeft middels aan
plakbiljetten door de hele stad la
ten weten dat zij de „bowl" betaald
heeft die voor de dom als open-
luchtdecolr was opgericht.
De dag na Verdi werd Spoleto weer
een gewone provinciestad als zovele
in Umbrië, maar in de blijde ver
wachting van een nieuw en rijk
dommen brengend muziekseizoen.
Iedereen heeft er dan aan verdiend
behalve Menotti. Als hij de op
dracht voor twee nieuwe opera's
heeft uitgevoerd, zal hij uit de
schulden zijn, als hij intussen geen
nieuwe heeft gemaakt. En wie het
volgend Jaar Juni naar Spoleto wil,
doet er goed aan nu al vast zijn
hotel te bespreken.
RICHARD STRAUSS: ALSO
SPRACH ZARATHUSTRA. DECCA
Richard Strauss schreef zowel sym
fonische gedichten met een descrip
tief als een filosofisch programma.
Tot de laatste categorie behoort het
in 1896 ontstane „Also sprach Zara-
thustra". dat een muzikaal com
mentaar wil zijn op Nietzsches filo
sofie. Hoewel Nietsches proloog ge
deeltelijk staat afgedrukt aan het
begin van de partituur en de on
derdelen zijn voorzien van titels uit
het boek. kan de muziek niet be
schouwd worden als een poging om
in tonen een filosofisch systeem te
beschrijven; eerder vormden Nietz
sches ideeën als geheel voor Strauss
een uitgangspunt.
The Royal Philharmonic Orchestra
geeft, geruggesteund door de goede
stereo-techniek, een uitvoering die
op enkele plaatsen wat slordig is;
hetgeen niet wegneemt, dat dirigent
Henry Leis een knappe interpreta
tie toont.
BARTOK: LE MANDARIN MER-
VEILLEUX /SUITE DE DANSES.
MMS SMS 2660, f 12.50
In zijn autobiografische schetsen
vertelt Béla Bartók, dat hij pas
goed tot componeren werd geïnspi
reerd door een uitvoering in 1902 te
Boedapest van „Also sprach Zara-
thustra", welke het nodige schan
daal verwekte. Bartók wilde echter
iets anders, iets echt Hongaars en
dit streven bracht hem ertoe een
uitgebreide studie van de Hongaarse
volksmuziek te maken. De pantomi
me „De Wonderbaarlijke manda
rijn" uit 1919 is pas zeven jaar na
haar ontstaan in première gegaan:
het uitstel was terug te voeren op
de voor die tijd onzedelijke inhoud.
De Danssuite werd geschreven ter
gelegenheid van de 50-jarige vereni
ging der steden Boeda en Pest en
kan het best gekarakteriseerd wor
den als niet-bestaande folklore.
De plaat geeft een uitmuntende
uitvoering door het Opera-orkest
van Monte-Carlo onder Bruno Ma-
I derna.
LE HAUTBOIS MODERNE. CBS
S-34-61142. f21.
Korte werken, daterend van de
laatste tien jaar, voor hobo, ge
speeld door Jean-Claude Malgoire,
bijgestaan door Danielle Salzer op
piano en clavecimbel en Francis
Pierre op harp. Van Jolivet horen
we Controversia voor hobo en harp
<1968), van de Vietnamees Ton-
That Tie: Hy vong 2.67 voor altho
bo en clavecimbel, Heinz Holliger is
vertegenwoordigd met Mobile voor
hobo en harp (1962).
Alef van Niccolo Castiglioni (1965)
is het enige werk voor hobo-solo op
deze plaat, die wordt besloten met
Obsession voor hobo en piano van
de Japanner Makoto Shinohara.
Uitvoering en geluidskwaliteit zijn
uitstekend, de plaat geeft een goed
overzicht van de hobo-literatuur
van de laatste Jaren.
LE PIANO MODERNE. CBS S-34
61171. f21.
Eveneens een plaat uit de serie
Music of our Time van CBS, waar
op de volgende werken staan: Be-
rio, Sequenaz IV (1966) Dallaplcco-
la, Quaderno musicale di Annalibe-
ra (1952); Stockhausen, Kla-
vierstück VII (1954); Boulez, Pre
mière sonate (1947) en Krenek,
Sechs Vermessene (1958). Al met al
is de programmakeuze niet zo up-
to-date als die van bovenstaande
plaat, maar daar staat tegenover,
dat hier de belangrijkste planower-
ken van de belangrijkste componis-