Leo Redel: verdediger tegen wil en dank
„In Leiden bestaat
Ssrote behoefte aan
een betaalde club
11
LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD
LEIDEN In de voetbalsport zijn de meeste verdedigers
bikkelharde afbrekers en verbeten opruimers. Er zijn er maar
weinig die niet behoeven te leunen op lichamelijke kracht,
naar door inzicht en technisch vermogen er een sierlijke speel
wijze op na kunnen houden. Trouwens, in het moderne voetbal,
iet zijn koel zakelijke inslag, is ook nauwelijks nog plaats
oor verdedigers met een wat subtielere opvatting. Lugdunum
eeft nog zo'n achterspeler die zich staande kan houden zonder
en gros rugby-achtige kunstgrepen toe te hoeven passen: Leo
tedel (25), al sinds zijn zestiende vast in het eerste van de
Toen witten verankerd.
Ik nog wel eens een mannetje pas
seren. Maar dat mag ln de verdedi
ging gewoon niet. Een tijd geleden
al weer heeft De Kubber eens tegen
me gezegd; als je zo doorgaat, kun
Je maar beter naar het tweede. Nou
dat vond lk vreemd, want er was in
die bewuste wedstrijd niets nadeligs
gebeurd. Toen zei hij: „Nee, maar
als Je blijft pingelen dan kragen we
op een dag zeker narigheid en dat
wil ik nou juist voorkomen". Dat is
natuurlijk zo. En daarom, omdat ik
wat met een bal wil doen, speel ik
liever in het centrum. De eerste tijd
als centrale verdediger vond ik een
verschrikking. Vorig jaar nog, aan
het eind van het seizoen heb ik ge
zegd; ik doe het niet meer. Maar ja,
je leert Je schikken. Er zijn bij Lug
dunum meer jongens die graag op
een andere plaats zouden willen
staan (we hebben bijv. te veel voor
hoedespelers). maar die er zich bij
neerleggen dat het niet kan. Dat heb
ik tenslotte ook gedaan. Maar ik heb
toch een beetje hoop dat ik komend
seizoen in het centrum sta. In het
laatste gedeelte van de vorige com
petitie heeft Jan van Egmond mij als
centrale verdediger vervangen. Hij
deed dat erg goed. Het is een Jongen
die niet gauw zijn hoofd verliest. Als
hij op die plaats wordt gehandhaafd,
kan ik misschien opschuiven naar de
middenlinie".
Schrikbeeld
■2Ü*
J
Redels manier van spelen maakt
em snel kwetsbaar voor blessures,
i in dat opzicht heeft hij dan ook al
ïimsohoots zijn portie gehad. Toen
e vorige competitie aan de laatste
:odjes toe was en Lugdunum nog
degnadatiegevaar verkeerde, ver-
ween Leo Redel met een zware
eenblessure uit het strijdgewoel. Dat
ebeurde op die voor Lugdunum zo
varte dag tegen UVS (40). De
VS-er Jan Verver, die een hoogst
erkwaardige wedstrijd speelde, be-
trgde hem die kwetsuur. Leo Redel:
\ch, ik wil er niet te veel meer
ver zeggen, het is allemaal voorbij.
Terver speelde niet vuil of gemeen,
naar wel erg wild. Ik blijf erbij dat
•ij die botsing had kunnen voorko-
ïen als hij wat beheerster was ge
veest. Maar jia, wat er met Verver
lie dag aan de hand was, ik weet
iet niet. Hij liep als een bezetene
iveral op in. Nou, en normaal hoef
e maar te wijzen en dan doet hij al
Irie stappen terug". Met die bles
sures is Redel lang zoet geweest. Is
Verver ooit nog wel eens bij hem
eweest om te informeren hoe het
t mee ging? Leo Redel: „Nee,
looit".
Niet van harte
Leo Redel is van nature geen ver-
lediger. Hij heeft jaren in de voor-
loede en de middenlinie gespeeld
3as een seizoen of drie geleden is
lij op 7,yn huidige standplaats, in
het hart van de defensie, beland.
Dat ging niet van harte en nog altijd
borrelt hij niet over van enthousi85*
ne voor die plek. Hij blijft een ver
dediger tegen wil en dank. .De moei
lijkheid in de verdediging is dat je
•naar zo weinig met de bel kunt
loen. Om wat ruimte te krijgen, wil
LEO REDEL „De eerste tijd
als centrale verdediger vond ik
een verschrikking"
(Foto Holvast)
Het afgelopen seizoen, het eerste
in de eerste klas, is voor Lugdunum
tamelijk moeizaam verlopen. De
groenwitten waren met te weinig
zelfvertrouwen uitgerust en bleven
daardoor te lang in de rol van un
derdog, van „het zich waar moeten
maken. Leo Redel zegt daarover
„Kijk, we hadden het schrikbeeld van
LFC voor ogen: promoveren naar de
eerste klas en hup er hetzelfde jaar
weer uit. Dat mocht en zou ons niet
gebeuren. Maar in die eerste klas zijn
VOETBAL
xtra
de ploegen aan elkaar gewaagd. Er
is niet veel verschil tussen kop en
staart. Verlies je één wedstrijd dan
kom je meteen in de degradatiehoek
terecht. Het gevolg bij ons was dat
we krampachtiger gingen voetballen.
Je deed dingen die Je normaal nooit
zou hebben gedaan. Er waren trou
wens nog andere oorzaken. We waren
van de derdeklas in een ruk doorge
lopen naar de eerste. Dat was mooi,
maar wel erg snel. Je moest anders
gaan spelen. In de derde klas kon je
nog wel eens een paar spelers pas
seren, dat ging in de eerste klas niet
meer. Dan was er de hardheid. Niet
in elke wedstrijd, hoor, maar na de
win terpauze, toen het er om spande,
ging het er vaak stevig aan toe.
Bovendien: we kenden die ploegen
niet. Je zou kunnen zeggen dat we
er pas in het laatste kwartier ach-
waren, wat een tegenstander
waard was. Het is een moeilijk jaar
geweest, ja, en we hebben veel ge
leerd. Het komend seizoen zullen we
beslist met meer zelfvertrouwen spe
len. We moeten het weer redden,
want we willen volgend jaar het
nieuwe veldencomplex als eersteklas
sers openen. Dat nieuwe veld dat is
voor ons Lugdunummers, die niets
gewend zijn. een soort paradijs. Zo'n
stimulans betekent voor ons heel
veel".
Centrum
Het zwakke punt bij Lugdunum in
het vorig seizoen was zonder twijfel
gelegen in het oentrum. De groen
witten hadden daar opvallend wei
nig macht, hoewel er toch spelers
liepen als Henk de Cler en Cees Ver
mond, die elke wedstrijd weer zwoeg
den bij het leven. Leo Redel: „Of de
aansluiting verdediging-mlddenllnse
klopt niet, of tussen voorhoede ea
middenlinie deugt't niet. Ik zou niet
durven zeggen waar de schoen wringt.
Een feit te dat we op het middenveld
veel balverlies hadden. Maar mis
schien is de hoofdfout wel dat we te
veel in de diepte speelden. Dat kun
je in de eerste klas niet meer doen»
tenminste niet altyd. Daar moet
meer in de breedte worden geroet»
bald. Dan krijgen de achterhoede*
spelers tijd en ruimte om op te ruk*
ken. Speel Je in de diepte dan kotni
de bal veel sneller terug omdat Jé
hem met die speelwijze vlugger kwijt
bent. Nee, zonder gegroepeerd voet
bal breng Je het niet ver meer, dat
is wel de grootste les geweest het
afgelopen seizoen".
Wat betekent een man als De Kub
ber nu voor Lugdunum? Redel: „Het
is een erg goede trainer. Zoals leder
mens heeft hij ook zijn zwakke pun
ten. Hij leeft vaak te veel mee, ls ar
te emotioneel bij betrokken Dan
wordt er weieens een woordje ge
legd waarvan je denkt: moet dat
nou. op dit moment?"
Hoe staat het met Redete eigen e*r
voel ten opzichte van een wedstrijd.
„Er vóór ben ik nogal gespannerv
Maar dat moet ook wel, want ander*
kun je geen prestaties leveren. Wat
ik aan nervositeit bezit, valt weg
zodra de bal rolt". De blessures die hij
heeft gehad, brengen die hem ertoe
om wat voorzichtiger te zijn met in
grijpen, wat meer af te wachten?
„Nee, ik ben nooit bang om in te
grijpen, als die blessuré maar volledig
genezen is. Naar mijn gevoel verde
dig ik nog met dezelfde Inzet als drie,
vier jaar geleden. Iets anders te ate
je weer gaat spelen wanneer zo'n
blessure nog niet helemaal over te.
Ik heb vroeger wel gedacht: ach,een
beetje doorbijten, dan zal het wel
lukken. Dat kun Je beter niet doetk
Want Je wordt er bij wijze van spre
ken met elke beweging nog aan her
innerd dat die blessure er nog zit".
In de laatste fase van het vorig
seizoen, een tijd van kommer en kwel
voor Lugdunum. stond Leo Redel op
de lijst van geblesseerden. Wat voor
gewaarwording was het voor hem om
zijn ploeggenoten van de zijlijn gade
te slaan? „O. dat is Iets ontzettend».
Dat doe ik nooit meer. Je staat er
maar te staan. Je moet maar af
wachten wat er gebeurt. Je wordt
overvallen door een gevoel van
machteloosheid".
RUUD PAAUW
bitieuze Jan Teeuwen (Leidenaar die in eredivisie speelde) blikt kritisch terug op bijna 20 jaar voetbal
(1DEN Robuuste centrumverdediger Jan Teeuwen binnenkort 35 jaar
de knoop toch maar doorgehakt. Ondanks de aandrang die op hem werd uitgeoe-
om bij te tekenen'. „Ik had", geeft hij toe, misschien nog wel twee jaar mee kun-
taaien bij LFC, maar de tijd ontbreekt me om alle trainingen te volgen. In het laat-
zoen heb ik er zeker 25 gemist en al verzekerden „de jongens" me er alle begrip
te hebben dat ik ondanks dit trainingsverzuim in het eerste elftal werd opgesteld,
ekt tóch bepaalde spanningen op. Iets gaat er dan onder lijden: of het werk óf het
leuze brouwerij-inspecteur
uwen, een van de zeldzame
u's die eredivisievoetbal
koost voor het werk
op de eindstreep van zijn
gi^de voetbalcarrière is hij na
"Taarzellng, „want die vraag
W fel even op me af" bereid
terug te blikken op bijna 20
>etbal, Ledds voetbal vooral,
de niet-pure-clubman Jan
flfn. van huisuit Lugdunummer,
f die hem overigens nog altijd
rfttrekt, is (lachend: „Ik weet
Joe of de andere verenigingen
willen reageren, maar vooruit
UVS altijd een voor
leest.
_P speelt", stelt hij clean vast,
Widen het leukste voetbal, ln de
He periode en ook nu nog.
.ttentaal heeft er bij de blauw-
tj altijd wat aan gemankeerd.
ook de reden dat zij er nooit
en wimpel bovenuit zijn
,j.® komen. Misschien dat dit
'Wallie van Schooten aan het
Roer gaat veranderen. Als
it qua voetbal niet veel meer
heeft, dan kampioen van
d wordt, kan er in Leiden
betaald voetbal worden ge-
fen trapt een open deur ln
met te constateren dat er in Leiden
een grote behoefte bestaat aan een
betaalde club. „Nu is het hier maar
een koele bedoeling. De belangstel
ling voor het amateurvoetbal, dat
hier dreigt te verpauperen, loopt
sterk terug. Vroeger trok, om een
voorbeeld te noemen, een wedstrijd
ven het Leids elftal zeker 5 a 6000
toeschouwers. Nu zijn dat er hooguit
500. Dan krijg Je ook nog eens een
lauwe vertoning voorgeschoteld. Lo
gisch dat de Leidse voetballiefheb
bers naar Den Haag of Rotterdam
trekken
De (betaalde) zaak ls, naar de stel
lige overtuiging van Jan Teeuwen, in
Leiden nooit goed aangepakt. „Er
zUn, als de Juiste mensen ervoor
aangetrokken kunnen worden, in de
centrumgemeente Leiden heus wel
sponsors te vinden en als het een
beetje draait zijn 10.000 toeschouwers
bij de thuiswedstrijden beslist reali
seerbaar
Jan Teeuwen heeft de clubkleuren
gedragen van Lugdunum, VW, Ven-
lo, opnieuw Lugdunum, Randstad
Sport en (tenslotte) die van LFC.
Puur
„Ik heb nooit mijn hart verpand
puur aan één vereniging, alhoewel
ik aanvankelijk dacht dat er maar
één wasLugdunumIn het
verloop van het gesprek blijkt dat
Lugdunum ook nu nog op de niet-
clubman Jan Teeuwen een grote
aantrekkingskracht uitoefent. Char
mante mevrouw Teeuwen, interrum
perend: „Misschien door je vader
Maar daar wil Jan Teeu
wen niet aan. „Dan zou er op Lug
dunum een vloek moeten rusten",
werpt hij tegen. „Mijn vader was
nooit of te nimmer thuis. Hij zat in
het bestuur van Lugdunum. in de
contact-, belangen- en elftalcommis
sie en in het weekeinde liep hy dan
ook nog eens te grensrechteren of te
scheidsrechteren by de junioren
Nee, Lugdunum ls myn begin-vereni-
ging geweest. Ik heb me er het beste
thuisgevoeld, hoewel ik toch ook by
Randstad Sport, by LFC en in
mindere mate by VW de sfeer als
fyn ervaren heb".
Steen
Twee zaken liggen Teeuwen nog
als een steen op het hart. Hy noemt
het frappant, dat hy in Leiden nooit
een geweldige naam heeft gehad. „Ik
was hier altijd de man die hard en
soms zelfs vies speelde en met
myn hand op myn hart lk ben
me er niet van bewust ooit iemand
opzetteiyk een gemene trap te heb-
Door
René Vos
ben gegeven". Dit (onverdiend) opge
plakte etiket stéékt Jan Teeuwen op
wiens strafiyst na byna 20 Jaar
voetbal slechts één schorsing „ik
was toen 19" en één waarschu
wing voor praten „altüd een fout
van my geweest" mager figu
reren.
De tweede „loden last": Toen ik
twee jaar geleden van Randstad
Sport het overstapje naar LFC
maakte, werd er alom beweerd: be
taling. Daar is geen spetter van
waar. Ik heb bü LFC trouw myn
contributie betaald en beslist geen
cent gevangen
Debuut
Jan Teeuwen maakte enige voet
balgeneraties terug, in 1954, zyn de
buut in het eerste elftal van Lugdu
num. „Het gerucht deed toen de
ronde in die tyd was het betaalde
voetbal in opkomst en de leiders van
het amateurvoetbal stonden er
uiterst gereserveerd tegenover dat
onze stopperspil Tjamme Hoekstra
naar Blauw Wit zou gaan. Het be
stuur zat meteen in de hoogste boom,
zette Tjamme naast het elftal en
deed voor de uitwedstryd tegen WP
een beroep op myn persoon. Ik was
nota bene nog aspirant. Achteraf ging
Tjamma Hoekstra helemaal niet
weg
Bij VW ik werd door mijn
firma (Riedel) overgeplaatst naar
Venlo maakte ik myn debuut in
de wedstryd tegen PSV. Kort voor
de aanvang blesseerde Ton van der
Hurk zich en moest lk erin. Ik had
nog geen contract. Dat werd erna
opgemaakt, al speelde lk niet zo'n
geweldige wedstryd. Pas in de tweede
<- -f
■j Sf
Jan Teeuwen
.mooiste wedstrijd tegen Feijen-
oord.
(Foto Holvast)
helft ging ik wat zekerder spe
len
Feijenoord
Jan Teeuwen heeft by VW een
fyne leerschool gehad. „De sfeer
was er minder dan by Lugdunum,
waar het niet alleen op prestaties
aankwam. By VW ging het er pro
fessioneler aan toe, alhoewelals
je dat seizoen 1959—1960 vergelykt
met het betaalde voetbal van nu, was
het ook nog maar een amateuristisch
opgezette affaire. Myn mooiste wed
stryd by VW speelde ik in 1962
tegen Feyenoord. Feyenoord kon
toen by ons kampioen worden, had
aan een gelukspel al voldoende. Toen
het drie minuten voor tyd nog 00
stond begon het Rotterdamse legioen
al te zingen. Een minuut later maak
te Cor Demeulenmeester 10 voor
VW en toen had je dat Venlo6e pu
bliek eens moeten horen. Grandioos
feest. De FeUenoorders werden ge
jend met het carnavalslied „Ach was
ik maar by moeder thuisgebleven" en
de Venlose vereniging voor vreemde
lingenverkeer heeft toen de brieven,
waarin Feyenoord met het kam
pioenschap werd gefeliciteerd en
waarbU een Limburgse vlaai was in
gesloten, maar aan om uitgereikt.
Een week later werd Feyenoord
11 tegen ADO toch kampioen.
Het was het Jaar van Benfica. Het
seizoen daarop volgende degradeerde
VW
Na de Venlose periode kwam Teeu
wen terug by Lugdunum. ,Dat was
qua sfeer gewoon weer een eldorado
voor me". Maar zyn karakter botste
met dat van trainer Joop de Kubber
en toen Piet Weduwer hem uit zyn
tent lokte met de vraag „Jan, ben je
nu echt zo'n pure clubman", werd
het Randstad Sport. Teeuwen
lachend: „De sfeer was daar gewel
dig, vandaar misschien ook dat de
prestaties op zo'n laag pitje stonden.
Ik heb er twee jaar gespeeld. Toen
ging Weduwer weg en ging ik er
over denken om met voetbal te stop
pen.
Maar op een verjaardag loop ik
tegen Henk Holswilder op die zegt:
„Kom by ons wat .uitryden" in het
tweede of derde. De antwoordde met
„nee", maar tenslotte werd het toch
„ja" en niet het tweede maar het
eerste elftal. Na een harde training
onder Piet Kraak, die het voor mij
wel kon, al was hy geen geweldige
psycholoog, bleek dat ik na die twee
jaar in de Afdeling Leiden by Rand
stad Sport, by LFC nog best kon
meedraaien".
Teeuwen heeft veel waardering
voor zyn laatste club. Vooral het be
stuursbeleid by de Boshuizerkade-
club noemt hy by zonder goed. Hy te
echter niet blind voor het feit, dat
de kloof tussen het eerste elftal en
de reserveteams by de kanaries t«
groot ls, waardoor de komende twee
jaar wellicht moeiiyk zullen worden.
..Maar by de junioren lopen gegaran
deerd jongens die mits ze serieus
blijven binnen één, twee Jaar rijp
zullen zyn voor het eerste. Die Ju
nioren doen het onder leiding van
Jan Neuteboom by zonder goed. In
René Holswilder zie ik myn opvol
ger. Maar Ja, nogmaals, aLs ze maar
niet weglopen Teeuwen er
kent dat de Jeugd „anders" te gewor
den. „Er is nu meer vertier, wy
zochten vroeger automatisch de
sport Daar stierf je voor. Dat te er
nu niet meer by. Er wordt ook to
snel gezegd: die Jongen te te licht,
die kunnen we niet in het eerste set-
ten, want hy wordt mogeiyk ln el
kaar getrapt. Flauwekul, wy waren
vroeger op 16-Jarige leeftyd rijp voor
het eerste elftal en het voetbal te
het systeem uitgezonderd niet ver
anderd. In het afgelopen seizoen
heeft Roodenburg het met een stel
van die Jonge knapen gegokt en er
een hoop punten- mee behaald. Over
het algemeen ls men tegenwoordig te
voorzichtig met de Jeugd. Dat te niet
goed voor de zelfvorming. Maar ach,
wat zeg ik ik ben zelf al bang als
myn dochter van 12 op de fiets naar
de stad gaat. Moet je toch na
gaan