Minuut later hebben ongens r al ^aak euze spijt van... i LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD .Maarten, jongen wat ben je toch weer langzaam.. xtra (Van onze sportredactie) LEIDEN In het afgelopen voetbalseizoen heeft het Leidsch Dagblad regelmatig de rubriek „Op de strafbank" gepubliceerd. Een lijst namen van voetballers, die tijdens een wedstrijd een officiële waarschuwing hadden gekregen en/of uit het veld waren gestuurd en daarvoor door de strafcommissies van de KNVB of de Afdeling Leiden waren geschorst. Tegen het publiceren van die „voetbalzondaars" is nogal veel verzet gerezen. Tijdens de algemene jaarvergadering van de Afde ling Leiden werd door sommige clubbestuurders geageerd tegen het doorgeven van die straffen naar de diverse dagbladen via het officiële mededelingenblad terwijl de contactcommissie van de Leidse KNVB-vereniging ze fis in een schrijven verzocht de rubriek „Op de strafbank" te laten vervallen: ,De commissie acht het niet noodzakelijk, dat deze kwestie zover naar buiten moet worden gebracht. De straffen, die de bond oplegt, wegen meestal zwaar genoeg". In onderstaand artikel brengen alle tegenstanders van de rubriek uitvoerig hun (vele) bezwaren en (weinige) voordelen onder woorden. EIDEN Henk Uiterdijk, voorzitter van Roodenburg, lid van de contactcommissie de Leidse KNVB-verenigingen en deel uitmakend van de jeugdcommissie en jeugd- fcommissie van de Afdeling Leiden, heeft zich de afgelopen maanden wat geërgerd de rubriek ,,Op de strafbank Om twee reden. Uiterdijk: ,,Ten eerste, omdat ik zo- elke week weer heb moeten constateren, dat de spelverruwing toeneemt. En dat I ik bijzonder jammer. Daarnaast vindt ik het onjuist dat al die spelers met naam en kam in de krant hebben gestaan. Alsof het een soort misdadigers waren. Terwijl echte misdadigers alleen de initialen worden vermeld. ritiek van Uiterdijk richt zich l op het publiceren van de I van de geschorste jeugd- p. En wel om vier redenen jpit pedagogisch oogpunt is het bevorderlijk voor zo'n lap. Het is nu eenmaal ty- Leids, dat in een be- ïalde buurt één jongen het lltijd gedaan heeft. Als zo'n pngen nu ook nog eens uitge leid in de krant komt. omdat lij in het veld iets heeft ge- laan en dat is vaak niet eens p ernstig dan krijgt hij on middellijk van de buurt nog lens een klap-na". letzelfde geldt voor de clubs: )oral bij de jeugd wordt nogal gejend. Door al die extra- Dlicitedt wordt er nog meer evoerd. Ik zie persoonlijk ook voordelen van zo'n straf- jjst in de krant. Zover ik kan x>rdelen, heeft het nauwelijks fitwerking. In tegendeel: het fokt wel alsof sommige jongens j let fijn vinden om in de krant |e staan Iet is niet leuk voor de clubs hun vuile was buiten te zien gehangen. Door de ite clubs wordt er veel aan maar het is en blijft moeilijke zaak. Vooral de wordt er tegenwoordig |r|Bak op gewezen. Dat zij zich kunnen beheersen en zo. je kunt een hele dag pra- i, maar als zij eenmaal in het staan, ben je de jongens Itwijt. Dan kunnen zij één tikje al hun goede voor- iens en onze raadgevingen iet één klap vergeten straffen, die in de krant zijn soms niet reeël en al verouderd. Ik zit zelf in jeugd-straf commissie. Wij >men meestal eenmaal in de ien dagen bijeen. Dan wor- wij dikwijls geconfronteerd it gevallen, waarin de speler >r zijn vereniging reeds Voor lig is geschorst. Soms voor soms ook voor vier weken, 'ij, als strafcommissie, nemen dan meestal de straf van die club over. Is zo'n jongen voor twee weken voorlopig geschorst, dan kan hij soms het weekeinde al weer spelen. Dan heeft hij zijn straf reeds uitgezeten. In die gevallen is een publikatie van de straf alleen maar verve lend. Want vaak komt zo'n zaak door aherlei omstandighe den twee of drie weken later in de krant en dan is zo'n jongen die hele zaak allang weer ver geten". Maatregelen Uit eigen (Roodenburg) ervaringen weet de heer Uiterdijk, dat er tegen woordig door de meeste clubs ook veel wordt gedaan om de spelverru wing vooral by de jeugd zoveel mo gelijk tegen te gaan: door de kos ten van de strafzaak zelf te laten be talen. door een extra-schorsing van de club, door extra-resevebeurten. „Maar", aldus Uiterdijk, „dat zijn alleen maar maatregelen om alles zoveel mogelijk te beperken. Als de jongens eenmaal in het veld lópen, heeft niemand meer echt overwicht op hen. Dan reageren zü vaak impul sief en een klap of een trap is ge beurd voordat je 't weet. Dan denken die jongens niet aan een tientje-of- zo. Een minuut later hebben zij er al weer spijt van". Volgens Henk Uiterdijk moet be teugeling van het aantal jeugd-straf- zaken meer en meer worden gezocht in de leiding. Van jeugdleiders én jeugdscheidsrechters. Meent hij niet ten om-echte„Pedagogie is bij het jeugdvoetbal enorm belangrijk. Er komt veel opvoedkunde bij te pas. Sommige jeugdleiders en scheidsrech ters hebben dat gewoon en anderen moeten hun uiterste best er voor doen om een goede meester te zijn. Wij bij Roodenburg hebben vorig jaar vóór de competitie een vergade ring gehad met alle jeugdleiders. Tijdens dat avondje heb ik onder meer verteld nooit-en-te-nimmer een elftal uit het veld halen. Daar hebben we uren over zitten praten. Prompt haalt een week later een jeugdleider zijn elftal uit het veld Een goed samenspel tussen jeugd leiders en scheidsrechters is volgens de heer Uiterdijk dan ook een eerste vereiste: „Wanneer een wedstrijd uit de hand loopt, is dat niet zozeer de schuld van de 22 jongens in het veld. maar vaak van de ouderen. Dan is er geen goed contact tussen jeugdlei ders en scheidsrechters. Die moeten samenwerken. Elkaar aanvullen en bijstaan. Het is verkeerd, als een scheidsrechter bijvoorbeeld niet fluit als een jeugdleider grensrechter is en voor buitenspel vlagt. Want die jongens zien hun jeugdleider als dè man. Zoals het ook verkeerd is. als een jeugdleider in het openbaar, waar de jongens bij zijn, een scheids rechter afvalt. Daardoor wordt een stemming gekweekt, waarvan die jongens meestal de dupe worden". In het verleden hebben de Leidse KNVB-clubs een stap in de goede richting gezet door avondjes voor jeugdleiders te organiseren. Tijdens die contactvergaderingen hebben veel leiders elkaar wat beter leren ken nen. En waarderen. Dat contact zou de heer Uiterdijk graag verder uit gebouwd willen zien. Uiterdijk: „Het zou lang niet gek zijn, om ook jeugdscheidsrechters voor die avond jes uit te nodigen. Om zodoende ook de problemen van jeugdscheidsrech ters te leren kennen. Daardoor zou het contact onderling sterk worden verbeterd. En die betere samenwer king zou alleen maar goed voor de jeugd zyn". Over het verschijnen van namen van gestrafte seniorspelers zou Roo denburg-voorzitter Uiterdijk niet di rect tot een publikatieverbod willen overgaan. Overweegt hij: „In wezen ligt de zaak natuurlijk gelijk. Maar senioren hebben een leeftijd gereikt, waarop zij geacht worden op zichzelf te kunnen passen. Zij zijn oud en wijs genoeg om zich in het veld niet te misdragen. Zij moeten er voor kunnen zorgen, dat zoiets niet ge beurd. En dat kun je nu eenmaal van de jeugd nog niet zeggen". Felle tegenstander De heer A(d) A. C. Dusée lid Afdelingsbestuur, voorzitter van de commissies voor het jeugdvoetbal en hèt RK-voetbal en lid van de straf-. Door Cees Onvlee Tekening Joop Walenkamp het publiceren van de namen van de commissie is een tegenstander van geschorste spelers. Dusée: „Ik ben er zelfs een felle tegenstander van. Een man als Hans van Zon, die vier moorden heeft gepleegd, kwam "Jeugcl tot bezinning brengen..." LEIDEN Mr. dr. J. J. de Jongh, voorzitter van de Af deling Leiden van de KNVB, fel bestrijder vari de toene mende 'verruwing' in de voet bals-port, was ook bereid com mentaar te leveren op de pu blicatie van het 'strafbank-je' in het Leidsch Dagblad. Zijn mening„Ik onderschrijf de mening dat het voor de jeugdspelers om pedago gische redenen geen aanbe veling verdient om tot alge meen publiceren in de regio nale pers over te gaan, al kan niemand de pers het recht ontzeggen zoiets te doen. Im mers, de straffen worden op grond van de KNVB-regle- menten reeds gepubliceerd, zij het in het officiële or- i/aan. Maar dat is wel een officiële publicatie! Het grote publiek leest dit evenivel niet. wel de regionale pers, vandaar de bezwaren. Mijns inziens moet zoveel mogelijk geprobeerd worden de jeugd tot bezin ning te brengen: een goede begrijpelijke leiding van de clubbestuur der en is een eerste vereiste. Laten wij het voorlopig daarop maar hou den nog anoniem als Hans van Z. in de kranten. En als ik dan die lysten zie van onze spelertjes, die zich in het veld wat onsportief hebben ge dragen, dan vind ik dat volkomen onjuist. Pedagogisch, omdat er van zo'n publicatie volstrekt géén opvoed kundige waarde uitgaat. Moreel, om dat een speler, die door de commis sie is gestraft nog eens met zijn neus op het gebeurde wordt gedrukt. En zelfs gevaarlijk, omdat vooral de jeugd er vaak een heldenverering in ziet. Die mentaliteit héb je: er zijn jochies, die het nog mooi vinden ook.. Ad Dusée wil nauwelijks onder scheid' maken tussen jeugdspelers, senioren en profvoetballers. Dusée: „Of het nu iemand is uit het achtste elftal of uit het eerste team, doet er weinig toe. De overtredingen zijn vaak zo verschillend, terwijl ook de bepalingen van de strafmaat zo uit eenlopend zijn. Het publiek leest in de krant later alleen de uitspraak niets over de wijze wa&rop en waar om een bepaalde speler gestraft is. Dat publiek heeft vaak al vernomen, dat een bepaalde speler uit het veld is gestuurd en waarom. Volgens mij is het publiek bij zo'n uitspraak nau welijks meer geïnteresseerd. Daar mee wordt alleen de hele zaak nog maar eens opgereuteld. Zonder dat ook maar iemand van de betrokke nen erbij gebaat is. Maar ik begrijp natuurlijk wél de commerciële belan gen van een dagblad". Weinig nut De heer P. J. van der Berg (voor zitter van de strafcommissie van de Afdeling Leiden) uit Noordwyker- hout ziet evenmin veel nut in het regelmatig publiceren van de rubriek „Op de strafbank". Overweegt hij: „De gestrafte spelers zullen zich er mogelijk aan ergeren, maar 'n uur later zijn zij het al vergeten. Precies zoals met de opgelegde straffen: een schorsing van twee, vier of zes weken vinden zij wel erg als zij voor de groene tafel staan, maai- als die straf om is denken zij er niet meer aan. Als ze dan weer mogen voetballen en zij dreigen weer in moeilijkheden te komen, denken zij op zo'n moment toch niet gauw van: oh wacht even tjes, rustig aan. Anders krijg ik weer vier of zes weken. Dat dringt pas tot hen door als zij wéér uit het veld zijn gestuurd". Straf commissievoorzitter Van der Berg meent overigens wel een onder scheid te moeten maken tussen ju nioren en senioren. „Niet alleen wat betreft de strafmaat, maar ook wat betreft de uitvoering daarvaïi. Een volwassen iemand van een jaar of 22, 25 of 30 moet beter weten wat hij doet. Net zoals bijvoorbeeld vetera nen. Wij krijgen wel eens. voetballers van een jaar of 40 of zelfs nog ouder voor onze tafel. Die hadden toch beter moeten weten. Maar ook voor hen geldt vaak, dat zij hebben ge handeld in een opwelling. Ik geloof, dat er niet veel spelers zijn, wie Icoel- bloedig denken: en nu ga ik die kerel eens lekker pakken. Zij zijn vaak geprikkeld, geïrriteerd. De één kan bijvoorbeeld veel meer hebben dan de ander. De één pikt tien trappen zon der een woord te zeggen, terwijl de ander al bij het eerste tikje losbarst. Maar zo'n senior veteraan moet ver standiger kunnen zijn. Natuurlijk. Daarom is er zeker verschil tussen het publiceren van de naam van een junior of senior. Maar ik vermoed, dat het evenmin resultaat heeft Volgens de heer A. W. G. van Leeuwen (lid van de scheidsrechters - commissie) uit Alphen aan den Rijn heeft het regelmatig publiceren van geschorste spelers tot gevolg, dat er een bepaald vooroordeel wordt ge kweekt. „De mensen, die er werkelijk tn geïnteresseerd zijn, komen de uit spraken van de diverse strafcommis sies toch wel te weten. Maar ten op zichte van de andere clubs ontstaan er vaak een anti-stemming en daar schieten we niets mee op. De clubs niet ende scheidsrechters niet. In de volksmond hebben bepaalde clubs toch al zo'n naam. Scheids rechters onder elkaar zeggen wel eens: hij krijgt zondag die en die. Ook een mooie klus. Maar dat is vaak zo erg persoonlijk. Ik fluit soms clubs met zo'n slechte naam en daar beleef ik veel plezier aan. In andere wedstrijden, waarvan je denkt: leuk, die en die, moet je soms aan één stuk door fluiten. Het is allemaal zo betrekkkelijk". Dat uit het veld gestuurde of offi cieel gewaarschuwde spelers hun naam 's maandags in de kranten te rugvinden, is voor oud-scheidsrechte* Van Leeuwen vanzelfsprekend: „Zo'n scheidsrechter stuurt heus niet voor niets iemand uit het veld. Als dat in het verslag staat, is dat correct. Maar om daar later nog eens uitge breid op terug te komen, is iets wat het grote publiek niet aangaat. Mis schien zou een strafcommissie by het opleggen van een straf kunnen be palen, dat zo'n uitspraak in het club blad of mededelingenblad of op het bord in het clubhuis moet worden vermeld. Maar ook daarvan zie ik niet zoveel nut". U VS wel..... Als een van de weinige clubs uit Leiden en omgeving ziet de Leidse zondag-eerste klasser UVS in een bepaalde vorm van publicatie in het clubblad wél voordelen. In de laatste Blauw-Witter spreekt voorzitter Nienhuis schande van het in het af gelopen seizoen sterk gegroeide aan tal leden, die zich op één of andere wijze in het veld hebben misdragen. Onder een duidelijke grafiek wry ft de UVS-voorzitter zijn leden intern het een en ander onder de neus. Om de UVS'ers nog eens op hun verant woordelijkheid ten opzichte van hun vereniging en medespelers te wyzen. „De stügende Ujn van schorsingen is op den duur een ernstige aanslag op de goede naam van uw club en bovendien benadeelt u uw collega's met uw gedrag. Wanneer u een schorsing oploopt, is daardoor het team waarin u speelt onmiddellyk gehandicapt". De haer Nienhuis verder in zyn commentaar: „Een dergeiyk optreden kan in de vereniging niet geduld worden en naast de maatregelen, welke het bestuur onlangs vaststelde om de opgelegde boete door de be treffende spelers zelf te laten beta len, zal 't op deze wijze voor het be stuur noodzakeiyk zyn harde maat regelen te treffen. Excuses als slechte scheidsrechters, tv-invloed gaan in het geheel niet op; slechte één ant woord op deze materie is goedl SPORTIVITEIT EN ZELFBEHEER SING! wy rekenen niet, maai wij EISEN uw medewerking". .EIDEN De lakonieke ier waarop Maarten van operen (19) in het voetbal- zoen over de amateurvel- scharrelt, werkt veelvul- van Roodenburg manoeu- ert zijn lange lichaam dan regelmatig in uiterst *mde bochten als hij erop ls de bal te bemachtigen af te schermen. „Ik heb", Iffelt hij, „nog eens een -*£dstrijd in de regionale ge- ield. Toen kon ik niets -Jen of het publiek gilde zo van het lachen. Zelfs ik alleen maar viel, was alweer brullen. Ik weet hoe het komt. Waar- lijnlijk omdat ik zo lang R 'Maarten van Kooperen is lang °'n 1.94 meter en traag, veet dat ik traag ben. En dat fciet uit te brengen ook. Na- 'Jk is 't wel geprobeerd door trainer Frans van der Zeeuw, fi liet oefenen op het nemen van Pasjes om mijn snelheid op te voeren maar dat vergeet ik tel kens weer in een wedstrijd. Trou wens ik ben alleen maar langzaam op de eerste meters. Ik kom moeilijk op gang, maar als ik eenmaal op snel heid lig, dan ben ik even rap als een ander. Maar goed, je kunt wel zeggen dat ik traag ben ja. Ik heb wel wedstrijden dat ik denk: Maar ten wat ben je weer langzaam van daag. Maar dan kan ik gewoon niet sneller. Mijn lengte is wel een voor deel. Er zijn maar weinig amateur voetballers, die in de lucht tegen me op kunnen. En dat gekoppeld aan Van Koope- ren's byna Stoïcynse optreden en zyn vermogen om een speler af te stop pen en het spel te vertragen zullen waarschijnlijk hebben geleid tot zijn uitverkiezing voor het eerste team. Dat gebeurde na acht wedstrijden in het vorige seizoen toen Rinus Smits Roodenburg de lang verwachte in jectie toediende door een aantal spe lers uit de regionale over te hevelen naar het standaard team. "Dat ik erbij was, was voor mij een verras ing", bericht Van Kooperen. "Ik vond mezelf helemaal zo geweldig niet in de regionale. Nu trouwens nog niet, maar toen was mijn spel nog minder tot ontplooiing gekomen. Ja, die eerste wedstrijd in het eer- Door Paul de Tombe ste speelde ik toevallig wel goed. Toen had ik een goede dag. Het viel trouwens erg mee. Ik had gedacht, nou kom Je in het eerste en nou krijg Je natuurlijk met heel ander voetbal te maken. Met 'n hoger tem po hé. Maar dat viel erg mee. En we werden erg goed opgevangen door de spelers. De verstandhouding was trouwens voor die tijd al erg goed. Toen wij erin kwamen dacht ik: als we nu degraderen, hoeven we ten minste niet met oud spul te begin nen. Dan speel Je al met jong bloed'. Maar het is allemaal erg goed ge gaan". "Roodenburg had die verjonging nodig. Vroeger bestond het spel voornamelijk uit verdedigen, tegen woordig kunnen we ook weer aanval len. Ik verwacht dan ook dat Roo denburg dit seizoen hoog gaat eindi gen. Bij de eerste drie schat ik. Naar wat we dit Jaar hebben laten zien. hebben we gewoon te weinig punten behaald. Roodenburg mist nog een schutter: de vent die doelpunten kan maken. Ikzelf kan dat ook niet. Met de kop gaat het nog wel, maar als ik met de bal aan de voet alleen voor het doel kom, krijg ik zowat de stuipen. Dat is een gemis van me, maar ik vind het ook zo verdraaid moeilijk om doelpunten te maken. Vooral met die rare voeten die ik MAARTEN VAN KOOPEREN praatpaal (Foto Holvast) heb. Mijn rechtervoet is twee maten kleiner dan mijn linker en mijn rechterbeen is toevallig net mijn schietbeen. Het is ontzettend rot om met 'n lege schoenpunt te schieten. Ik zou natuurlijk 'n aparte schoen kunnen laten maken, maar dat is me een beetje te prijzig. Ik heb net een paar voetbalschoenen gekocht (maat 48), die kosten honderd piek. Kun Je nagaan hoe duur het zou worden als Je speciaal een schoen moet laten maken, of als Je er nog een klei ner paar extra bij moet ko pen. De Van Hanegem-schoenen die Van Kooperen ("die man is gewoon geweldig, wat hij met een bal doet is weergaloos. Hij is mijn grote voor beeld") heeft gekocht, zal hij straks weer aantrekken om zijn rol op het middenveld te vervullen ("Dat vind ik de mooiste plaats om op te voet ballen") Om even lakoniek als al tijd zijn opdracht uit te voeren, ook als die het uitschakelen van een ge renommeerd tegenstander geldt. "Hoe ik dat dan probeer, ligt aan het soort voetballer dat ik tegen me krijg. Als er wordt gezegd: jij scha kelt die vent uit. dan geef ik hem in ieder geval geen meter ruimte. Dan blijf ik op zijn lijf zitten. Als het lukt en Je ploeg wint is het leuk voetballen, lukt het niet dan zeg Je misschien: het hoeft voor mij niet meer. Want Je bent natuulijk wel de praatpaal van zo'n vent. Dat interes seert met niet, ook niet als ze twee maal drie kwartier tegen me aan lo pen zeuren. Ik ben niet meer zo snel geïntimideerd, dat heb ik wel ge leerd. Vroeger was ik zo stom om terug te gaan katten, ook dat doe ik niet meer. Laat hij maar praten, als hij praat kan hij voorlopig niet voet ballen. Je kunt toch geen twee din gen tegelijk doen. Hoezeer die stelling ook in het voetbalspel opgaat moesten Carol Schuurman (van RVC) en Hans van der Starp (van Lugdunum) aan den lijve ondervinden. Bovendien speelt Van Kooperen om hogerop te ko men: "Van mijn elfde tot mijn veer tiende Jaar heb ik in LDWS gevoet bald. Ik ben naar Roodenburg ge gaan, omdat ik daar meer kon berei ken. En ik wil zo hoog mogelijk. Nu is het nog Roodenburg, maar als het even zou kunnen, zou ik graag in 'n betaalde ploeg spelen. Niet dat ik dat erin zie, maar ik hoop dat het ooit eens gebeurt. Welke voetballer hoopt dat niet? Aan de andere kant, ik voetbal alleen om het voetballen. Als ik niet voor het eerste was geko- VOETBAL zen, had ik net zo prettig in de re gionale doorgevoetbald." "Ik heb alles voor voetballen over. Ik heb er zelfs een baan voor op gegeven omdat ik daarin niet meer kon trainen. En werk of geen werk, ik wil elke avond een partijtje trap pen op de speelweide hierachter (Van Kooperen woont aan de Wil lem de Zwijgerlaan). Tegen het ein de van het voetbalseizoen denk ik weieens: nu mag het voetbal voor mij een poosje ophouden, maar dat moet ook niet langer dan een paar we ken zijn. Want dan weet ik al niet meer wat ik met de zondag moet doen. Ik ben op het ogenblik nou een maal gek van voetbal. Vandaar dat voor Maarten van Kooperen de oompetitie zondag ai mag beginnen...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 23