,DWS misschien een pechclub, tnaar ik heb altijd geluk gehad" NOOIT BLAD VOOR DE MOND £xtra „je hoefde Willem niets te leren, alleen maar even iets voor te doen Bob Janse is „accu" aan bijladen... 1 tadionclub uitdaging voor Pim van der Meent AMSTERDAM ,,DWS is niet in een crisis-periode, „ggiar in een opbouw-periode". Pim van der Meent (33), ambitie het Amsterdamse Olympisch Stadion binnen 0 stapt als opvolger van trainer Joop Brand, ziet voldoende nsen. Voor DWS èn voor zichzelf. Kijkt hij hoopvol met ™eii enthousiaste bezieling vooruit: „Waarom zou DWS stuk niet kunnen redden? En waarom zou ik het stuk tkunnen redden. VOETBAL i'i DWS iii „nood" verkeert doet U im van der Meent niets. Dat de tadionclub de belangstelling tot en dieptepunt heeft zien dalen ich redstrijden met nog geen duizend itle Deschouwers meer en dat de Hereniging daardoor in een moei- :roiijke financiële situatie is geraakt eeft de geestdriftige Utrechtse I efenmeester alleen maar een 0U! xtra-kick. Filosofeert hij„In miorlogstijd slaan de mensen, die lan op elkaar zijn aangewezen, de landen vaak beter ineen dan in In zo'n situatie verkeert )WS. Maar we gaan roeien met de iemen die we hebben". „riemen" zijn door debutant- rainer in de eredivisie Pim van Ier Meent die daarvoor zijn itract met SC Gooiland ver- leurde: „Mr. Jansen van Raay mij juridisch geadviseerd; jooiland was failliet verklaard" inmiddels enthousiast ter hand ge- 3aj )akt. En op die kerngroep, waar- m routiniers als Fin Seemann en Sarei Bonsink (naar FC Utrecht) in Jos Dijkstra (naar PSV) zijn weggevallen, maar waarin veel Jeugdspelers hun intrede hebben ^gedaan, heeft de door PEC aan de dijk gezette Van der Meent zijn gevestigd. lonti ichei _/iheeft oor ;rii ees Onvlee oto's eD^im Dijkman b 1 ij f t Toen Miohels zes jaar geleden begon, bengelde Ajax ook ergens onderaan. Net zoals DWS nu. Michels kreeg toen het talent Cruijff. Misschien krijg ik ook we' zoiets Zolang Pim van der Meent bij DWS geen „tweede Cruijffie" krijgt, zal hij het voorlopig moeten doen me; de oude kern. aanwinst Chris Dek ker i ex-NEC) ene een aantal on bekende jeugdspelers. Maar tocl ziet hij in die oude kern ook voor delen. „Mannen als Nuninga, Flin ke vleugel. Geurtsen en Jongbloed hebben een enorme ervaring. Daa' moet gebruik van worden gemaakt En verder heeft deze selectie ee; geweldig voordeel: het zijn Amster dammers. De geest is enorm goec Dat kan eigenlijk ook niet anders Ze hebben het: droge humor en een onverzettelijk incasseringsver mogen. Ze blijven de gein erir zien. Anders waren zij er volgens mij allang mee gestopt. Want rijk voetbal je je bij DWS niet vlug" Toch heeft Pim van der Meent zijn „weg" bij DWS reeds zakelijk uit gestippeld: de belangstelling voor DWS terugbrengen en de prestaties van DWS zoveel mogelijk verbete ren of continueren. Filosofeert hij geestdriftig. „Het gaat er om de juiste fonnule te vinden. Misschien ook een kwestie van mazzel. Kijk, je ka.n wel zeggen: we gaan een tweede FC Utrecht worden, maar dat lukt niet zo één-twee-drie. At tractief voetbal, spektakel is mooi. Maar als je er dan aan het einde van het seizoen uitvliegt, is het re sultaat toch negatief". Juiste formule Toch zal Van der Meent „trainer zijn is een riskante baan: zo ben je de man en zo sta je op straat" zoveel mogelijk gaan avonturie ren bij DWS. „We zullen de sym pathie van Amsterdam moeten zien terug te winnen. Dat zal nooit lukken met defensief voetbal. Dus zullen we iets anders moeten ver sieren. De huidige selectie is trou- Pim van der Meent (33): pu bliek èn punten in het Stadion. wens niet afgestemd op verdedi gen. Van jonge, lichte spelers, kün je geen brekers-van-formaat ma ken. We zullen gewoon brutaal moeten gaan voetballen". Die „lef" bezit Pim van der Meent „gezegend" met het zelfverzekerde doorzettingsvermogen van een ClOS-sportleider van nature. Analyseert hy vakkundig: „We zul len zoveel mogelijk aanvallen. Als we dan gelijkspelen liever met vier- vier dan met nul-nul. Het publiek is onze werkgever. Die mensen wil len uit zijn zondagsmiddags. Aan trekkelijk voetbal zien. En het liefst veel doelpunten. Dat zullen wij de mensen in Amsterdam moe ten bieden. De Amsterdamse voet balsupporter is kritisch. Kijk maar naar Ajax. Maar ik moet eerlijk zeggen, dat ais ik Ajax m een kwartier drie goals zie maken en daarna niet één meer, ik me ook bekocht zou voelen Méér publiek zal voor DWS ook méér financiële armslag gaan betekenen. En dat heeft professionele Van der Meent zijn manen reeds voorge houden. Zijn spelers èn het be stuur. Vertelt hij: „Ik heb van het bestuur verlangt, dat de jongens in ieder geval vóór de competitie weten waai- ze aan toe zijn. Als ze straks het veld in gaan, moeten ze geen sores meer aan hun kop hebben. Dan telt alleen nag maar de bal. En die is rond. Wij begin nen thuis tegen Vitesse, daarna uit naar Go Ahead, dan thuis tegen MW en dan de vuurproef in de Kuip. Kijk, het kan vriezen en dooien. Dat is juist het leuke van voetbal. Ook als trainer kan je er alleen maar keihard voor werken. Vorig jaar was DWS twaalfde. Ik hoop elfde te worden, maar het kan net zo goed dertiende of lager zijn. By voetbal weet je nooit en ik geloof bij DWS helemaal niet". Die „uitdaging" heeft Pim van der Meent aangenomen. „Ik weet, dat het een klus is. Maar ik ben met plezier een klusjesman. Ik wil bezig zijn. Altijd. Toen ik begin dit jaar by PEC op non-actief werd gesteld, heb ik mij rot verveeld. Ik heb vaak uren zitten te niksen. Daar kan ik gewoon niet tegen. Ik wil werken. Liever 24 uur dan 8 uur per dag. Ik hoop, dat dat de jon gens bij DWS zal aanspreken. Ik weet het eigenlijk wel zeker. Want voetbaltaal is overal hetzelfde. Of het nu in Huizen is, bij Rooden- burg. in Zwolle of in Amster dam". Dat Pim van der Meent die „voet bal taal" spreekt, is een feit. Ver telt Frits Flinkevleugel, bruin ver brand na een maand Costa Brava: „Hij is het type trainer, dat ons bij DWS het meeste aanspreekt. Brand was misschien iets rustiger, maar óók zo'n doordouwer. Van der Meent is een fijne goser. Na tuurlijk moeten we afwachten wat hij kan als we in het verdomhoekje zitten. Maar hij wil er voor knok ken. En dat willen wy ook. Kijken, hoever wij met onze toch beperkte mogelijkheden kunnen komen. DWS betekent altijd nog zoiets als: „Door Wilskracht Sterk". Hoopt èn gelooft Van der Meent tenslotte: „DWS is mis schien altijd een pechclub geweest. Met blessures, poen en publiek-en- zo. Maar daar staat tegenover dat ik altijd geluk heb gehad". LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD - SPORT - LEIDSCH DAGBLAD Rotterdam Bob Janse. Omdat een ..voetbalknietje" hem ongeschikt maakte voor arbeid binnen de lij nen, nam hij op zijn 22ste jaar al plaats op het trainersbankje. Bij Hermes DVS, waar hij het toen te zeggen kreeg over veel oudere spe lers, die hij een paar jaar tevoren nog om een handtekening had ge vraagd. Nu, achtentwintig, hoort dit bank je niet meer tot zijn zondagse meu bilair. Als volgende maand de com petitie gaat draaien, maakt Bob Janse voor het eerst in zijn carrière de start niet ambtshalve vanaf de zijlijn mee. De man, die Xerxes en Exselsior op sleeptouw nam van de tweede naar de eredivisie en NAC in de Europa Cup 2 bracht, heeft als oefenmees ter een „time-out" aangevraagd; voorlopig staat hij op non-actief. Op de vraag „waarom" heeft de thans 50-jarige Janse een geva rieerd en uitermate lang antwoord klaar. In zijn sportzaak in Kralin gen, de Rotterdamse wijk waar ook Excelsior huist, zegt hij: „Wat Ex celsior betreft, het is een prachtige vereniging met een perfecte organi satie. maar zonder geld. En ik was er op uitgekeken. Werkelijk, men beschouwde mij er als een stuk van het meubilair en dat is voor een trainer natuurlijk nooit goed. Eigenlijk had ik al een jaar eerder weg willen gaan. Maar toen we in de eredivisie kwamen, ontstond het praatje: en nu gaat Bob Janse weg, want dat doet hij altijd als hij iets bereikt heeft. En om dat geklets de kop in te druk ken, ben ik nog een seizoen geble ven". Het tijdperk Excelsior is dus voor bij. Maar waarom dan geen andere vereniging? Bob Janse aarzelt: „Tja, er zijn geruchten geweest dat ik naar Sparta zou gaan. Logische geruchten, want George Kessler, die een persoonlijke vriend is van me, zag me er graag als zijn opvolger. Maar Sparta heeft mij nooit offi cieel benaderd. Trouwens, ik had toch geaarzeld of ik wel naar het Kasteel zou zijn gegaan. Weg dus bij Excelsior, niet naar Sparta. Maar waren er dan geen andere mogelijkheden? Vlotte pra ter Bob Janse: „Ik heb inderdaad verscheidene aardige aanbiedingen gehad maar ideale waren er niet bij". „En om bij de realiteit te blijven: wat koop ik er nu voor om bij een club louter keeperstraining te doen en om 's zondags het werk aan de echte trainer over te laten? En om een soort „spion" te zijn lijkt me ook niet veel. Dan zit je de ene week bij NEC-Bal Op Dak en de andere in Limburg bij MVV tegen de Spechtvogels. En om trainer te worden bij een vereniging die geen mogelijkheden, geen armslag heeft is zoiets als van de regen in de drup komen". Wat wil Bob Janse dan wel? Een snelle reactie volgt: „We moeten bij de clubs naar een organisatie toe zoals in Engeland. Boven het team moet een trio staan van vakmensen. Ik noem in één adem: trainer, coach en manager. De trainer doet vrijwel louter doordeweeks op het veld zijn werk en is de rechterhand van de coach, die voor de wedstrijd de tactiek uitstippelt De manager is de man die de gehe le afdeling betaald voetbal van een club moet leiden. Maar zo'n man behoort een vakman te zijn, iemand uit de praktijk. Een oud-trainer bijvoorbeeld. Want hoe is het op het ogenblik? Bij sommige clubs is de manager niet meer dan een soort administrateur en kan ook niet meer zijn". En nu wordt het waarschijnlijk wel duidelijk waar ik heen wil. Zo'n baan als manager lijkt me wel wat Of coach met een goede, jonge trai ner onder me. Trouwens, de afgelo pen maand hebben al een paar jon ge trainers aangeboden om met mij bij een club samen te werken. Maar ik geloof dat het Nederlandse voet bal er nog niet honderd procent rijp voor Is. Enkele uitzonderingen natuurlijk daargelaten". Bob Janse is aan een time-out be zig. Voor hoe lang? Gevoelsmens Janse reageert als volgt: „Niet voor erg lang, dat kan ik garande ren. Ik vind het nu al een weinig prettig idee dat de competitie zonder mij begint Dat ik het zon der die spanning, die sfeer moet doen. Maar ik kom heel snel terug. Ik bekijk het zo: ik ben net een accu die een beetje leeggelopen is; thans opgeladen moet worden om over een poosje weer volop energie te leveren. met „spiélmachef' Klaas Nuninga vóór de training. AMSTERDAM Oud-Rood en - burg trainer Pim van der Meent heeft geen poging gedaan om „voetbalpleegkind" Wim Rys- bergen mee te nemen naar DWS. Van der Meent luchtig: .Afge zien van het feit, dat het aan bod van DWS misschien niet financieel-aantrekkelijk genoeg zou zijn geweest, was mijn aan bieding bij Wim toch op de tweede plaats gekomen. Want Wim is een voetballer, die aan de top wil komen. Die dat ook kêin. Als zo'n jongen kan kie zen tussen topclubs als Feyen- oord en Ajax of Sparta of DWS. is de keus voor hem echt niet moeilijk. Feijenoord was per slot van rekening altyd al de club, die hem van jongs af-aan het meeste aansprak". Dat Roodenburg-junior Wim Rijsbergen vorig jaar bewust heeft gekozen voor PEC en niet Is ingegaan op aanbiedingen van eredivisieclubs, vindt Pim van der Meent de man, die hem liet overkomen naar Zwolle nog altijd het verstandigste wat de Leidse krullebol heeft kunnen doen. Van der Meent: „PEC was ideaal voor Willem. Er waren toen veel mensen, die zeiden: is PEC niet te laag voor hem. maar die zeggen nu weer: is Feije noord niet te hoog voor hem. Die mensen hebben geen ver stand van voetbal. Willem heeft bij PEC geleerd wat betaald voetbal is. Daar heeft hij ge leerd te werken en te leven als profvoetballer. En dat is hij: Willen heeft 't altijd gehad. Je hoefde hem niets te leren. Al leen iets voor te doen. Vroeger heeft eigeiyk niemant t in hem gezien. Zoals hy voor de buiten wereld nu eigenlijk nog een on bekende is. Maar dat zal snel veranderen". Behalve talent ,Jk liet hem al op z'n zestiende in Rooden- burg-één spelen" heeft Wim Rijsbergen volgens zyn oude oefenmeester nog een enorm be langrijk ding mee: sfeer. Van der Meent: „Willem leeft in een ideale omgeving. Hij kan zichzelf helemaal ontwikkelen als echte voetbalprof. Zyn ouders werken in alle opzichten mee en dat is enorm belangryk". en t raagt hij zich af„Joop Brand is vi een goede voorganger geweest. Hij heeft DWS toch maar gered voor 1 de eredivisie en het afgelopen sei- t, zoen een twaalfde plaats bezorgd. Méér zat er bepaald niet in. Brand was een vakman. Hij heeft de jeugd bij DWS verder ontwikkelt. Dat hij is weggegaan omdat hij het niet meer zag zitten, doet niets ter zake. Brand is Brand en ik ben Van der Meent. Geen mens is dezelfde. Ik wil niet beweren dat ff ik beter ben dan Brand. Maar ook ss niet slechter". De kans il1 'im van der Meent k r ij g t bij s DWS de kans om zich waar te j] maken. En dat is hy vast van plan. Kijkt hy terug „Ik ben altyd een I een bouwer geweest. Bij Huizen, bij Ij Roodenburg en bij PEC. Dat is nog altijd gelukt. Waarom zou het dan nu by DWS niet kunnen? Natuuriyk, DWS is geen topclub. Maar Go Ahead en Utrecht zyn toch ook een heel eind gekomen. Iedere trainer, die niet bij één van de topclubs zit, kan roepen dat hy het niet meer ziet zitten. Maar ik kan toch moeilijk wachten, tot Ajax by my komt? Dan ben ik dood. En wie garan deert, dat Ajax een topclub AMSTERDAM Pim van der Meent staat bekend als een trai ner, die „geen blad voor de mond" neemt. In geen enkel opzicht: niet tijdens de training, niet tijdens een wedstrijd, maar ook niet in een ge sprek met bestuursleden of met persmensen. Als een typisch „pro- dukt" van de Nieuwe Lichting oefenmeesters in Nederland. Vakbe kwaam, maar sportief eerzuchtig. Van der Meent is niet bang. Voor niets en voor niemand. En daar durft hy ook eerlijk voor uit te komen. Geeft hij rustig toe: „Ik heet misschien een medogenloos trainer te zijn. Maar die naam heb ik dan van de buitenwacht gekre gen. Niet van de spelers, die ooit onder my hebben getraind. Ik kan hard zyn. Maar dat is toch niet erg? Betaald voetbal is business. Maar ik ben óók hard voor me -zelf". Pim van der Meent (33 jaar, oud- contractspeler van DOS) is echter méér dan een „schreeuwer". In zyn beginjaren als trainer continueerde, hy de successenreeks van zaterdag trainer/coach Evert Sterk by Hui zen. Hy leidde de „vissers" twee maal naar de landstitel. Daarna, in Leiden, maakte hü niet alleen het werk van (de drie maanden geleden overleden) trainer Henry de Vos af door Roodenburg in de eerste klasse te houden, maar zorg de hij er óók voor dat de blauw zwarten tot een volwaardige eerste klasser uitgroeiden. Bjj PEC maakte Van der Meent «ich eveneens waar: in zyn eerste seizoen kwamen de Zwolse semi- profs weliswaar net enkele punten te kort om de promotie naar de eerste divisie in de wacht te slepen, maar in samenwerking met ma nager Borghuis legde Van der Meent toch de basis voor de succes- sen-van-nu: door de organisatie te verbeteren en een juiste sfeer te scheppen in de selectiegroep. Wat hy allemaal op zyn eigen wyzc deed: schreeuwerig, maar óók vriendschappelijk. Door voor zijn spelers door het vuur te gaan. Een „voetbaltaal", die de spelers aansprak, maar die tenslotte niet (meer) door de leiders van de Zwolse betaald voetbalstichting werd begrepen. Met als gevolg, dat Van der Meent begin dit jaar op non-actief werd gesteld, om de by DOS op straat gezette Hon gaarse oefenmeester Laszlo Szalai (eens een seizoen trainer van Nieuwkoop de kroon op zyn werk te zien zetten: het veroveren van de promotie naar de eerste di visie, die hy aan het begin van het seizoen reeds had voorspeld Voor een nieuwe „botsing" met bestuurders is Pim van der Meent by DWS bepaald niet bang. En dat, terwijl voorzitter Dé Stoop by de Stadionclub toch ook bekend staat als een man, die geen blad voor de mond neemt. Die scherp rea geert. Die niet aartzelt hardop zyn mening te spuien over prestaties van spelers of desnoods de voetbal- technische beslissingen van de tra- ner. Zegt Van der Meent vol vertrou wen: „Ik denk dat het best zal klikken tussen ons. Ik ben geloof ik net zo'n mannetje als Stoop. Ik maak van myn hart nu eenmaal geen moordkuil. Dat heb ik nooit gedaan. Het kan misschien botsen tussen ons, maar het kan ook een geweldige tandem worden: Stoop- Van der Meent". De waarheid is voor Pim van der Meent altyd heilig. Herinnert hy zich: „BÜ Huizen heb ik in de rust eens de mannen styf gevloekt na een waardeloze eerste helft. De muren hebben toen bol gestaan. Maar na de rust wonnen we die wedstryd nog. Later vertelde een bestuurslid toen, dat hy nooit had verwacht dat de jongens dat van my zouden pikken. Maar toch werd ik door die mannen op handen ge dragen. Oók door het bestuur. Al zou ik de ruiten van de kantine hebben ingegooid Pim van der Meent zijn mond open, Niet alleen in de kleedkamer doet hy dat. Ook op het veld. Waardoor hy óók in zjjn Leidse tyd by Roo denburg door velen scheef is aan gekeken. Maar waardoor hy alleen maar zyn aandeel in de prestaties van het elftal zo groot mogelyk wil maken. Wyst hy op de grote mannen als Happel en Michels: „Kyk, het pu bliek ziet in die mannen altyd de rust zelve. De sfinx of noem maar op. Maar dat is allemaal quatsch. Gooi maar in myn pet: Michels en Happel zyn net zulke fanatieke zenuwpezen als ik. By een ama teurclub ageert men vaak tegen een schreeuwende trainer. Een man, die aanwyzingen geeft. Dat mag niet. Maar waarom niet? Alles mag net zolang tot de scheidsrechter er wat van zegt. En by de ene arbiter mag het en bU de andere niet. Ik ben vaak door een scheidsrechter op myn nummer gezet. Maar ik ben nóóit daarvoor gestraft of beboet. Ik ben nog nooit met een arbitrage commissie in aanraking geweest. Hoe hard ook ik wel eens heb zit ten brullen. Dat moeten de mensen even niet vergeten". In het „geven van aanwyzingen «iet ambitieuze Pim van der Meent overigens een puur professionele daad. Verduidelijkt hy: „Het gaat toch om het best mogelyke resul taat te bereiken? Als ik langs de kant zit, zie ik bepaalde dingen. Die probeer ik dan de spelers in het veld duidelijk te maken. Om er hun voordeel mee te doen. Als een scheidsrechter mij daartoe de kans geeft, speel ik mee. Als twaalfde man. Dat is toch professioneel. Kyk maar naar mannen als Van der Hart, Hughes, Jacobs. Noem ze allemaal maar op. Iedereen doet het als hy de kans krygt". Dat mannen als Michels en Hap pel uitzonderingen zyn op die re gel, vindt Van der Meent een lachertje. „Dat lijkt alleen maar zo. Als ik trainer van Ajax ben en bin nen een kwartier met drie-nul voor sta, kan ik ook rustig op het bankje zitten. Een sigaretje opste ken en vriendeiyk glimlachen. Maar dat is het punt niet. Ik heb Michels tegen Panathinaikos ook zien schreeuwen. Zien lopen langs de iyn. Instructies zien schreeuwen en zenuwachtig op zyn horloge zien kyken. Dat is toch menseiyk. En professioneel." CEES ONVLEE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 19