t CHOLERA: gesel in mensenpakhuizen; Ouders leerden wiskunde-taal van hun kinderen verstaan Leids experiment uitbouwen via Teleac of K en O? W1 Snelle groei m H Taal der Etrusken ontcijferd? Broedplaats Ie Nederland in 1937 het laatste geval LEIDSCH DAGBLAD ZATERDAG 19 JUNI I !ATE] de beeldfiguur van een figuur ziet er 'precies eender' uit als het origim We zeggen in de wiskunde: bij een translatieeen rotatie en een spiegeling de beeldfiguur congruent met het origineel. Daarom noemen we translaij rotaties en spiegelingen de congruente transformaties In fig. 33 zie je vier congruente driehoeken: y AA,B.C. y AAA4B4C4. Elk tweetal driehoeken is congruent; bijv. AA°B,C2 is congruent AAiBlCv Notatie: AA,B,C2 SÊ.AAgB^. De wiskunde-taal van hun kinderen leren verstaan: met dat doel voor ogen hebben tien tallen ouders de laatste, weken gezwoegd in de schoolbanken van de Rembrandt Scholen gemeenschap in Leiden en Voorschoten. De vaders en moeders die het "gehaald" hebben kunnen niet alleen verheugd zijn over dit resultaat, maar hebben recht op een ge voel van trots op hun prestatie, want het is niet eenvoudig geweest. In vijf lesavonden en vele uren ploeteren met huiswerk hebben zij zich vertrouwd willen maken met begrippen, die de kinderen zich in het komende school jaar in de brugklas moeten eigen maken en leren hanteren. Oordeel van ouders en leerkrachten na af loop: een groot succes, voor herhaling vat baar, mischien ook voor uitbreiding, maar ze ker niet zoals thans het geval is geweest in de vorm van "vrijetijdsbesteding" van de le raren. Enkele suggesties in een gesprek, dat wij na afloop van de cursus met leraren en cursisten hadden: zoiets heeft ook landelijk zin en kan dan misschien de vorm krijgen van een Te- leac-cursus. Plaatselijk zou een K en O-cur sus wellicht overweging verdienen. Door dit experiment is de band tussen ou ders en school zeker nauwer aangehaald: men heeft persoonlijk kennis kunnen maken met een aantal docenten en hun stijl van lesge ven. Bovendien is, door ook onderwijzers uit te nodigen, het contact tussen lagere en mid delbare school gestimuleerd. en de associatieve eigenschap (V n W) nU=Vn[Wc\U). De onderwijsvernieuwing van de laatste Jaren heeft voor velen vak ken veranderingen meegebracht, die over het algemeen echter niet zo in grijpend zijn, dat ouders hun kin deren in de laagste klassen van het voortgezet onderwijs niet meer kun nen volgen, wanneer zij zelf inder tijd dit onderwijs hebben genoten. Bij het wiskunde-onderwijs ligt dit echter anders. De vooruitgang die de wiskunde de laatste anderhalve eeuw heeft geboekt (o.a. dank zij Cantor) is in belangrijke mate verdisconteerd in de leerstof. Zo heeft deze veranderde inhoud, in het bij zonder in de brugklas, de invoering meegebracht van begrippen die in het onderwijs van een vijftal ja ren niet voor kwamen zoals de theo rie der verzamelingen en de trans formaties. Hierdoor staan ouders met twee linker handen tegenover het „theoretische gereedschap" dat hun kinderen thans wordt aange boden. Men zou het kunnen vergelijken met een huisvrouw die gewend was aan stoffer en blik, kolenfornuis, open haard en handnaaigereid als uitrustingstukken, en die nu zon der ook maar iets van moderne tech niek te weten en zonder voorlichting gezet wordt in een huis met centrale verwarming, stofzuiger, gasfornuis, koelkast en elektrische naaimachi ne. Er zou niets van het huishou den terecht komen, want ze zou niet eens weten wat dat allemaal voor dingen zijn, waarvoor ze dienen, en ze zou tevergeefs zoeken naar het gereedschap dat zij nodig had. /Wat in het huishouden geleidelijk is veranderd, heeft zich in het wis kunde-onderwijs razend snel vol trokken. Daardoor staan de ouders volkomen vreemd tegenover de stof, die hun kinderen te verwerken krij gen. En toch is het verstaan van de wiskunde-taal broodnodig voor de ouders, die hun kinderen moeten be geleiden bij het overschrijden van die veelal hoge drempel van het voortgezet onderwijs. Het gaat er niet om, dat de ouders het huis werk van hun kinderen maken of zelfs maar volledig zouden kunnen maken, maar om het begrijpen van de materie, waarmee de kinderen vaak moeten worstelen, waarbij ze wel eens een duwtje nodig hebben. Initiatief vond weerklank Enkele leraren van „Rembrandt" hebben deze wiskundige generatie kloof onderkennende, het lofwaar dig initiatief genomen tot een ken- nismakings-cursus voor ouders, die het komende schooljaar kinderen in de brugklas hebben. Een behoorlijk percentage van de uitgenodigde ouders heeft aan hun uitnodiging gehoor gegeven. Dat slechts de helft hunner de cursus heeft voltooid is geen wonder. Het was een zware op gave, om vol te houden en éémaal verzuimen om welke reden dan ook betekende vrijwel onoverkomelijke achterstand. Daarvoor was nu een maal het af te werken programma te omvangrijk. De leerkrachten over dit „afval- verschijnsel": Het was uitermate zwaar, en wanneer je één horde niet haalt kan je het vrijwel niet meer bijbenen. Bovendien was de tijd van het jaar ongunstig. Daarbij kwam nog de voetbalwedstrijd Ajax— Feijenoord, die samenviel met de vierde van de vijf lesavonden. De „doorsnee van de verzameling voet balfans en wiskunde-cursisten bleek toen heel groot te zijn", om het maar eens in cursusjargon te zeg gen. Zomer en herfst zijn waarschijn lijk betere perioden. Maar de keus is op de voorzomer gevallen om te zorgen, dat de ouders hun kinderen, die in augustus begin nen, een stapje vóór zijn, zodat zij hun kinderen van het begin af aan zouden kunnen „verstaan". Geïnteresseerd „Ondanks dit afvalverschijnsel hebben wij het met heel veel ple zier gedaan. Je stond voor een klas die heel duidelijk geïnteresseerd was, voor mensen die wilden leren. Ge wone scholieren „moeten" het vaak zo duidelijk zonder het eigenlijk te wil len. Misschien kan je ze dat niet helemaal kwalijk nemen, maar die geboeide interesse van de ouders werkte toch wel erg stimulerend. Van minder makkelijk leren door ouderen dan door jongeren is niets te merken geweest. Maar het ging natuurlijk wel om een selecte groep va:i „vrijwilligers", dus op zichzelf reeds leergierigen". Ouders van hun zijde: „Het was zwaar, maar niet tè moeilijk, en het is de moeite waard geweest. Het on derwijs was duidelijk en prettig. Dit geeft ons de kans, het werk van onze kinderen te begrijpen en ze daar door te helpen. Niet door de hele school heen, want ze moeten leren op eigen benen te staan. Maar een steuntje mag zeker in het begin niet ontbreken". De ouders waren merendeels niet erg enthousiast over een suggestie (niet van leraarszijde) om het ex periment uit te breiden b.v. naar natuurkunde of andere vakken: „Daar is de inhoud niet zo sterk veranderd. Hoogstens is het terrein uitgebreid en zijn de middelen ge wijzigd, maar de „taal" van deze vak ken is niet gewijzigd". In groter verband Beide groepen waren het er over eens, dat de uitbouw van het ex periment tot systeem niet mag ge beuren met een blijvend beroep op belangeloze medewerking van de le raren, die nu con amore tijd voor de lesavonden en heel veel tijd voor de voorbereiding hebben geofferd. „Wanneer herscholing van ouders op grote schaal wordt ingevoerd, moet daarvoor het benodigde geld te vinden zijn in de miljarden, die voor onderwijs worden bestemd". Wanneer het belang van deze her scholing wordt erkend, doet zich de vjaag voor of deze niet landelijk ver- wezenÖjkt kan worden in 'n Teleac- c'ursus. Dat is een aantrekkelijk denkbeeld, maar leraren en ouders vroegen zich toch wel af, of een dergelijke presentatie wel voldoende V \j W) KJ U al het gearceerde V \j (W V) al het gearceerde fig. 10 De juistheid blijkt direct uit de definitie van doorsnede. Door middel van diagrammen van Venn is de juistheid van de asso ciatieve eigenschap nog eens gedemonstreerd in fig. 11. 6. Vul in: In fig. 33 geldt: T AAiBlC1AA,B,C2 voor de translatie T(: s AA,B,C,AA-iBfCz voor de spiegeling t.o.v. R AA3B2Cz»- A^C4 voor de rotatie Lt (VC\W) C\U het dubbel gearceerde volharding zou afdwingen. In een klein klasse ver band met een directe relatie met de docenten dwingt het eergevoel veel meer tot volhouden j dan de onpersoonlijke uiteenzettin- gen van een docent op het scherm in I de huiskamer ooit zullen kunnen j doen. Niettemin, ook al zou het per- centage volhouders veel geringer zijn dan nog zou, dank zij het veel gro- ter bereik een veelvoud bereikt wor- j den van hen, die aan het Leidse ex periment deelnamen. Bovendien ontbreekt dan de per- soonlijke begeleiding, die de ouders i als bijzonder prettig en nuttig heb ben ervaren. In dat opzicht hadden de cursisten een voorsprong op de I gewone leerlingen, die in veel groter klasseverband onderwijs krijgen, i Deze persoonlijke begeleiding door j de docenten zou bij een goede opzet I meer dan bij de televisie te verwe- V Ci{Wc\<ü) het dubbel gearceerde Twee voorbeelden van blad zijden uit (eenvoudige) wiskun dehoekjes van vandaag: verzame lingen en transformaties, dwz abacadabra voor ouders die er geen kennis mee hebben gemaakt. zenlijken zijn b.v. in plaatselijk ge organiseerde cursussen zoals in Lei den door K en O op velerlei gebied worden verzorgd. Deze inschakeling van K en O lijkt een zeer aantrek kelijke gedachte, waarover alle be trokkenen zich zeker dienen te bera den. De leerkrachten, die met zoveel enthousiasme het Leidse experiment hebben verzorgd, waren de heren D. P. den Baars, A. H. Degens, J. Dijkstra, J. B. van de Groep, A. P. Janssen, H. P van Kampen, J van Mameren, N. H. van Oijen. J. J. Prevoo, F. J. M. Rohde, J. Schalks, en J. A. Wildenburg. Zij hebben ge toond te beseffen, wat onderwijsver nieuwing betekent. Zij overwegen de mogelijkheid, om na verloop van tijd te onderzoeken, wat de cursus voor de deelnemers heeft betekend voor de hulp, die zij aan hun kin deren hebben kunnen geven. Dit zou een belangrijk gegeven zijn bij de vraag, "in hoeverre het experin file moet worden herhaald breid, welke perspectieven er op ang gebied zijn. Het wil ons voorkom dat deze eerste cursus (die slee re een enigszins vergelijkbare voorg ger had in Rijswijk) zeker niet laatste zal zijn. iet, De Bulgaarse hoogleraar Wladi- mir Georgijew uit Sofia meent de oplossing te hebben gevonden voor een raadsel, dat taalkundigen en his torici al enige eeuwen bezig houdt: de taal der Etrusken. De Etrusken of Etruriërs vormden een volk met een zeer hoge bescha ving, dat van de achtste eeuw tot be trekkelijk kort voor het begin van de jaartelling een belangrijke invloed heeft gehad op de Romeinse be schaving, getuige de nalatenschap op het gebied van kunst en cultuur. De Etrusken leefden in een gebied aan de westkust van Italië ten noorden van Rome en voorts in de Povlakte. Hun herkomst is steeds een omstre den punt gebleven. Waarschijnlijk, zo concludeerde men tot dusver, wa ren zij vanuit het oosten naar Ita lië gekomen, waar zij zich al spoe dig vermengden met de plaatselijke bevolking. Zij kenden een losse fede ratie van stad-staten. Zij bedienden zich in hun schrift van het Griekse alfabet, maar on danks dit feit, was men er tot dus ver niet in geslaagd, de toch i zeldzame beschikbare teksten te c cijferen. De moeilijkheid echter i dat men wel over vrij veel mi niet over omvangrijke teksten I schikte. Deze ongeveer 8000 teks oen, zijn vrijwel alle grafschriften, slechts een tiental bevat meer i dertig woorden, en er zijn geen te larb talige teksten, die een sleutel zoude kunnen opleveren. Zij stammen een periode van ongeveer 700 iger Christus tot de tijd van keizer Aug ieer tus. De Bulgaarse hoogleraar 1 thans ontdekt, dat de taal der El ken zeer nauw verwant is aan van de Getae, een Thracische uit het tegenwoordige noorden Bulgarije. Dank zij deze ach ■wi ftri schap zou prof. Georgijew al rilan van de bewaard gebleven tekst ef i hebben kunnen vertalen. Hoewel I grafschriften betreft, schijnen toch veel nieuwe kennis te kuni Ie bijdragen tot de gebeurtenissen de bloeitijd der Etrusken en 1 oude Rome. AAAAAAAAAAAAAAAAAA Ithai :isc fTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTrTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTrTTTTTTTVTTTTTTrTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTTVVTTTTTflp Een van de meest gevreesde ziekten van het Verre Oosten, waarvan zelfs in het Westen de verbasterde naam als vervloe king wordt gehanteerd, staat op het punt een nieuwe slachting aan te richten, nu in het mensenpakhuis dat Calcutta heet. Cho lera pleegt snel en meedogenloos toe te slaan waar zij een gun stige voedingsbodem vindt, en dan voort te razen als een prairi- brand. Er is geen stad op aarde, waar die voedingsbodem rijker is dan in dit bedreigde Calcutta, waar miljoenen opeengepakte stakkers verkeren onder de meest erbarmelijke levensomstan digheden die spotten met alle begrip van hygiëne. Voor dit bestaansmilieu is zelfs het begrip "levens"-omstandigheden een eufisme. I laag en de temperatuur hoog en gunstig voor de levenskans van de bacterie. Een uitermate be langrijke factor is. dat in deze streek jaarlijks miljoenen pelgrims uit alle delen van India sinds eeu wen samenkomen voor religieuze feesten, waarbij massaal in de rivier wordt gebaad. Beeld en bestrijding Het ziektebeeld toont hevige diarree en sterk braken, waardoor in korte tijd het lichaam veel vocht en zout verliest. Bij deze uitdroging treedt verdikking van het bloed op, gevolgd door storingen in de bloedsomloop en in dé nierfuncties. Nevenver schijnselen zijn hevige spierkram pen. temperatuurverlaging, invallen van de ogen en vermindering van het spraakvermogen. Er zijn middelen om zieken een goede genezingskans te geven, wan neer zij snel worden toegepast: in traveneuze inspuiting van zout- en glucoseoplossingen en de toediening van bepaalde sulfonamiden en anti biotica. Maar er kunnen velerlei ernstige complicaties optreden, die dan meestal het einde betekenen. Voorkoming van het ontstaan van een epidemie kan slechts geschieden door goede hygiënische zorgen: zui- j ver drinkwater, goede riolering en j persoonlijke lichaamszorg. Maar in I de traditionele cholera-gebieden ont- breken deze voorzieningen vrijwel ge heel, terwijl de genezing van zieken Van oudsher is de delta van Gan ges en Brahmaputra het broedgebied voor deze verschrikkelijke infectie ziekte. Nauwkeurige gegevens om trent aantallen slachtoffers van de cholera in het verre verleden be staan er niet. De verwekker werd pas in 1883 door Robert Koch ge ïdentificeerd in Egypte, waarheen de darmziekte zich inmiddels had uitgebreid: de kommavormige bac terie Vibrio Cholerae. De incubatie-tijd voor cholera be draagt slechts enkele dagen, en de dood laat niet langer dan een paar dagen op zich wachten, wanneer de zieke niet wordt behandeld. Slechts in geringe mate wordt de ziekte overgebracht door direct contact tussen mensen, meestal geschiedt dit door verontreiniging van water met faecaliën van patiënten, welk water dan later als drinkwater wordt gebruikt of indirect op andere wijze in het lichaam van gezonden komt. Het is begrijpelijk, dat de ziekte door deze belangrijkste infectiemethode Juist in *t gebied van Ganges en Brahmaputra de hechtste groep heeft op de bevolking: de le vensstandaard is er bijzonder belemmerd wordt door een ontstel lend gebrek aan ziekenhuisruimte, reine behuizingen, medicamenten en verplegend personeel evenals een vol slagen gebrek aan het meest ele mentaire begrip voor ziekenzorg, en het daarvoor vereiste milieu en le venspatroon. Vaccinatie van bedreigde bevol kingsagglomeraties is uitermate moeilijk, omdat zij slechts bescher ming biedt voor drie tot zes maan den. Het zou een buitengewoon kost baar project zijn, dat ook nog zou stuiten op maatschappelijk onbegrip en weerstanden, om miljoenenste- den als het bedreigde Calcutta „vei- lig" te maken, ook al omdat be- i volkingsadministraties hier nauwe- lijks bestaan. Hele wereld Cholera heeft in het verleden ook- buiten het „haardgebied" miljoenen slachtoffers over de gehele wereld geëist. De verbreiding van de ziek te is echter pas betrekkelijk laat be gonnen, waardoor deze slachtoffers j elders hoofdzakelijk in de vorige j eeuw vielen. Toen begon het wereld- J verkeer sterk toe te nemen, terwijl in het westen de hygiënische om standigheden nog niet, zoals nu. een j barrière tegen infectie opwierpen. In 1783 eiste een epidemie langs de bovenloop van de Ganges nog 20.000 doden in acht dagen, maar elders in de wereld maakte men zich daarover geen al te grote zorgen: het was een plaatselijke ziekte.Van 1817 af begon evenwel de bedreiging voor de rest van de wereld toe te nemen. Eerst voor Oost-Afrika en China, dat zeer zwaar getroffen Een in allerijl naar Calcutta gezonden medicus vaccineert op üraat met behulp van een injec- 'ie-pistool de bedreigde bevolking. :en druppel op een gloeiende plaat en maar voor korte tijd af doende. werd, en ook Australië. Belangrijker was de uitbreiding van enkele Jaren later naar de Arabische gebieden, van oudsher de poort naar het Wes ten. Telkens weer werd het opdringen van de cholera voor enkele Jaren ge stuit, meestal door klimatologische omstandigheden zoals koud'e win ters. Maar het gevaar kroop of sprong toch geleidelijk verder over de aarde. In 1823 bereikte de infectie I voor het eerst Europees gebied bij de Kaspische Zee als uitloper van een epidemie in Syrië, Palestina en Perzië. Zes Jaar later kwam de ziek- al eeuw. In één maand vielen bv in li toen nog slechts 65.000 inwoners l< lende Hamburg 7500 doden ond oto 18.000 ziektegevallen. In België, in 1875 al 43.000 doden te betreuifiiiii waren, vergde deze nieuwe gol 1896 nog eens 1100 slachtoffers. te Rusland opnieuw binnen, nu over de Oeral. In 1831 werden de Nijldelta, Polen en oostelijk Duits land bereikt, en in 1832 werd op een schip bij Scheveningen cholera ge signaleerd. In de decennia daarna kwamen vrijwel alle landen van Europa aan bod. In Frankrijk kwamen catastro fale epidemieën voor en in 1834 vie len duizenden slachtoffers in Scan dinavië. Het duurde tot de Jaren vijftig van de vorige eeuw tot Engeland ge troffen werd, maar toen was het ook meteen raak: 46.000 doden. De ziek te had toen in alle hevigheid ook Nederland, België, Frankrijk, Duits land en de beide Amerika's in haar greep, en in 1865 werd ons land door een nieuwe golf getroffen. Een ontstellende aanval volgde in het laatste decennium van de vorige Nederlar In Nederland waren de levensofl standigheden inmiddels al veel gu tiger geworden, zodat het aaoH slachtoffers hier meeviel. Ons lu werd voor het laatst door een klei! epidemie getroffen in 1909, die slachtoffers eiste. Pas in 1937 zich weer één geval in ons lu voor, en dat was tot dusver het la»'« ste. Ook elders in Europa en Noord Amerika is cholera sporadisch g' worden. Voor Azië en vooral voor mense!1 pakhuizen als Calcutta ligt de zart anders. Dat leren de ervaring! van deze dagen. De miljoenen dsü zien dagelijks de dood onder ogö Het lamlendige is, dat wij met onze kennis en welvaart en rijt dom vrijwel niets op korte termiji tegen deze dreiging kunnen doet Hulp van welke aard en omvafl ook blijft een druppel op een gloé' U| ende plaat zolang een wezenlijk g ontwikkelingshulp niet heeft tot een structurele vernieuwing deze zelfkant van de menselijke menleving. En dat vergt meer tijd. ro dan de duivelse cholera deze arffl' zalige bevolking gunt. Wetenschap en technologie Redactie: P. Bok

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 22