jlazen huis eeft Dronten nternationale lekendheid Orangerie-museum huldigt surrealist Max Ernst Voorbeeld van een columnist Schilderkunst in Parijs LITERAIRE KRONIEK VAN CLARA EGGINK Beroepingswerk ERDAG 19 JUNI 1971 LEIDSCH DAGBLAD 5f Gemeenschapscentrum „De Meerpaal' n de polder uniek in Europa Ik probeer", zegt Bert Hoogeveen, .Dronten door de rpaal omhoog te brengen. Ik heb dat bijv. gedaan door !eskamp hierin te halen. Daar is Dronten bekend door orden. Toen ik hier vier jaar geleden kwam had ik ook nooit van Dronten gehoord". Meerpaal, de reusachtige hal sen wanden in het cen- van oostelijk Flevoland, be- nu al ruim vier jaar. In het ten-scala met culturele func- die kunnen variëren van opera sdminton, geldt ze nog steeds n gemeenschapshuis dat uniek Europa. „De gezelschappen uit lijk, Italië, Spanje en andere drommen hier binnen", zegt Hoogeveen, de jonge directeur, [aan allemaal versteld. Ze zijn geïmponeerd door de leid en de ruimte.' kan dat wel begrijpen. De paal, waarvan de bouw en in- ug bijna drie en een half mil- gulden vergden, is een voorzie- waarmee een klein dorp in een polder steeds meer de har- an architecten, stedebouwkun- en andere cultuurverzorgers iel Europa verovert. Hoogeveen dat glimlachend. „We begin- inderdaad een soort interna - bekendheid te krijgen", zegt V erbazin g wekkend dat met een dorp van 6000 irs gaan wanneer men besluit gemeenschapsleven in één te concentreren. De Meer- ls 70 bij 50 meter groot en simpele, vierkante vorm een gigantische markthal. Aan rail de kanten is een verhoging, en de bars. Aan de overkant een zwart-witte wand als een de immense ruimte in. Daar- bevindt zich, tot verbazing internationale groepen die Dronten komen oriënteren, chitterend theater, dat plaats mensen, het meest opvallende en in van de Meerpaal toch wel de reusachtige vloer- :te waarop een dorp bij komt: met zijn beurzen, ten- tellingen, en 's avonds met yJiaalsport, zijn vergaderingen en zijn concerten. Elke woensdagmor gen vindt hier de markt plaats en ook op alle andere dagen zal men ontdekken dat de Meerpaal meer is dan een cultureel of economisch centrum. De deuren staan altijd open, de dorpelingen hebben er een plein bij waarop de ouderen rustig voortslenteren en waarop de jeugd net zoveel mag voetballen als ze wil. Binnen en buiten „Hier buiten is een plein, en hier binnen is een plein", zegt Hooge veen over zijn unieke huis, „alleen vanwege het klimaat is boven het ene plein een dak gezet. Voor de rest is het één. moet het ook één zijn". Aan die eisen beantwoordt de hal volledig. Vooral omdat de wanden geheel uit glas bestaan zet het dorp zich als het ware in de Meerpaal voort. Op elk plaatsje in de hal kan men uitkijken over het dorpsleven zoals zich dat buiten afspeelt. Het harmonische samenspel tussen bui ten- en binnengebeuren is hier vol ledig. Het dorp blijft één. „Alleen al die markt hier is zo be langrijk", antwoordde Bert Hooge veen op onze vraag of de Meerpaal na vier jaar ook daadwerkelijk be wezen had de gemeenschapszin te kunnen bevorderen, „en zo is het met alles. Als het toneel of de te levisie hier repeteert bh j ven de deuren open. Op straat ziet men hier iets gebeuren. Even later komt iedereen naar binnen. Ik moet zeg gen: dat vindt ik het ideale van de Meerpaal. Als het op straat regent komen de jongens hier voetballen. Niet alleen kreten In het theater repeteert een orkest. Ergens anders begint een vergade ring, dat onbevangen samenspel is hier inderdaad helemaal en spon taan gerealiseerd". Juist dankzij de zeer intense band die tussen dit open gemeenschaps huis en de bevolking is gegroeif' heeft het culturele leven in Dronte zich uiterst voorspoedig ontwikkel' „In deze plaats van 6000 inwoners zegt Hoogeveen, „gebeurt op het ge bied van theater en voorstelling? veel meer dan in elke plaats tn Ne derland die 30.000 inwoners heef: Neem een plaats als Assen, df hoofdstad van Drenthe. Die kan zich beslist niet met ons meten. Vier jaar geleden stonden ettelijke vakbladen vol geestdriftige verhalen over de unieke mogelijkheden die in de Meerpaal lagen opgeslagen. „Het is er", zegt Bert Hoogeveen nu. „helemaal uitgekomen. Het gemeen schapsleven is er werkelijk op enor me wijze door gestimuleerd". De Meerpaal-directeur sprak vervol gens nog enige tijd over het theater in de hoek van het overdekte plein. „Acht, wat is nou drempelvrees", zei hij, „je merkt het hier: een bepaald publiek gaat naar het theater, een ander publiek komt er nooit. Daar kun je dan wel verschrikkelijk hard achteraan gaan rennen, maar waar om moet dat dan? Dat is de aard van de Nederlander. Als hij drie dagen op het land heeft gewerkt, hoeft hij niet zo nodig naar de schouwburg. Samenspel Waar ik wel tegenaan zit te schop pen, dat is het toneelbestel. Daar moet veel meer aan gedaan worden, niet alleen kreten laten horen, maar nou werkelijk eens uitgaan van het publiek. Zo'n groep als Studio, die komt er bij mij niet in. De complete waanzin om subsidie te geven voor niets, voor iets krank zinnigs. Minachting voor het pu bliek en het wordt nog gesubsi dieerd ook. Je merkt het hier in de polder hoor. Een schouwburgdirec teur heeft niets meer te zeggen. Wat hem wordt aangeboden is een volledig rommeltje. De Haagse Comedie, die geeft nog prachtige voorstellingen. Heel Dron ten zou dolgraag de Haagse Come die eens willen zien. Maar ze ko men niet. Dat is het toneelbestel". Op dat moment reden reusachtige vrachtauto's de Meerpaal in. Er ging weer iets gebeuren en tiental len inwoners kwamen al aangelopen om er weer bij te zij.n ARY J ASSIES Directeur Bert Hoogeveen en 7De Meerpaal": "Een plein met een dak er boven". (Van onze correspondent Frank Onnen) I beroemde Histoire naturelle of La m femme 100 têtes treft men de sur- FARlJö (GPD) Ter ere van de tachtigste verjaardag van realistische inspiratie en ook attribu- de surrealistische schilder Max Ernst die in 1958 zijn oorspron- 1 ten aan van een andere, en „diabo- - i üsche" werkelijkheid die onder de zichtbare realiteit verscholen gaat. In die schilderijen, zo goed als in de verschillende evocaties van tropische wouden, planten of onder-water landschappen bewijst Max Ernst ook voor zulke onderwerpen een adequa te precisie-techniek volledig meester kelijke Duitse nationaliteit voor een Frans paspoort verwissel de, heeft het (officiële) Orangeriemuseum in Parijs hem nu met een forse tentoonstelling die uit ruim honderd schilderijen, collages en beeldhouwwerken bestaat gehuldigd. De collectie is afkomstig van de Frans-Texaanse zakenman Jean de Menil die wel de voornaamste ver zamelaar van het werk van de kun stenaar heet te zijn, aangevuld met stukken uit het eigen bezit van Max Ernst. In tegenstelling tot zijn vroe gere kameraden uit de surrealistische club als Salvador Dali of Jacomet- ti (die hem in 1934 de stoot tot zijn eerste beeldhouwwerken gaf) is ver reweg het grootste deel van het oeu vre van Max Ernst (nog) altijd in particuliere handen gebleven, maar aan de retrospectieve tentoonstelling die vorig jaar al in 'Stockholm, Stutt gart en Amsterdam waren te zien. schijnt Parijs nu toch weinig nieuwe gezichtspunten te hebben toegevoegd. Max Ernst die in 1891 bij Keulen als zoon van een Joods onderwij zer op een doof stommen-instituut die in zijn vrije tijd graag schilderde en JAN BLOKKER. Niets aan de Hand. Uitg. De Bezige Bij, Amster dam. Jan Blokker, cursiefjes-schrij ver columnist zeggen we te genwoordig van De Volks krant, heeft een collectie van deze cursiefjes uitgegeven onder de titel „Niets aan de Hand". Daar kan een mens mee in zijn schik zijn, want Jan Blokker behoort niet tot het ras van de grote duimen. Hij neemt zijn stof uit de net gepasseerde ge beurtenissen en voorvallen, die de aandacht van de pers ge trokken hebben. Als ondertitel heeft hij zijn commentaren „De wereld ten tijde van P. de Jong en J. Luns" meegegeven. De commentaren van Jan Blokker zijn niet regelrecht kri tisch. De kritiek zit in de scham pere toon en in het zeer per soonlijke van zijn reacties. Hij is typisch een Nederlander; zó typisch dat hij daar mogelijk een groot deel van zijn succes aan te danken heeft. Want ie dereen in dit land verstaat hem omdat zijn toon de toon is van nu, wat schamper, wat gelaten, niet fel, nooit woedend. De toon van „ik zeg-heus -wel-wat-er- mis- maar- er- is- toch- geen- kruid voor gewassen". Inder daad zegt Jan Blokker precies wat er mis is, maar zijn overtui ging dat er toch niet veel aan te doen is, behoedt hem voor die eveneens Nederlandse eigen schap die veel zo niet alles ver knoeit, te weten schoolmeeste ren. HÜ legt zijn vinger op de beroerde plek en geeft geen ge neeswijze erbij. Hü slaat de spijker op de kop, maar eigen lijk hoor je nauwelijks een tik. De columnist zonder humor- zou natuurlijk nergens zijn. Jan Blokker bezit dus qualitate qua humor. Het is met deze hu mor van hem net zoals met zijn andere eigenschappen; hij duikt Der loops op, veroorzaakt geen hi lariteit en heeft iets van de gal genhumor. Er wordt van hem wel eens gezegd dat hij zuur is en wrangheid kan men zijn com mentaren niet ontzeggen, maar dat is het toch niet alleen. Hij is, zoals ik al zei, gelaten, van een het wispelturige geheugen weer op gang via feiten en feitjes die op zichzelf niet eens zo be langrijk zijn, maar die verwij zen naar de situatie die dat wel is. Neem b.v. eens het stukje ge titeld „Vergadering" Dat bevat een gesprek tussen de achterge bleven vertegenwoordigers van verschillende landen als on ze vertegenwoordiger Luns uit New York is weggeroepen vanwe- ;e onze Kamerdebatten. De he le zaak van Nederland, Vietnam, de Nato in een notedop. Zo, het matige scepsis. Het feit dat Jan Blokker zijn stof haalt uit het dagelijkse nieuws, heeft tot resultaat dat er met dit „Niets aan de Hand" eigenlijk een wonderlijke vorm van geschiedschrijving is ont staan, ondanks de schrijver, want zo heeft hij het zeker niet bedoeld. Dit boek of „boekje" het telt 152 blz. en dat is meer dan menige hedendaagse roman is een soort handig na slagwerk geworden voor iedereen die even wil zien wat voor feiten en feitjes zich hebben voorge daan ten tijde van P. de Jong en J. Luns. Het geheugen van de mens is een wisselvallig ding en met de tegenwoordige levens vaart vergeten we het een voor het ander. De krantenberichten die er in opgenomen zijn met Blokkers commentaren, brengen geheugen is opgefrist. Dan die kwestie van de sabotage bij het leger onder de titel, „Hou Je Haex" en het spektakel over die V.P.R.O.-uitzending met de mooie reactie: „Elke amateur socioloog had hem kunnen ver tellen dat één krantebericht over een belletjetrekker in het Bezui- denhoutkwartier voldoende is om Den Haag dagenlang in de wur gende greep te houden van geor ganiseerde of anarchistische bendes die wijk voor wijk, straat voor straat en deur voor deur de burgerbevolking uit d'r lui bed schellen". Ook aan de Maagdenhuls-re volutie heeft Blokker enige on sterfelijke zinnen gewijd. Zijn beschrijving van de deelne mende groepen luidt ongeveer als volgt. Ten eerste de toe schouwers: „Zullen we naar huis gaan?" vroeg mijn vrouw wat rillerig. „Och, laat de kin deren nog maar even", zei ik Dan het beeld van de revolutie makers: „Er werden trouwens net drie tasjes aan touwen op gehesen, met brood, of misschien wel met kroketten". De der de betrokken groep is natuurlijk de politie: „De bereden agenl slaat van Spui tot Oude Zijds als een volmaakte krankzinnige met de bullepees op z'n benzi netank". Het slotcommentaar luidt: Revolutie in Nederland i: grijs. De afdeling „Het nieuwe Geloof" getiteld, heeft een reik wijdte van De Vuist tot en me' de Paus en daar tussenin zi natuurlijk ook pater schille- beeckx. Een opsomming van eni ge Nederlandse geloofsmani festaties volgens Blokker: ,,d' als meneer Duis aangesprokei voorganger van de eredienst" St. Nicolaas wordt o.a. aan he zondebesef gekoppeld en wij Ne derlanders vieren een fees, „waarbij we bij het invallen var de winter als kinderen neer knielen voor het Gezag". En dai de celibaatskwestie met het stu ren van getrouwde priesters naar landen waar te weinig priester zijn „en dan alleen nog als d- man in kwestie een gevorderd' leeftijg heeft bereikt". Di zijn maar een paar greepjej In „Niets aan de Hand" vind j ongeveer alles waar we ons eni ge tijd geleden eventjes ove. opgewonden hebben. Niets aan de hand, nee het wereldje wel, ja maar ik zou Blokker ook wel eens willen horen als hij vindt dat het er werkelijk op aankomt. Of vindt hij dat nooit? zei geërfd te hebben geboren werd, j te zijn. Hoe dan te verklaren dat de vertoonde als kind' al duidelijk symp tomen over aanleg voor tekenen te beschikken. Wat ouder geworden, trekt de literatuur hem niet minder sterk aan en na zijn gymnasium studie schrijft hij zich op de univer siteit van Bonn in als student in de filosofie, psychiatrie hij had toen juist van de eerste geschriften van Freud kennis genomen en in de kunstgeschiedenis. Die drie polen schilderkunst, filosofie en psycholo gie bleven zijn verdere ontwikkeling bepalen, en ze wezen hem over de weg naar de diverse Europese en la ter Amerikaanse centra van de mo derne kunst Das Junge Rheinland dadisme, futurisme, surrealisme die in een overeenkomstige voedings bodem wortelden. Binnen dat kamp heeft Max Ernst aan alle veldslagen deelgenomen zon der echter ooit mag men zeggen veel spitsen af te bijten. Zijn eerder bedachtzame en meditatieve aanleg, weerhield hem van daden van agres- j siviteit of provocatie waarin dadais- ten of surrealisten hun kracht zo j graag zochten en ook van de tumul- tueuse politieke stellingnames hield hij zich doorgaans afzijdig. In doe- |ken als l'Ange du foyer (de engel van de huiselijke haard) uit 1937 de Schilderij "De engel des hui- selijken haards" van de tachtig jarige surrealistische schilder Max Ernst. bezoeker van zijn expositie toch vrij koud blijft in de erkenning en zelfs zijn bewondering van dat meester schap? Het komt hem voor of Max Ernst alle geheime relaties tussen het onderbewustzijn, de daagse werkelijk heden, de droom en het leven heeft doorvorst en doorzien en ook visueel wist waar te maken, doch dat gelijk tijdig zijn temperament in hartstocht te kort schoot om die visie als een persoonlijke onthulling op de toe schouwer over te dragen. Te midden van de beeldenstormers, wereldver nieuwers en dynamiteros van de mo derne schilderkunst lijkt Max Ernst in zijn hart toch altijd een lyricus, poëet en zelfs een charmeur te zijn gebleven. De handleiding voor het gebruik van al die levensgevaarlijke projec tielen en explosieven had hij op zijn duimpje geleerd, maar het effect van zijn manipulaties blijft desalniette min illusoir. Een Franse criticus heeft hem eens een Perrault, de Franse fabulist, genoemd, die door Freud was gereviseerd. Doch het on geluk wilde voor Max Ernst nu juist dat die twee grootheden elkaar in het veld door artistieke krachten eerder bleken te neutraliseren. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Culemborg (toezeg ging) J. Th. W. Quak te Koudekerk aan de Rijn; te Meerkerk W. Arke- raats te Oudekerk a/d IJssel. Aangenomen naar de streekge- meente Land van Maas en Waal H. J. de Vos te üsselo. Bedankt voor Stavenisse A. J. Mulder te Ter Aa. Ger. Kerk Beroepen te Zwagerveen J. Jon ker, legerpredikant te 't Harde. Ger. Gemeenten Beroepen te St. Annaland J. Koster te Ierseke. Aangenomen naar Woerden J. M. Kleppe, kandidaat te Capelle a/d IJssel die bedankte voor Amster dam-C, Benthuizen, Haarlem, Hil versum, Krimpen a d IJssel, Slik kerveer en Utrecht. Nieuws van de universiteit LEIDEN De heer E. C. Dawson (Leiderdorp) is gepromoveerd tot doctor in de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen op proef schrift getiteld„Booschapper-rna eiwit-complexen in hela-cellen". De promotor was prof. dr. L. Bosch. De heer W. W. Shane (Leiden) ls gepromoveerd tot doctor in de facul teit der wiskunde en natuurweten schappen op proefschrift getiteld: „Observations of neutral hydrogen in an interior region of the galaxy and the structure and kinematics of the scutum spiral arm". De promo- tor was prof. dr. J. H. Oort. Voor het artsenexamen slaagde de heren B. Wijdieks (Valkenburg Z. H.) en W. Wytema i Hoorn).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 21