Westduitsers op zoek naar de draak Uniek getijdenboek „De idioot van de familie" Revolutionair spektakelstuk van DDR-cabaretier Wolf Biermann lx H Vï) CtiOhK U 1111 dm QHCttC HY tcuimlM li hl ut 0((t tvcfit ftü cuu fuut K tl Mil 010 tu m M Sartre verbrak het stilzwijgen met een studie over 19e eeuwse romancier Gustave Flaubert: ZATERDAG 29 MEI 1971 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 15 (Van onze correspondent Wim Timmers) BONN (GPD) In de Bondsrepubliek heeft een toneel spektakel zijn wereldpremière beleefd, dat van de auteur als voorwoord meekreeg: »,Voor deze drakendodersshow zijn re gisseurs en toneelspelers nodig die niet zelf al tot het draken bloed behoren. Revolutionaire kunstenaars zullen er niet te vreden mee zijn dit stuk tegen alle mogelijke draken ter wereld te spelen, maar zullen het tegen hun eigen draken in scène zetten." De auteur is de zingende cabaretier Wolf Biermann uit de D.D.R. A wenn ick mal voll bin, geh ich kurz zum Teufel runter und spendier Stalin ein Bier. Als troubadour, zichzelf begelei dend op de gitaar is Wolf Biermann in de Bondsrepubliek populair. Een hoogtepunt was zijn optreden sa men met de vlijmscherpe Westber- lijnse cabaretier Wolfgang Neuss (in het westen uiteraard). Zelf hecht hij echter grotere waarde aan zijn populariteit in de DDR, waar zijn verboden teksten onder de be volking toch algemeen bekend zijn. .Voorsprong" e Biermann (34) is wellicht de meest nteressante Duitse kleinkunste naar. De scherpzinnige en zeer mu- likale communist speelde zijn rol in iet politieke cabaret zó consequent, dat hij in 1953 van Hamburg naar verhuisde. Daar is hij Q 1956 uit de partij gestoten. Hij beschouwt zichzelf nu als een „door de staat erkende staatsvijand", l Ook voor Westduitsers is Wolf ld Biermann een boeiende ver- i schijning. Hij was vrijwel een ver door zijn „overlopen". Na zijn ex-communicatie werd hij voor de één een held, voor de ander een nan die Ulbricht de kans bood zijn regime als niet geheel zonder tole- De naar de DDR overgelopen cabaretier Wolf Biermanndie in West-Duitsland publiceert rantie te kijk te stellen. Immers, Biermann is een vrij man zij 't op dezelfde manier als de bekende prof. Robert Havemann. In de DDR is voor geëngageerde artiesten, die hun kritiek niet tot 't verleden of het kapitalisme beper ken, geen plaats. Zelfs goedmoedige spot heeft zijn grenzen gauw be reikt. Stalin is exit en voor een communist kan een hel onmogelijk bestaan, maar alleen op grammo foonplaten in het westen is plaats voor zulke teksten: Biermann blijft onder alle tegen werking een overtuigd communist, die op een vraag wat hij toch in het oostelijke Duitsland ziet, antwoordt: „Positief aan de DDR is dat het zin ïeeft haar te kritiseren. In de DDR is de eerste belangrijke stap naar 't socialisme gedaan. Dat is onze door slaggevende voorsprong op West- Ouitsland en op elk ander kapita listisch land, om het even hoe so- ;iaal-democratisch het is. Om de tweede stap van de revolutie gaat .le strijd in ons land". Zonder twijfel als bijdrage aan die strijd heeft de liedjeszanger nu een toneelstuk geschreven, geïnspireerd op een in de DDR zeer populair an ti-fascistisch theatersprookje van de Rus Jewgenij Schwarz, „Die Drache" (de draak). „Der Dra-Dra" noemt Biermann zijn „grote dra kendodersshow in acht bedrijven met muziek". De tekst ver scheen vorig jaar in boekvorm, van zelfsprekend in West-Duitsland. De Dra-Dra (of dri-dri, dro-dro of desnoods drck-drck als u wilt) is de uitbuitende en zijn omgeving terro riserende dictator. De drakendoder Hans Folk (nogal vreemd inderdaad iet een f) slaagt er niet in de on derdrukten ervan te overtuigen dat run „geliefde Dra-Dra" gewoon een draak is althans niet zolang de geliefde tiran leeft. En dan nog: als Hans Folk de draak heeft gedood, Ireigt er gevaar dat diens schaam teloze dienaar, de gouVerneur. de Dra-Dra weliswaar ook als draak „ontmaskert", maar daarna als Dou-Gou diens plaats zat innemen en gedaante zal aannemen. Biermann kan nooit serieus heb ben gehoopt dat zijn „drakendoders show" in de DDR zou worden op gevoerd. „De Drache" van Schwarz hekelt het fascisme, „Arturo Uit" van Brecht is onmiskenbaar Adolf Hitler. Maar wie is „Dra-Dra"? Bierman zelf zou teleurgesteld zijn als men er Hitler in herkende, die in een vorige generatie thuis hoorde. Hij ontkent echter niet de anti-stalinistische strekking van zijn verhaal. Zou Dra-Dra niet heel goed Walter Ulbricht of minder per soonlijk de SEC (de Oostduitse com munistische partij) kunnen zijn? Wolf Biermann is er altijd op uit geweest zijn „reactionaire kamera- den" (zijn eigen woorden) aan de kaak te stellen, die de volgende stap in de communistische revolutie ver hinderen. Nu het stuk echter in de Bonds republiek moest worden opgevoerd, heeft Biermann in een interview met het weekblad Der Spiegel na drukkelijk verklaard dat de West duitsers „hun eigen draak in zijn achterste kruipen" als ze met ge noegen toekijken hoe de uitgestoten communist Biermann de commu nistische dictatuur bespot. Hij heeft acteurs nodig die hun eigen draken, waarvan het in de kapita listische wereld naar zijn overtui ging wemelt, weten te spelen. En daaraan gaat nu in West- Duitsland Biermann's eerste toneel stuk ten gronde. Het lezen van de tekst is een genoegen. De cabaretier zou een voortreffelijke programma kunnen leveren door zelf, met zijn gitaar, de liedjes te zingen en de grote ballades voorste dragen. Zijn aanwijzingen voor het spel zijn ech ter uitermate vaag. De regisseur maakt voor een goed deel het stuk. Zonder medewerking van een Jong en opstandig publiek gaat het niet. In première Het stuk is in Wiesbaden en in München in première gegaan. Alleen München (onder leiding van de 36-jarige Hans-Güther Heyme) trok sterk de aandacht. Heyme's to neel is een toonbeeld van de vervuilende wereld vol afval, over dreven verpakking en reclame. Er was tevoren reclame gemaakt met Biermann-liederen op scholen: er was aangespoord om de eigen draak in de naaste omgeving te zoeken. Maar zó gemakkelijk is het niet. Wat Stalin kan zijn, zou in de Bondsrepubliek nu eenmaal niet Strauss of Springer kunnen zijn. En dat scholieren vrijwel algemeen in een leraar of de schooldirecteur him draak herkenden, schoot tekort. Verschillende Westduitse kritici heb ben zich met het probleem evenzeer beziggehouden als Ernst Wendt in het volgende citaat uit het weekblad Die Zeit: Wie kan hier de draak zijn? De Münchner Kammerspiele zijn op zoek gegaan naar een ondier dat ons .toebehoort", welks onderdaan wij zijn, waarvoor wij buigen, dat wij met versuikerde vleinamen aanspre ken en dat we moeder, revolutionair, zoals Hans Folk, dienen te bestrij den en te doden. Ze hebben er ook één met name genoemd het noemt zich „kapitalisme" maar ze hebben het niet op het toneel kunnen brengen, omdat het in Biermann's stuk niet voorkomt. Zo zwoegt de enscenering van Heyme meer dan drie uur lang voort in de bestrijding van een tegenstander die in het geheel niet in het blikveld komt". Wat een sterk geëngageerd spel moet zijn, wordt zo nogal vrijblij vend. Tenzij toch ook het Westduit- publiek de vrijheid neemt het te projecteren op de situatie in j de DDR, de staat die Bierman als een kritische kunstenaar mee wil helpen ontwikkelen, maar niet kan bereiken ook al is hij er gaan wo nen. Nu modern en geëngageerd to neel in het Westen zo druk wordt besproken, komt door de bij drage die de Oostduitse kunstenaar daar noodgedwongen aan levert, zijn eigen vrijheidsbeperking des te schrijnender naar voren. Us We zouden de klok niet graag te rugdraaien tot naar de vijftiende eeuw, toen het boek nog een vorste lijk luxe-artikel was. Integendeel, de democratisering door de druk kunst gaat voort. Er is een duidelij ke behoefte om, naast het moderne massaprodükt in pocket- of paper- backvorm ook uitgaven te kunnen bezitten die behalve om de geeste lijke inhoud tevens als voorwerp van waarde zijn. Aan die behoefte komen onder meer getrouwe reprodukties tege moet van belangrijke, zeldzaam ge worden oude boekwerken ge drukte boeken en zelfs met minia turen verluchte handschriften. Zo is onlangs bij Het Spectrum, Utrecht een facsimile-uitgave verschenen van een getijdenboek voor Engel- bert van Nassau, geïllustreerd door de Meester van Maria van Bour- gondië. Het origineel van dit boek is in het laatste kwart van de vijftiende eeuw vervaardigd, toen Gutenberg (eigenlijk Gensfleisch genaamd) aan de produktie van gedrukte boe ken al failliet was gegaan. De kunst van het met de hand geschre ven boek, de codex, liep naar het einde na een ontwikkeling van meer dan tien eeuwen. De anonie me meester die voor Engel bert werkte en voor Maria, dochter van de boekminnende Karei de Stoute, zocht een interessante oplossing voor de crisis waarin de kunst van de miniaturen verkeerde. De Byzantijnse, Merovingische en Keltisch-Germaanse boekverluch ting harmonieerde goed met de vlakke tekst. De late, Bourgondi sche miniatuurkunst echter staat onder de invloed van de toenmalige schilderkunst en doorbreekt met „doorkijkjes" het vlak. De schoon schrijver die het tekstbeeld met spiralen en andere ornamenten en randversieringen verrijkte (in het onderhavige geval waarschijnlijk Nicolas Spierinc) bleef in het vlak. De miniatuurschilder, die er „door heen" ging, heeft op verscheidene bladen de oorspronkelijke randver siering met goud toegedekt, waarop hij vervolgens trompe l'oeli dus als tastbaar bloemen en daarop soms weer insecten schil derde. die dus in andere voor waartse richting het vlak door breken en een zeker evenwicht her stellen. De miniaturen zijn doorgaans niet veel groter dan een flinke gelegen- hefckpostaegel en geschilderd in een ietwat „impressionistische" trant. Men krijgt de neiging, ze met een loep te bekijken maar ziet dan uiteraard een gerasterd beeld. De gouddruk geeft ook een ietwat ander effect dan het bladgoud van originele miniaturen, dat op ge grond perkament is aan gebracht en vervolgens geglansd is. Wel slaagt de reproduktie er in, de spo ren van de marginale onderschilde ring waarneembaar te maken. De lederen band van de facsimile-uit gave volgt getrouw de band, die in de 18de eeuw door een vermaarde Parijs® boekbinder voor het getijden boek is vervaardigd. Aldus is een optimale machinale benadering voor velen beschikbaar gekomen van een prachtig boekje, dat in de Bodleian LIberary te Ox ford wordt bewaard als een kost baarheid van nog groter waarde, dan toen het een stukje vorstelijk bezit waa. Het omvat 80 miniaturen die zowel charmant als kunsthisto- riach Interessant zijn, alsmede 80 tekstpagina's met een deskundige inleiding en toelichtingen van J. J. G Alexander, een Britse specialist op dit terrein. De prijs van het Ju weeltje is ƒ65. DOLF WELLING. (Van onze correspondent Frank Onnen) PARIJS (GPD) Na ruim tien jaar als filosoof en literator [gezwegen te hebben, omdat hij de dagelijkse politiek veel ur genter en belangrijker vond, heeft Jean-Paul Sartre letter kundig Frankrijk verrast met een werk over de 19de eeuwse f romancier Gustave Flaubert. Sartres bewonderaars, geestverwan- ijl ten en volgelingen begrippen die elkaar niet altijd hermetisch behoe- te dekken kunnen de schade van zoveel gemis nu met volle teu gen weer inhalen: twee delen samen <xr|2200 pagina's beslaande, zijn van de drukpers gekomen, terwijl een derde turf nog op stapel staat. Sartre, die daar in het geheim wel zeer hard aan moet hebben gewerkt gedurende bij na twintig Jaren, beloofde ln dit d'er- de deel de Franse kunstwereld op de helft van de negentiende eeuw te zul len doorlichten. Jean-Paul Sartre, die zoals de le gende in de toeristengidsen wil, na de oorlog in de duistere en berookte kel dertjes van Saint-Germain zijn nieu we levens- en maatschappijbeschou wing, het existentialisme, lanceerde, fa nu al meer dan een kwart eeuw voor de Jonge Franse intelligentsia 'n figuur en bijna een (atheïstische) heilige gebleven, die volstrekt enig ls. Sartre, 66 Jaar en achterneef van de eveneens veelzijdige filosoof-zende- arts-musicoloog-organist Albert Schweitzer, belichaamt, symboliseert mag men zeggen, in zijn geschriften op een breed terrein, maar vooral in Üjn levenswandel, de hedendaagse te- genstrijdigheden en paradoxen van „Le mal a vivre" in een even moedi ge als tragische poging de menselijke vrijheid in haar wijdste vorm, met de marxistische noodzaak de kapitalisti sche maatschappij tot een rechtvaar diger en broederlij ker samenleving te transformeren, op één en dezelfde noemer te brengen. Niet (alleen) als kamergeleerde, maar vooral ook als: man van de daad. Doch de moraal van deze ket ter die een absolute eerlijkheid te genover zichzelf zo goed als jegens de hele buitenwereld predikte, bleek in de praktijk en de strategie van de politieke strijd maar moeilijk in te Eén van Sartre's grondstellingen is zo altijd geweest, d'at in Frankrijk iedere linkse politieke actie tot mis lukking is gedoemd, zonder een per manente entente met de communis ten. Maar als intellectuele zoon der bourgeoisie die dan ook overal op ge- wetens- en andere problemen stuitte, hebben de communisten Sartre als politicus zonder partij nooit helemaal voor vol aan willen zien. En zo is hij, vooral sedert de mei-dagen van '68, dan ook steeds verder naar de uiterst linkse stellingen afgegleden. Zonder ook die gauchistische of mao-istische geloofsartikelen voor zijn persoonlijke rekening te nemen, heeft Sartre, meer uit menselijke dan uit ideologische solidariteit, de laatste jaren vooral in deze kringen een actieve rol gespeeld. Hij liet zich tot directeur benoemen van de „Cau se du peuple", als vlag op een poli tieke lading die hij wist niet (volle dig) te kunnen dekken en alleen om te voorkomen dat de regering dit maoïstische en nogal schreeuwe rige orgaan opnieuw verbieden zou. Want nadat generaal De Gaulle voor wie ook het culturele prestige van Frankrijk heilig was eens had ge proclameerd, dat hij Sartre nimmer achter de tralies zou zetten, was de beroemde filosoof in feite buiten en boven de wet geplaatst. Voor een revolutionaire schrijver die theorie en praktijk nu Juist niet wil scheiden, was dat natuurlijk eer der een vernederende positie, waar van hij de gauchisten niettemin de vruchten liet plukken. En naast zijn bemoeienissen als krantendirecteur heeft Sartre die kort geleden bij sta kingen bij Renault op een hoek van de straat een oude teerton besteeg, zich ook als tribuun en agitator ge- duchtig geweerd. Maar in zijn "vrije uren" ging hij,, getuige dit Jongste geschrift, dan tóch door met de pro duktie van een oeuvre dat de literai re wereld eigenlijk al als definitief voltooid beschouwde; een voorbarige vergissing waarvoor men zich nu verheugen mag. De titel van zijn Flaubert-studie „De idioot der familie slaat op het feit dat de schepper van Madame Bo- vary op zijn zesde Jaar een leesblind- heid vertoonde die zijn vader die dokter was veronderstellen deed dat zijn zoontje achterlijk zou wezen. Maar op zijn twaalfde Jaar was de kwaal al weer zo aardig genezen dat Gustave Flaubert als literair won derkind aan zijn gigantische oeuvre kon beginnen. Sartre toont intus sen geen enkele sympathie voor Flau bert, die het prototype van de ivo- ren-toren-literator en dus eerder zijn eigen antithese was. En ofschoon aan zijn studie een ontzagwekkende documentatie ten grondslag ligt, heeft hij Flaubert toch vooral nog wel gebruikt als kapstok om een haast onoverzienbare garderobe aan sociale, filosofische, menselijke, lite raire en andere ideeën, speculaties en analyses aan op te hangen. In zekere zin is l'Idiot zelfs eerder een autobiografie van Sartre dan een biografie van Flaubert geworden, waarbij als grondtoon weer het kernprobleem doorklinkt: hoe de synthese te scheppen tussen vrij heid, moraal, marxisme en psycho analyse. Het eerste hoofdstuk dat handelt over de jeugd van Flaubert en zijn verhouding tot zijn vader, verge lijkt Sartre zelf trouwens met een document waarin de lezer het „mo del" beluistert zoals een psychiater zijn patiënt die zich op de divan heeft uitgestrekt. In een enkele krantenkolom is het uiteraard wat moeilijk ook maar 'n vage indruk te geven van een boek van deze omvang en dimensies, waarvan ikzelf ook nog maar een dikke honderd pagina's gelezen heb. Maar wel kan ik nü al zeggen, dat, wanneer de gauchistische stu denten Sartre metterdaad ernstig nemen, Fr ankrijks minister van Binnenlandse Zaken Raymond Marcellin eindelijk eens een paar weken vakantie zal kunnen nemen. Ruim tweeduizend bladzijden Sar- tre-lectuur verteer je niet/in één vrije achternamiddag. En dan moe ten deze twee eerste delen nog maar een selectie vormen van het manus cript dat de schrijver zijn uitgever oorspronkelijk had aangeboden, Om de prijs van zijn, uitgedunde, ge schrift binnen de perken van de fi nanciële draagkracht van het pu bliek dat hij bereiken wilde, te hou den, had Sartre zijn auteursrechten eerst zelf drastisch verlaagd. Desal niettemin blijven honderd franken voor een gesjochte student of een metaalarbeider nóg een forse prijs Gesteld dan al dat die overweging het enige obstakel voor zijn gau chistische aanhangers zou vormen zich in deze kolkende maalstroom van Sartre's ideeënwereld te storten Want zó toegankelijk is die wereld nu ook weer niet en dat is dan zeker evenmin de geringste paradox van het verschijnsel Sartre Jean-Paul Sartre

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 15