Dat goeie ouwe ABC
I
(IEMAND KENT
MIJN ZORGEN
Kritiek op man
t
)e schaapherder van Ruinen
iANDAG 24 MEI 1971
LE1DSCH DAGBLAD
PAGINA 17
[es en twintig letters, die het gehele leven beheersen!
len kan bezwaarlijk spreken van het alfabet, want dan
let men onwillekeurig alleen aan het onze, dat zo ge-
md wordt naar de eerste drie letters van het griekse
bet: alpha, bèta en gamma, die vermoedelijk zijn ont-
n ten tijde van de Phoeniciërs, dus zowat rorjd de 1 1 e
nrvóór Chr.
laar de Grieken en Romeinen voegden hieraan nog
;e letters toe en zó ontstond de tegenwoordige volgorde,
volgorde.
ten het alfabet van het Sans-
de oude taal van India, die
ook nü nog door de geleerden
gesproken en geschreven
gaat men wel heel ver terug
historie was nóg ouder, zo-
v. Chr., dus nog altijd 900
vóór de Phoeniciërs.
reet wel. waarvan "de School-
(Gerrit van de Linde Jzn,
■1858) parodieert:
ieer Papa uit wand'len gaat
hy ojis dikwijls meê
inteert soms over straat
nscritiesch abc
Ij ik 't hem dan nazeg, ik,
lees ik in zijn vaderblik:
tn ontzachlijk in mijn schik"
i, er bestaat thans niet alleen
alfabet, doch afgescheiden
t transcriptie ook een Rus
tom maar in Europa te blij-
lat door de taalgeleerde Cyril-
ont worpen.
zat dat met die Cyrillus?
serd geboren in Saloniki. was
Griek. Samen met zijn broer
dius, die ook al een taalknob-
id, trok hij naar Moravië in j
Tsjecho-Slowakije, waar zij als mis
sionarissen vertoevend, hele Bijbel
gedeelten in het Slavisch dialect ver
taalden. Maar spreken en schrijven
dat is twee.
Hiervoor moest, nu 't op schrift
kwam. een heel nieuw alfabet ont
worpen worden en dat was 't werk-
gedeelte van Cyrillus, een schrift, ge
baseerd op Koptische en Griekse let
tertekens, welk nieuw alfabet dan
ook naar hèm vernoemd werd: het
Cyrillische alfabet, dat ook nü nog
steeds in Rusland en andere Slavi
sche taalgebieden gebruikt wordt en
dat bestaat uit 35 lettertekens, dus
9 méér dan het onze.
Daarna kregen we het Gotische, dat
bestond uit 19 letters en later met
nog 6 letters werd uitgebreid, een
lettertype dat algemeen werd aan
vaard en gebruikt.
Aanvankelijk toen er nog geen
drukkunst bestond, werden hele boe
ken hoofdzakelijk missalen in
het gotisch geschreven beter ge- j
zegd getékend door monniken, die
over één boek jaren en Jaren deden.
Over letters en cijfers. Laat uw ge
dachten hier even bij stilstaan: let- I
f
t
i
Bfttt firn Cioafcng.iert/
4" -Sl' ofcr.Vii u.mMc t'iiif.-m.imcrctiMmcMim
b.irc tn1 i t iwi Hiit'xröiiaat.foof.tiDie O-ochwitoi
turtvtK» tinajssimwi nKt cei lijnen turc te (amen
tm-wt c.'uX Met iiït f.iffcücU trcrlKrnïïr ü.u Cinii*
toi int jjuuii tut ts Bc aiaccfojflctij rtifte
'O.'ltOQ'fC-
•Kift hint erft tornt met
cetnüitirtiJlireiic fsMrom
De lUorixt op luren rujcï
boen Inpjcti - bic tonen op/
IM.TO 'fii6c Dflt 4 era m»I
litriKbei.CnEuc Dtocbam
fnl 6»fttmjl toet ftitlitcli kH
ftetecom (u1ittcm.UTbi«
ft'pinten, fintetttcmoctet
f.ii ipcr 6itli'«lQ omtóetrt
leunt toerenfoo irawc tot
tat lm iiiisiim hooft ne&r»
PMertï i nnjsnac artoert toeft. 3Mer tri Wtoe
l Docietmetwom op IMi'ctl rtori fitten niöePe Door»
lirfiif.aefelwerticiiu'ti ®elnft:bslm(ftnet. JO,let en
v.eibcii.mïiKiiiiititiiietottinietöniiiifipiXRoeöa-#
liriwem; cinftci fleoft neöcrtwcrtatcBorti Houten/
foo f.ti De D.-ofb.'OüU'f&tn otiöcrctiBoet oorlt ten toH/
fenceft!»'"!-. i-nttttUtr.! wnciismnwct: Bat,lint
6e (iritien ciiDt De {jtofttal
{teiKften ftjn Znöe rtcBrr/
taerrtf (leiircfln nut ot>
tuelittrrtffienftet.
.M4 Dot IwiBe met 6c enter
y •iicotnbitfit6o«ncftoiiit/
o 00 fol 6e Peoetftonlpe Bnt
-', jf i,imrrrt*fefpt!ttii/ en bent
{teifcnen/Kitteltcerfluiöet
1 r'-ïï&rZev&S npKöétfliirBA'iiigefeté i»/
kits en ihin 6oev tt.i tr.teenhc/
fcsiSf Qn.KlIlift'Hf.Ijy^Kll,
V.
ter voor letter, zin voor zin, cijfer
voor cijfer tot boeken.
Zij versierden deze met prachtige
miniaturen, die nu nog de bewonde
ring van bibliofielen wekken.
Enige jaren geleden was er in het
Rijksmuseum te Amsterdam een zo-
mer-tentoonstelling van deze fraaie
hand-werken. Men staat verstomd
dat er nog zovéél hiervan in de loo
der eeuwen ongerept bewaard zijn ge
bleven
Maar er kwam een einde aan geté
kende boeken. Och. we weten het al
lemaal uit onze lagere schoolboek
jes: ha Haarlem leefde een man,
Laurens Jansz. Coster, die het
was in 1440 de boekdrukkunst uit
vond.
Hoe nu kwam het romantische ver
haal dat Coster de uitvinder was in
de wereld?
In 1588 verscheen een boek "Bata
via" «denkt U bij dit woord maar
aan de Bataafse Republiek, ons land
eeuwen later) van Adriaen de Jong-
he, die zijn naam naar de trant dier
tijden latiniseerde in Junius. Dit boek
werd in Leiden gedrukt door de we-
reldbefaamde Plantijn.
Hierin doet Junius voor het eerst i
het romantische verhaal van de
boom in de Haarlemmerhout en zó
kwam het in de wereld en in onze
schoolboekjes.
Maar niet alleen Junius vertelt dit.
Ook de bekende dichter en moralist j
Dirck Volkertsz Coornhert 1522
1590) vertelt het ons, er aan toe
voegend dat Coster later de houten
letters verving door loden of tinnen.
Dus wij Nederlanders zeggen: Cos-
ter.
Néén. zeggen de Duitsers, dat deed
ónze Gutenberg. Neen, riposteren
wij Nederlanders weer, Gutenberg
was een gauwdief die in de Kerst
nacht (hoe romantisch!) van 1440.
zijn baas Coster bestal en met al
het materiaal, letters en cijfers,
naar zijn vaderland vluchtte.
Nietes - welles!: een langdurige on
opgeloste strijdvraag. Wie was dan
deze Gutenberg, die eigenlijk Johann i
Gensfleisch heette <plm. 1394-1468»,
i maar de naam Gutenberg had aan- i
genomen?
In elk geval was diens oudste druk-
werk van plm. 1445, terwijl dat van
aster 1440. dus 5 jaren éérder wordt
?steld, hetgeen dan weer pleit voor
de stelling Coster. Maar vè,st staat
hieromtrent niets.
Er was toen alleen maar één type
van letter en cijfer: het Gotische, zo
als blijkt uit nevenstaande pagina
uit het 15de eeuwse boekej „Van
den Roosengaert". dat gaat over hu
welijk, geboorte engeboortebe
perking, Ook toen al!
Toen de drukkunst haar intree had
gedaan, ontstond meteen de drang
om boeken te versieren met initia
len aan het begin van elk hoofdstuk
zoals al gebruikelijk was in de ge
tékende werken.
Een teken-grootmeester van deze
versierde initialen was onbetwist de
kunstschilder Hans Holbein de Jon
gere (14971543) die zelfs drie uiterst
kunstzinnige alfabetten heeft ont
worpen, waarvan zijn dodendans 't
macaberste en zijn kinderalfabet
wel het aardigste is. Men ziet op de
ze pagina de initialen van onze krant,
de L en de D.
Maar langzamerhand kwamen er
méér lettertypen, waaronder wel de
meestbekende en de Gotische letter
overvleugelend, de „Antiqua", ont
worpen door Luca de Pacioli uit Ve
netië (1509), men zou kunnen zeggen
de voorloper van de huidige letter
soorten, die veel makkelijker lazen
dan de Gotische letter.
Maar in Duitsland werd tot rond
1930 de Gotische letter voor alle boe
ken gebruikt en ging men er nadien
pas aarzelend toe over op de zetma
chines een ander "gewoon" type te
monteren.
Toen dan in de middeleeuwen het
hek van de dam was en er van alles
gedrukt kon worden, te beginnen bij
de psalters, devotieboeken, schot
schriften, pamfletten, blokboeken en
meer dergelijk profaan drukwerk,
kwamen al gauw de rekenboeken
voor schoolgebruik te voorschijn,
letters en cijfers.
En dan zien we al gauw de be
faamde meester Bartjens zijn hoofd
om de hoek van de deur steken: U
weet wel, die van de "rekening van
Bartje(n)s" zoals we nu nóg zeg
gen !-
Wie was deze door de eeuwen
heen befaamde schoolmeester? Wel,
dat was Willem Bartjens, een Am
sterdammer van geboorte (1569). Hij
verhuisde al gauw naar Zwolle, waar
hij door de magistraat werd aange
steld tot "francoysche schoolmees
ter".
In zijn tèèlboek schrijft hij:
Men moet in 't A.-B.-C.
Seer wel geoefent wezen
Alvorens men met cracht
In eenigh boeck kan lezen.
Doch meteen zette hij zijn leerlin
gen de pin op de neus: "Het is ver
boden om in de klas met de voeten
te schoffelen, zich te krauwen, lui
zen te vangen, hard te snoften en te
snuiten, te pruilen of te vechten".
Hij maakte zich in 1604 echter be
roemd in de Lage Landen door zijn
I rekenboek "Cyfferinge".
Het zou te ver voeren &lle tekenaars
schilders en grafici met de door hen
ontworpen alfabetten van alle tijden
i op de voet te volgen. Daarom
slechts enkelen, waaronder de En-
I gelse dichter, aestheticus, sociaalfi
losoof èn tekenaar William Morris
(18341896), die een zeer fraai alfa
bet ontwierp en dit gebruikte voor
zijn eigen exclusieve „Kelmscott
Press".
Tot slot weer terug in het éigen
land: Sjoerd Hendrik de Roos (1877
1955), die diverse alfabetten ont
wierp, waarvan wel de "Hollandse
j Meidoorn", de "Erasmus" en de
I "Grotius" de voornaamste ^ijn. Voor-
I al eerstgenoemde die nog dagelijks
wordt gebruikt voor boeken en an-
dere geschriften, zoals bv. de tien
zware delen van de "W.B.-Vondel".
I Genoèg echter over dit onderwerp.
I Men ziet dat het alfabet de uitdruk -
j kingsvorm is van alle kennis en ten
nauwste verbonden is met ons le
ven. Dat goeie ouwe ABC!
DOLF SCHNAAR
de meest verborgen acties
laatste tijd behoort de
die de stichting Het
Heideschaap zich ge-
om de befaamde schaaps
van Ruinen voor de onder-
te behoeden. We lezen in
culaire die tot financiële
opwekt: „Het Drentse
bijna uitgestorven,
ils het schaap van de heide
jnt, verdwijnt de heide zelf
lehoedt daarom de schapen
beide. Steunt onze laatste
iudde schapen op de heide
ilnen". De oproep geniet
de Drentse grenzen nau-
i enige bekendheid.
pherder Pouwel Mos: „In 't
laii de eeuw waren er in
meer dan 100.000 schapen,
inner me dat nog heel goed.
p had zijn kudde, in elk huis
de mensen voor eigen ge-
Schaapherder Mos
zorgen
i bruik. Na de eerste wereldoorlog is
het begonnen. Het land werd in
cultuur gebracht, de kunstmest
kwam, Je had de opkomst van de
textielindustrie, toen het 1940 was
j waren bijna alle schapen weg. Er
i zijn nu in Drenthe nog vier kudden,
j Ik heb 300 schapen en 200 lamme-
ren. Die van mij is de grootste. Ze
is na de oorlog bij stukjes en beetjes
en met veel fokken opgebouwd.
I Het is een fantastische kudde. Met
de kleinere kudde van Exloo de eni
ge in Nederland die uit gehoornde
schapen bestaat. Je merkt het voor
al in de zomerdag: iedereen vindt 't
I even prachtig. Een dan bedoel ik
I natuurlijk vooral de mensen uit het
westen. Als ik op zondagavonden
met de kudde bij de schaapskooi te
rugkeer staan daar meer dan 100 au-
j to's geparkeerd. Allemaal van men-
j sen uit het westen die nog nooit een
schaap hebben gezien, die het een
schitterende sensatie vinden als ik
me daar met de kudde kom aange
stapt".
I We dwalen met Pouwel Mos en 'n
deel van zijn bedreigde kudde over
het grootste heideveld van Neder
land. de 3100 ha. die zich in 'n reus
achtige stilte uitstrekken bij Dwin-
geloo en Kralo. In de verte scheme
ren blauwachtige bossen, maar in
nabijer struweel ontdekt men sedert
j kort ook de witte wanden van de
I vakantie-bungalows, de geprefabri-
ceerde natuurrequisieten die met
j heidevennen en berkeboompjes het
1 bruine landschap stofferen.
Pouwel Mos draagt een oud man
chester pak en 'n rood hoofd, waar
op de jaargetijden hun stempel heb
ben gedrukt. De voormalige keu
terboer onderneemt al elf Jaar da
gelijks de eenzame mars met de in
de rijen van de kenners zeer gevier
de kudde. „Vakantie kan er niet af,"
zegt hij, „van de 365 dagen sta ik er
zeker 330 in het veld.
Er is haast niemand te vinden die
me kan vervangen. De mensen vin
den het mooi hoor. elke dag de na
tuur in. maar ze denken er niet bij
na dat ik altijd op pad moet, ook
zaterdags en zondags, ook als het
20 graden vriest en als zij op 't kan
toor zitten te schrijven.
Heide wordt bos
Maar Je moet wel naar buiten, de
schapen moeten elke dag de na
tuur in om te eten. En dat is nou
meteen het belangrijkste punt. Als
ze dat niet deden dan zou de heide
verdwijnen, dan zou alles bos wor
den. Overal komen jonge loten van
vliegdennen en berken op. De
schapen vreten ze op, zij zorgen
er voor dat het terrein niet over
woekerd wordt met dennetjes".
De, mede in 't belang van de voor
keuren van alle natuurliefhebbers
constant grazende kudde behoort
tot de inventaris van de al genoem
de stichting. Het Drentsche Heide
schaap. 'n' instantie die zijn bezorgd
heid omtrent het wandelende Drent
se pronkjuweel nog niet in de lan
delijke openbaarheid heeft gebracht.
..Dat is natuurlijk wel jammer." zegt
Pouwel Mos, „want er is op dit mo
ment zeker een tekort van f 6000.
Maar de situatie is natuurlijk erger.
Er is gewoon onvoldoende geld om
rond te komen met de bemesting, 't
onderhoud van de kooien en 't voed
sel. Bij mij komen er ook al gaten
I in het dak. Het wordt van Jaar tot
jaar erger. Maar er wordt niets aan
I gedaan. Er is geen geld voor."
j Het onderhoud van de kudde van
Ruinen komt de stichting jaarlijks
op zo'n 20 mille te staan. De helft
van het bedrag vertegenwoordigt 't
bruto salaris van de herder met zijn
1330 werkdagen. „Het is natuurlijk
erg veel geld." zegt hij, „en hoe erg
het ook is: het voortbestaan van
I mijn kudde is inderdaad op het spel
komen te staan. Als er nu geen geld
genoeg binnenkomt moet de kudde
weg, dan wordt hij verkocht en op
geruimd".
j De vriendelijke Mos deelt 't nieuws
met treurige stem mee. „Wilt u,"
verzoekt hij, „alsteblieft het giro-
I nummer van de actie bekend maken
1802698, Amro-Bank in Meppcl, ten
bate van de schaapskudde. Met veel
donaties kan de kudde gered worden.
Het erge is natuurlijk dat de men
sen uit het westen, die zomers met
duizenden naar de kudde komen
kijken, er geen enkel benul van heb
ben dat de financiële moeilijkheden
zo groot zijn geworden dat we deze
zomer misschien wel voor het laatst
het veld ingaan".
Steeds meer mensen
We trekken verder over de heide.
Pouwel Mos: „Kijk daar eens naar
die bungalows. Elk jaar komen er
meer mensen uit het westen naar
I onze heide om er rust te zoeken. Ze
I komen met zoveel tegelijk dat de
I rust meteen weg is. Ik gun het die
I mensen heel graag, het plezier van
j de heide en de schapen Maar met
de planten en dieren gaat het ieder
jaar meer achteruit.
I Er is geen rust meer voor de die-
j ren. Overal zijn zomers mensen. De
j vogels worden er gek van. Overal
worden ze weggejaagd. De jongen
I komen niet meer uit. De reeën lopen
ook geweldig terug. Er worden nieu-
we wegen aangelegd, de auto's Jak-
I keren maar Fond en de reeën
l sneuvelen.
Maar dat komt natuurlijk ook door
de jagers. Die komen hier hoe lan
ger hoe meer. Allemaal 'n zaak voor
de grote man met geld, die schiet op
I alles wat hier rondloopt. Iedereen
mag hier Jagpn als hij 40 ha. pacht.
Dat is 'n dure zaak. De gewone man
uit Drenthe kan het niet meer beta-
I len. Voor elke gewone jager die ver-
J dwijnt komt er meteen een stroper
bij".
meer hersteld worden. Het gaat
werkelijk van kwaad tot erger. De
grote heren uit het westen kweken
zelf de fazanten al. Met 100 tegelijk
worden die in het veld gegooid.
Daarna gaan ze weer terug naar de
stad. Ze hebben een dag plezier ge
had".
We zijn terug bij de schaapskool.
in de verte naderen enkele bezoe-
Herder Mos met zijn kudde
op de Drentse heide bij Ruinen.
kers. „Het seizoen begint weer."
verzucht Pouwel Mos, „wat zullen
de mensen die daar aankomen mijn
500 schapen weer prachtig vinden,
en wat zullen ze weer niets van on
ze zorgen afweten".
Dag plezier!
Boven onze hoofden fluiten leeuwe
riken en wulpen, De schaapherder
I van Ruinen kijkt ons hoofdschud
dend aan. „Je ziet ze minder en
I minder." zegt hij, „waarom maken
ze geen hoek in de staatsbosserijen
voor de stadsmensen schoon Daar
betaalt iedereen aan mee. Dit is
I ongerepte natuur. Hier kan niets
Het is hoog tijd dat deze maat
schappij zich bezig gaat houden met
de bevrijding en de emancipatie van
de man. Deze regel stond te lezen in
„Elle" en sloeg niet zozeer op de po
sitie van dé moderne man dan wel
op zijn twintig-jaar-achterlopende
kleding. Want welke vrouw zou van-
daag-de-dag nog 'n kledingstuk ac
cepteren dat zo vol zit met allerlei
voerinkjes en vullinkjes als 't door
sneekostuum van de man?
Dit vraagt mannenmode-expert Ni
no Cerrutl zich af en hij vertelt er
meteen bij hoe hij de verschijning
van de man zou willen veranderen.
Men kan hem natuurlijk omhangen
met tunieken, kanten bloesjes en
Jurken, maar waar blijft hij dan
met zijn potloden, zakmesjes en an
der onmisbaar „gereedschap"? We
kunnen beter de realiteit als uit
gangspunt nemen en het klassieke
kostuum verbeteren en modernise
ren. Geen vullingen en voeringen
meer, wel de mooiste lichtgewicht-
stoffen zodat het moderne kostuum
„luchtig als een pull-over" wordt.
Daarnaast schijnt het hoognodig te
zijn om de mentaliteit van de man
te verbeteren. Hij moet leren cfrn 't
kiezpn van een kostuum te beschou
wen als een „hoogst serieuze zaak",
zoals ook het kiezen van zijn auto,
zijn huis en zijn vrouw (het staat er
in deze volgorde) een serieuze zaak
voor hem is.