Zuidamerikaanse revolutie in bakermat op laag pitje B BB Haiti verlost van Papa Doe, wat nu? ralston- Succes voor Pakistan rrico Zoon Jean Claude stropop voor machtsbeluste dochter? VS bang voor Cuba Algemene malaise in Venezolaanse guerrillabeweging GEEN OLIE UIT ALGIERS MEER NAAR FRANKRIJK geen corso zonder kaas Uit, goeie 'gewoonte. O rCENTRALE-ï Q VERWARMING flUJDAG 23 APRIL 1971 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 9 (Van onze correspondent) CARACAS Venezuela was in het midden van de jaren gstig het belangrijkste strijdtoneel voor de revolutie in Latijns- jmerika. Dit woeste bergachtige land bezit een uit 55.000 fa milies bestaande elite, die in vergelijking met de eliten van indere Latijnsamerikaanse staten, het grootste gemiddelde in- ;omen genieten. Deze wanverhouding schept een klimaat voor ten revolutionaire beweging, die eigenlijk nergens zijn gelijke rindt. Daarbij komt nog het feit, dat de uitstekend georgani- ieerde Venezolaanse communistische partij tot 1965 de stads- o plattelandsguerrilla financierde en organiseerde, waardoor tet verzet zeer doelmatig werd. Toen de communistische partij J* de politiek van de „Paz demo- tatica" („democratische vrede") merging, was het meningsverschil issen enerzijnds de vooral door Dou- Bravo geleide revolutionaire irtijen en anderzijds het centrale mité van de communistische par- het hoofdthema van de Olas- jnferentie (de conferentie van de iganisatie van Latijns-Amerikaan- staten). Dit conflict deed de pij- t van de Castrischtische leer zo iudden dat Fidel Castro zijn slot- ide van 13 maart 1967 bijna uit etend daaraan wijdde en Douglas ravo en Che Guevara tot de meest ominente figuren van de Latijns- Ikaanse revolutie maakte. )oor Icrman Gebhart De uitslag van deze interne strijd jet denken aan een groep dieren t elkaar voortdurend bestrijden, lit geldt in de eerste plaats voor MIR (Movimiento de Izquira Re- olucionario de links revolutio- aire partij), die oorspronkelijk niet nrxistisch was. De MIR is ontel- ire malen opgedeeld in andere par- )t]es, die onderling steeds meer irdeeld raakten. Dat kon geïllustreerd worden met 1 i uitspraak van Douglas Bravo dat e door hem aangevoerde FALN Fuerzas Armadas de Liberacion laclonal: het nationale bevrijdings- ont) eigenlijk op vier pijlers was fbasseerd: de gueurrillastrijders van et platteland en de bergen, de iidsguerrillastryders, de guerril- strijders in de voorsteden en de evolutionaire cellen in het leger. De FALN recruteert zijn aanhan- ers uit alle geledingen van de be- olking, van arbeiders ez boeren tot an intellectuele communisten. De 1 UR bestaat daarentegen vooral uit L oormalige leden van drie burger Jke partijen. De stadsguerrilla voerde in de ja- tn '62 en '63 in de Venezolaanse oofdstad Caracas dezelfde tactiek la de Tupamaros nu in Uruguay oen. Zo staken ze Noordamerikaan- s warenhuizen in brand en kaap- !Q zelfs een vliegtuig en een vracht- ihip. Nadat ze in 1963 een speciale jeristentrein hadden overvallen en Ie treinbewakers hadden gedood. ligon Caracas een meedogenloze f uhtervolging. Tientallen stadsguer- tülastrijders werden opgepakt en ge leidelijk aan vernietigd. De plattelandsguerilla is georga- slseerd door twee groepen. De ene itaat onder leiding van Douglas 3ravo, de leider van de FALN. De indere groep staat onder leiding van Carlos Bétancourt. Dit guerrilla- Ironl, dat samengesteld is uit de lin kervleugel van de MIR, is op dit ogenblik eigenlijk de enige nog Rrijdbare groep. Ze vechten in het gebergte en hebben onlangs nog een ■topconferentie" belegd in' Oost- ïenezuela. Tot eind vorig Jaar waren beide poepen guerrillastrijders actief. Re- (elmatig vonden commando-over- 'allen plaats. Dit gebeurde ook na- üt in maart 1969 ter gelegenheid 'an zijn ambtsaanvaardig president Rafael Caldera amnestie had be loofd aan de guerrillastrijders onder oorwaarde dat zij hun wapens in- werden. In februari '70 verklaar- - den de autoriteiten dat vele guerrilla- Ijders van dit aanbod gebruik had- fen gemaakt. „Als Je ze mag geloven", vertelde wn Amerikaans zakenman in Ca- 'was, „dan bestaan er op 't ogenblik leen guerrillastrijders meer. Maar •och heb ik enkele verhalen gehoord «er acties en overvallen in het bin nenland. Dat wordt dan officieel afgedaan als banditisme, maar in werkelijkheid zijn het toch georgani seerde commando-raids". Intussen houden officiële zegslie den in de Venezolaanse hoofdstad Caracas vol dat er in het land nau welijks meer dan 50 guerrillastrij ders opereren. In werkelijkheid moet dit getal met tien vermenigvuldigd worden. En dat betekent niet alleen absoluut meer, maar ook in relatieve zin. Onderschatten De guerrilla-beweging in Venezue la kan men onmogelijk onderschat ten als men bedenkt dat zij gedragen wordt door een man als Douglas Bravo, de nog laatste in leven zijn de „rebel van het eerste uur". Bra- vo's betekenis berust vooral op de bijzondere relaties die hij met Cu ba's Fidel Castro onderhield. In 1970 kwam daarin een sensationele wen ding doordat Bravo zei dat Debray's „brandpunt-theorie" een „tactische vergissing" was. In een interview vorig jaar afgenomen door de jour nalist Humberto Solioni zei Bravo: „Door de publicatie van Debray's „Revolutie binnen de revolutie" ia de verwijdering tussen ons en de Cubaanse revolutionairen steeds groter geworden. Tenminste voor zo ver onze Cubaanse kameraden deze theorie van Debray geheel deelden. Het boek keert zich dikwijls tegen datgene wat wij het oude dogmatis me zouden kunnen noemen. Het vervalt dan in een ander dogma om dat het als het ware kleine recepten geeft, maar die zijn op hun beurt opnieuw dogmatisch. Zo schetst De bray bijvoorbeeld een beeld van een handjevol legendarische mannen. Maar daarbij overtrekt hij de wer kelijkheid. Hij onderschat op een bijna absurde wijze de rol van de arbeiders- en boerenorganisaties en de rol van de klassen aan wie vol gens de geschiedenis de taak der re volutie is toebedeeld. Op deze ma nier verandert de door hem aan bevolen tactiek in een korte termijn gerichte tactiek, die gebaseerd is op het iedee dat in de overige landen de revolutie binnen enkele Jaren naar het voorbeeld van Cuba sou kunnen worden doorgevoerd. Kort om: de tactiek van Debray is een vergissing". De uitspraak van Bravo is begrij pelijk. Want de guerrillastrijders van Venezuela willen hun revolutie niet in handen geven van een stelletje vrijbuiters, maar laten uitvoeren door de arbeiders en de boeren die door middel van een partij de or ganisatorische basis moeten leggen voor hun verder revolutionaire strijd. Maar men vraagt zich af hoe zij zich dit plan voorstellen. Moeten de guerrilla strijders uit de bergen dit plan realiseren met de ge brekkige middelen waarover zij nu beschikken? En gelooft Bravo nu werkelijk dat Caracas passief zal blijven toekijken als de guerrillastrijd verplaatst wordt naar het platteland naar de steden? Ernstiger Behalve deze meer ideologisch ge richte kritiek, bestaat er nog een ander meningsverschil tussen Bra vo en Fidel Castro dat van veel ernstiger aard is. „Fidel Castro is afgeweken van het principe dat het internationale proletariaat de re volutie moet uitdragen", verklaarde Bravo onlangs. Castro verkoos vol gens Bravo de economische ontwik keling van zijn land boven inter nationale vrijheidsstrijd. „Welis waar werd hij daarbij aangemoe digd door de Sowjet-Unie, maar dat mag niet betekenen dat hij zich kan distantiëren van de revolutie in Latijns-Amerika". Bravo stelt ook in zijn proclama tie dat de stryd nu dreigt te ver zanden omdat de meeste volken wei geren zich te verzetten tegen het Noordamerikaanse kapitalisme. „We zijn dan ook tot het pijnlijke inzicht gekomen dat het interna tionaal proletariaat in de mees te landen van de socialistische sfeer niet meer is geworden dan een soort lauw consumptieartikel". Bravo's bitterheid is niet zo vreemd. De Venezolaanse guerrillabe weging is door de gematigde houding van Caracas, door het ideologisch conflict met Cuba en door de ge ringe steun van het buitenland al leen nog maar in staat tot margi nale acties. En of ze ueze malaise te boven kan' komen, valt te betwij felen. UW BONTMANTEL laten REPAREREN of MODERNISEREN NU BINNEN 8 DAGEN KLAARI BONTBEWARING in gekoelde ruimten plus volledige verzekering. PEPERZAK beheerst t vak SPUI 140-151 TEL 070-604893 JERUZALEM Premier Gol- da Men van Israël buigt het hoofd tijdens een plechtigheid ter herdenking van de zes miljoen Joden die de dood vonden in de Nazi-gaskamers. Naast haar van links naar rechts parlementslid Gideon Hausner, verzetsleider Pesach Borstein en opperrabbijn Issar Unterman. NIEUW DELHI (AP, Reuter) Volgens Indiase persberichten heb ben Pakistaanse troepen met be hulp van tanks, twee steden van strategisch belang veroverd op het bevrijdingsleger van Bangla Vesj. Het zijn de in het noordwesten gelegen steden Mimensingh en Silhet die beiden op een kilometer of vijf tig van de grens met India liggen. Ook de verovering van de haven stad Chittagong zou aanstaande zijn. De Pakistanen maken gebruik van tanks van Russische makelij. Het lijkt er thans op of de aanhan gers van Sjeik Moedjiboer Racman thans nog slechts enkele geïsoleer de streken op het platteland in hun ADVERTENTIE Waarom CHU stemmen? Er zijn luxe paarden en werkpaarden. De CHU is typisch een partij van werkpaarden. Klinkt niet aantrekkelijk. We maken geen show. Steken geen vuurwerk af. We zijn een partij van nuchtere, werkende Neder landers. Als u met beide benen op de grond staat, als u daden wilt zien in plaats van woorden, stem dan op de CHU. Dan kiest u de wijste partij. bezit hebben. Pakistan probeert uit stel te krijgen van drie maanden bij de betaling van rente en aflos sing van zijn grote schulden. Volgens functionarissen van de We reldbank zou Pakistan voor 30 Juni tenminste 60 miljoen dollar moeten terugbetalen en het totale bedrag van terugbetalingen voor het fiscale Jaar dat in Juli eindigt wordt ge schat op 226 miljoen dollar. Onder de bijna een half miljoen Oostpakistaanse vluchtelingen in India is cholera en pokken uitge broken. Een Indiase functio naris deed een beroep op buiten landse mogendheden om alle hulp te verlenen. Wanneer de Indiase autoriteiten weigeren de Pakistaanse missie in Calcutta vrij te maken dan zal dat ernstige gevolgen hebben waarvoor Nieuw Delhi verantwoordelijk zal zijn. Dit heeft een woordvoerder van het Pakistaanse ministerie van Buiten landse Zaken gezegd. Hij zei dat India de verzekering heeft gegeven dat het de opstandelingenregering j niet zal erkennen. De Indiase zaak- gelastigde had verzekerd dat zijn re- J gering de missie zal doen ontruimen "kan onbevoegde personen die het gebouw onrechtmatig bezet houden", i (Van onze correspondent) PARUS Sedert Jl. zondag al ontvangt Frankrijk geen druppel olio meer uit Algerije, dat voordien een derde deel van de hele nationale con sumptie voor zijn rekening nam. Do Franse oliemaatschappijen weigeren nu de prijs te betalen, die de Alge rijnen eisen. Voor 35 dollarcent min der kan Frankrijk inderdaad ook in Libië en andere landen van het Mid den-Oosten terecht en enige vreeo voor een oliecrisis wordt in Parijs dan ook niet gekoesterd. Een andere kwestie dan die duo ongemotiveerde vrees voor een even tuele benzinedistributie, betreft ech ter de schadeloosstellingen waarop de Franse oliemaatschappijen nog altijd recht hebben na de naasting van 51 pet. waartoe de Algerijnse re gering op 24 februari van dit Jaar besloot. Door nu van iedere verder» samenwerking af te zien, verliezen die Franse maatschappijen uiter aard ook nog hun winsten op de res terende helft van de produktie waar op ze hun rechten desalniettemin behouden. Nu de Algerijnse regering de Franse oliemaatschappijen even wel iedere mogelijkheid van discus sie praktisch ontnomen heeft, hoopt Frankrijk, zoals premier Chaban- Delm as deze week in het parlement nog uit liet komen, via de internatio nale pressie-organen zijn rechten te kunnen verdedigen. ADVERTENTIE niet vergeten- Mcoeten WASHINGTON (Reuter, AP) President Francois Duvalier van Haïti is woensdagavond in zijn paleis in Port au Prince overleden. Hij is 64 jaar geworden. De laatste maan den was hij door een serie ziektes aan bed gekluisterd. Per decreet is een rouwperiode van 30 dagen afgekondigd. Na de bekend making werden de vlaggen in Port au Prince halfstok gehangen. De zoon van Duvalier, Jean Claude, is per decreet tot president van Haïti voor het leven benoemd. Het overlijden van Duvalier werd gisteren op de 22ste van de maand bekendgemaakt. Dit getal had voor de bijgelovige dokter een magische waarde. Hij was op 22 september 1957 tot president van Haïti gekozen, nam dit ambt op 22 oktober van dat jaar over en riep zichzelf op 22 juni 1964 uit tot president voor het leven. Zyn regering is er een geweest van vrees. Als een bebrilde doctor die ge boeid was door macht en de magie van de Voodoo-cultus, werd zijn le ven voornamelijk beheerst door vrees voor rebellie en staatsgrepen, met de laatste jaren daarbij nog snel opeen volgende aanvallen op zyn gezond heid. Op een bepaald moment had hy boven de deur van zyn bureau in het presidentiële paleis zelfs de aan kondiging, of beter gezegd de waar schuwing neergehangen: "Geen mili taire officier kan het bureau van de president betreden in het bezit van wapens" Maar voor de 4,8 miljoen groten deels analfabetische onderdanen die het grondgebied van Haïti bewonen (een derde deel van het Caribische eiland Hispaniola, het resterende deel wordt gevormd door de Dominicaanse republiek) lag de vrees vooral in de meedogenloze 'Tonton Macoute", pre sident Duvaliers geheime politie die verantwoordelyk was voor een enorm aantal arrestaties en de dood van dui zenden. zy neutraliseerde het leger en terroriseerde de plaatseiyke po litieke oppositie. Tydens het regime van "papa Doe" kwamen herhaaldelyk oproeren en Invasies van verbannen Haïtianen voor, maar ze werden allen gemak kelijk neergeslagen. Eén van de laat ste oproeren deed zich nog voor in april vorig jaar. Haïti, het land dat na de Verenigde Staten het tweede onafhankelyke in Amerika werd en de eerste zwarte republiek na het opheffen van de sla- verny in 1804, staat nu bekend als één van de armste landen in de we reld hoewel de laatste jaren de han del duidelyk is toegenomen. Na zyn verkiezing in 1957 stelde Duvalier een absolute en byna-feodale regerings vorm in. In 1963 omschreef de inter nationale commissie van juristen in Genève de regering in Port au Prince als een tiranniek bewind waar de po litie naar believen kon doden of mar telen. Drie jaar later kwam de com missie opnieuw met beschuldigingen om nog eens de aandacht te vestigen op de tragische en betreurenswaar dige situatie op Haïti. Doctor Francois Duvalier werd ge boren in de hoofdstad Port au Prince op 14 april 1907, studeerde klassieken op het nationale lyceum en ontving ADVERTENTIE in 1934 het doctoraal in de medicy- nen van de Haïtiaanse medische fa culteit. Na zyn bydrage aan de werkzaam heden van de nationale gezondheids dienst, waar hy het tot directeur-ge neraal bracht, werd hy minister van Arbeid tot een door hem geleide on dergrondse verzetsbeweging in 1957 president Paul Magloire afzette. In een campagne die sommigen om schreven als een "Black power-ac- tie" tegen e enkandidaat van de eli taire mulatten, werd "Papa Doe" tot zyn opvolger gekozen. Tegen 1964 had Duvalier zyn macht zodanig versterkt dat hy zonder enige oppositie een amendement op de grondwet indiende en vervolgens werd benoemd tot president voor het le ven. Lichtreklames met zyn naam en zyn markante uitspraken kon men overal tegenkomen. Vooral op de mensen van het platteland maakte hy veel indruk met zyn kennis van de voodoo-magie waarvan hy in 1944 de kenmerken had uiteengezet in een boek getiteld: "de evolutie van voo doo", een soort aanklacht tegen de buitenlanders die cultus als een vol waardige religie verwierpen. Ook pro duceerde hy nog een klein rood boek met zyn gedachten onder de titel: "Brevier van een revolutie". Eén zoon Papa Doc was getrouwd en had drie dochter en een zoon. In het begin van dit jaar nog benoemde hy zyn 19-jarige zoon Jean-Claude als zyn opvolger. Dit besluit heeft echter niet een einde gemaakt aan de speculaties dat de werkeiyke macht wel eens zou ADVERTENTIE Marie-Denise, Duvaliers lie velingsdochter die in feite de macht in Haiti in handen zou hebben. Jean Claude zou slechts als constitunionele stropop fun geren. Geef uw muur 'n intereseante struktuur. Uit 'n emmertje, kant en klaar met Struktuurmuurverf van^ kunnen worden uitgeoefend door zyn 30-jarige dochter Marie Denise Do minique, echtgenote van een vroegere leger-off icier die eens door zyn schoonvader ter dood was veroordeeld voor een poging tot ondermyning van het regime en die nu Haiti's ambas sadeur in Frankryk is. "Caribische lngewyden" omschrijven haar als een vrouw, dorstig naar macht en uiter mate geschikt om die ook toe te pas sen. Jean-Claude is een forse jongeman hy weegt 92 kg die van uitgaan houdt en dol is op vrouwen en race auto's. Of hy ook politieke ambities heeft, is niet bekend. In kringen van Haïtiaanse ballin gen in New York is meegedeeld dat het nieuwe kabinet dat Jean Claude Duvalier gisteren benoemde, uitmen sen bestaat die bevriend zyn met de familie. In de samenstelling van de nieuwe regering meende men direct al de hand te herkennen van Marie Denise. De Amerikaanse marine oefent ver scherpt toezicht uit in de wateren by Haïti sinds het overiyden van Du valier. De maatregel is bedoeld om te waken tegen mogeiyke interventie van buitenaf. In Washington wilde men niet zeggen of men daarby voor. Papa DoeDuvalier presen teerde begin februari j.l. zijn zoon Jean Claude als zijn opvol ger aan het Haitiaanse volk en de wereld. al het oog had op Cuba, dat 75 kilo meter van Haïti verwyderd ligt. Troepen van de Dominicaanse re publiek namen gisteren "veiligheids posities" in langs de grens met Haïti De troepen kregen opdracht iedereen aan te houden die de grens tracht te overschryden. De grens tussen de twee landen is al drie jaar gesloten. voorde DOE HET ZELVER en geïnstalleerd. Reeds v.a. f 1995.- Beter kan niet, duurder hoeft niet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 9