Streekomroep toch los van de NOS? ijk Frits Philips verlaat de brug Mode baant zich een weg in de economie Jonge advocaten stellen tekorten rechtsstelsel nu aan de kaak Kostelijk bedrijf op de maasvlakte STRAKS ALLEEN NOG HOBBY'S IL 1971' ZATERDAG 3 APRIL 1971 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA T en mag. op het ïrhoging t nood- begro- I te ver. >epaalde Lktie be- minister huidige! enomen wordt epaalde werk- of deze idhaafd rvallen. een en yvertol- plaati 'eet van ig wor- Minister Klompé van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk spreekt zich in haar (nog niet offi cieel geopenbaarde) nota regionale omroep er voor uit dat alle streek- senders worden beheerd door de NOS en niet door onafhankelijke regionale organisaties. Dat lag inde lijn van de verwachting, evenals haar opvatting, dat er om financië le redenen voorlopig alle ensprake kan zijn van regionale radio. Een nieuw en belangrijk aspect levert haar standpunt, dat er in die regio nale uitzendingen geen reclame mag komen. Om met dit laatste te beginnen het was de vrees voor de opmars van de reclame, ook bij de regiona le omroepen, die een aantal dagbla den er toe bracht aansluiting te zoeken bij groeperingen, die belang stelling hadden voor exploitaties van een eigen regionale zender (de mogelijkheid daartoe is in beginsel in art. 47 B van de Omroepwet ge geven). Het was allemaal nogal dui delijk: de invoering van de STER- reclame betekende immers een ster ke teruggang van de advertentie opbrengsten voor (vooral landelij ke) dagbladen en daarmee een voortgaande bedreiging van hun be- staanskansen. Door het achterwege laten van reclame bij de regionale omroepen wil minister Klompé een versterking van dit noodlottige „STER-effect" voorkomen en zal zij bij voorbaat critici van haar omroepbeleid met name de dagbladen op dit punt de wind uit de zeilen hebben genomen. Op andere punten echter is dat volstrekt niet het geval. Bij het ministerie van CRM ligt een groot aantal aanvragen van ge gadigden voor exploitatie en beheer van een regionale zender. Tot hen behoren de gemeentebesturen van de drie grote steden in het westen van het land. Het ligt nogal voor de hand, dat zij de verzorging van enkele uren regionale radio (en te levisie) liever niet zien overgelaten aan een centralistische Instelling als de NOS, maar die uitzendingen wil len opdragen aan onafhankelijke stichtingen, waarin alle culturele en maatschappelijke instellingen van een stadsagglomeratie samenwerken. Dit verlangen van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, maar ook Eindhoven en bepaalde stromingen in Friesland, leek te worden ge schraagd door de opvattingen van minister Klompé, neergelegd in haar memorandum over de voorbe reiding maatschappelijk en cultureel welzijn. Daarin wordt sterke decentralisa tie bepleit om „de besluitvorming over de aangelegenheden van het maatschappelijk welzijn zo dicht mogelijk bij de bevolking te doen plaats vinden." Een nobel beginsel, dat de minis ter bij haar beleid inzake de regio nale omroepen echter niet heeft willen hanteren. Zij heeft er de voorkeur aan gegeven de adviezen van een NOS-rapport te volgen, en de uiteindelijke verantwoordelijk heid bij de omroepstichtlng te leg gen. Beweegredenen daar is de no dige technische kennis en appara tuur voorhanden, bij deze opzet wordt versnippering voorkomen. In de Omroepraad (adviescollege in omroepzaken voor de regering) en bij de VVD-ministers in het kabi net bestaat tegen de door Klompé voorgestelde structuur sterke weer stand. Vermoedelijk zal haar de tijd ontbreken de nota tijdens deze af lopende kabinetsperiode nog aan te passen bij de bezwaren. Die taak is waarschijnlijk voorbehouden aan haar opvolger. Alleen al het feit, dat voor het nieuwe kabinet de oonfeasionele drie wel weer een dwanghuwelijk met de VVD zullen aangaan, betekent dat de nota in haar huidige vorm geen kans maakt. Met andere woorden: dat in beginsel de regionale omroe pen toch onder de brede vleugels van de NOS worden weggehaald en toestemming krijgen een zelfstandig bestaan te lelden. De zo hevig aangeprezen decen tralisering zou dan gelukkig ook voor het regionaal omroepbestel een feit worden en de gepasseerde NOS zou door de minister van CRM dui delijk gemaakt kunnen worden dat dit .gezien de gebleken bezwaren tegen de nota in haar oorspronke lijke vorm" echt niet anders kon. De gewijzigde opzet zou een ver heugende functie verster king van de regio betekenen, die ook materieel geen bezwaren hoeft op te leveren. Volgens de Omroepwet maakt het voor de financiering van een zender uit de omroepbijdragen (en even tueel de STER-pot) geen verschil of zo'n zender zelfstandig dan wel on der NOS-toezlcht werkzaam is. EINDHOVEN De dag van zijn afscheid nadert. Ir. Frits Philips („bijna 66"), president van Nederlands groot ste concern, is bij wijze van spreken al begonnen zijn king size-bureau leeg te ruimen. Het bureau waaraan hij de afgelopen negen jaar heeft gezeteld als de hoogste baas van Philips, de werkgever van 350.000 mensen in zestig lan den. Op 1 Juni zit er een andere man in de kamer op de elfde verdieping van de moderne kantoorflat langs de uitvalsweg naar Den Bosch, een familielid: zwager Jhr. H. A. C. van Riemsdijk. Een nieuwe gezagvoerder op de brug onder omstandigheden dat het met het Philips-schip niet meer zo goed gaat als enkele Jaren geleden. Hoe vindt hij het het roer uit han den te geven nu er tegenwind is opgestoken? Hij moet er even over nadenken. Dan zegt hij: „Als ze me zouden vragen nog een Jaar te blij ven, zou ik er weer héél erg aan moeten wennen". Ir. Philips leeft naar zijn afscheid toe. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar uit veel dingen blijkt dat hy biy is, het wat kal- mer-aan te gaan doen. Na veertig Philips-jaren 1 Rotje gewerkt Ir. F. J. Philips EINDHOVEN „Ongelooflijk dom. onverstandig". Zo karakteriseert ir. F. J. Philips, de scheidende direc teur van het Philips-concern, het besluit van Rijnmond om het staal bedrijf op de Maasvlakte te „vloe- ren"m Hij voorspelt dat men later de gevolgen van deze beslissing wel zal merken. De heer Philips vondt het onbe grijpelijk dat, terwijl andere landen moeite doen om z'n „kostelijk be drijf" te krijgen, de op de Maas vlakte geprojecteerde staalfabriek wordt geweerd. „Ik vlieg vaak over het Waterweg gebied. Volgens mij geeft een raffi naderij of een chemisch bedrijf veel meer vuiligheid dan een hoogoven". Ir. Philips vindt het een gevaarlijk verschijnsel dat de publieke opinie zó'n rol gaat spelen, dat mis bruik makend van de zogenaamd inspraak plannen als die voor een staalbedrijf kunnen worden ge torpedeerd. „Ik zie het probleem als onderne mer. De zaak van de werkkrachten is een ondernemersrisico. Verolme zou nooit een bedrijf in de Botlek hebben kunnen stichten, indien toen ook over de moeilijkheden van de personeelsvoorziening was ge sproken". Vrije tijd voor zichzelf, eindelijk. „Ik heb me altijd een rotje gewerkt. Daarom ga ik binnenkort dingen doen die tot nu toe onmogelijk wa ren. Meer dan vier weekeinden per Jaar zeilen in Friesland. Niet op maandagmorgen vlug terug, per vliegtuig van Drachten naar Eind hoven en precies om negen uur op Je plaats. En: langer dan twee da gen een land bezoeken Nee. ik ga me niet in allerlei organisaties stor ten. Aarzelend: „Ik weet echt dat het me lukt. Mijn vrouw hoopt van wél". Hoe ziet hij de toekomst van zijn bedrijf, het op drie na grootste bui ten de Verenigde Staten? Wat zijn zijn verwachtingen. Ir. Philips: „Ik ben huiverig om prognoses te maken. In het verle den zijn al teveel fouten begaan met voorspellingen". Dat lukt nooit „Stel Je voor dat ik in de Jaren twintig tegen mijn vader en oom had gezegd, dat ik in 1971 met een ondernemingsraad aan het werk zou zijnWeet Je wat ze dan geant woord zouden hebben? Dan kun Je geen bedrijf meer leiden. Dat lukt Je nooit". Geen prognoses dus. Wel zijn visie op een andere „essentiële zaak", de verhouding tussen werkgever en personeel. ..Het is van het grootste belang dat er vertrouwen is in de leiding van een bedrijf, dat er vertrouwen in alle geledingen bestaat. Noem het een saamhorigheidsgevoel. Hetzelfde gevoel dat je in de kleedkamer van PSV. onze club, tegenkomt bij een belangrijke wedstrijd Het gevoel ook bij de bemanning van een DC-8. van een kustvaarder en on der de grond, in de kolenmijnen". „Wanneer Je als bedrijf in de be nauwdheid komt ten opzichte van de concurrentie, merk Je het nut van een goede teamgeest. We zijn op het ogenblik heel druk bezig met computeractivlteiten. De mensen werken hele weekeinden en nachten door. Je staat verstomd als Je ziet wat er gebeurt. Dat noem ik nou teamspirit!" Hy stopt even. Dan: „In het zakendoen kom Je er niet met uitsluitend slimmigheden. Al leen de prestatie geeft de doorslag". Ir. Philips onderstreept zijn woor den met handgebaren die talrijker worden naarmate zijn opmerkingen kritischer worden. Hij bekent: „Ik ben verdomd agres sief als het erom gaat voor de Ne derlandse bedrijven dezelfde moge lijkheden te krijgen als die ln het buitenland". Daarmee doelt hij op het aandeel van de Nederlandse bedryven in de Nederlandse hulp aan ontwik kelingslanden. Voor Philips' schei dende president is het een uitge maakte zaak dat vaderlandse indu strie daarbij in de allereerste plaats moet worden ingeschakeld. Bekend is de steun van ir. Philips aan het streven van de Morele Her bewapening. Dat hij er een actief propagandist van is. laat hy niet geheim. Hij praat ongeremd over de ervaringen op conferenties van de Morele Herbewapening, die hem hebben geleerd dat er een „gewel dig, diep-ingevreten wantrouwen van de arbeiders bestaat ten op zichte van het management en de gevestigde maatschappij". Philips' topman concludeert daaruit dat de ondernemers niet bang moe ten zijn zich bloot te geven: onder nemers moeten het vertrouwen van hun personeel zien te winnen en niet alleen dat van hen. „Ik kan me innerlijk nog wel eens opwinden. al6 ik mensen tegenover me kryg die twyfelen aan de goe de bedoelingen die Je met Je werk nemers hebt. Wij staan voor ons personeel evengoed op de bres als de vakbonden, wij strijden elke dag voor hen". „Natuurlijk, vakbonden moeten er zijn, ze vervullen een positieve functie, maar het is funest als ze een machtspositie gaan betrekken". „Na de oorlog heeft de samenwer king in de Stichting van de Arbeid de economie in ons land tot grote hoogte gebracht. Nu zyn ze bezig de boel weer af te breken. Vorig Jaar hebben wij aan lonen en sala rissen 750 miljoen méér uitbetaald j dan in 1969". Vooruitgegaan! Terugblikkend: „Sinds de bevrijding zijn we op een heleboel punten vooruit gegaan, hoewel er nu teveel wordt doorgeslagen naar de andere kant. Er zijn gelukkig voldoende krachten om de werkelijke waarden van het leven terug te brengen, de harmonie om goed met elkaar om te gaan bij voorbeeld". „De evaluatie van de waarden wordt teruggevonden. Het is heer lijk te ontdekken hoe fijn het leven Is zonder auto...". Peinzend: „Het gezinsleven dreigt uiteen te vallen". Vraag: Is de tv daar niet mede schuld aan? In een theatraal wanhoopsgebaar steekt hij beide armen omhoog: „Moet ik dan de boekdrukkunst óók erbij halen? De tv kan net zo goed positief als negatief werken. Het hangt af van wat Je er instopt. Zelf kijk ik weinig naar de buis (Van onze Juridische mede werkster) LEIDEN Een groep Jongere advocaten heeft in een open brief aan de minister van Justi tie een aantal tekorten in de rechtshulp aan de burger, die verdacht wordt een straf baar feit gepleegd te hebben, ge signaleerd. Gepleit wordt voor: het informeren van de ver dachte over de mogeiykhedeai van rechtshulp, het inschakelen van de ad vocaat in een eerder stadium, zo mogelijk al bij het politiever hoor, drastische wijziging van het pro deo-vergoedingenstelsel. Het ia niet verwonderïyk dat Juist de Jonge ba lie verenigingen, deze tekorten van ons rechts stelsel aan de kaak stellen. »Het zijn de Jonge advocaten, die deze onlucratieve strafzaken, moeten behandelen. De vergoe ding van het ryk f. 160 voor een politierechterzaak f 220, voor een meervoudige ka merzaak is nog steeds zo mini maal dat dit werk voor de ad vocatenkantoren een verlies post betekent. Niettemin is door *n aantal jon gere advocaten in Amsterdam bij wijze van proef, een zoge naamde „piketdienst" opgezet waardoor de verdachte in een eerder stadium over een advo caat kan beschikken. Volgens dit systeem, waar ook in Den Haag en Rotterdam mee wordt geëxperimenteerd, wordt via de advocatentelefoon bij de politie rechtshulp ingeroepen voor de verdachte die op het politiebu reau in verzekering is gesteld. (Dit kan vier dagen duren). Uit cyfermateriaal biykt dat de helft van dit aantal in verzeke ring gestelden na de periode op vrije voeten komt. Dit betekent echter niet dat daarmee voor hem de zaak is afgedaan. Op een later tijdstip komt hun zaak voor. Als de verdachte kan aan tonen dat hy rechtshulp niet kan betalen, wordt aan hem vla het bureau van rechtsbijstand een gratis advocaat toegevoegd. Deze weg wordt over het algemeen niet of te laat door de recht zoekende bewandeld. De andere helft verdach ten worden voorgeleid voor de rechter commissaris die „de bewaring" gelast. De duur hier van is zes dagen, waarvoor de verdachte wordt overgebracht naar het huis van bewaring. Op het ogenblik is het nu zo dat. pas als dit gebeurd is, een ad vocaat aan de verdachte wordt toegevoegd. Deze kan dan probe ren om de voorlopige hechtenis, die telkens voor een maand, wordt verleend en op de bewa- ringperiode volgt te voorkomen of af te breken. Uit cijfermateriaal blijkt, dat het aantal personen dat in voor lopige hechtenis wordt genomen praktisch gelijk blijft aan het aantal waarvan de rechter-com- missaris het bevel tot bewaring heeft afgegeven. Op het ogen blik dat er een advocaat inspringt is er weinig meer aan te doen om de molen stop te zet ten, die maalt ln een richting van een preventieve vrijheids beroving. Wil de advocaat dit automatis me doorbreken, dan zal hij in een eerder stadium inge schakeld moeten worden. Voor dat de verklaringen van de ver dachte vastliggen ln het proces verbaal van politie en voordat het verhoor van de verdach te door de rechter-commissaris heeft plaatsgevonden. Ons strafproces is. in tegen stelling tot bijvoorbeeld landen als Engeland en de Verenig de Staten. Ingesteld op een chrlsteiyke behandeling. Het is sterk dosslergericht, en wat er in het dossier staat is naderhand heel moeiiyk terug te draalen. Wetsvoorstel Als blijkt dat deze piketdien sten kunnen werken en in een behoefte voorzien zou dit als con sequentie moeten hebben dat de minister van Justitie het wets voorstel over de voorlopige hech tenis. dat op dit moment bij de de volksvertegenwoordiging ligt aan deze eis moet aanpassen. In dit wetsvoorstel wordt name lijk het moment, waarop de ad vocaat aan de verdachte wordt toegevoegd niet vervroegd. Ba sis van dit wetsvoorstel was het rapport van de commissie-Fe- ber dat wel een snellere inscha keling van de advocaat bepleit te. Deze commissie stelde voor een advocaat toe te voegen op verzoek van de verdachte, voordat hij voor de rech- ter-commissaris wordt geleld. De minister heeft deze sugges tie niet overgenomen onder an dere met een beroep op het feit dat „de financiële consequenties, onvoldoende waren uitgewerkt". Nu is Juist deze financiële re geling een bijzonder teer punt. Waar hy wel is uitgewerkt is hij onvoldoende, waardoor het verschaffen van rechtshulp nog in de llefdadigheidssfeer blijft, terwijl allerlei andere noden ln de sociale verzekeringsector een adequate regeling hebben ge vonden. Bovendien ziet het er niet naar uit dat de overheid op korte termijn deze situatie wil verbeteren. In 1968 werd na melijk een commissie in het le ven geroepen om de minister te adviseren over de rechtsbijstand aan on- of minvermogenden (de zo °naamde commissie-Reuder) De commissie kreeg als uit drukkelijke beperking mee dat hun voorstellen niet moesten be teken dat de rechtsbijstand meer geld zou gaan kosten. Gezien deze beperking is het niet ver wonderlijk dat het in 1970 uitge brachte rapport fundamen teel geen verbetering van de po sitie van de on- en minvermo genden met zich bracht. Kosten Op dit moment wordt de rechtsbijstand voor strafza ken en civiele zaken uit de al gemene middelen betaald en komt neer op een bedrag van 12 miljoen gulden per Jaar. Van de zyde van de Orde van Advo caten is berekend dat met een oedrag van 20 miljoen gulden de rechtsbystand gesaneerd zou zijn van de Orde van advocaten bedrag van 20 miljoen gulden de rechtsbljtand gesaneerd zou, zijn. Een andere mogelijkheid om de rechtsbijstand te saneren is deze onder te brengen in een volks verzekering. Net zoals iemand verzekerd kan zijn tegen ziekte. Is het ook mogelijk hem te ver zekeren voor de aan rechtshulp verbonden kosten. Op dit mo ment is het wel reeds mogelijk een vrijwillige verzekering af te duiten voor rechtshulp naar aanleiding van verkeerszaken. Hieruit blijkt dat de gedachte van een verzekering ook op dit gebied reeds is aanvaard. Economie is een typisch manne lijke wetenschap al zijn er tegen woordig vrij veel dames, die tonen met de gang van zaken in het be drijfsleven wonderwel op de hoogte te zijn. Daarom komt het misschien dat zich modeverschijnselen voor doen in het economische beeld, zo dat hier en daar gesproken wordt van de hot pants economie. Daar mee wil dan gezegd worden dat er veel wordt vertoond, maar dat het essentiële voor de massa verborgen blijft. Nog altijd kan men zich blindstaren op de schoonheden van de economische ontwikkeling in het glanzend schijnsel van de inflatie, maar dat er een massale uitholling bestaat gaat aan de meesten voor bij. Slechts weinigen zullen de alarm seinen hebben ontdekt, welke in de gegevens betreffende de betalings balans van het afgelopen Jaar aan het licht kwamen. Evenmin zal le dereen tot inzicht zijn gekomen dat er wat mis is gegaan, ook al heeft hij kennis genomen van de be schouwing in het jongste kwartaal bericht van de Nederlandsche Bank. Het omvangrijke tekort op de betalingsbalans dat voor geheel 1970 op 1750 min wordt gesteld, is ge camoufleerd door de toevloed van Door onze financiële medewerker buitenlands geld dat van armoe een toevlucht moest zoeken in het doodzieke sterlinggebied. ln de al lesbehalve sterke Duitse Mark en de op lemen voet staande gulden. Zon der 'n toevloed van buitenlands geld kapitaal ten belope van 25T9 min zou het binnenlandse geldwezen volkomen aan de grond zijn gelopen en zou de schijnwelvaart van de 400 ineens helemaal in een va cuüm terecht zijn gekomen. Natuurlijk hebben de monetaire autoriteiten een dergelijke verdoeze ling van de mankementen aan onze economie voor lief moeten nemen, ook al werden de pogingen om de overspanning, overbesteding en in flatie te doorbreken erdoor afge zwakt. De narigheden zullen pas goed beginnen als het internationa le getij in het betalingsverkeer gaat kenteren. Als men de econoom van de grote Amerikaanse First Natio nal City Bank mag geloven, dan zal er eerlangs een einde komen aan de dollarstroom, die thans zoveel on rust in de Europese gelederen te weeg brengt. In een voordracht voor de Ameri can Chamber of Commerce vertelde de econoom van Citybank vorige week dat de omvangrijke bedragen aan Eurodollars, welke de Ameri kaanse bankinstellingen hadden ge leend toen zij nog gebukt gingen onder de kredietbeperking, die een einde moest maken aan de prijsstij gingen in de Verenigde Staten zo langzamerhand geheel zijn te rugbetaald. Er zou nog voor omstreeks miljard dollar beschikbaar zyn en dat geld is nodig voor de normale werkvoorraden. De moeilijkheden van de dollarvloed in Europa schui len volgens hem voornamelijk in onderlinge verschuivingen. Zodra ze tot rust komen, zal er geen nieuwe aanvulling van de dollarsvoorraden meer optreden. Omgekeerde beweging De mogelijkheid is zelfs niet uit gesloten dat bij het aantrekken van de rentevoet in de Verenigde Staten binnen niet al te lange tijd een omgekeerde beweging ontstaat. Op dat moment komt Leiden in last. De geldovervloed, die op het ogen blik in ons land tot absurde situa ties leidt, komt dan ten einde. Op dat moment zal de kredietbe perking weer vat krijgen op het economische gebeuren. De mogelijk heid is niet uitgesloten dat de kre- dietvraag op dat moment op een zacht pitje staat, omdat bij het be drijfsleven meer en meer merkbaar wordt dat de geneigdheid tot inves teringen van grote omvang begint af te nemen. Het besluit van DSM en Shell om af te zien van de bouw van de grote raffinaderij in Zuid- Limburg is een teken aan de wand. Duidelijk terughoudendheid bij grote investeringen zijn ook reeds gebleken bij AKZO en bij Philips, terwijl Unilever tot nu toe niet van de daken schreeuwde dat kalmpjes aan wordt gedaan met de bouw van nieuwe installaties. Shell heeft ook al de investering van meer dan 2 miljard in Engeland opgeschort en misschien al helemaal op de lange baan geschoven. Zolang de grote concerns niet zeker weten dat het geld er op den duur weer uitkomt beginnen zij er niet aan om om vangrijke bedragen te spenderen in objecten, waarvan de rentabiliteit op zijn minst problematisch is. Er is nog een andere reden waar om de grote concerns plano aan moeten doen met het investeren en die is dat er onvoldoende nieuw ka pitaal kan worden aangetrokken. De grote Euroguldenslening. waarvan onlangs in beurskringen gewag werd gemaakt het zou gaan om een paar honderd miljoen - is voorlo pig in de wachtkamer gezet Dat was niet omdat de Neder landsche Bank de grote bankinstel lingen ln de gelegenheid wilde stel len om eerst tot aanvulling van het als eigen vermogen aangemerkte leenkapitaal over te gaan. Eclatant succes Nadat de Algemene Bank Neder- kand een eclatant succes had be haald met de 8% achtergestelde obligatielening van f. 100 miljoen is de AMRO-Bank er ook als de kippen bij geweest om ook op de zelfde manier 100 min aan het be drijfsvermogen toe te voegen. De rente werd daarbij afgestemd op de bestaande marktverhoudin gen. zodat geldgevers met 7 3/4% rente genoegen moeten nemen, f De twee grote bankinstellingen zijn voldoende solvabel om dergelij ke leningen te kunnen uitgeven zonder de geldgevers onder de ver zekeringsmaatschappijen voor de gewetensvraag te stellen of zij de lening voldoende gegarandeerd ach ten. Men zou zich kunnen Indenken dat de Verzekeringskamer bezwaar zou gaan maken als er teveel van dergelijke obligaties in de beleg gingsportefeuilles van de verzeke ringmaatschappijen zouden komen. Per saldo zijn zij gelijk te stellen aan belegging in aandelen, waarmee altyd erg voorzichtig gedaan werd. Bij eventuele calamiteiten komen de houders van dergelijke obligaties net als aandeelhouders in de laatste reddingssloep, omdat zij wat rente en aflossing betreft, zoals de naam aangeeft, bij alle andere schuldei sers worden achtergesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1971 | | pagina 7