Streekomroep toch los van de NOS?
ijk
Frits Philips
verlaat de brug
Mode baant zich een weg in de economie
Jonge advocaten
stellen tekorten
rechtsstelsel
nu aan de kaak
Kostelijk bedrijf
op de maasvlakte
STRAKS ALLEEN
NOG HOBBY'S
IL 1971'
ZATERDAG 3 APRIL 1971
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA T
en mag.
op het
ïrhoging
t nood-
begro-
I te ver.
>epaalde
Lktie be-
minister
huidige!
enomen
wordt
epaalde
werk-
of deze
idhaafd
rvallen.
een en
yvertol-
plaati
'eet van
ig wor-
Minister Klompé van cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk
spreekt zich in haar (nog niet offi
cieel geopenbaarde) nota regionale
omroep er voor uit dat alle streek-
senders worden beheerd door de
NOS en niet door onafhankelijke
regionale organisaties. Dat lag inde
lijn van de verwachting, evenals
haar opvatting, dat er om financië
le redenen voorlopig alle ensprake
kan zijn van regionale radio. Een
nieuw en belangrijk aspect levert
haar standpunt, dat er in die regio
nale uitzendingen geen reclame mag
komen.
Om met dit laatste te beginnen
het was de vrees voor de opmars
van de reclame, ook bij de regiona
le omroepen, die een aantal dagbla
den er toe bracht aansluiting te
zoeken bij groeperingen, die belang
stelling hadden voor exploitaties
van een eigen regionale zender (de
mogelijkheid daartoe is in beginsel
in art. 47 B van de Omroepwet ge
geven). Het was allemaal nogal dui
delijk: de invoering van de STER-
reclame betekende immers een ster
ke teruggang van de advertentie
opbrengsten voor (vooral landelij
ke) dagbladen en daarmee een
voortgaande bedreiging van hun be-
staanskansen.
Door het achterwege laten van
reclame bij de regionale omroepen
wil minister Klompé een versterking
van dit noodlottige „STER-effect"
voorkomen en zal zij bij voorbaat
critici van haar omroepbeleid
met name de dagbladen op dit
punt de wind uit de zeilen hebben
genomen. Op andere punten echter
is dat volstrekt niet het geval.
Bij het ministerie van CRM ligt
een groot aantal aanvragen van ge
gadigden voor exploitatie en beheer
van een regionale zender. Tot hen
behoren de gemeentebesturen van
de drie grote steden in het westen
van het land. Het ligt nogal voor
de hand, dat zij de verzorging van
enkele uren regionale radio (en te
levisie) liever niet zien overgelaten
aan een centralistische Instelling als
de NOS, maar die uitzendingen wil
len opdragen aan onafhankelijke
stichtingen, waarin alle culturele en
maatschappelijke instellingen van
een stadsagglomeratie samenwerken.
Dit verlangen van Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag, maar ook
Eindhoven en bepaalde stromingen
in Friesland, leek te worden ge
schraagd door de opvattingen van
minister Klompé, neergelegd in
haar memorandum over de voorbe
reiding maatschappelijk en cultureel
welzijn.
Daarin wordt sterke decentralisa
tie bepleit om „de besluitvorming
over de aangelegenheden van het
maatschappelijk welzijn zo dicht
mogelijk bij de bevolking te doen
plaats vinden."
Een nobel beginsel, dat de minis
ter bij haar beleid inzake de regio
nale omroepen echter niet heeft
willen hanteren. Zij heeft er de
voorkeur aan gegeven de adviezen
van een NOS-rapport te volgen, en
de uiteindelijke verantwoordelijk
heid bij de omroepstichtlng te leg
gen. Beweegredenen daar is de no
dige technische kennis en appara
tuur voorhanden, bij deze opzet
wordt versnippering voorkomen.
In de Omroepraad (adviescollege
in omroepzaken voor de regering)
en bij de VVD-ministers in het kabi
net bestaat tegen de door Klompé
voorgestelde structuur sterke weer
stand. Vermoedelijk zal haar de tijd
ontbreken de nota tijdens deze af
lopende kabinetsperiode nog aan te
passen bij de bezwaren. Die taak is
waarschijnlijk voorbehouden aan
haar opvolger.
Alleen al het feit, dat voor het
nieuwe kabinet de oonfeasionele drie
wel weer een dwanghuwelijk met de
VVD zullen aangaan, betekent dat
de nota in haar huidige vorm geen
kans maakt. Met andere woorden:
dat in beginsel de regionale omroe
pen toch onder de brede vleugels
van de NOS worden weggehaald en
toestemming krijgen een zelfstandig
bestaan te lelden.
De zo hevig aangeprezen decen
tralisering zou dan gelukkig ook
voor het regionaal omroepbestel een
feit worden en de gepasseerde NOS
zou door de minister van CRM dui
delijk gemaakt kunnen worden dat
dit .gezien de gebleken bezwaren
tegen de nota in haar oorspronke
lijke vorm" echt niet anders kon.
De gewijzigde opzet zou een ver
heugende functie verster king van de
regio betekenen, die ook materieel
geen bezwaren hoeft op te leveren.
Volgens de Omroepwet maakt het
voor de financiering van een zender
uit de omroepbijdragen (en even
tueel de STER-pot) geen verschil of
zo'n zender zelfstandig dan wel on
der NOS-toezlcht werkzaam is.
EINDHOVEN De dag van zijn afscheid nadert. Ir.
Frits Philips („bijna 66"), president van Nederlands groot
ste concern, is bij wijze van spreken al begonnen zijn
king size-bureau leeg te ruimen. Het bureau waaraan hij de
afgelopen negen jaar heeft gezeteld als de hoogste baas van
Philips, de werkgever van 350.000 mensen in zestig lan
den.
Op 1 Juni zit er een andere man in
de kamer op de elfde verdieping
van de moderne kantoorflat langs
de uitvalsweg naar Den Bosch, een
familielid: zwager Jhr. H. A. C. van
Riemsdijk. Een nieuwe gezagvoerder
op de brug onder omstandigheden
dat het met het Philips-schip niet
meer zo goed gaat als enkele Jaren
geleden.
Hoe vindt hij het het roer uit han
den te geven nu er tegenwind is
opgestoken? Hij moet er even over
nadenken. Dan zegt hij: „Als ze me
zouden vragen nog een Jaar te blij
ven, zou ik er weer héél erg aan
moeten wennen".
Ir. Philips leeft naar zijn afscheid
toe. Hij zegt het niet met zoveel
woorden, maar uit veel dingen
blijkt dat hy biy is, het wat kal-
mer-aan te gaan doen. Na veertig
Philips-jaren 1
Rotje gewerkt
Ir. F. J. Philips
EINDHOVEN „Ongelooflijk dom.
onverstandig". Zo karakteriseert ir.
F. J. Philips, de scheidende direc
teur van het Philips-concern, het
besluit van Rijnmond om het staal
bedrijf op de Maasvlakte te „vloe-
ren"m Hij voorspelt dat men later de
gevolgen van deze beslissing wel zal
merken.
De heer Philips vondt het onbe
grijpelijk dat, terwijl andere landen
moeite doen om z'n „kostelijk be
drijf" te krijgen, de op de Maas
vlakte geprojecteerde staalfabriek
wordt geweerd.
„Ik vlieg vaak over het Waterweg
gebied. Volgens mij geeft een raffi
naderij of een chemisch bedrijf veel
meer vuiligheid dan een hoogoven".
Ir. Philips vindt het een gevaarlijk
verschijnsel dat de publieke opinie
zó'n rol gaat spelen, dat mis
bruik makend van de zogenaamd
inspraak plannen als die voor
een staalbedrijf kunnen worden ge
torpedeerd.
„Ik zie het probleem als onderne
mer. De zaak van de werkkrachten
is een ondernemersrisico. Verolme
zou nooit een bedrijf in de Botlek
hebben kunnen stichten, indien
toen ook over de moeilijkheden van
de personeelsvoorziening was ge
sproken".
Vrije tijd voor zichzelf, eindelijk.
„Ik heb me altijd een rotje gewerkt.
Daarom ga ik binnenkort dingen
doen die tot nu toe onmogelijk wa
ren. Meer dan vier weekeinden per
Jaar zeilen in Friesland. Niet op
maandagmorgen vlug terug, per
vliegtuig van Drachten naar Eind
hoven en precies om negen uur op
Je plaats. En: langer dan twee da
gen een land bezoeken Nee. ik ga
me niet in allerlei organisaties stor
ten. Aarzelend: „Ik weet echt dat
het me lukt. Mijn vrouw hoopt van
wél".
Hoe ziet hij de toekomst van zijn
bedrijf, het op drie na grootste bui
ten de Verenigde Staten? Wat zijn
zijn verwachtingen.
Ir. Philips: „Ik ben huiverig om
prognoses te maken. In het verle
den zijn al teveel fouten begaan
met voorspellingen".
Dat lukt nooit
„Stel Je voor dat ik in de Jaren
twintig tegen mijn vader en oom
had gezegd, dat ik in 1971 met een
ondernemingsraad aan het werk zou
zijnWeet Je wat ze dan geant
woord zouden hebben? Dan kun Je
geen bedrijf meer leiden. Dat lukt
Je nooit".
Geen prognoses dus. Wel zijn visie
op een andere „essentiële zaak", de
verhouding tussen werkgever en
personeel.
..Het is van het grootste belang dat
er vertrouwen is in de leiding van
een bedrijf, dat er vertrouwen in
alle geledingen bestaat. Noem het
een saamhorigheidsgevoel. Hetzelfde
gevoel dat je in de kleedkamer van
PSV. onze club, tegenkomt bij een
belangrijke wedstrijd Het gevoel
ook bij de bemanning van een
DC-8. van een kustvaarder en on
der de grond, in de kolenmijnen".
„Wanneer Je als bedrijf in de be
nauwdheid komt ten opzichte van
de concurrentie, merk Je het nut
van een goede teamgeest. We zijn
op het ogenblik heel druk bezig met
computeractivlteiten. De mensen
werken hele weekeinden en nachten
door. Je staat verstomd als Je ziet
wat er gebeurt. Dat noem ik nou
teamspirit!" Hy stopt even. Dan:
„In het zakendoen kom Je er niet
met uitsluitend slimmigheden. Al
leen de prestatie geeft de doorslag".
Ir. Philips onderstreept zijn woor
den met handgebaren die talrijker
worden naarmate zijn opmerkingen
kritischer worden.
Hij bekent: „Ik ben verdomd agres
sief als het erom gaat voor de Ne
derlandse bedrijven dezelfde moge
lijkheden te krijgen als die ln het
buitenland".
Daarmee doelt hij op het aandeel
van de Nederlandse bedryven in
de Nederlandse hulp aan ontwik
kelingslanden. Voor Philips' schei
dende president is het een uitge
maakte zaak dat vaderlandse indu
strie daarbij in de allereerste plaats
moet worden ingeschakeld.
Bekend is de steun van ir. Philips
aan het streven van de Morele Her
bewapening. Dat hij er een actief
propagandist van is. laat hy niet
geheim. Hij praat ongeremd over de
ervaringen op conferenties van de
Morele Herbewapening, die hem
hebben geleerd dat er een „gewel
dig, diep-ingevreten wantrouwen
van de arbeiders bestaat ten op
zichte van het management en de
gevestigde maatschappij".
Philips' topman concludeert daaruit
dat de ondernemers niet bang moe
ten zijn zich bloot te geven: onder
nemers moeten het vertrouwen van
hun personeel zien te winnen en
niet alleen dat van hen.
„Ik kan me innerlijk nog wel eens
opwinden. al6 ik mensen tegenover
me kryg die twyfelen aan de goe
de bedoelingen die Je met Je werk
nemers hebt. Wij staan voor ons
personeel evengoed op de bres als
de vakbonden, wij strijden elke dag
voor hen".
„Natuurlijk, vakbonden moeten er
zijn, ze vervullen een positieve
functie, maar het is funest als ze
een machtspositie gaan betrekken".
„Na de oorlog heeft de samenwer
king in de Stichting van de Arbeid
de economie in ons land tot grote
hoogte gebracht. Nu zyn ze bezig
de boel weer af te breken. Vorig
Jaar hebben wij aan lonen en sala
rissen 750 miljoen méér uitbetaald j
dan in 1969".
Vooruitgegaan!
Terugblikkend: „Sinds de bevrijding
zijn we op een heleboel punten
vooruit gegaan, hoewel er nu teveel
wordt doorgeslagen naar de andere
kant. Er zijn gelukkig voldoende
krachten om de werkelijke waarden
van het leven terug te brengen, de
harmonie om goed met elkaar om
te gaan bij voorbeeld".
„De evaluatie van de waarden
wordt teruggevonden. Het is heer
lijk te ontdekken hoe fijn het leven
Is zonder auto...". Peinzend: „Het
gezinsleven dreigt uiteen te vallen".
Vraag: Is de tv daar niet mede
schuld aan?
In een theatraal wanhoopsgebaar
steekt hij beide armen omhoog:
„Moet ik dan de boekdrukkunst óók
erbij halen? De tv kan net zo goed
positief als negatief werken. Het
hangt af van wat Je er instopt. Zelf
kijk ik weinig naar de buis
(Van onze Juridische mede
werkster)
LEIDEN Een groep Jongere
advocaten heeft in een open
brief aan de minister van Justi
tie een aantal tekorten in de
rechtshulp aan de burger, die
verdacht wordt een straf
baar feit gepleegd te hebben, ge
signaleerd. Gepleit wordt voor:
het informeren van de ver
dachte over de mogeiykhedeai
van rechtshulp,
het inschakelen van de ad
vocaat in een eerder stadium,
zo mogelijk al bij het politiever
hoor,
drastische wijziging van het
pro deo-vergoedingenstelsel.
Het ia niet verwonderïyk dat
Juist de Jonge ba lie verenigingen,
deze tekorten van ons rechts
stelsel aan de kaak stellen.
»Het zijn de Jonge advocaten,
die deze onlucratieve strafzaken,
moeten behandelen. De vergoe
ding van het ryk f. 160
voor een politierechterzaak
f 220, voor een meervoudige ka
merzaak is nog steeds zo mini
maal dat dit werk voor de ad
vocatenkantoren een verlies
post betekent.
Niettemin is door *n aantal jon
gere advocaten in Amsterdam
bij wijze van proef, een zoge
naamde „piketdienst" opgezet
waardoor de verdachte in een
eerder stadium over een advo
caat kan beschikken. Volgens
dit systeem, waar ook in Den
Haag en Rotterdam mee wordt
geëxperimenteerd, wordt via de
advocatentelefoon bij de politie
rechtshulp ingeroepen voor de
verdachte die op het politiebu
reau in verzekering is gesteld.
(Dit kan vier dagen duren).
Uit cyfermateriaal biykt dat de
helft van dit aantal in verzeke
ring gestelden na de periode op
vrije voeten komt. Dit betekent
echter niet dat daarmee voor
hem de zaak is afgedaan. Op
een later tijdstip komt hun zaak
voor. Als de verdachte kan aan
tonen dat hy rechtshulp niet kan
betalen, wordt aan hem vla het
bureau van rechtsbijstand een
gratis advocaat toegevoegd. Deze
weg wordt over het algemeen
niet of te laat door de recht
zoekende bewandeld.
De andere helft verdach
ten worden voorgeleid voor de
rechter commissaris die „de
bewaring" gelast. De duur hier
van is zes dagen, waarvoor de
verdachte wordt overgebracht
naar het huis van bewaring. Op
het ogenblik is het nu zo dat.
pas als dit gebeurd is, een ad
vocaat aan de verdachte wordt
toegevoegd. Deze kan dan probe
ren om de voorlopige hechtenis,
die telkens voor een maand,
wordt verleend en op de bewa-
ringperiode volgt te voorkomen
of af te breken.
Uit cijfermateriaal blijkt, dat
het aantal personen dat in voor
lopige hechtenis wordt genomen
praktisch gelijk blijft aan het
aantal waarvan de rechter-com-
missaris het bevel tot bewaring
heeft afgegeven. Op het ogen
blik dat er een advocaat
inspringt is er weinig meer aan
te doen om de molen stop te zet
ten, die maalt ln een richting
van een preventieve vrijheids
beroving.
Wil de advocaat dit automatis
me doorbreken, dan zal hij
in een eerder stadium inge
schakeld moeten worden. Voor
dat de verklaringen van de ver
dachte vastliggen ln het proces
verbaal van politie en voordat
het verhoor van de verdach
te door de rechter-commissaris
heeft plaatsgevonden.
Ons strafproces is. in tegen
stelling tot bijvoorbeeld landen
als Engeland en de Verenig
de Staten. Ingesteld op een
chrlsteiyke behandeling. Het is
sterk dosslergericht, en wat er in
het dossier staat is naderhand
heel moeiiyk terug te draalen.
Wetsvoorstel
Als blijkt dat deze piketdien
sten kunnen werken en in een
behoefte voorzien zou dit als con
sequentie moeten hebben dat de
minister van Justitie het wets
voorstel over de voorlopige hech
tenis. dat op dit moment bij de
de volksvertegenwoordiging ligt
aan deze eis moet aanpassen.
In dit wetsvoorstel wordt name
lijk het moment, waarop de ad
vocaat aan de verdachte wordt
toegevoegd niet vervroegd. Ba
sis van dit wetsvoorstel was het
rapport van de commissie-Fe-
ber dat wel een snellere inscha
keling van de advocaat bepleit
te.
Deze commissie stelde voor
een advocaat toe te voegen op
verzoek van de verdachte,
voordat hij voor de rech-
ter-commissaris wordt geleld. De
minister heeft deze sugges
tie niet overgenomen onder an
dere met een beroep op het feit
dat „de financiële consequenties,
onvoldoende waren uitgewerkt".
Nu is Juist deze financiële re
geling een bijzonder teer punt.
Waar hy wel is uitgewerkt is
hij onvoldoende, waardoor het
verschaffen van rechtshulp nog
in de llefdadigheidssfeer blijft,
terwijl allerlei andere noden ln
de sociale verzekeringsector een
adequate regeling hebben ge
vonden. Bovendien ziet het er
niet naar uit dat de overheid
op korte termijn deze situatie
wil verbeteren. In 1968 werd na
melijk een commissie in het le
ven geroepen om de minister te
adviseren over de rechtsbijstand
aan on- of minvermogenden (de
zo °naamde commissie-Reuder)
De commissie kreeg als uit
drukkelijke beperking mee dat
hun voorstellen niet moesten be
teken dat de rechtsbijstand meer
geld zou gaan kosten. Gezien
deze beperking is het niet ver
wonderlijk dat het in 1970 uitge
brachte rapport fundamen
teel geen verbetering van de po
sitie van de on- en minvermo
genden met zich bracht.
Kosten
Op dit moment wordt de
rechtsbijstand voor strafza
ken en civiele zaken uit de al
gemene middelen betaald en
komt neer op een bedrag van
12 miljoen gulden per Jaar. Van
de zyde van de Orde van Advo
caten is berekend dat met een
oedrag van 20 miljoen gulden de
rechtsbystand gesaneerd zou
zijn van de Orde van advocaten
bedrag van 20 miljoen gulden de
rechtsbljtand gesaneerd zou,
zijn.
Een andere mogelijkheid om de
rechtsbijstand te saneren is deze
onder te brengen in een volks
verzekering. Net zoals iemand
verzekerd kan zijn tegen ziekte.
Is het ook mogelijk hem te ver
zekeren voor de aan rechtshulp
verbonden kosten. Op dit mo
ment is het wel reeds mogelijk
een vrijwillige verzekering af te
duiten voor rechtshulp naar
aanleiding van verkeerszaken.
Hieruit blijkt dat de gedachte
van een verzekering ook op dit
gebied reeds is aanvaard.
Economie is een typisch manne
lijke wetenschap al zijn er tegen
woordig vrij veel dames, die tonen
met de gang van zaken in het be
drijfsleven wonderwel op de hoogte
te zijn. Daarom komt het misschien
dat zich modeverschijnselen voor
doen in het economische beeld, zo
dat hier en daar gesproken wordt
van de hot pants economie. Daar
mee wil dan gezegd worden dat er
veel wordt vertoond, maar dat het
essentiële voor de massa verborgen
blijft. Nog altijd kan men zich
blindstaren op de schoonheden van
de economische ontwikkeling in het
glanzend schijnsel van de inflatie,
maar dat er een massale uitholling
bestaat gaat aan de meesten voor
bij.
Slechts weinigen zullen de alarm
seinen hebben ontdekt, welke in de
gegevens betreffende de betalings
balans van het afgelopen Jaar aan
het licht kwamen. Evenmin zal le
dereen tot inzicht zijn gekomen dat
er wat mis is gegaan, ook al heeft
hij kennis genomen van de be
schouwing in het jongste kwartaal
bericht van de Nederlandsche Bank.
Het omvangrijke tekort op de
betalingsbalans dat voor geheel 1970
op 1750 min wordt gesteld, is ge
camoufleerd door de toevloed van
Door
onze financiële medewerker
buitenlands geld dat van armoe een
toevlucht moest zoeken in het
doodzieke sterlinggebied. ln de al
lesbehalve sterke Duitse Mark en de
op lemen voet staande gulden. Zon
der 'n toevloed van buitenlands geld
kapitaal ten belope van 25T9 min
zou het binnenlandse geldwezen
volkomen aan de grond zijn gelopen
en zou de schijnwelvaart van de
400 ineens helemaal in een va
cuüm terecht zijn gekomen.
Natuurlijk hebben de monetaire
autoriteiten een dergelijke verdoeze
ling van de mankementen aan onze
economie voor lief moeten nemen,
ook al werden de pogingen om de
overspanning, overbesteding en in
flatie te doorbreken erdoor afge
zwakt. De narigheden zullen pas
goed beginnen als het internationa
le getij in het betalingsverkeer gaat
kenteren. Als men de econoom van
de grote Amerikaanse First Natio
nal City Bank mag geloven, dan zal
er eerlangs een einde komen aan de
dollarstroom, die thans zoveel on
rust in de Europese gelederen te
weeg brengt.
In een voordracht voor de Ameri
can Chamber of Commerce vertelde
de econoom van Citybank vorige
week dat de omvangrijke bedragen
aan Eurodollars, welke de Ameri
kaanse bankinstellingen hadden ge
leend toen zij nog gebukt gingen
onder de kredietbeperking, die een
einde moest maken aan de prijsstij
gingen in de Verenigde Staten
zo langzamerhand geheel zijn te
rugbetaald.
Er zou nog voor omstreeks
miljard dollar beschikbaar zyn en
dat geld is nodig voor de normale
werkvoorraden. De moeilijkheden
van de dollarvloed in Europa schui
len volgens hem voornamelijk in
onderlinge verschuivingen. Zodra ze
tot rust komen, zal er geen nieuwe
aanvulling van de dollarsvoorraden
meer optreden.
Omgekeerde beweging
De mogelijkheid is zelfs niet uit
gesloten dat bij het aantrekken van
de rentevoet in de Verenigde Staten
binnen niet al te lange tijd een
omgekeerde beweging ontstaat. Op
dat moment komt Leiden in last.
De geldovervloed, die op het ogen
blik in ons land tot absurde situa
ties leidt, komt dan ten einde.
Op dat moment zal de kredietbe
perking weer vat krijgen op het
economische gebeuren. De mogelijk
heid is niet uitgesloten dat de kre-
dietvraag op dat moment op een
zacht pitje staat, omdat bij het be
drijfsleven meer en meer merkbaar
wordt dat de geneigdheid tot inves
teringen van grote omvang begint
af te nemen. Het besluit van DSM
en Shell om af te zien van de bouw
van de grote raffinaderij in Zuid-
Limburg is een teken aan de wand.
Duidelijk terughoudendheid bij
grote investeringen zijn ook reeds
gebleken bij AKZO en bij Philips,
terwijl Unilever tot nu toe niet van
de daken schreeuwde dat kalmpjes
aan wordt gedaan met de bouw van
nieuwe installaties. Shell heeft ook
al de investering van meer dan 2
miljard in Engeland opgeschort en
misschien al helemaal op de lange
baan geschoven. Zolang de grote
concerns niet zeker weten dat het
geld er op den duur weer uitkomt
beginnen zij er niet aan om om
vangrijke bedragen te spenderen in
objecten, waarvan de rentabiliteit
op zijn minst problematisch is.
Er is nog een andere reden waar
om de grote concerns plano aan
moeten doen met het investeren en
die is dat er onvoldoende nieuw ka
pitaal kan worden aangetrokken. De
grote Euroguldenslening. waarvan
onlangs in beurskringen gewag werd
gemaakt het zou gaan om een
paar honderd miljoen - is voorlo
pig in de wachtkamer gezet
Dat was niet omdat de Neder
landsche Bank de grote bankinstel
lingen ln de gelegenheid wilde stel
len om eerst tot aanvulling van het
als eigen vermogen aangemerkte
leenkapitaal over te gaan.
Eclatant succes
Nadat de Algemene Bank Neder-
kand een eclatant succes had be
haald met de 8% achtergestelde
obligatielening van f. 100 miljoen
is de AMRO-Bank er ook als de
kippen bij geweest om ook op de
zelfde manier 100 min aan het be
drijfsvermogen toe te voegen.
De rente werd daarbij afgestemd
op de bestaande marktverhoudin
gen. zodat geldgevers met 7 3/4%
rente genoegen moeten nemen, f
De twee grote bankinstellingen
zijn voldoende solvabel om dergelij
ke leningen te kunnen uitgeven
zonder de geldgevers onder de ver
zekeringsmaatschappijen voor de
gewetensvraag te stellen of zij de
lening voldoende gegarandeerd ach
ten. Men zou zich kunnen Indenken
dat de Verzekeringskamer bezwaar
zou gaan maken als er teveel van
dergelijke obligaties in de beleg
gingsportefeuilles van de verzeke
ringmaatschappijen zouden komen.
Per saldo zijn zij gelijk te stellen
aan belegging in aandelen, waarmee
altyd erg voorzichtig gedaan werd.
Bij eventuele calamiteiten komen
de houders van dergelijke obligaties
net als aandeelhouders in de laatste
reddingssloep, omdat zij wat rente
en aflossing betreft, zoals de naam
aangeeft, bij alle andere schuldei
sers worden achtergesteld.