S-v
Langharigen
dat zijn
de meest
serieuzen
na
We
hebben
nu veel
meer
plezier
in ons
leven
dan 10
jaar
terug
n
Spock werd geradicaliseerd:
0NDERDAG 24 DECEMBER 1970
LTIDSCH DAGBLAD
pagina
- -
□a
R0
TT
l(X
R
Hoewel hu benjamin heet, was dr.
Spock niet het Jongste, maar het oudste
kind van het gezin. Hij schrijft het daaraan
toe dat hy kinderarts werd. Hij woont met
zijn vrouw Jane op de elfde verdieping van
een woit flatgebouw in het min of meer sjieke
deel van Manhattan. Toch is hun flat aller
minst luxueus, zoals men zou verwachten
van iemand, wiens boek „Baby- en kinder
verzorging" ruim 25 miljoen keer werd ge
kocht. Het interieur is bescheiden, Ameri
kaans conventioneel ingericht.
SPOCK IS ERG LANG, ruim twee meter. Zijn
vrouw, die er ouder uitziet dan hij (ze zijn
beiden in de zestig) reikt nauwelijks tot aan
zijn schouder. Sinds een paar dagen heeft hij
last van zijn rug en de doktoren hebben ab
solute rust voorgeschreven om te zien of een
operatie voorkomen kan worden. Hij ligt dan
ook languit op de bank in de zitkamer. Het
liggen verveelt hem. Dat is te merken aan
zijn energieke gebaren, de hand die steeds
weer op zijn borst slaat om iets te accen
tueren en de nadruk waarmee hy praat.
GROOT PLEZIER heeft hy by het voorlezen
van een citaat van een reactionaire schryver
uit „Harvard Today". Het luidt als volgt:
I „Het is ontzagiyk moediyk om een student,
zonder overhemd en zonder schoenen, met
kralen ketting om zijn hoofd bewegend op het
ritme van een geheime muziek, om zo'n stu
dent te zeggen dat hy zijn essay 6 januari
moet inleveren".
Hy wyst dan op de foto van een studente in
hetzelfde blad. „Is dat geen mooie foto? Daar
kan je alles in zien. De ernst van deze Jonge
mensen, hun bereidheid om naar alles te
luisteren, maar ook niet zonder kritiek. Ze
staan helemaal open".
TIJDENS HET VRAAGGESPREK, dat overi
gens meer weg heeft van een conversatie van
tweeëneenhalf uur (ongeveer het tweehon
derdste interview volgens mevrouw Spock)
vallen een paar dingen op. In de eerste plaats
is dr. Spock lang niet de militante radicaal
waarvoor vooral de oppositie hem verslijt.
In dè tweede plaats bleek herhaalde lyk dat
hy ook nu nog stryd levert met zichzelf, ge
wend als hy is aan de ideeën en opvattingen
van een andere tyd. Het is op dit punt, dat
dr. Spock belangryk is als voorbeeld van een
oudere man, die door de Jeugd geradicali
seerd werd.
MEVROUW SPOCK GELOOFT van ganser
harte in haar man, maar ze is bang dat hy
toch nog in de gevangenis zal belanden
een mogelykheid die in Amerika veel reëler
is dan in Nederland.
SPOCK ZEGT: „Je hebt het nu allemaal mee
gemaakt, arrestatie en veroordeling. Het pro
bleem is niet langer hoe voorzichtig Je moet
zyn, maar hoe doortastend". Maar doctor en
mevrouw Spock zyn duideiyk gelukkig, niet
alleen met elkaar, maar ook met hun leven
Hy zegt (en zy beaamt het)„Eigenlyk heb
ben we nu veel meer plezier in ons leven dan
tien Jaar geleden. Tien jaar geleden was ik
doodvoorzichtig. Onze vriendenkring bestaat
nu uit mensen van in de veertig. Kunste
naars, schryvers. Met de ouderen praten we
weinig meer omdat we dan altyd zoveel din
gen ongezegd moeten laten.
SPOCK LACHT om zichzelf. Het is dezelfde
man die zyn boek „decent en indecent", dat
begin dit jaar verscheen, opdroeg aan „de
Jongeren, zwart en blank", die neergeknup-
peld worden, in de gevangenis gezet en zelfs
gedood om ons de weg naar rechtvaardig
heid te tonen".
5?
PBp
50
oor
Ir. H. L. Leffelaar
HET IS EIGENLIJK HEEL
b envoudig. Ik ben gefradicali-
eerd door de vredesbeweging.
LI n 1962 werd ik lid van het
'omité voor Verstandige Nu-
leaire Politiek (SANE) op de
eer beperkte basis van het ver-
Irag voor het stoppen van kern-
J)roeven dat stond toen in
et middelpunt van de discus-
ies. Ik voelde er eigenlijk niets
oor, maar de leiders van die
troep werkten op mijn geweten
bleven een paar jaar lang
neven schrijven dat ik er aan
mm* \ee moest doen. En ik zei al-
jjd: „O, nee, ik ben iemand die
\Lders gerust stelt, geen angst-
Oanjager. Ik weet niets van
itoomuitstraling"
kSi
Afgezien daarvan was ik toen een
havik", dat was in de tyd van
lohn Kennedy, voor wiens verkie-
ing ik gewerkt had. Ik was het
net hem eens dat er een achter-
tand was in onze raketten-capa-
tteit, en ik geloofde dat we er goed
Tan deden om de Sowjet-Unie en
Ihina te intimideren. Je herinnert
dat dat toen een grote kwestie
as in die verkiezingen. Maar gaan-
leweg raakte ik ervan overtuigd
at dat wat SANE wilde, ook een
lediatrische kwestie was, dat wan-
ieer we niet met die kernproeven
phielden, er meer en meer kinde-
e zouden sterven aan leukemie en
0P| anker, en aan geestelyke en licha-
ïeiyke misvormingen. Zo werd ik
choorvoetend lid van^SANE, en
ree Jaar later maakten zy my
ïede-voorzitter.
In de herfst van 1964 was ik ac-
M lef in de campagne van Lyndon
ohnson. Wat wil Je, Goldwater die
ilde de oorlog opvoeren in Viet-
am en Johnson zei dat hij dat
liet zou doen. Maar drie maanden
adat Johnson herkozen werd, deed
precies het tegenovergestelde
q zond meer troepen naar Viet-
am. Dat greep my erg aan. Ik was
fcangstigd en verontwaardigd, en
k voelde me persooniyk beledigd,
i heb toen al myn energie gemo-
iliseerd ik was toen nog hoog
waar en hield veel toespraken,
loveel ik maar kon. Dat was in
1965. Ik sprak op alle grote anti-
Ij lorlogsdemonstraties en nam aan
ifille deel die er gehouden werden,
li (aar ondertussen nam de omvang
•an de oorlog toe.
rj Toen kwam die kwestie van het
f ferbranden van de oproepingskaar-
11 ïn voor de militaire dienst. Ik had
nn die kerkdienst in Ar ling ton-
Weet in Boston deelgenomen, en
i werd gedagvaard en veroordeeld
lot twee Jaar gevangenisstraf en
SOOO dollars boete als medeplich-
Jge in een poging om Jongeren
ian te moedigen dienst te weige-
en. (De grond van een Juridisch-
l| echnische kwestie). Er is dus een
lantal stappen aan myn radicali-
*rlng voorafgegaan. Ik ben niet zo
1 raar van de ene dag op de andere
fcnult de pediatrie op de barri-
*des gesprongen. Bovendien was
a i ook bang. In het begin van de
protestdemonstraties vroeg ik eerst
fcn wel vier of vyf vrienden of ik
«f wel aan mee moest doen.
Het is eigenlyk door die veroor
deling gekomen, dat ik de held van
de Jongeren ben geworden. Dat is
^üatuuriyk wat vreemd: hier ben
k, één van de weinige ouderen die
üch identificeren met de Jeugd,
'erwyi niemand in temperament
öeer kan verschillen van de din-
len die zy voorstaan. Want ik ben
kerkelijk fantastisch overgedisci-
PUneerd. Dat vindt een Europeaan
misschien wel zo, maar Amerikanen
(jv Plet, en de Jongeren vinden dat
gul fcker niet zo. Ik ben intellectueel
"1 moreel overgedisciplineerd. Maar
'evoelde dat de Jongeren my ac
cepteerden, en dat weerhoudt my
ervan om kritiek te hebben. Met
andere woorden, iedere keer wan
neer ik me voel tegensputteren,
zeg ik eerst tegen mezelf: „Ont
houd dat ze niet allemaal zo zyn.
Houd Je in, en denk er eerst over
na". En ik denk dan ook over som
mige dingen soms maanden na
voordat ik een kritische positie in
neem. Dat is niets nieuws voor my.
Het succes van „baby- en kin
derverzorging" byvoorbeeld is, dat
het niet kritisch is. Dat is wat de
ouders op prys stellen, dat is waar
zy het sterkst op reageren: dat het
vriendeiyk is. Dat was een grote
afwyking van wat tot die tyd gang
baar was geweest in de pediatrie.
Er is natuuriyk het verschil tus
sen hoe de Jongeren my zien en
zoals ik werkelyk ben. Dat valt me
vooral op wanneer ik byvoorbeeld
op een sprekerspodium verschyn in
een universiteit om 8 uur in de
avond, en dan is er een staande
ovatie. En dan denk ik vaak: het
is Jammer dat Je nu ook nog iets
moet gaan zeggen, want dat kan
hun enthousiasme alleen maar
temperen. Ik ben voor de jonge
ren een symbool. Maar ik maak
me daar geen zorgen over. Ik zeg
ze wat ik denk. Wat ik hiermee
zeggen wil, is dat ik mezelf afrem
om instinctief op ze te reageren
(hoewel geleerden allang niet meer
over instinct durven te praten).
Ik houd mezelf in de hand totdat
ik de kans heb gehad om meer
feiten te verzamelen, er over na te
denken, te horen wat de Jongeren
zeggen. En het resultaat ervan is
dat ik gaandeweg steeds meer door
hen geradicaliseerd ben.
Er zyn natuuriyk mensen, zoals
de vice-president (Agnew), die
zeggen dat ik de Jongeren geradi
caliseerd heb door hun ouders te
misleiden. In werkeiykheid hebben
de Jongeren my voor een groot deel
veranderd. Want ik ben in wezen
het tegenovergestelde van sommige
dingen waar zy zelf mee bezig zyn,
en zeker in zulke dingen als de
mystiek, narcotica. Er is helemaal
niets mystieks aan my, en ik ben
als de dood voor narcotica, en ik
heb zeer beslist geen boodschap
aan astrologie. Toch geloof ik niet
dat ik als het erop aankomt, met
hen van mening verschil over wat
zy willen. En dat is in essentie een
soort broederliefde. Zy willen de
dingen op hun waarde onderzoe
ken, en schuiven alle materialis
tische dingen terzyde waar wy ons
zelf in de 20ste eeuw mee hebben
bezig gehouden. Ik ben niet zo on
aangetast door het materialisme
als zy, want uiteindeiyk ben ik
toch wel geïnteresseerd geweest in
materialistische dingen, en ben
dat nog. Ik heb twee jachten bij
voorbeeld ,een in Maine, en een
in de Virgin Islands. Ik kleed me
zorgvuldig en netjes (lacht), zelfs
ouderwets. Ik vind het eigenlyk
wat beschamend door een betrek
kelijk vreemd persoon hier aan
getroffen te worden op deze bank
zonder schoenen, das, terwijl ik ge-
wooniyk overhemden draag met
speciale aparte boorden.
Nee, pyniyk bewust van mezelf
ben ik niet. Als kind wel, maar nu
niet, omdat de Jongeren me op
myn gemak stellen. Ze halen me
binnen en ik beantwoord dat. Maar
ik geloof wel dat ik nu veel socia-
beler ben met hen, meer open, dan
ik ooit in het verleden met welke
groep mensen danook ben geweest.
Met andere woorden, de Jongeren
hebben me geleerd makkelijk in de
omgang te zyn.
Tegen ouders die in doodsangst
zitten dat hun zonen thuis komen
met lang haar, zou ik danook wil
len zeggen: dit zyn de meest seri
euze en meest idealistische Jonge
mensen, die tenminste ik opit in
myn leven gezien heb. Denk du»
niet dat ze allemaal slecht zyn of
dat zc anders zyn. En het is dui-
delyk natuuriyk, dat de lengte van
het haar helemaal geen verschil
uitmaakt, moreel zegt het absoluut
niets. Het probleem dat er van ge
maakt wordt, ligt duideiyk dan ook
meer aan de kant van de ouders,
dan aan die van de Jongeren. Dit
bewyst dat het niet gaat om de
morele inhoud van deze uiteriyke
verandering, maar dat de ouderen
zich bewust worden van de afkeer
die deze jongeren hebben voor al
de waarden die zy zelf hebben ge
had. Dat is wat lang haar (lacht)
tot uitdrukking brengt. Afkeer van
hun oppervlakkige, materialistische
maatstaven, hun conventionaliteit
dat is wat de ouderen nog meer
dwars zit dan marihuana. Mari
huana is voor de ouderen niet eens
zo beledigend. Wat ik nu zeggen
wil, is dat een groot deel van de
woede van de ouderen niet komt
omdat ze er zeker van zyn dat deze
jongeren voor galg en rad op
groeien, maar omdat de Jongeren
op arrogante manier hun eigen
gevoel van maatstaven en waar
den van de hand wyzen, dat maakt
ze geweldig nydig.
Want, laten we wel zyn, het is
duideiyk dat de Jongeren veel mo-
reler zyn dan de oudere generatie.
Dat wil zeggen, veel serieuzer in
hun overtuiging dat het noodzake-
lyk is om een nieuwe levenscode op
te stellen in zulke dingen als (in
Amerika) een rechtvaardige be
handeling van negers. De ouderen
overdryven de morele zaken waar
ze de Jeugd op kunnen aanvallen,
zoals marihuana en geweld. Dat
zyn geen immorele dingen. Mari
huana is werkelyk minder slecht
dan alcohol, waar de oudere gene
ratie helemaal geen bezwaar tegen
heeft. En het geweld is onbeteke
nend, omdat het maar door een
hele kleine minderheid wordt ge
bruikt.
Maar de ouderen, in het byzon-
der zulke mensen als Nixon en
Agnew, overdryven deze dingen
schromeiyk om hun eigen morele
verontwaardiging te rechtvaardi
gen ten aanzien van de Jongeren
in het algemeen. En lk geloof wer
kelyk dat Nixon en Agnew dat zelf
menen, maar ik geloof ook dat ze
zichzelf voor de gek houden, net
zoals ze het Amerikaanse volk voor
de gek houden.
De kern van de Jeugdrevolutie
is hun manier van leven lk noem
dat voor het gemak „broederlief
de", want een andere term is nog
niet bedacht. En wat het in ieder
geval hier in Amerika op gang
heeft gebracht, was de oorlog in
Vietnam. Dat is misschien ook de
reden waarom het hier veel verder
schijnt te gaan dan in andere lan
den, ook al weet ik daar niet zo
veel van af. Die oorlog kan als oor
zaak niet overdreven worden. In
de eerste plaats vindt de Jeugd dat
ze het recht hebben om zich tegen
de maatstaven van de oudere gene
ratie te verzetten, waar het bete
kent dat ze iets moeten doen dat
in hun ogen verkeerd en hypo
criet is. De Jeugd loert altyd naar
bewyzen dat hun ouders anti-hy
pocrieten zyn (lacht), en ze zeg
gen: „Als zy hypocriet zyn, hoe
ven wy niet te doen wat zy zeg
gen". En als er ooit een vervloekte,
rotte oorlog is geweest, gerecht
vaardigd met hypocritische rede
nen, dan is het deze in Vietnam.
Dat is de sleutel die deze hele zaak
op gang heeft gebracht. Dat be
tekent dat Je als het ware tegen
de Jongeren zegt: Jullie kunnen
zover gaan als Jullie willen, want
nu heb Je ze (de ouderen) betrapt
op wel ongeveer het allersmerig-
ste dat historisch ooit gepresteerd
is. Een andere reden la natiuurltik
dat deze jngeren opgeroepen kun
nen worden voor een oorlog waar
in ze niet geloven.
Een ander aspect van de Jeugd-
revolutie is dat ze niet zyn te in
timideren. Je kan ze niet intimi
deren. Dat heb ik een Jaar of zes
geleden zelf ondervonden, toen ik
als hoogleraar doceerde aan Wes
tern University. Ik probeerde het
met de colleges voor eerstejaars
omdat er zoveel studenten te laat
kwamen, en dan byvoorbeeld rus
tig een kop koffie meenamen. Toen
ikzelf college liep aan Yale had
zelfs de meest ondergeschikte as
sistent er de wind onder. Hy hoef
de maar een wenkbrauw op te trek
ken en de hele zaal vroeg zich dan
af: wat is er aan de hand, wat
hebben we gedaan?
Ik probeerde ze eerst te intimi
deren door heel zacht te gaan pra
ten. Dat maakte niet de minste
indruk. Dat probeerde ik ongeveer
drie weken. Toen probeerde ik het
met donderende taal. en dat maak
te ook niets uit. Daarna deed ik
het met doodse stilte. Maar wan-
dat ze ongeveer vier keer zo kri
tisch werden.
En dat is, in termen van de dy
namiek van de huidige situatie,
precies wat er nu aan het gebeu
ren is. En dat is, denk ik ook de
reden, wanneer dit land zichzelf
tenminste niet opblaast met zyn
kernwapens in de een of andere
oorlog, waarom het deze Jongeren
zullen zyn die dit land gaan ver
anderen. Omdat ze niet geïntimi
deerd kunnen worden.
Er zyn veel oudere liberalen die
zeggen: ach wat, er zyn meer
Jeugdrevoluties geweest en tegen
de tyd dat de kinderen betrekkin
gen hebben, dan is het afgelopen
met alle protest. Maar ik geloof
dat dit nu niet het geval is. Het
gaat nu veel dieper. Deze Jongeren
hebben een intense bedachtzaam
heid. Ik las onlangs een studie
over de leiders van de Free Speech
Beweging die in Californië aan
Berkeley University ontstond en
die misschien een heel vroeg be
gin is geweest van wat er nu aan
de hand is. Dat rapport stelde vast
dat geen van deze leiders conser-
neer er dan een laatkomer binnen
kwam, en ik midden in een zin op
hield en niet» zei en hem met zo
genaamde minachting aankeek, zag
ik alleen hoe hy op zyn gemak
naar boven in het amfitheater liep.
En lk dacht dan dat hy wel een
rood hoofd zou hebben en de eer
ste vrye plaats zou inschieten.
Maar allerminst: hij liep op zijn
gemak naar boven, zocht een plaats
uit, ook als er een hele ry voor op
moest staan, en keerde zich dan
tevreden lachend om. En als klap
op de vuurpyi, hoewel myn colle
ges erg populair waren, stuurden
ze een paar maanden later een
delegatie naar myn kantoor om
zich te beklagen over het feit dat
mijn colleges zo weinig om het lijf
hadden. Dat was dan het resultaat
van myn poging tot intimidatie!
vatief was geworden. Zy staan
maar met een half been in de
maatschappy, en geen hunner
heeft een baan in het establish
ment. Velen zyn ook erg gefrus
treerd.
Veel politieke radicalen zyn be
zorgd over het feit dat de Jongeren
zich niet politiek uiten, dat er geen
politieke dimensie achter zit, en ik
moet bekennen dat ik daar ook
toe behoor. Ik geloof dat dit veel
meer het geval is in Europa. Het
verontrust me, omdat ik geloof dat
we geen tyd hebben om te wach
ten totdat de levensstyl van deze
Jongeren zich door de hele maat
schappy voelbaar heeft gemaakt.
De moeiiykheid is, dat wanneer wy
het over politiek hebben, dan pra
ten wy over macht. En het is niet
eens zozeer dat de Jongeren een
afkeer hebben van macht, maar ze
geloven er gewoon niet in. Ze ge
loven in het met rust laten van
mensen. Wat een verschil tussen
hen en my (lacht).
Ik ben in wezen iemand die de
mensen wil hervormen, ook al doe
ik net alsof ik dit niet wil. Maar
deze jongeren willen niemand her
vormen. Ze willen gewoon met rust
gelaten worden en willen anderen
met rust laten, (lacht), zy zyn zo
anti-autoritair. En het is niet eens
ideologisch. Het is gewoon non-
ideologisch.
Het is zeker soms beangstigend
voor my dat ze geen leiders heb
ben geproduceerd. Maar ook hier:
Ik probeer van ze te leren. Ik heb
in één van myn boeken gezegd
hoe ongelukkig ik erover was dat
deze Jongeren geen sterk politiek
protest hebben opgeleverd. Mis
schien is het inderdaad beter dat
er een nieuwe levensfilosofie komt,
dan een nieuwe politieke filosofie.
Want wanneer deze styl van broe
derliefde werkelyk diep genoeg
gaat en echt genoeg is. dan kan
het byna van ieder politiek sy
steem een succes maken. Ik moet
zeggen dat ik meer dan gelukkig
zou zyn wanneer deze revolutie
van de levensstyl zich voortzet,
want dat zou de grootste en be-
langrykste revolutie zyn die er ooit
in de wereld is geweest. Maar lk
geloof wel dat het op zyn minst
dertig Jaar zal duren, het Jaar 2000
(lacht), voordat het de politiek
van dit land zal hebben veranderd.
En wat doe Je in die tussentijd?
Gaan we nog meer Nixons en Ag-
news krygen? Ik ben er vast van
overtuigd dat Nixon het in 1972
verliest, maar senator Muskie, die
dan voorop schynt te staan by de
Democraten, begrypt er toch ook
niet genoeg van om de dingen wer
kelyk te veranderen.
Maar wanneer Je teleurgesteld
raakt over het gebrek aan politie
ke activiteit van de jongeren, dan
moet Je ook even denken aan de
500 universiteiten die ze dwongen
te sluiten toén er vier studenten
waren doodgeschoten op Kent Uni
versity. Dat is uiteindeiyk een ge
weldig stuk activiteit. Ik geloof
dat ze wel weer actief zullen wor
den, als ze maar op de Juiste ma
nier gestimuleerd worden door iets
waar ze in geloven. Maar het idee
om voor de een of andere corrupte
politicus te velde te trekken, is
natuuriyk niet iets dat hen aan
trekt. En de meeste politici sto
ten hen af. De enige naam die Je
nu hoort op de universiteiten is
die van Harold Hughes, de voor
malig gouverneur van Iowa. Daar
zien ze wat in, en ik zou best eens
naar Washington willen gaan om
met hem te gaan praten.
De kloof tussen de generaties,
zoals dat dan heet, voel Je het
sterkst in de reacties van de oude
ren op zulke mensen als de Yip-
pies Jerry Rubin en Abbie Hoff
man (die in Chicago terecht ston
den wegens samenzwering tydens
het Democratische partycongres in
1968). Hun manier van optreden
ligt my helemaal niet. Ik ben de
hemel dankbaar dat ik niet met
hen terecht stond, want ik zou
werkelyk niet geweten hebben wat
ik had moeten doen, hoe ik me
had moeten gedragen. Nee. niet
dat ik ma van hen had willen
onderscheiden of distantiëren door
beter gedrag of zoiets, maar toch
zou ik me erg ongemakkeiyk heb
ben gevoeld. Ik kan het niet hel
pen, maar ik geloof toch dat hun
optreden een grote vergissing was.
A$n de andere kant heb ik een
belangryk principe dat me ervan
weerhoudt om hen aan te vallen,
principes en ook feiteiyke redenen.
En één van die redenen is dat de
linkse radicalen het in- Amerika
nooit hebben gemaakt, omdat er
onderling altyd een fractiestryd
uitbrak, waardoor ze elkaar afvie
len. Daarom zeg ik op persconfe
renties, wanneer ze mij byvoor
beeld over de Zwarte Panters vra
gen, altyd dat lk natuuriyk niet
iedere handeling of uitspraak van
iedere Panter kan verdedigen. En
wanneer ze me over de Weather
men vragen (de groep waarvan
gezegd wordt dat zy de bommen
plaatsen), zeg ik: Ik kritiseer
ze niet, stel hun motiveringen
niet aan de kaak, en zeker trek lk
hun moed niet in twyfel want
Jongen, moed hebben ze maar
ik geloof wel dat hun tactiek in
leder geval op dit ogenblik ver
keerd gekozen is.
„De toekomst van deze Jeugd-
revolutie? We gaan nog een be
roerde tyd tegemoet van minstens
twee Jaar. Ik ben niet zo pessi
mistisch als sommigen, omdat ik
ervan overtuigd ben dat Nixon er
in 1972 uitgegooid wordt. En on
danks de recente ophitsery en de
polarisatie die daarvan het gevolg
is. geloof ik niet dat Nixon en
Agnew meer aanhangers werven
voor de reactionaire kant. Integen
deel, steeds meer mensen sluiten
zich aan by de radicalen, niet in
termen van politiek-activisme, maar
er zyn er steeds meer die gaan
geloven in de noodzaak van een
drastische verandering. Dat is nu
al te merken.
Twee Jaar geleden byvoorbeeld,
wanneer ik een lezing hield aan
een kleine universiteit met over
wegend studenten uit de arbei
dersgroep en de laagste midden
stand of aan een katholieke uni
versiteit, dan werd lk uitgejouwd
en de vragen waren beledigend,
zo in de trant van: Hoe kan Je het
rechtvaardigen een verrader van
Je land te zyn? En als ik twee
Jaar geleden in een grotere univer
siteit sprak, in de stad, dan ston
den ze op een overweldigende ma
nier aan myn kant. Nu is er geen
onderscheid meer te maken tus
sen die twee groepen. In twee Jaar
tyd, dus sinds de verkiezing van
Nixon, is er een zeer belangwek
kende verandering opgetreden in
hun standpunt.
En wat nog belangryker is, de
mensen aan de universiteiten ver
tellen dat de eerstejaars, die nu
van de middelbare scholen komen,
al even geradicaliseerd zyn als de
ouderejaars, die afstuderen en
dit geldt evenzeer voor de mid
delbare scholen in de arbeiders
buurten. Dat betekent dat de golf,
de vloedgolf aan onze kant is.
De reden waarom ik niet ver-
ontruster ben is, dat ik geloof dat
de onderdrukking en de haat van
Nixon voor de Jongeren de ogen
van de Jeugd zullen openen voor
de essentiële fouten en de neiging
van deze generatie om de Jongeren
een trap na te geven, wanneer ze
iets op het spoor komen dat on
juist of onrechtvaardig is. De enige
hoop van de wereld is in een fun
damentele verandering ten aanzien
van het leven en dit wordt door
de Jongeren opgebracht door de
wanstaltigheden van de bestaan
de samenleving.
Ik geloof niet dat het goed is
om de repressie uit te lokken
door byvoorbeeld bommen te plaat
sen in gebouwen, zoals de Weather
men dat doen, maar lk geloof dat
Je Je mening moet laten horen.
Iemand zoals ik, die ouder is en
die een reputatie heeft van pro-
duktief staatsburger, moet in het
byzonder leiding geven en de on
derdrukking weerstaan. Ik kan het
me, zowel wat myn temperament
als waar het myn filosofie betreft,
niet meer veroorloven timide te
zyn.