S-v Langharigen dat zijn de meest serieuzen na We hebben nu veel meer plezier in ons leven dan 10 jaar terug n Spock werd geradicaliseerd: 0NDERDAG 24 DECEMBER 1970 LTIDSCH DAGBLAD pagina - - □a R0 TT l(X R Hoewel hu benjamin heet, was dr. Spock niet het Jongste, maar het oudste kind van het gezin. Hij schrijft het daaraan toe dat hy kinderarts werd. Hij woont met zijn vrouw Jane op de elfde verdieping van een woit flatgebouw in het min of meer sjieke deel van Manhattan. Toch is hun flat aller minst luxueus, zoals men zou verwachten van iemand, wiens boek „Baby- en kinder verzorging" ruim 25 miljoen keer werd ge kocht. Het interieur is bescheiden, Ameri kaans conventioneel ingericht. SPOCK IS ERG LANG, ruim twee meter. Zijn vrouw, die er ouder uitziet dan hij (ze zijn beiden in de zestig) reikt nauwelijks tot aan zijn schouder. Sinds een paar dagen heeft hij last van zijn rug en de doktoren hebben ab solute rust voorgeschreven om te zien of een operatie voorkomen kan worden. Hij ligt dan ook languit op de bank in de zitkamer. Het liggen verveelt hem. Dat is te merken aan zijn energieke gebaren, de hand die steeds weer op zijn borst slaat om iets te accen tueren en de nadruk waarmee hy praat. GROOT PLEZIER heeft hy by het voorlezen van een citaat van een reactionaire schryver uit „Harvard Today". Het luidt als volgt: I „Het is ontzagiyk moediyk om een student, zonder overhemd en zonder schoenen, met kralen ketting om zijn hoofd bewegend op het ritme van een geheime muziek, om zo'n stu dent te zeggen dat hy zijn essay 6 januari moet inleveren". Hy wyst dan op de foto van een studente in hetzelfde blad. „Is dat geen mooie foto? Daar kan je alles in zien. De ernst van deze Jonge mensen, hun bereidheid om naar alles te luisteren, maar ook niet zonder kritiek. Ze staan helemaal open". TIJDENS HET VRAAGGESPREK, dat overi gens meer weg heeft van een conversatie van tweeëneenhalf uur (ongeveer het tweehon derdste interview volgens mevrouw Spock) vallen een paar dingen op. In de eerste plaats is dr. Spock lang niet de militante radicaal waarvoor vooral de oppositie hem verslijt. In dè tweede plaats bleek herhaalde lyk dat hy ook nu nog stryd levert met zichzelf, ge wend als hy is aan de ideeën en opvattingen van een andere tyd. Het is op dit punt, dat dr. Spock belangryk is als voorbeeld van een oudere man, die door de Jeugd geradicali seerd werd. MEVROUW SPOCK GELOOFT van ganser harte in haar man, maar ze is bang dat hy toch nog in de gevangenis zal belanden een mogelykheid die in Amerika veel reëler is dan in Nederland. SPOCK ZEGT: „Je hebt het nu allemaal mee gemaakt, arrestatie en veroordeling. Het pro bleem is niet langer hoe voorzichtig Je moet zyn, maar hoe doortastend". Maar doctor en mevrouw Spock zyn duideiyk gelukkig, niet alleen met elkaar, maar ook met hun leven Hy zegt (en zy beaamt het)„Eigenlyk heb ben we nu veel meer plezier in ons leven dan tien Jaar geleden. Tien jaar geleden was ik doodvoorzichtig. Onze vriendenkring bestaat nu uit mensen van in de veertig. Kunste naars, schryvers. Met de ouderen praten we weinig meer omdat we dan altyd zoveel din gen ongezegd moeten laten. SPOCK LACHT om zichzelf. Het is dezelfde man die zyn boek „decent en indecent", dat begin dit jaar verscheen, opdroeg aan „de Jongeren, zwart en blank", die neergeknup- peld worden, in de gevangenis gezet en zelfs gedood om ons de weg naar rechtvaardig heid te tonen". 5? PBp 50 oor Ir. H. L. Leffelaar HET IS EIGENLIJK HEEL b envoudig. Ik ben gefradicali- eerd door de vredesbeweging. LI n 1962 werd ik lid van het 'omité voor Verstandige Nu- leaire Politiek (SANE) op de eer beperkte basis van het ver- Irag voor het stoppen van kern- J)roeven dat stond toen in et middelpunt van de discus- ies. Ik voelde er eigenlijk niets oor, maar de leiders van die troep werkten op mijn geweten bleven een paar jaar lang neven schrijven dat ik er aan mm* \ee moest doen. En ik zei al- jjd: „O, nee, ik ben iemand die \Lders gerust stelt, geen angst- Oanjager. Ik weet niets van itoomuitstraling" kSi Afgezien daarvan was ik toen een havik", dat was in de tyd van lohn Kennedy, voor wiens verkie- ing ik gewerkt had. Ik was het net hem eens dat er een achter- tand was in onze raketten-capa- tteit, en ik geloofde dat we er goed Tan deden om de Sowjet-Unie en Ihina te intimideren. Je herinnert dat dat toen een grote kwestie as in die verkiezingen. Maar gaan- leweg raakte ik ervan overtuigd at dat wat SANE wilde, ook een lediatrische kwestie was, dat wan- ieer we niet met die kernproeven phielden, er meer en meer kinde- e zouden sterven aan leukemie en 0P| anker, en aan geestelyke en licha- ïeiyke misvormingen. Zo werd ik choorvoetend lid van^SANE, en ree Jaar later maakten zy my ïede-voorzitter. In de herfst van 1964 was ik ac- M lef in de campagne van Lyndon ohnson. Wat wil Je, Goldwater die ilde de oorlog opvoeren in Viet- am en Johnson zei dat hij dat liet zou doen. Maar drie maanden adat Johnson herkozen werd, deed precies het tegenovergestelde q zond meer troepen naar Viet- am. Dat greep my erg aan. Ik was fcangstigd en verontwaardigd, en k voelde me persooniyk beledigd, i heb toen al myn energie gemo- iliseerd ik was toen nog hoog waar en hield veel toespraken, loveel ik maar kon. Dat was in 1965. Ik sprak op alle grote anti- Ij lorlogsdemonstraties en nam aan ifille deel die er gehouden werden, li (aar ondertussen nam de omvang •an de oorlog toe. rj Toen kwam die kwestie van het f ferbranden van de oproepingskaar- 11 ïn voor de militaire dienst. Ik had nn die kerkdienst in Ar ling ton- Weet in Boston deelgenomen, en i werd gedagvaard en veroordeeld lot twee Jaar gevangenisstraf en SOOO dollars boete als medeplich- Jge in een poging om Jongeren ian te moedigen dienst te weige- en. (De grond van een Juridisch- l| echnische kwestie). Er is dus een lantal stappen aan myn radicali- *rlng voorafgegaan. Ik ben niet zo 1 raar van de ene dag op de andere fcnult de pediatrie op de barri- *des gesprongen. Bovendien was a i ook bang. In het begin van de protestdemonstraties vroeg ik eerst fcn wel vier of vyf vrienden of ik «f wel aan mee moest doen. Het is eigenlyk door die veroor deling gekomen, dat ik de held van de Jongeren ben geworden. Dat is ^üatuuriyk wat vreemd: hier ben k, één van de weinige ouderen die üch identificeren met de Jeugd, 'erwyi niemand in temperament öeer kan verschillen van de din- len die zy voorstaan. Want ik ben kerkelijk fantastisch overgedisci- PUneerd. Dat vindt een Europeaan misschien wel zo, maar Amerikanen (jv Plet, en de Jongeren vinden dat gul fcker niet zo. Ik ben intellectueel "1 moreel overgedisciplineerd. Maar 'evoelde dat de Jongeren my ac cepteerden, en dat weerhoudt my ervan om kritiek te hebben. Met andere woorden, iedere keer wan neer ik me voel tegensputteren, zeg ik eerst tegen mezelf: „Ont houd dat ze niet allemaal zo zyn. Houd Je in, en denk er eerst over na". En ik denk dan ook over som mige dingen soms maanden na voordat ik een kritische positie in neem. Dat is niets nieuws voor my. Het succes van „baby- en kin derverzorging" byvoorbeeld is, dat het niet kritisch is. Dat is wat de ouders op prys stellen, dat is waar zy het sterkst op reageren: dat het vriendeiyk is. Dat was een grote afwyking van wat tot die tyd gang baar was geweest in de pediatrie. Er is natuuriyk het verschil tus sen hoe de Jongeren my zien en zoals ik werkelyk ben. Dat valt me vooral op wanneer ik byvoorbeeld op een sprekerspodium verschyn in een universiteit om 8 uur in de avond, en dan is er een staande ovatie. En dan denk ik vaak: het is Jammer dat Je nu ook nog iets moet gaan zeggen, want dat kan hun enthousiasme alleen maar temperen. Ik ben voor de jonge ren een symbool. Maar ik maak me daar geen zorgen over. Ik zeg ze wat ik denk. Wat ik hiermee zeggen wil, is dat ik mezelf afrem om instinctief op ze te reageren (hoewel geleerden allang niet meer over instinct durven te praten). Ik houd mezelf in de hand totdat ik de kans heb gehad om meer feiten te verzamelen, er over na te denken, te horen wat de Jongeren zeggen. En het resultaat ervan is dat ik gaandeweg steeds meer door hen geradicaliseerd ben. Er zyn natuuriyk mensen, zoals de vice-president (Agnew), die zeggen dat ik de Jongeren geradi caliseerd heb door hun ouders te misleiden. In werkeiykheid hebben de Jongeren my voor een groot deel veranderd. Want ik ben in wezen het tegenovergestelde van sommige dingen waar zy zelf mee bezig zyn, en zeker in zulke dingen als de mystiek, narcotica. Er is helemaal niets mystieks aan my, en ik ben als de dood voor narcotica, en ik heb zeer beslist geen boodschap aan astrologie. Toch geloof ik niet dat ik als het erop aankomt, met hen van mening verschil over wat zy willen. En dat is in essentie een soort broederliefde. Zy willen de dingen op hun waarde onderzoe ken, en schuiven alle materialis tische dingen terzyde waar wy ons zelf in de 20ste eeuw mee hebben bezig gehouden. Ik ben niet zo on aangetast door het materialisme als zy, want uiteindeiyk ben ik toch wel geïnteresseerd geweest in materialistische dingen, en ben dat nog. Ik heb twee jachten bij voorbeeld ,een in Maine, en een in de Virgin Islands. Ik kleed me zorgvuldig en netjes (lacht), zelfs ouderwets. Ik vind het eigenlyk wat beschamend door een betrek kelijk vreemd persoon hier aan getroffen te worden op deze bank zonder schoenen, das, terwijl ik ge- wooniyk overhemden draag met speciale aparte boorden. Nee, pyniyk bewust van mezelf ben ik niet. Als kind wel, maar nu niet, omdat de Jongeren me op myn gemak stellen. Ze halen me binnen en ik beantwoord dat. Maar ik geloof wel dat ik nu veel socia- beler ben met hen, meer open, dan ik ooit in het verleden met welke groep mensen danook ben geweest. Met andere woorden, de Jongeren hebben me geleerd makkelijk in de omgang te zyn. Tegen ouders die in doodsangst zitten dat hun zonen thuis komen met lang haar, zou ik danook wil len zeggen: dit zyn de meest seri euze en meest idealistische Jonge mensen, die tenminste ik opit in myn leven gezien heb. Denk du» niet dat ze allemaal slecht zyn of dat zc anders zyn. En het is dui- delyk natuuriyk, dat de lengte van het haar helemaal geen verschil uitmaakt, moreel zegt het absoluut niets. Het probleem dat er van ge maakt wordt, ligt duideiyk dan ook meer aan de kant van de ouders, dan aan die van de Jongeren. Dit bewyst dat het niet gaat om de morele inhoud van deze uiteriyke verandering, maar dat de ouderen zich bewust worden van de afkeer die deze jongeren hebben voor al de waarden die zy zelf hebben ge had. Dat is wat lang haar (lacht) tot uitdrukking brengt. Afkeer van hun oppervlakkige, materialistische maatstaven, hun conventionaliteit dat is wat de ouderen nog meer dwars zit dan marihuana. Mari huana is voor de ouderen niet eens zo beledigend. Wat ik nu zeggen wil, is dat een groot deel van de woede van de ouderen niet komt omdat ze er zeker van zyn dat deze jongeren voor galg en rad op groeien, maar omdat de Jongeren op arrogante manier hun eigen gevoel van maatstaven en waar den van de hand wyzen, dat maakt ze geweldig nydig. Want, laten we wel zyn, het is duideiyk dat de Jongeren veel mo- reler zyn dan de oudere generatie. Dat wil zeggen, veel serieuzer in hun overtuiging dat het noodzake- lyk is om een nieuwe levenscode op te stellen in zulke dingen als (in Amerika) een rechtvaardige be handeling van negers. De ouderen overdryven de morele zaken waar ze de Jeugd op kunnen aanvallen, zoals marihuana en geweld. Dat zyn geen immorele dingen. Mari huana is werkelyk minder slecht dan alcohol, waar de oudere gene ratie helemaal geen bezwaar tegen heeft. En het geweld is onbeteke nend, omdat het maar door een hele kleine minderheid wordt ge bruikt. Maar de ouderen, in het byzon- der zulke mensen als Nixon en Agnew, overdryven deze dingen schromeiyk om hun eigen morele verontwaardiging te rechtvaardi gen ten aanzien van de Jongeren in het algemeen. En lk geloof wer kelyk dat Nixon en Agnew dat zelf menen, maar ik geloof ook dat ze zichzelf voor de gek houden, net zoals ze het Amerikaanse volk voor de gek houden. De kern van de Jeugdrevolutie is hun manier van leven lk noem dat voor het gemak „broederlief de", want een andere term is nog niet bedacht. En wat het in ieder geval hier in Amerika op gang heeft gebracht, was de oorlog in Vietnam. Dat is misschien ook de reden waarom het hier veel verder schijnt te gaan dan in andere lan den, ook al weet ik daar niet zo veel van af. Die oorlog kan als oor zaak niet overdreven worden. In de eerste plaats vindt de Jeugd dat ze het recht hebben om zich tegen de maatstaven van de oudere gene ratie te verzetten, waar het bete kent dat ze iets moeten doen dat in hun ogen verkeerd en hypo criet is. De Jeugd loert altyd naar bewyzen dat hun ouders anti-hy pocrieten zyn (lacht), en ze zeg gen: „Als zy hypocriet zyn, hoe ven wy niet te doen wat zy zeg gen". En als er ooit een vervloekte, rotte oorlog is geweest, gerecht vaardigd met hypocritische rede nen, dan is het deze in Vietnam. Dat is de sleutel die deze hele zaak op gang heeft gebracht. Dat be tekent dat Je als het ware tegen de Jongeren zegt: Jullie kunnen zover gaan als Jullie willen, want nu heb Je ze (de ouderen) betrapt op wel ongeveer het allersmerig- ste dat historisch ooit gepresteerd is. Een andere reden la natiuurltik dat deze jngeren opgeroepen kun nen worden voor een oorlog waar in ze niet geloven. Een ander aspect van de Jeugd- revolutie is dat ze niet zyn te in timideren. Je kan ze niet intimi deren. Dat heb ik een Jaar of zes geleden zelf ondervonden, toen ik als hoogleraar doceerde aan Wes tern University. Ik probeerde het met de colleges voor eerstejaars omdat er zoveel studenten te laat kwamen, en dan byvoorbeeld rus tig een kop koffie meenamen. Toen ikzelf college liep aan Yale had zelfs de meest ondergeschikte as sistent er de wind onder. Hy hoef de maar een wenkbrauw op te trek ken en de hele zaal vroeg zich dan af: wat is er aan de hand, wat hebben we gedaan? Ik probeerde ze eerst te intimi deren door heel zacht te gaan pra ten. Dat maakte niet de minste indruk. Dat probeerde ik ongeveer drie weken. Toen probeerde ik het met donderende taal. en dat maak te ook niets uit. Daarna deed ik het met doodse stilte. Maar wan- dat ze ongeveer vier keer zo kri tisch werden. En dat is, in termen van de dy namiek van de huidige situatie, precies wat er nu aan het gebeu ren is. En dat is, denk ik ook de reden, wanneer dit land zichzelf tenminste niet opblaast met zyn kernwapens in de een of andere oorlog, waarom het deze Jongeren zullen zyn die dit land gaan ver anderen. Omdat ze niet geïntimi deerd kunnen worden. Er zyn veel oudere liberalen die zeggen: ach wat, er zyn meer Jeugdrevoluties geweest en tegen de tyd dat de kinderen betrekkin gen hebben, dan is het afgelopen met alle protest. Maar ik geloof dat dit nu niet het geval is. Het gaat nu veel dieper. Deze Jongeren hebben een intense bedachtzaam heid. Ik las onlangs een studie over de leiders van de Free Speech Beweging die in Californië aan Berkeley University ontstond en die misschien een heel vroeg be gin is geweest van wat er nu aan de hand is. Dat rapport stelde vast dat geen van deze leiders conser- neer er dan een laatkomer binnen kwam, en ik midden in een zin op hield en niet» zei en hem met zo genaamde minachting aankeek, zag ik alleen hoe hy op zyn gemak naar boven in het amfitheater liep. En lk dacht dan dat hy wel een rood hoofd zou hebben en de eer ste vrye plaats zou inschieten. Maar allerminst: hij liep op zijn gemak naar boven, zocht een plaats uit, ook als er een hele ry voor op moest staan, en keerde zich dan tevreden lachend om. En als klap op de vuurpyi, hoewel myn colle ges erg populair waren, stuurden ze een paar maanden later een delegatie naar myn kantoor om zich te beklagen over het feit dat mijn colleges zo weinig om het lijf hadden. Dat was dan het resultaat van myn poging tot intimidatie! vatief was geworden. Zy staan maar met een half been in de maatschappy, en geen hunner heeft een baan in het establish ment. Velen zyn ook erg gefrus treerd. Veel politieke radicalen zyn be zorgd over het feit dat de Jongeren zich niet politiek uiten, dat er geen politieke dimensie achter zit, en ik moet bekennen dat ik daar ook toe behoor. Ik geloof dat dit veel meer het geval is in Europa. Het verontrust me, omdat ik geloof dat we geen tyd hebben om te wach ten totdat de levensstyl van deze Jongeren zich door de hele maat schappy voelbaar heeft gemaakt. De moeiiykheid is, dat wanneer wy het over politiek hebben, dan pra ten wy over macht. En het is niet eens zozeer dat de Jongeren een afkeer hebben van macht, maar ze geloven er gewoon niet in. Ze ge loven in het met rust laten van mensen. Wat een verschil tussen hen en my (lacht). Ik ben in wezen iemand die de mensen wil hervormen, ook al doe ik net alsof ik dit niet wil. Maar deze jongeren willen niemand her vormen. Ze willen gewoon met rust gelaten worden en willen anderen met rust laten, (lacht), zy zyn zo anti-autoritair. En het is niet eens ideologisch. Het is gewoon non- ideologisch. Het is zeker soms beangstigend voor my dat ze geen leiders heb ben geproduceerd. Maar ook hier: Ik probeer van ze te leren. Ik heb in één van myn boeken gezegd hoe ongelukkig ik erover was dat deze Jongeren geen sterk politiek protest hebben opgeleverd. Mis schien is het inderdaad beter dat er een nieuwe levensfilosofie komt, dan een nieuwe politieke filosofie. Want wanneer deze styl van broe derliefde werkelyk diep genoeg gaat en echt genoeg is. dan kan het byna van ieder politiek sy steem een succes maken. Ik moet zeggen dat ik meer dan gelukkig zou zyn wanneer deze revolutie van de levensstyl zich voortzet, want dat zou de grootste en be- langrykste revolutie zyn die er ooit in de wereld is geweest. Maar lk geloof wel dat het op zyn minst dertig Jaar zal duren, het Jaar 2000 (lacht), voordat het de politiek van dit land zal hebben veranderd. En wat doe Je in die tussentijd? Gaan we nog meer Nixons en Ag- news krygen? Ik ben er vast van overtuigd dat Nixon het in 1972 verliest, maar senator Muskie, die dan voorop schynt te staan by de Democraten, begrypt er toch ook niet genoeg van om de dingen wer kelyk te veranderen. Maar wanneer Je teleurgesteld raakt over het gebrek aan politie ke activiteit van de jongeren, dan moet Je ook even denken aan de 500 universiteiten die ze dwongen te sluiten toén er vier studenten waren doodgeschoten op Kent Uni versity. Dat is uiteindeiyk een ge weldig stuk activiteit. Ik geloof dat ze wel weer actief zullen wor den, als ze maar op de Juiste ma nier gestimuleerd worden door iets waar ze in geloven. Maar het idee om voor de een of andere corrupte politicus te velde te trekken, is natuuriyk niet iets dat hen aan trekt. En de meeste politici sto ten hen af. De enige naam die Je nu hoort op de universiteiten is die van Harold Hughes, de voor malig gouverneur van Iowa. Daar zien ze wat in, en ik zou best eens naar Washington willen gaan om met hem te gaan praten. De kloof tussen de generaties, zoals dat dan heet, voel Je het sterkst in de reacties van de oude ren op zulke mensen als de Yip- pies Jerry Rubin en Abbie Hoff man (die in Chicago terecht ston den wegens samenzwering tydens het Democratische partycongres in 1968). Hun manier van optreden ligt my helemaal niet. Ik ben de hemel dankbaar dat ik niet met hen terecht stond, want ik zou werkelyk niet geweten hebben wat ik had moeten doen, hoe ik me had moeten gedragen. Nee. niet dat ik ma van hen had willen onderscheiden of distantiëren door beter gedrag of zoiets, maar toch zou ik me erg ongemakkeiyk heb ben gevoeld. Ik kan het niet hel pen, maar ik geloof toch dat hun optreden een grote vergissing was. A$n de andere kant heb ik een belangryk principe dat me ervan weerhoudt om hen aan te vallen, principes en ook feiteiyke redenen. En één van die redenen is dat de linkse radicalen het in- Amerika nooit hebben gemaakt, omdat er onderling altyd een fractiestryd uitbrak, waardoor ze elkaar afvie len. Daarom zeg ik op persconfe renties, wanneer ze mij byvoor beeld over de Zwarte Panters vra gen, altyd dat lk natuuriyk niet iedere handeling of uitspraak van iedere Panter kan verdedigen. En wanneer ze me over de Weather men vragen (de groep waarvan gezegd wordt dat zy de bommen plaatsen), zeg ik: Ik kritiseer ze niet, stel hun motiveringen niet aan de kaak, en zeker trek lk hun moed niet in twyfel want Jongen, moed hebben ze maar ik geloof wel dat hun tactiek in leder geval op dit ogenblik ver keerd gekozen is. „De toekomst van deze Jeugd- revolutie? We gaan nog een be roerde tyd tegemoet van minstens twee Jaar. Ik ben niet zo pessi mistisch als sommigen, omdat ik ervan overtuigd ben dat Nixon er in 1972 uitgegooid wordt. En on danks de recente ophitsery en de polarisatie die daarvan het gevolg is. geloof ik niet dat Nixon en Agnew meer aanhangers werven voor de reactionaire kant. Integen deel, steeds meer mensen sluiten zich aan by de radicalen, niet in termen van politiek-activisme, maar er zyn er steeds meer die gaan geloven in de noodzaak van een drastische verandering. Dat is nu al te merken. Twee Jaar geleden byvoorbeeld, wanneer ik een lezing hield aan een kleine universiteit met over wegend studenten uit de arbei dersgroep en de laagste midden stand of aan een katholieke uni versiteit, dan werd lk uitgejouwd en de vragen waren beledigend, zo in de trant van: Hoe kan Je het rechtvaardigen een verrader van Je land te zyn? En als ik twee Jaar geleden in een grotere univer siteit sprak, in de stad, dan ston den ze op een overweldigende ma nier aan myn kant. Nu is er geen onderscheid meer te maken tus sen die twee groepen. In twee Jaar tyd, dus sinds de verkiezing van Nixon, is er een zeer belangwek kende verandering opgetreden in hun standpunt. En wat nog belangryker is, de mensen aan de universiteiten ver tellen dat de eerstejaars, die nu van de middelbare scholen komen, al even geradicaliseerd zyn als de ouderejaars, die afstuderen en dit geldt evenzeer voor de mid delbare scholen in de arbeiders buurten. Dat betekent dat de golf, de vloedgolf aan onze kant is. De reden waarom ik niet ver- ontruster ben is, dat ik geloof dat de onderdrukking en de haat van Nixon voor de Jongeren de ogen van de Jeugd zullen openen voor de essentiële fouten en de neiging van deze generatie om de Jongeren een trap na te geven, wanneer ze iets op het spoor komen dat on juist of onrechtvaardig is. De enige hoop van de wereld is in een fun damentele verandering ten aanzien van het leven en dit wordt door de Jongeren opgebracht door de wanstaltigheden van de bestaan de samenleving. Ik geloof niet dat het goed is om de repressie uit te lokken door byvoorbeeld bommen te plaat sen in gebouwen, zoals de Weather men dat doen, maar lk geloof dat Je Je mening moet laten horen. Iemand zoals ik, die ouder is en die een reputatie heeft van pro- duktief staatsburger, moet in het byzonder leiding geven en de on derdrukking weerstaan. Ik kan het me, zowel wat myn temperament als waar het myn filosofie betreft, niet meer veroorloven timide te zyn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 9