SCHEIDSRECHTER IS DE ANTI-HELI
Schaken rond de kerstboom
Arbiter moet als artiest voldoen aan eis van show
Hf
ililiB
iR
_J
M 2
a? mi
1 f
3
i
1
f®
1
5
1 I
SS
mm
'3
lmj
m M i»
mm m
m
Kalkoenschotel
i
1
I 93
PAGINA 14
KER6TBIJLAGE LEÏDSCH DAGBLAD
1ÉE Ar*
Nog steeds beschouwen veel
mensen voetbal als een tijd
verdrijf, dat gerubriceerd dient
te worden onder het hoofdstuk
sport. Een misverstand, dat
waarschijnlijk met een vreem
de hardnekkigheid is komen
voortwoekeren uit de tijd. toen
de trapperij nog niet was afge
daald tot de status van main
tenee van Jan publiek: het druk
bezochte wijfje dat haar kastje
ging sieren met de naam sta
dion en het voor geld ging doen.
Bij voorkeur overdag, maar als
er even kans is ook tijdens
avondlijke uren onder het bla
kerende schijnsel uit de licht
masten. Voetjebal, een brok
massa- consumptie waaraan
men zich nooit schijnt te over
eten. Hooguit een wat wee ge
voel, een lichte indigestie na een
verloren wedstrijd, maar bij een
volgende gelegenheid hapt de
clientèle opnieuw toe. Gretig en
met kennis van zaken. Een
verworvenheid, die huwelijken
en huisgezinnen hier en daar
misschien uiteen jaagt, maar als
onmiskenbaar proftijtelijke
eigenschap meebrengt, dat er
altijd wat te praten blijft, ook
als er niets meer te zeggen valt.
Voetbal, massiefblok in de re
creatie-industrie, een stukje
volkstoneel dat overloopt van
sentimenten, op de been gehou
den door de anti-held in het
drama: de scheidsrechter
Sleutelend en knutselend aan
zijn image is de scheidsrechter
binnen de evoluerende structuur
van de voetbalmaatschappij in
feite dezelfde gebleven. Acht
duizend zijn er van zijn soort
in Engeland. Achtduizend man
nen. die op mooie en minder
mooie zaterdagen en zondagen
de kinderen gedag kussen, moe
ders nog eens diep in de ogen
zien en hun huizen verlaten.
Het grote avontuur tegemoet.
Want het meest wezenlijke in
een scheidsrechter is de avontu
rier die de grote gok waagt. Wat
hem van week tot week in het
ambtskostuum drijft, is vooral
immers de portie onzekerheid
die hij wil proeven. Want hij
weet dat elke wedstrijd anders
is. Dat elke partij zijn eigen
sfeer ademt, dat er elke week
binnen het complex van vaste
wetten hetzelfde van hem ver
wacht wordt op een manier die
in dat speciale kader past. Strij
dend soms tegen innerlijke
twijfels, moet hij als een artiest
voldoen aan de eis van de show.
Laag of hoog, naamloos of be
roemd, daar sprint hij, gebaart
hij, beslist hij, fluit hij: één
van de 8000 Untouchables.
Het is bijna onvoorstelbaar,
maar er is een periode geweest
dat voetbal niet eens scheids
rechters kende. In de oertijd
van de schopperij keutelde men
maar wat aan op een veld. Toen
voetbalde men volgens een on
geschreven code, die wilde dat je
er onderling wel uitkwam als er
wat te verhapstukken viel. En
als er meningsverschil dreigde,
dan was er altijd wel een spor
tief familielid van een der strij
ders langs het lijntje present om
zijn oordeel te geven. En omdat
hij onbevoegd was, bleek hij
uiteraard de meest geschikte fi
guur om de vrede te bevorde
ren. Maar toen het spel zich ont
wikkelde. ontstond er een stij
gende behoefte aan een stukje
autoriteit. En de scheidsrech
ter was geboren. Niet dat hij
zich meteen tot het peil van de
hollende mensheid verlaagde.
Hij bevond zich in zittende po
sitie langs de kant van de aller -
primitiefste arena's en deed zijn
uitspraak in die gevallen, dat
de spelers daarop een beroep
wensten te doen.
Pas later zou hij zich actief
met de onderneming gaan be
moeien en volgde zijn entree op
de grassprieten. En toen was
het slechts een paar passen
meer naar de situatie, waarin
hij zelfstandig en geheel uit
eigen beweging beslissingen ging
nemen en aanvaard diende te
worden als een ingrijpend ele
ment.
Toen ook duurde het niet
lang meer dat hij de modieuze
plus fours 'drollenvanger) en
paraplu aflegde en als sportman
onder zijn horigen in wulpse
korte broek deelnam aan de
gebeuren. Als pachter van de
wijsheid heeft hij een onme
telijk privilege zelfs in de meest
woelige voetbalanarchie mogen
handhaven: hem is het met uit
sluiting van ieder ander voor
behouden te zien wat niemand
ziet en voorbij te gaan aan die
handelingen die bij wijze van
spreken door duizenden zijn ge
constateerd of zelfs op beelden
vastgelegd. Wat hij peurt uit de
voetbalwet is in exclusiviteit ver
heven tot onweerlegbare recht
spraak.
Daar behoeft men niet te
licht over te denken. In de
meest anti-autoritaire periode,
die de voetbalgeschiedenis heeft
opgeleverd, is het gezag van de
scheidsrechter een vrijwel on
aangevochten zaak gebleven.
Sterker nog: tot voor enkele ja
ren geleden bestond de moge
lijkheid een officieel protest te
claimen in zaken waarin de ar
biter de regels verkeerd had toe
gepast. Dat kan niet meer.
Slechts in zeer uitzonderlijke
gevallen dat de reglementen ge
weld is aangedaan, is er nu nog
beroep mogelijk. Voor de rest
geldt, dat wat de scheidsrech
ter beslist heeft, nagelvast in de
bondsboekhouding in koele cij
ferreeksen van uitslagen komt
te staan. Verder geen bood
schap.
Een handleiding van een slor
dige 200 pagina's als werkje
gaande aan een evenwichtige
oordeelsvorming. Die kwaliteit
verondersteld en wordt alge
meen in de voetbalmaatschappij
geaccepteerd zelfs in 1970.
Vreemd eigenlijk, dat geen
mens zich wil realiseren, dat
zo'n scheidsrechter in feite de
superindividueelste sportman is.
In veel sterkere mate dan bij
voorbeeld een tennisser, die bin
nen het bestek van zijn partij
rechtstreeks betrokken is bij het
verloop, is er bij de scheidsrech
ter altijd sprake van een in-di-
recte relatie tot het duel. Daar
in is hij afhankelijk van die 22
gen, want de scheidsrechter is
zélf niet zo gek op een psy
chologische benadering van zijn
stijl en persoonlijkheid. Wél is
hij het zat alsmaar te moeten
horen, dat een minderwaardig
heidscomplex hem naar de voet
balvelden zou drijven: dat hij
zo graag het baasje wil spelen,
omdat hij in zijn werkkring of
thuis niets te vertellen zou heb
ben. Hij laat het graag in het
midden of het een hobby of een
afwijking is waar hij zich mee
bezig houdt.
Wel weet hij van die onont
koombare wisselwerkingbeïn-
Molestatie is zijn nachtmerrie.
geen roman die je in een avond
ademloos uitleest regelt de
plichten en rechten van spe
lers. van aanvoerders, van offi
cials, van grens rechters en
scheidsrechters. De machtsmid
delen die de arbiter ter beschik
king staan zijn al jaren dezelf
de. Hij mag vrije schoppen ge
ven. vermaningen uitdelen,
waarschuwingen distribueren,
spelers verwijderen en een wed
strijd tijdelijk of definitief sta
ken. Typerend voor zijn ver
strekkende bevoegdheid zijn
zinnetjes, die zeggen dat „een
en ander ter beoordeling van de
scheidsrechter is" en dat hij be
kijken mag „of een overtreding
met opzet Is begaan" dat laat
ste is namelijk essentieel voor
zijn bevoegdheid straffend op te
treden.
Dat is niet mis. Het vereist
van een scheidsrechter binnen
luttele seconden een enorm stuk
besluitvaardigheid, gepaard
ym hem heen. De contact- si
tuatie eist van hem een voort
durend alert zijn. Reageren zon
der te ageren: steunend op zijn
kennis van zaken, zijn techniek
van het vak en zijn persoonlijk
heid.
3oudgerande objectiviteit wordt
van hem verwacht, maar van tal
van kanten is er de consequen
te bereidheid deze ter discussie
te stellen. Voor velen blijft hij
immers de potentiële bederver
van hun zaterdag of zondag.
Ook in het recreatieve, lagere
voetbal, dat wal milder schijnt
te worden, in tegenstelling tot
de professionele schopperij waar
men de affaire langzamerhand
beter onder controle heeft.
Wat is het voor een figuur,
die op zijn eentje over de velden
dart: de man in het zwart. Let
terlijk een duistere particulier, o
is hij alleen maar omhangen
met een vriendelijke mist? Je
moet hek hem niet gaan vra
vloed worden en zelf beïnvloe
den. Van beide liefst zo weinig
mogelijk. En toch zal hij nooit
toe willen naar de hier en daar
bejubelde suggestie van twee
scheidsrechters binnen de lij
nen. Dat wordt nooit wat. Twee
kunnen nooit op gelijk niveau
samenwerken. Op de interpreta
tie komt het immers aan. De re
gels zijn voor elke arbiter dezelf
de, maar er ligt een wereld van
verschilpunten in de persoonlij
ke uitleg.
En toch blijft zijn positie wat
warrig: huissloof en tegelijk
eerste minister van koning voet
bal. Een stadion galmt van de
inspraak, maar de wil van het
volk heeft geen uitwerking. En
dat is feitelijk het aardige: het
volk zou niet anders willen,
want het weet, dat het dan een
hopeloze toestand wordt. Het
volk heeft geleerd de beslissin
gen van de onfeilbare in te cal
culeren. Het mort en raast en
realiseert zich dat er de volgen
de week weer een andere gezags
drager komt.
„It is all in the game", een
van die helse patroontjes waarop
de verhouding is gebaseerd.
Een kreet die even nietszeggend
en huichelachtig is als het ge
zegde dat „de scheidsrechter ook
maar een mens is". Want elke
scheidsrechter weet, dat men
steeds meer bereid is kritiek aan
te dragen en steeds minder zijn
onvermijdelijke fouten wenst te
accepteren. Dat eist van hem een
opgevoerde staat van lichamelij
ke en geestelijke paraatheid.
Daar wapent hij zich voor.
Daarom traint hij, daarom
praat hij met lot- en vakbroe
ders. Daarom heeft hij zich met
7099 anderen verenigd in een
nationale organisatie van voet
balscheidsrechters waar men
van alles voor en aan hem doet.
Maar toch blijft hij de indi
vidualist, de kroongetuige in
strafzaken, als hij spelers heeft
aangebracht. Verbalisano en
aanklager en in die rol minder
verward en onzeker dan soms op
het vel.d Een tikje genade
loos in zijn autoriteit waarin
hij misschien niet altijd terecht
als enige lachende overblijft.
En toch heeft de scheids
rechter met de eigenlijke straf
rechtspleging in de bond niets te
maken. Als de wedstrijd ge
speeld is, de formuleren zijn in
gevuld en hij zijn rapport ge
schreven heeft, is de zaak voor
hem afgedaan. In strafzaken is
hij ook neutraal. Een scheids
rechter fluit alleen maar.
Schorsen kan hij niet. Daar
zijn de strafcommissies voor.
Zoals er aan zijn belsissing in
de praktijk niet valt te tornen,
zo is ook zijn tijdwaarneming
doorslaggevend. Hij bedient de
knoppen. Hij bepaalt wat als
verloren speeltijd dient te wor
den aangemerkt. Maar negens
staat, dat hij zijn uurwerk moet
laten ijken. Ten opzichte van de
bond gebeurt dat alleen met
zijn eigen prestaties. Daar zijn
speciale commissies en rappor
teurs voor. Deskundigen, die niet
(zoals het publiek) een scheids
rechter op zijn fouten beoorde
len, maar op zijn totaal-ver
richting. Die commissies be
slissen welke scheidsrechter wel
ke wedstrijd gaat leiden. Ook
dat is een kwestie van autori
teit voor de arbiters, maar dan
van binnenuit. Een stuk gezag,
dat ze op hun beurt moeten aan
vaarden en dat ook wel eens tot
frustraties aanleiding vormt.
Omdat het zo'n geweldig
soonlijke sport is, valt er
muurvaste maatstaven weinl
beginnen en daar ligt dan
de aanleiding tot een intern
problematiek.
Er is in de sport nu eeni
een verschil tussen „hoog"
„laag" en bij scheidsred
speelt promotie vaak mee
onderdeel van de animo. Oi
elkaar doen ze bij een bezo
aan een collega druk aan
drijfsspionage en dat
wel eens tot jaloezie en aan
wante toestanden op die
menten dat het gezag met
gezag in de clinch komt te
ten valt het niet altijd mee
begrip eenheid en collegia]
met -succes naar buiten ui
dragen en dan doet zich het
mische geval voor dat autoi
een beetje te kijk komt
staan.
Maar één ding hebben
scheidsrechters gemeen-
afschuw voor kritiek. De pe
bepaald niet terughoudend i
beoordeling en wanneer
censie minder vleiend
zal de scheidsrechter zich
zetten tegen de kritiek. Ei
kan het gebeuren, dat er in
vakblad een speciale rubrii
gecreeërd, waarin uitgel
aandacht wordt geschonken
persoonlijke aanvallen op
ters. Terugschrijven, of wi
schreven worden, dat is b
baar de kwestie.
Het valt allemaal een b
binnen het omhulsel van
noodzaak tot handhaven. 1
eerste plaats tegenover het
te publiek, dat de explo
stof opgeslagen houdt in ke
knuist. En dan is de schi
rechter met al zijn gezag
beetje hulpeloos. Vandaar
hij enigszins gaat lijken op
dwingeland, die toegerust is
een ingeschapen wantrouwe
de medemens. Een goedaai
dwingeland, die zonder
fluitje al een stuk prestige
is. Maar inspraak in zijn
spraak zal hij niet dulden
staat zijn hoogste „baas" li
het lijntje. Zolang het bij
den blijft, laat de scheidsrec
veel over zijn kant gaan.
buiten de lijnen zal hij de
mensen laten schreeuwen
niemand schijnt zich er ove
verwonderen, dat hij niets tei
roept. Als ze maar met
groezelige vingers en bierf
sen van hem afblijven.
molestatie is zijn nachtma
zoals promotie voor zijn i
droom door kan gaan.
Het was op eerste Kerstavond dat een nog jonge student
in mijmeringen verzonken door een der Leidse straten slen
terde. Zo nu en dan wierp hij een onwillekeurige blik door
de verlichte ramen naar binnen en constateerde tot zijn
misnoegen dat iedereen gezellig rond de versierde kerst
boom huisde. Hij zette de kraag van zijn overjas overeind
en vervolgde langzaam zijn weg.
Oneens viel zUn blik op een intiem Korte tt)d later zat de jonge etu-
tafereeltje dat hem sterk Imponeer- dent aan tafel, overjas op de stoel
de HU zag twee bejaarde heren aan en een glas goede cognac in de hand.
een tafeltje zitten in diep gepeins De stelling op het bord was.
gepeins verzonken naar het Rapen
de stukken. Zo nu en dan zweefde
hun hand naar een glas, gevuld met
geestrijk vocht. Hu wilde Juist zijn
weg vervolgen toen hij schrok.
Hij zag plotseling dat een der he
ren een zet wilde doen die hem vol
komen onlogisch scheen. HU zocht
impulsief de drukbel en hoopte op
een heilzame ontvangst.
Een der bejaarde heren opende de
deur en vroeg hoffelUk wat de be
zoeker wenste. „Pardon meneer',, be
gon de student nederig, „neemt u mU
Ciet kwalijk dat ik u stoor, zo laat
op de avond, maar ik zag door uw
venster, vergeef me de onbe
schroomdheid, dat u juist een zet
wilde doen. Mag ik u erop attenderen
dat uw zet 1- Lh5? foutief is".
De grijsaard streek gracieus over
xUn sierlijke knevel en glimlachte.
„Dat vind ik heel frappant van u
meneer," antwoordde de oude man
innemend. „Mag ik u uitnodigen
mun deemoedige zitkamer te betre
den, indien het u belieft! WU zUn
broers, een tweelingnooit ge
huwd... en bezoek van een vreem
deling, die de gaven van vrouwe
Caïssa is toegedeeld, stellen wU zeer
op pi'Us. Mag ik u voorgaan?"
m
Wit aan zet
„Waarom vindt u 1. Lh5 niet ac
ceptabel. meneer?" vroeg de heer
achter de witte stukken intrigerend.
„Omdat zwart met 1...LI7 remise
bereikt." De beide oude heren wis
selden een laconieke blik van ver
standhouding. In gedachten gingen
zU de gevolgen van l...Lf7 na. De
student hanteerde daarna het paard
op d4 en sloeg stilzwügend de raads
heer op e6.
1. Pd4xe6!
Het antwoord van het geanimeer
de duo liet niet lang op zich wach
ten. 1.... Tg6xe6
De „intellectualis", de student,
deed na een fikse teug Franse cog
nac de volgende diabolische zet:
2. c6-c7!
Na ongveer twaalf minuten Hol
landse bedenktud men speelde
zonder klok, geheel in de stül van
de goede oude tUd! nam een der
knevelaars een' koen besluit en
speelde 2... Te€-c6!
„De juiste riposte!" merkte de stu
dent met bezieling op. „Nu komt de
fünigheid van dit instructieve eind
spel naar voren, die ik tUdens mün
onbedachtelUke blik door uw ven
ster voor ogen had." 3. Le2-b5 Ke8-
d7 4. Lb5xc6+ Kd7xc7 5. Lc8-f3! en
wit wint.
„Waarom kan wit dit slotspel win
nen. geachte gast?" vroeg knevelaar
I begerig. „Omdat de manoeuvre
van zwart h6-h5-h4-h3 verhinderd
is. Wanneer hü deze pion op h3 zou
kunnen offeren, bezit wit de zoge
noemde „verkeerde raadsheer" voor
het veld h8. Zwart zou dan alsnog
remise kunnen bereiken."
De jonge student nam om half
één afscheid en slenterde opnieuw in
gepeins verzonken naa rhet Rapen
burg. alwaar hU met «Un hospita,
onder het genot van een delicieus
glas bourgogne de eerste Kerst
avond uitluidde
(Verhaal en eindapelsituatie: Jerry
Bey, Leiden).
In deze schotel enige bUzondere
partUstellingen met een onverwachte
ontknoping. Het zijn stellingen uit
de praktük.
No. 2
a b c d e f
I iö 1
3 2 1 4
Zwart speelt en wint
No. 3
abcdefgh
3
JL
Zwart speelt en wint
Ik heb in verband met de Kerst
dagen en de komende oudejaars
avond (schakers gunnen zich dan
geen tUd voor hersenwerkgeen al te
moellUke stellingen gekozen. Mocht
u desondanks er niet uit komen, dan
zUn hier alsnog de oplossingen',
maar de echte schaker zoekt ze na-
tuurhjk eerst zelf! Uw schaakredac
teur wenst u prettige kerstdagen en
een goed schaakjaar in 1971!
OPLOSSINGEN:
Diagram 2: 1... Th3+! 2. Kh3:
'Op 2. gh3: volgt 2... Dhl+ 3. Kg3
Dg2+ 4. Kf4 Dg5-f mat» 2 Dhl_L
3. Kg3 Dg2:+ enz.
Diagram 3: l...Kf5! (Na 1... ef4:
2. Tf4: is het remise) 2. Lh6 'Op
2. Lg3 komt Db6!) 2... Df2+ 3. Kh5
Df3: 4. Kh4 Df2+ 5. Kh5 Dfl en
wint wegens de dubbele dreiging
Dc4: en Dh3:-|- mat.
BISHOP
V olvo-44-vereniging
Onlangs is door een aantal fer
vente Volvo-rijders de V-44-vereni-
ging opgericht die openstaat voor
alle bezitters van een 444 of 544.
(de Volvo met de hoge „katterug")
Het proto-type van deze serie werd
in 1944 gelanceerd. De laatste ver
liet in 1965 de lopende band. nadat
er 440.000 wagens van dit model wa
ren gebouwd. Hoewel er nog maar
weinig ruchtbaarheid is gegeven aan
het bestaan van deze nieuwe vereni
ging, telt zij toch al enkele tiental
len leden. Een van de activiteiten in
het komende voorjaar zal een tocht
naar Zweden zijn met een bezoek
aan de Volvo-fabrieken bij Goten
borg.
Ook de liefhebbers van die vrijwel
onverslij tbare 444's en 544's uit Lel
den en omgeving kunnen zich als
lid aanmelden bij de secretaris, de
heer E. C. G. Klinkhamer, Plet
Paaltjenspad 8 te Leiden.