Eenheid en isolement van de kerk Oosterhuis: „Ik zou er om kunnen huilen De Rooy: „Guerrillastrijders zijn jullie Interview met Huub Oosterhuis en Pater de Rooy NDERDAG 24 DECEMBER 1970 KERSTBIJLAGE LEID6CH DAGBLAD PAGINA 11 HUUB OOSTERHUIS den AMERSFOORT (GPD) Een monumentaal ge- >uw in de buitenwijken van Amersfoort, bij de inwoners die plaats zoals een taxichauffeur ons uitlegt inwege de vorm van het gebouw beter bekend als „De rug sinds een aantal jaren eigendom van de congregatie i n de zusters van onder de bogen in Maastricht. In een van de ontvangkamers het klooster zitten tegen- |!r elkaar Huub Oosterhuis (35) ex-Jezuïet, dichter en liturgie- nieuwer, gehuwd priester in de identenecclesia van Amsterdam De Rooy: „Voor mij ligt dat. dui delijk anders. Ik erken natuurlijk in wat Huub zegt een sterk waarheids element: dat je wel degelijk gevoe lig moet zijn voor wat er leeft in je eigen gemeente. Maar het maakt op mij db indruk, dat het een geïsoleer- doen En het niet moeten verbieden, i kerk". Ik denk natuurlijk over de De Rooy: „Nou goed Jij bedoelt: om redenen van geloofwaardigheid, eenheid van de kerk verschrikkelijk als die groep aan mij legitieme vra- Dat is toen ook gebeurd. ernstig. Dat is iets waar je je bloed i gen stelt en verwachtingen koestert, Nu komt er onlangs een bevel voor geven kunt. vind ik. En alles dan wil ik die groep volgen. Daar van Rome dat de hele zaak van de wat ik deze wereld naar eenheid j in beluister ik dan: dan kan het me liturgievernieuwing stopzet, een be- groeit is zo'n heilige zaak, dat ik er niet zoveel schelen wat er elders ge- slissing die de dood betekent voor het ook wezenlijke inhoud aan wil geven. I beurt. Ik zou zeggen: het interes experiment. Nou, niemand hoeft er- En daarom denk ik dat uit die hele seert mij wel, want daar ligt een stuk gens bang voor te zijn, alles gaat toch rustig door. Het is toch allemaal al zc afschuwelijk uit de hand gelopen, dat er niets meer op te zeggen valt. En intussen worden de teksten van de tafelgebeden die destijds in Am sterdam ontworpen zijn, overal ge bruikt. Nu vind ik dat is theolo gisch zeker zo. maar kerkordelijk ook dat het overschakelen van de door Rome gedicteerde tekst voor j„ ut uuui ivumic acuiucciuc vuui U'jtv i„, Utunüsch tafelgebed en überhaupt wat actie voor de wereldkerk of über- verbondenheid, een stuk inspiratie haupt uit het hele woord wereldkerk die ik niet klakkeloos kan verwaar- mij niets anders tegemoet komt lozen". dan een administratieve eenheid. Als Oosterhuis: „Het interesseert mij kardinaal Alfrink zegt: „Ik kan de natuurlijk wel, ik ben er in voortdu- plaatselijke nood in Nederland niet rend gesprek mee, Maar wij kiezen oplossen, on dat ik één wil blijven toch voor onze eigen situatie, nadat met de wereldheid," dan is dat geen we alle voor en tegen hebben gewo- antwöord. Dan zeg ik ..Eenheid be- gen en iedereen hebben gehoord" tekent dat u aan uw collega's waar I ook ter wereld vraagt op grond van dat wat in Amsterdam gebeurt. In l proberen met elkaar in lief en leed een deel van de pers in categorieën de wereld door te komen. Ik vind al- worden gevangen als: isolement. Ie kerken zoals ze nu zijn, in veel schisma, buiten de kerk treden, ca- 1 opzichten een aanfluiting van wat tegorieën waarin wij niet spreken i geloofsgemeenschap zou moeten zijn. en ook de bisschoppen niet meer i Vanuit dat begrip, geloofsgemeen- spreken". schap, moet je praten. En dat is: een Verder: „De hele zaak is nu een beweging van mensen die in de tra- paar maanden oud en er wordt in ditie van het Evangelie willen staan, alle talen gezwegen over de zaak. j die zich met grote eenkennigheid bij Het enige dat ik kan zoggen is dat i alles wat zich in dit bestaan voor de gemeente in Amsterdam er enorm j doet, zich oriënteren op de schriften door gevitaliseerd is. En nogmaals j van Israël, die in Jezus van Naza- over isolement gesprokenop veelreth een heel bijzondere en expliciete plaatsen in Nederland worden mijn en definitieve betekenis hebben ge- boekjes en mijn liedjes gebruikt. J kregen. Dat is het gegeven vanwaar- Onze grootste tegenstanders ver-- uit wij proberen te werken en waar- zo'n groep nooit los mag zien van het geheel, van de Nederlandse kerk- Nederlands, een veel ingrijpender be daar sinds eind september te- provincie en van de totale kerk, de shssing is voor de piaat5eiijke kerk. wereldkerk. Om misverstanden te I de uitdrukkelijke wil van de voorkomen: de wereldkerk is voor nde in de eucharistievieringen ijn gemeente en pater Jac. oy (54 Jezuïet, lid van de groep Wereldkerk, sinds jaar Waar u niet in wenst te staan? De Rooy: „In het doorslaan niet, nee. Wel in het ontdekken van de waarde-elementen die er in zitten. Bijvoorbeeld van de veel grotere ge voeligheid, die er vroeger niet was: alles werd vanuit Rome geregeld. Daarin kan ik mij niet meer thuis |oms Katholieke bisschoppen ™j niet. 20nder «ome. Ik voel r mij veel meer verbonden met de Nederland regelmatig voor- kerk van Helder Camara dan met de curiekerk in Rome. Ik zou de wereld kerk breder willen zien dan de room se kerk. Een typisch verschijnsel op het ogenblik vind ik, dat de reactie op de ene ontsporing een nieuwe ont sporing meebrengt. We hebben nou een hele tijd van centralisatie gehad i in de kerk, nu slaat de klepel van de dag redacteur van religieuzeklok precles naar de an^rf kant :hriften als „De heraut" en door en krijgen we als reactie een eenzijdige decentralisatie. Daar vind jonge kerk'' en in talloze ik de opvattingen van Huub een ty- pisch symptoom van." iters in ons land bekend als j iziene predikant van retrai- bezinningsdagen. Huub •rhuis, op weg naar de plaats samenkomst: „Ja, dat gaat tonaal door alsof er niets ge- urd is". Tijdens het gesprek tussen Huub «terhuis als een van de voortrek van de studentenecclesia en I B de kritische groep Septuagint en de Rooy als begeleider van een middengroep in de Rooms Ka- j (ke Kerk van Nederland, een j tk dat uiteraard handelt over j kerk, blijkt herhaaldelijk de ver- ig van het niet-begrijpen, de lendheid om met de ideeën I de ander mee te gaan ander maar ook het leggen van to- j verschillende uitgangspunten, j Huub Oosterhuis van onderop j in wil laten worden eenheid j «•beeld zetelt bij pater De onder èn boven. In het gesprek onvermijdelijk de kwestie van ilibaat weer naar voren, sterhuis: „Wij beroepen ons het besluit dat wij op een gege- moment genomen hebben niet op feit dat er nog twintig plaatsen Nederland zouden zijn, waar het zo ligt en waar men er net zo ir denkt. Dat vind ik een vals ge sargument. Wij beroepen ons als «gangers in deze gemeente op de snte zelf. Wij zeggen: Deze itselijke groep meent dit en denkt en binnen deze plaatselijke groep dat acceptabel. Wij kunnen dan voor wet houden jullie mij tegen het loslaten van het Latijn voor het de problemen in mijn plaatselijke si- tuatie op te lossen"? Eenheid is een positieve zaak. is eenheid van bemoe- diging, van inspiratie. Eenheid wordt i ergens zichtbaar waar kardinaal Al- i frink het opneemt voor onderdrukte priesters in Brazilië, omdat hun ei gen bisschoppen het vertikken. Maar v_„. schijnen aan het altaar met tafelïe- j uit alle kerken geboren zijn en waar Vraag. Hoe zit het met die ver- beden van „ns ik bedoel: wat la antwoordelijkheid van de bisschop toch communicatie en eenheid voor wat er m de plaatselijke ker- Ik constateer dat dlngen dle ,n ze allemaal met hangen en wurgen uit proberen moeten te leven". ken gebeurt? vee! duidelijker uitsprekend dat de kerk plaatselijk is in haar geloofs gestalte, in haar geloofsbeleving, dan het afzien van de disciplinaire regel dat gehuwde priesters niet mogen voorgaan. Het is zo, dat we nu voor uitgrijpen op iets dat binnen een paar jaar onontkoombaar is. Dat zeg gen wij niet met het idee onszelf te vleien dat we de voorhoede zijn, maar we doen het puur en alleen omdat de gelovige situatie in onze eigen ge meente dat vraagt. En dat is dan meteen een antwoord op dat woord „isolement-geïsoleerd": wij weten dat dit elders ook zo ligt. Dat in heel Ne derland de vitaliteit van de geloofsge meenschappen naar de bliksem gaat. omdat er priesters door een huwelijk worden uitgeschakeld. Ik heb <lat de laatste jaren eindeloos zien gebeuren, bijvoorbeeld in Amsterdam en om streken". De Rooy: „Ik ben het helemaal met je eens. maar ik vind het zo ellendig dat we nou weer aan het praten zijn over die celibaatskwes- tie: daar begin ik langzamerhand 'n ons milieu begonnen zijn. ook in an- j De Rooy: „Voor mij moet er Iets bij. Iets wat ze vroeger „het leer gezag" noemden, een versterker van verantwoordelijkheid voor ons dra- £uda"gJ^iTe"l^pÏÏtlT'die waardêrlï?''«o^^'eegeven'mis^k gen? Wat betekent dat woord ver- e &eiovl«e inspiratie, Qie zien Oosterhuls: ..Ik vraag aan de bis- derp pla.atsel.jke gemeenten functio. schop: waarom kunt u niet langer neren. Ik constateer dat op vlee gen? Wat betekent dat woord ver antwoordelijkheid? Is er niet een uitdrukt in dezelfde teksten en vor- ik zie niet in. dat de studentenec- soort wederzidjse verantwoordelijk- men als waarin wlJ ons uitdrukken.! Oosterhuis: „Ik mis werkelijk ge clesia van Amsterdam die ter heid? wij vinden dat wij maar ge- Nou' dat 15 60011 zoiets als epnheld en zeggingskracht bij de bisschop plaatse in een waanzinnig milieu *.<**-.v.*.i Tu _r-. probeert iets van het Evagelie levend te houden raken op het moment dat ze een puur juridisch principe verlaat, waar niemand zich meer voor interesseert. deeltelijk verantwoordelijkheid kvin- groeiende, bewegende eenheid?" pen. Ik bestrijd niet dat er bisschop- nen dragen voor wat de bisschoppen De Rooy: „Dat is nou het kardi-1 Pen zijn, zelfs niet dat er een paus in een isolement zou doen want het perspectief dat zij nale punt. Toen jij dat schreef, voel- is- Ik zeg alleen: ik vind dat ze op mnmpn at 7P wn bjeden jjjkt vaak meer gericht op de iedereen zich verwant aan jou. een andere manier gezag moeten uit- het behoud van bestaande patronen Een van de dingen waar ik op het oefenen: kritisch. stimulerend. n„, ilr. u. icioc» Horncf Mdan op 'n werkelijk drastische ver- ogenblik tegen vecht is. dat - pre- creatief, niet angstig en klarig zoals Dan denk ik. de bewijslast berust bij n<MWt van dlp patronen Daarom cies als met Grossouw (priester, pro- de huidige pau* telkens weer doet. degenen die ons tjperen als niet meer kunnen 0Qk geen verantwoorde_ fessor in Nijmegen, schrijver van Ik kom soms „bisschoppen" tegen lijkheid dragen voor het Pastoraal bijbelse overwegingen. nu ge-1 buiten het „ambt" van bisschop. Ik Concilie, waarvan ik denk dat er ver- huwd) honderden goedwillende domd veel zinnigs gezegd is. maar mensen nu vragen: „Kan je dat nou ook dat het honderd meter vóór alle nog gebruiken'" Het is onzin na- staande binnen de eenheid, of die van ons zeggen dat we geïsoleerd zijn. Wij voelen ons hele raai niet ge- isoleerd, wij zijn echt niet geïso leerder dan vijf jaar geleden. De zaak gaat gewoon door zoals ze vijf jaar geleden was, alleen is er nu een gehuwde priester die voorgaat, dat is grenzen is opgehouden met denken en besluiten, met het volg dat de ver warring nog veel groter is geworden. alles. Niemand in die gemeente Ik misken de figuur van bis- neemt daar aanstoot aan, integen- schop helemaal niet. Ik accepteer deel: ze ervaren het Juist als een onmiddellijk een paus van Rome, die positieve zaak". als een bemiddelaar en een doorge- De Rooy: „Jij hebt nu de term vers van inspiratie de geest coördi- tuurlijk. maar zo ligt het. Een uit gever zei mij indertijd naar aanlei ding van de uitgaven van jouw boek „In het voorbijgaan" er gingen toen geruchten over jou .Nou kan ik niet meer met zo n grote oplage komen, want zoiets merk je direct aan de verkoop". voelen, maar ook niet in de „geïso leerde" opstelling van de studenten- ecclesia van Amsterdam." Oosterhuis: „Dat regelen vanuit Rome. daar wil ik wel iets op zeggen met betrekking tot de liturgie. De studentenecclesia van Amsterdam heeft vanaf 1960 geëxperimenteerd met liturgie. Toen wij in 1964 als eersten in Nederland niet alleen het tafelgebed, de canon van de mis, in het Nederlands gingen doen, maar ons ook niet hielden aan de Romein se versie, toen stond het hele episco- t anders doen dan wat wij menen i paat op z'n kop en alle liturgische binnen die plaatselijke situatie - commissies bezwoeren ons het .niet toen het geloof en de geloofscrisis te doen Toen heb ik vanuit Rome deze gemeente - nodig is. Daar- het bevel gekregen, dat in Amster dam voortaan het eucharistisch tafel gebed weer in het Latijn moest ge beuren en dat voor de oraties (gebe den) de meest letterlijke vertaling moest worden aangehouden. Ik heb geweigerd dat zelfs aan de gemeente mee te delen Ik heb gezegd Ik vind dat de bisschoppen van Nederland zeggen we dan niet dat een an- het óók zo moet doen. Wij zeg- alleen dat wij omwille van iets ons belangrijker lijkt dan de t en de eensgezindheid binnen de ferlandse kerkprovincie, dit nu zo «ten doen Daarbij zijn wij er ons a bewust dat dat moeilijk na te Hen is voor mensen die het hele nu al wetend dat het over een paar °ces niet hebben gevolgd en die een ander denken zijn opgegroeid »ich daarin thuis voelen." jaar een andere richting zal uitgaan, ten opzichte van de studentenecclesia er minstens het zwijgen toe moeten beetje tabak van te krijgen. Er zijn zoveel belangrijker zaken". Oosterhuis: „Nee, nee. Het feit bij voorbeeld dat onze studenteneccle sia op het ogenblik werkt buiten de verantwoordelijkheid van de bis schop, in dat juridische isolement zit, komt natuurlijk vanwege het be sluit in die celibaatskwestie. Die vind ik helemaal niet zo secundair. Als ik het op theologische en antropolo gische achtergronden doordenk, vind ik het zelfs van fundamenteel belang. Daar is alles mee gemoeid. Het is niet voor niets dat Rome zo keihard en stug vasthoudtaan dat celibaat. Daar zit namelijk een hele visie op de 'mens en op God achter, een hele confrontatie van de Schrift en van de traditie. En wat dat isolement betreft: Wie zit er nou eigenlijk in een isolement? Ik heb namelijk de indruk, dat al die parochies en al die mensen zo als de actiegroep wereldkerk die zich zo driftig willen houden aan de verbondenheid met de wereldkerk, dat die in een isolement zitten. Dat vind ik geisoleerd rakende mensen, mensen die gebonden worden door abstracties als „eenheid van de „eenheid" maar even de kant uit ge schoven van de administratieve een heid, van de juridische eenheid. Die lust ik evenmin als jij. Ik meen zelfs dat we Jezus van Nazareth voortdurend in oppositie zien tegen de wetgeleerden, dat in het Evangelie de mens belangrijker is dan de sabbath enzovoorts, daai gaat het niet om. Als ik over eenheid spreek, bedoel ik onnoemlijk veel meer dan eer. juridische eenheid". Oosterhuis: „Wat bedoel Je dan?" De Rooy: „Ja. hoe moet ik dat nu zo gauw formuleren? Een een heid in geloof en liefde, wat Paulus noemt het lichaam van Christus. Jij zegt: wij willen primair in dienst staan van de groep waarin wij le ven en werken, daarin heb Je gelijk, maar Je ongelijk begint bij wat Je weglaat: de rest". Oosterhuis: „Maar niet alles wat die groep van mij vraagt, doe ik. Als die groep van mij vraagt heel an dere dingen te doen dan in mijzelf leven, dan zou ik ontslag nemen. Als ze van mij vragen het KVP-program- ma te bejubelen, dan zeg ik: zoek maar een ander". neert. om het zo maar eens te zeg- I Oosterhuis: „Dat soort overwegin gen, en die mensen in hun eigen j gen ken ik. Maar daar wens ik geen rekening mee te houden. Als heel Ne ver antwoordelijkheid stimuleert. Dat heb ik gehoord in Paus Johannes en in Bekkers, om die namen nog maar eens te noemen. Ik zeg alleen dat allerlei kerkelijke gezagsdragers zich laten manipuleren door een val se en weinig creatieve eenheidsideo logie. die vanuit Rome wordt door gedrukt en nooit kan en zal beant woorden aan de werkelijke geloofssi- tuatie. Daar kunnen wij niet in mee. Wij denken door onze keus een po sitieve bijdrage te leveren aan de eenheid" De Rooy: „Ik vind het een beetje benauwend, dat je de mensen die het niet met jullie eens zijn, Michel van der Plas. de Tijd. studentenpas tor Gerard Oostvogel in Utrecht beschuldigt van manipuleren en ka- potschrijven" (Oosterhuis noemde de manier waarop in een aantal kranten over de hele affaire van de studentenecclesia geschreven is door mensen die beter konden weten „corrupt, een poging ons fcapot te schrijven"). Oosterhuis: „Ik constateer gewoon derland alle liedjes van mij uit de bundels zou scheuren, omdat ik nu getrouwd ben zou ik nog niet denken dat ik dat maar niet had moeten trouwen. Ik ben bovendien niet be reid heel Nederland verslag te doen van mijn persoonlijke geschiedenis van de laatste Jaren. Ik vind dat Ik mijn eigen weg mag gaan". De Rooy „Natuurlijk. Ik heb al leen een feit willen constateren, zo als ik die meemaak. Vraag: Wat Is kerk? Oosterhuis: De manier waarop een aantal mensen van de daken verkon digt. dat ze bij de kerk horen, dat ze in de kerk zijn. vind ik gezichtsbe drog. Wat ik onder kerk versta, laat zich niet definiëren binnen wat de Nederlandse bisschoppen menen dat de kerk is. Wereldkerk en eenheid met Rome en dat soort dingen, dat is mij te vaag en te juridisch ge dacht Wat in deze wereld eenheid heet. wat recht heeft op het woord eenheid is: wat mensen samen doen, kom het charisma van de „episcopos" tegen bij allerlei mensen, die geen „bisschop" zijn. maar die feitelijk in spirerend en eenheidscheppend wer ken en „bemiddelen" tussen plaatse lijke gemeenten. Ik ontken niet dat er in de kerken gezagsdra gers moeten zijn. ik vind alleen, dat de meeste gezagsdragers geen gezag en niet werkelijk iets te zeggen heb ben, geen inspirende boodschap. Dat is geen verwijt aan de bisschoppen persoonlijk; ik constateer de machte loosheid van hun positie binnen het grotere geheel van de Katholieke kerk Ze vatten hun ambt zó op, dat ze elkaar vaak machteloos maken. Wat wil die actiegroep wereldkerk van jou? Loop jij ook niet stuk op die mateloze impasse van mensen die het ambt verlaten, van theologische hogescholen, die niet meer weten waar ze het over moeten hebben?" De Rooy: „Dan kan ik bijna het zelfde zeggen als wat ook voor Sep tuagint opgaat: dat het moeilijk van I de grond komt. De groep is inder daad bezig geweest en is nog bezig links en rechts in plaatselijke groe peringen bij elkaar te komen en iets door te laten klinken van inspiratie, van protest tegen het doordraven, maar ook van opbouw En verder: och, in zekere zin zijn Jullie met al Je agressie guerrillastrijders." Oosterhuis: „Ik weet dat dat niet door Jou ons erg kwalijk ge nomen wordt Tk weet wat voor 'uk er op Van Kilsdonk wordt uit- geoelend te kiezen óf de orde uit óf de studentenecclesia uit". De Rooy (over de figuur van de paus)„Dat is de bisschop van Ro me. die van oudsher een bijzondere plaats heeft Ingenomen in de een heid van het wereldepiscopaat Dat is de man die opdracht heeft het Evangelie uit te dragen Hoewel dat niet altijd even gelukkig functio neert, en dan denk ik aan encyclie ken als Humanae Vitae en die over het priesterschap en dan denk ik ook aan het geharrewar rond de fi guur van de Braziliaanse kardinaal Rossi." Oosterhuls: „Voor mij wijzen al die dingen er op. dat de paus een gevangene is van het curiesysteem, bemand door corrupte ambtenaren. Het is een tragische man, ik zou er om kunnen huilen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 33