fc fmne-fuitse oorlog
©cijvoct gocitc utocbcr
Stoomboot „Lisse,"
/KERSTBIJLAGE LEIDSOH DAGBLAD
PAGINA 3
1870: nu honderd Jaar geleden. En
In een tijd van wereld omvatten
de communicatie denk je dan: wat
zullen ze toen via de krant vernomen
hebben van de gebeurtenis van dat
jaar: de Frans-Duitse oorlog. Met
het nodige scepticisme sla je oude
kranteleggers op. Het resultaat is
boven verwachting. De burger van
1870 kon als hij de krant las,
goed geïnformeerd zijn. Een krant als
het Leidsch Dagblad, dagelijks ver
schijnend met vier pagina's, verdeeld
in vier kolommen heeft het nodige
over die oorlog gemeld, die zo diep
ingreep in de Europese verhoudingen
van toen.
Het ging in feite om de hegemo
nie op het Europese continent. Rus
land was ver weg, Engeland beheers
te de wereldzeeën en op het Euro
pese continent was een jonge reus
opgestaan: Pruisen. Het smeedde on
der leiding van bondskanselier Bis
marck de Duitse natie aaneen, die
al eeuwenlang hopeloos verdeeld was.
Oostenrijk was door Pruisen in 1866
verslagen; Nu kwam de confrontatie
met het Napoleontische keizerrijk
van de achterneef van de kleine kor
poraal, die zo'n zestig jaar eerder
Europa had laten sidderen. Napoleon
III, een veelgeplaagd maagpatiënt,
sluw politicus, miste de veldheersga-
ven van zijn grote naamgenoot. Op
het terrein van de internationale po
litiek had hij de nodige malen een
afgang beleefd. De confrontatie met
Pruisen met als aanleiding de
Spaanse troonopvolging zou er op
of er onder worden. Het werd er on
der.
Maar die oude leggers dan. Met
behulp van zo'n oude krant betrap
je de jongste Winkler Prins ency
clopedie van 1968 op een fout. Daar
staat: „Op 19 juli 1870 verklaarde
Frankrijk Pruisen de oorlog".
Maar wat schrijft het Leidsch Dag
blad van 14 juli 1870 onder het kop
je (want met die kopjes waren ze
toen nog zeer bescheiden) Frank
rijk? „Ontleend aan den Figaro,
hedenmiddag aangekomen (gis
teravond te Parijs verschenen)"
„Zie hier een van de ernstigste tij
dingen, die wij ontvangen hebben.
Zij bewijst, gelijk gisteren zei
den, dat wij indien wij ons voorbe
reiden op een veldslag aan den Rijn
kant, de Pruisen op onze weg vinden.
25.000 man Duitse troepen aan de
Rijn" En de Figaro meldt dan ver
der dat er speciale verslaggevers naar
de grenzen zijn vertrokken, om de
krant van ooggetuigenverslagen te
voorzien. Oud-zeeofficier René de
Pont-Jest is bovendien thans mede
redacteur van de Figaro om gebeur
tenissen op zee van kanttekeningen
te voorzien. Een en ander is voor de
redacteur van het Leidsch Dagblad
aanleiding om te schrijven: „Men
kan zich dus een denkbeeld vormen
hoe belangrijk de verslagen van de
Figaro zullen zijn, indien het nood
lot wil, dat een oorlog Frankrijk en
Pruisen uitbarst.
De volgende dag is het zo ver. Zeer
vet staat op pagina 3 vermeld: De
oorlog lijkt verklaard. De Koning
van Pruisen weigert nog de Franse
gezant te ontvangen.
En weer een dag later op 16 Juli,
bericht het Leidsch Dagblad in de
eerste kolom, dat Nederland zich in
dit grote conflict meteen neutraal
heeft verklaard. Pagina 2 bevat een
forse terugblik op de gebeurtenissen
van de afgelopen weken, die tot de
oorlog hebben geleid onder de titel:
Wat nu? Dan volgt: „Het telegram
dat wij hedenmiddag te kwartier
over zessen ontvangen hebben, geeft
op onze vraag Wat nu? als antwoord
oorlog kortom, een ijzersterke
conclusie, een paardemiddel waar te
genwoordig veel te weinig analisten
van het internationale toneel aan
denken
Maandag 18 juli 1870. Het hoofd
artikel dat de eerste kolom opent
heet Handhaving onzer onzijdigheid.
Geciteerd dient hier de fraaie vol
zin: „En dus opgepast stuurlieden
van het staatsschip". Het Utrechts
Dagblad heeft vernomen dat Zijne
Majesteit van Pruisen te 's Hage
heeft aangeboden het zesde Noord-
Duitse legerkorps ter beschikking te
stellen ter dekking van onze grenzen.
Maar onze regering zal dat royale
aanbod wel afslaan. Dat zal overigens
nog wel een dagje duren want onze
koning Willem III is nog op het
Loo en komt pas morgen (19 juli
dus) naar de residentie. Het Leidsch
Dagblad van die dag meldt verder de
regeringsverklaring van de Franse
premier Ollivier over de oorlog en een
uitspraak van koning Wilhelm van
Pruisen. „Z.M. zeide: „God is mijn
getuige, dat ik geen oorlog wil; in
dien ik echter daartoe gedwongen
wordt, dan zal ik de eer van Duitsch-
land tot den laatsten man verdedi
gen
19 juli. Op de voorpagina: Alle be
langrijke telegrammen betrekkelijk
den oorlog en den stand van zaken
in Europa zullen van heden af aan
de Sociëteiten Amicitia, Concordia, de
Nieuwe Sociëteit en het Leesmuseum
gezonden en voor ons Bureau aan
geplakt worden We weten niet of
het volgende bericht ook met de oor
log verband houdt: „De Leidsche
Studenten vereniging tot vrijwillige
oefening in de wapenhandel roept de
leden op voor oefeningen. In elk ge
val worden enkele dagen later de
schutterijen „voor exercitiën opge
roepen.
Verder meldt de krant dat de spe
ciale verslaggever van de Figaro bij
na vermoord is op weg naar het
krijgstoneel in de Franse plaats Va
lenciennes. De mensen lopen te hoop
als hij in het badhuis zit, omdat zij
hem van spionage verdenken. Ge
ruchten bloeien op: „Hij heeft siga
ren aan een soldaat gegeven om aan
inlichtingen te komen". Gelukkig
voor de razende reporter loopt dit ge
val van legendevorming goed af.
Hij wordt ontzet. 20 juli 1870. „Per
telegraaf Scheveningen 19 ju
li half twee. Uit het NNW uit zee
is kanongebulder gehoord Hier
wordt later niets meer van verno
men. Zelfs de Figaro zal er zich
nog mee bemoeien, maar de oud
zeeofficier, thans mederedacteur,
weet geen opheldering te verschaf
fen.
Vanaf vrijdag 5 augustus verschijnt
een vaste kop in het L.D. op pagina
Napoleon III, achterin het rijtuig met cigarette, geeft zich over.
twee: Het Tooneel van den oorlog
De volgende dag schrijft de krant
over de volle breedte van de voor
pagina: Aan het bureau zijn 's mor
gens om half negen en 's namiddags
om een uur en half zes telegrammen
behelzende de berichten van het oor
logstoneel te verkrijgen voor 3 cents.
Diezelfde dag kan men lezen dat
de Fransen op 2 augustus bij Saar-
brücken de Pruisen hebben versla
gen. Over de Franse kroonprins meldt
de Figaro: „Zijn tegenwoordigheid
van geest, zijn koelbloedigheid in het
gevaar waren de naam die hij draagt
waardig Het LD neemt het zonder
verder commentaar over. Maar be
richt op de volgende pagina (3) dat
de Duitsers bij Wissembourg aan de
winnende hand zijn. Weer een dag
later kan de lezer dat nog eens goed
op zich laten inwerken. Ditmaal met
een tekening van het slagveld. Het
genie Von Moltke blijkt zijn Franse
tegenstrever MacMahon duidelijk de
baas. En het LD kapittelt streng:
„Zeer kleingeestig dat de Franse pers
zwijgt, nu het minder goed gaat".
8 augustus 1870. De Fransen ver
liezen een slag bij Wörth in de El-
zas. Het LD ziet het aankomen: dat
kan niet goed gaan met „La gloire
de France". En keizer Napoleon voelt
het zelf schijnbaar ook. Zijn te
legrammen naar Parijs ademen ten
Duitse troepen trekken Metz
binnen.
minste al een matte toon: „Alles kan
nog terecht komen
Het Leidsch Dagblad van 13 au
gustus citeert een brief van een Fran
se soldaat aan zijn moeder: „Goede
moeder Het was geen veldslag
meer, maar ene slachting Ik heb
geen enkele wond bekomen. Ik weet
niet welke goede engel mij be
schermd heeft. Gegroet goede moeder
of liever tot wederziens want ik hoop
niet getroffen te worden
De strijd nadert nu snel de cli
max. Op 1 september citeert het
LD de Kölnische Zeitung, waarin
een ingezonden stuk. Ene Duitse da
me houdt vrouwen en meisjes die in
de lazaretten werken als verpleeg
sters voor hoe zij zich hebben te ge
dragen tegenover gewonde Fransen.
Die mannen worden vertroeteld,
maar dat is gevaarlijk voor de repu
tatie van de dames. Inmiddels ruk
ken de Pruisen snel op tussen de le
gers van MacMahon, waarbij zich Na
poleon bevindt, en Bazaine in. Fran
se bivaks worden overweldigd. Maar
voorraden, ho maar De Pruisische
koning moet er zich behelpen met
een dun coteletje, Bismarck met en
kele ongekookte eieren.
3 september, de eerste berichten
van de beslissende slag bij Sedan.
Een Franse hoofdofficier schrijft in
de Parijse Indépendance, dat de
veldslagen en nederlagen bij Saar-
brücken, Wissembourg en Wörth een
ordelijke terugtocht op Parijs al on
mogelijk hebben gemaakt. 5 septem
ber. Pruisen heeft de slag bij Sedan
gewpnnen. Onder het kopje Duits-
lands victorie schrijft het Leidsch
Dagblad nog wat ongelovig: „Kan
men zoo gaaf aannemen dat de be
roemde Algerijn (MacMahon) zich
door de Pruisische generaals zou la
ten verschalken? Wel is waar heb
ben wij dit nog voor enige dagen
voorspeld. Maar waren de zaken aan
MacMahon niet even goed toever
trouwd als aan Friedrich Wilhelm of
Von Moltke?" en dan: „Arm
Frans volk, waartoe heeft Napoleon
u gebracht". Om hoopvol te eindi
gen: „De vrede, wellicht is zij reeds
getekend
Nou, dat was niet het geval. Maar
op 6 september kon het LD meer ver
tellen over de afloop van de slag bij
Sedan op 1 september: „Te zes uur
meldde zich een Franse stafofficier
bij het Pruisische hoofdkwartier om
•te onderhandelen. Op dat ogenblik
was er van de keizer van wie men
niet wist. dat hij in het Franse kamp
tegenwoordig was, nog geen sprake.
Eensklaps luidde de kreet door het
Pruisische kamp: der Kaiser ist da.
„Als op hetzelfde ogenblik werd
een eigenhandige brief van Napoleon
III aan de koning van Pruisen
overgebracht. In die brief moet de
keizer gezegd hebben dat hij" niet
aan het hoofd van zijn leger kunnen
de sterven zijn degen in de hasden
van de Koning van Pruisen stelde".
„De geestdrift in het Pruisische le
ger was ontzettend". De muziekkorp
sen weerden zich. Sommigen begon
nen zelfs de Marseillaise te spelen
maar dadelijk werd dat verboden",
opdat de Pruisen hun zegepraal
niet zouden bezoedelen door de
schijn aan te nemen als of zij juich
ten in het ongeluk der overwonne
nen".
Diezelfde dag in het Leidsch Dag
blad: Uit Brussel eene particuliere
depeche: Keizer Napeleon (die op
verzoek van de Pruisische koning door
België mocht reizen) is heden na
middag te drie uren te Luik gepas
seerd: hij was alleen in een compar
timent; dood bedaard rookte hij zyn
sigarette.
De slag bij Wissembourgin
leiding van de Franse nederlaag.
Pruisische bevelhebber Von Moltke
In Verviers logeerde hij in het
spoorweghotel om 's nachts te worden
overgebracht naar Duitsland. De vol
gende dag stond er nog een uitvoe
rig verhaal in het Leidsch Dag
blad van een correspondent van de
Indépendance Beige. In Jemelle
hield de trein enige minuten stil en
daar kon de keizer enkele woorden
wisselen mét zyn al eerder geïnter
neerde neef Pierre. De keizer zat in
zijn wagon, prins Pierre stond in het
portier: „Uit dat gesprek dat door
snikken van prins Pierre werd af
gebroken heeft men slechts één woord
uit den mond van de gevangen kei
zer opgevangen: „Wij zullen elkan
der binnenkort weerzien".
In Parijs was inmiddels de keizer
en zijn dynastie al vervallen ver
klaard. Op zaterdagavond 3 septem
ber was 't Wetgevend Lichaam bij
eengekomen dat weer de republiek
had uitgeroepen. Dat gebeurde na
middernacht. Een levendig ooggetui
genverslag onder de titel .Parijs bij
nacht en bij dag" vult 4 kolommen
van het Leidsch Dagblad.
Het Leidsch Dagblad mocht hopen
op vrede, zo ver was het nog niet.
Parijs en de derde Republiek bleven
weerstand bieden. In het LD vele
verhalen over het verloop van de
rest van de Pruisische veldtocht van
dr. Russell, „de onvermoeide corres
pondent van het wereldorgaan, de
Times van Londen". Ter gelegen
heid van Kerstmis trachtte de Times
de beide strijdende naties te bewe
gen om de wapens te laten rusten.
Een vertoog dat het Leidsch Dagblad
met instemming overnam in grote
trekken.
De Times schreef onder meer: „In
één woord uit alles blijkt, dat bei
de partyen de oorlog hartelyk moe
de zyn Welnu waarom dan de
doodstrUd nog langer voortgezet?
Immer en immer herhalen wij die
vraag Om te besluiten: „Wie 't
meest gewonnen heeft, kan thans
't best een eerste schrede tot toe
nadering doen. Laat Duitschland dan
nu zyn voorwaarden noemen".
Zo begon een nieuw jaar 1871. En
de heilwensen van het Leidsch Dag
blad? Een laatste citaat, ditmaal uit
het openingsartikel van de krant
van Maandag 2 januari: „Het zwarte
jaar is verstreken We gaan den
nieuwe jaarkring niet biymoedig
in Alle volken er op uit om zich
te bewapenen. En dit alles in de
eeuw der groote verlichting en be
schaving! Wat moet daarvan wor
den?
En over Nederland, waar welvaart
heerst „Maar zyt ge overtuigd, Ne
derlanders die die welvaart de ware
is? Ziet ge wel verder dan het he
den? Denkt ge wel eens verder dan
om uwe beurs en kerk? Doet dit eens
en onderzoekt of tot niets leidende
party twisten den bloei van een land
bevorderen
varende van LISSE op HAARLEM, LEIDEN en AMSTERDAM.
ZOMERDIENST, aangaande 4 April 1870: Eiken Maan
dag naar HAARLEM eiken Dingsdag, Donderdag en Zater
dag naar LEIDEN eiken Woensdag naar AMSTERDAM. Aan
legplaats te Haarlem: Spaarne bij de Turfmarkt, Veerhuis bij
A. LIJDSMAN. Aanlegplaats te Leiden: Ouden Rijn bij de
Hoogstraat, Veerhuis bij J. LA MAN. Aanlegplaats te Amster
dam op den Singel bij de Geelvinksteeg, Veerhuis bii H.
MEI JE RINK, Singel X, No. 23.
Dienstbilletten gratis verkrijgbaar aan alle Veerhuizen.
De Ondernemers,
C. en S- VAN WAVEREN
(Uit het Leidsch Dagblad no. 3110 van vrydag 1 april 1870.)