De lange droeve reis van SAJJID LOETFI
AMNESTY INTERNATIONAL
PAGINA 2 KERSTBIJLAGE LEIDSCH DAGBLAD DONDERDAG 24 DECEMBER 1970
,,Hier zit ik, gekooid, geketend, bran
dend als een eenzame kaars in de woes
tijn Ik voel mij zeer gespannen, het is
of een zwaar gewicht mij neerdrukt. Ik zal
voor de nacht mijn adem moeten rantsoe
neren; de paar kubieke meter zijn te be
nauwend en ontoereikend. Huiveringwek
kend raast de wrede tornado. Wie zal van
mij willen geloven dat ik sinds enkele da
gen alle belangstelling in mijn moeilijke
strijd verloren heb. Mijn tranen vloeien
onafgebroken en zouden de Nijl kunnen
doen overstromen
Dit schreef de Egyptische journa
list Sajjid Loetfi. Het is nu twaalf
jaar geleden dat hij in de paar ku
bieke meter grote cel verdween die
voor de rest van zijn leven zijn on
derdak zou zijn. Hij was toen 26
jaar oud. „Je kunt me geloven of
niet. maar toen ik voor het eerst
mijn nieuwe onderkomen in ogen
schouw nam flitste het door mijn
hoofd:,, Wat een wonderlijke wereld
is dit. Hier, op deze plek van de
aarde ontstonden de wereldberoem-
Duizend-en-één-nacht-verhalen. Ik
zal daar een nieuwe versie van
schrijven. Geen sprookjes ditmaal.
Lach niet. Ik schreef over een man
en diens droeve reis tussen vier mu
ren van onwrikbaar steen en onbuig
bare tralies, die elke nacht een nieu
we figuur introduceert uit steeds
weer een ander deel van het land en
die altijd weer een nieuw, eigen en
droevig verhaal vertelt. Het portret
van onze generatie, van onze maat
schappij
Sajjid Loetfi werd in 1958 in Bag
dad gearresteerd en in Cairo voor
het tribunaal van de staatsveiligheid
gedaagd wegens:
"Het aannemen van geld van
een vreemde mogendheid om Egyp- I
te schade te berokkenen, het hou
den van „geïnspireerde toespraken"
voor Radio Bagdad, het publiceren
van afbrekende artikelen in de
Iraakse pers en het aanzetten tot
omverwerping van het Egyptische
bewind".
Loetfi ontkende deze aanklachten,
maar gaf toe de auteur te zijn van
vele artikelen in de Iraakse pers en
van het nooit gepubliceerde, fel kri
tische boek „The revolutionary
press". Dit leverde hem levenslan
ge gevangenisstraf op, gecombineerd
met dwangarbeid en een boete van
duizend Egyptische ponden.
Die dwangarbeid (steenhouwen)
duurde overigens niet lang, een jaar
of twee, waarna de stilte van de op
sluiting intrad. Die stilte moet. al
thans van buiten af, tot 1968 vrijwel
absoluut zijn geweest. Enig opkik-
kertje was de maandelijkse brief
van zijn moeder (zijn vader was al
meer dan 25 jaa r dood), die
hem had opgevoed tot „be
leefdheid en het ontzien van
andermans gevoelens". Via een
medegevangene kreeg hy con
tact met Amnesty International in
Londen en werd hij geadopteerd
door een Engelse groep Van dat
ogenblik af trad er in zijn situatie
verbetering op, het werd hem toe
gestaan brieven en pakjes uit het
buitenland te ontvangen.
Het is verbluffend dat deze man,
na een isolement van tien jaar, in
staat bleek Amnesty International te
verblijden met deze brief
..De gevangenen weten of leren
het na de eerste schok van de een
zame afzondering dat zelfs gevan
genschap geen statisch intermezzo
in hun leven is, maar een deel van
het leven zelf, vol van gevaren en
genade. Ofschoon wij zijn onderge
bracht in kooien, veroorlooft het ons
nu en dan nieuwe vormen van her
schepping Het is de ijdelheid van
de samenleving te veronderstellen
dat men slechts vrij kan zijn door
in vrijheid te verkeren. Het goede
van het leven wortelt voorwaar die
per dan onze droefheid en is wijzer
dan onze klachten. Wat is uiteinde-
AMNESTY INTERNATIONAL is een van de aardigste nut
tigste instellingen die ik ken. Dat het een communistische
mantelorganisatie zou zijn. zoals wel eens is beweerd, is non
sens. zo onbaatzuchtig zijn de communisten niet dat zij een
dergelijke organisatie niet alleen de politieke gevangenen in
fascistische dictatoriale of op-het-verkeerde-spoor-zijnde-
democratische landen zouden laten steunen, maar ook de
politieke gevangenen in de communistische landen in één
moeite door hun hulp zouden laten bieden. Amnesty Interna
tional stelt zich op het standpunt, dat iedere politieke ge
vangene er één teveel is. in wiens gevangenis of kamp hij ook
zit en men tracht het euvel van de politieke gevangenen op
allerlei manieren te bestrijden. Uiteraard is dat niet eenvou
dig. Het blijft vaak bij signaleren (wat ook al heel belangrijk
is) en daarnaast oefent men op allerlei manieren druk uit
op de ondeugdelijke regeringen die politieke gevangenen op
hun naam hebben staan. Ruw geschat zijn er een kwart mil
joen politieke gevangenen in de wereld en sinds 1961 biedt
Amnesty International onpartijdige hulp bij het bevorderen
of naleven van vrijheid van meningsuiting op politiek en
godsdienstig gebied. De enige beperking die A.I. zich bij die
hulp oplegt is, dat de gevangene geen geweld mag hebben ge
bruikt of gepropageerd. Men heeft nu een kleine 20.000 leden
in ruim 40 landen; het internationale secretariaat en het
onderzoekbureau zijn in Londen gevestigd. Een gevangene
wordt geadopteerd docrr één van de groepen, er worden brie
ven geschreven aan regeringen, ambassades, kranten en aan
gezin en vrienden van de gevangene. Rapporten worden uit
gebracht, waarnemers wonen indien mogelijk processen bij,
missies bezoeken landen waar een onderzoek gewenst is.
vrouwen en kinderen van gevangenen wcfrden financieel ge
holpen. Het meest bekend zijn de brefkaartenacties van A.I
Elke maand worden drie gevangenen uitgezocht die dringen
hulp nodig hebben, de leden van A.I. zenden dan kaarten
met verzoek om vrijlating van de betreffende gevangene, die
kaarten worden ontvangen door de president, de ministers,
de gevangenis, men wordt zich ervan bewust dat de wereld
opinie zich met die gevangene bezighoudt en dat heeft al dik
wijls tot vrijlating of tot verbetering van omstandigheden
geleid. Een van die kaartenschrijfsters was Juliette Spiegel.
Een van de politieke gevangenen die zij schreef was Sajjid
Loefti. Vaak draagt men met die kaarten uilen naar Athene:
zij bereiken de gevangene niet, de minister krijgt ze niet te
lezen, men moet altijd hopen, nooit iets verwachten. Loefti.
gevangene in Cairo, kreeg de kaarten echter wel en hij
schreef terug. In het bijgaande artikel beschrijft Juliettte
Spiegel wat er uit die ene kaart voortkwam.
NICO SCHEEPMAKER
lijk een gevangenis? Een nieuwe
muur opgetrokken rond onze ziel.
maar zij is nog altijd haar eigen
middelpunt. Tot deze ontdekking ko
men alle gevangenen en het betekent
het begin van nieuwe gevaren en
nieuwe kansen".
..Aanvankelijk is de gevangene ont
zet door zijn opsluiting, hij beoor
deelt zijn toestand niet op zijn eigen
mérites, maar in termen van de
wereld daarbuiten. Tevoren was hij
vrij en hij vocht en hij bouwde, mis
schien heeft hij nog niet lang gele
den liefgehad en is de herinnering
daaraan nog dichtbij en warm. Nu
is hij afgesneden, buitengesloten, uit
geworpen en nutteloos gemaakt. Zijn
geest is vervuld van bittere tegen
stellingen. In dit stadium van ont
wikkeling van een tot levenslang
veroordeelde verspilt een redelijk
wezen vaak zijn uren met uitvoeri
ge protesten tegen zijn behandeling
en kibbelt hij over kleine privileges
waarop hij volgens zijn rang recht
meent te hebben. Hij wil met zijn
kop door de muur. Hij kan ten prooi
vallen aan gerationaliseerde fanta
sieën. Hij wordt voortdurend door
geruchten gekweld, hij raakt ver-
Door
Juliette Spiegel
strikt in grieven tegen zijn bewakers
of zijn lotgenoten. Hij ontwikkelt
een obsessie voor kalenders, touw.
bezittingen hij hamstert of verbergt
dingen allen"aal direct of indirect
symbolen van de wereld daarbuiten.
De vlucht, die daarna de plaats in
de gedachten inneemt, is in het be
gin een soort waanzin, geen vrijla
ting waarop gehoopt kan worden,
geen plicht die vervuld moet worden
als de kans zich voordoet, maar een
knagen aan de geest die de vrede
vernietigt en het initiatief verlamt".
„De verandering begint vaak klein,
zoals ook grote veranderingen in het
gewone leven buiten de gevangenis
klein beginnen. De gevangene be
machtigt een kussen, een beetje min
der hard dan de schoen waaraan hij
gewend was, of hij schikt zijn deken
zodanig dat hij in staat is het eerste
Jicht te zien, zodat hij weet dat de
dag begonnen is en hij heft zijn han
den op om de eerste zonnestraal op
te vangen. Of hij ademt de geur in
van wat kruiden die hij heeft aan
geraakt tijdens zijn toegestane half-
uurlijkse wandeling, of hij ontvangt
een boek. Voor de eerste maal tij
dens zijn gevangenneming wordt hij
door het comfort van het kussen, de
schoonheid van de lichtval, de vreug
de om de geur en dat boek gedre
ven het gevangenisleven te zien als
iets op zichzelf staands, met zijn
eigen verhoudingen en tegenstellin
gen en niet louter als een uitsluiting
uit zijn vroegere bestaan Dit is de
eerste genade die neerdaalt op de
gevangene. Alsof het leven zelf hem
wakkerschudt om hem te behoeden
voor verharding van het hart.
Vervolgens begint elk van ons, na
aanvankelijk te hebben gedacht, dat
de weken, de maanden, de Jaren
waren vermorst, tijd als een ge
schenk te beschouwen. Lag het eerst
zwaar in zijn handen, nu begint het
hem door de vingers te glippen. Hij
wordt verlost van de schandelijke
zonde van de verveling en begint
zijn boek te lezen".
„Sommigen nemen de pen ter
hand en gaan proza of poezie schrij
ven. Niet met het oog op onmiddel-
lijke publikatie. Ik doe het ofschoon
ik van te voren weet dat het geen
onmiddellijk effect zal hebben. Voor
de wereld is het op het ogenblik nut-
teloos, maar het heeft waarde. De
De eerste zonnestraal komt het celvenster binnen. De dag is begonnen. een van de vele. altijd dezelfde
Haar Berlijn om het zes eeuwen oude beeld van Hejrüiti te aanschouwen. Diep in ons dragen
wij het zaad der beschaving.
ontdekking dat wat hij doet waarde
vol is maar niet nuttig, betekent ge
loof ik, voor een man van deze eeuw
een wedergeboorte. Een ongedroom-
de geestelijke rust valt hem ten
deel.
Ik herinner me wat Anatole Fran
ce zei en ik kan het hier volledig be
amen: „Heldendom en toewijding
zijn als grote kunstwerken, ze heb
ben geen object buiten zichzelf"
„Er is een onverdraaglijke een
vormigheid in het leven van een ge
vangene totdat hij verscheidenheid in
zichzelf ontdekt: ook is er een on
verdraaglijke ondergeschiktheid tot
dat hij toevlucht vindt in kern van
de vrijheid".
„In het begin wordt de gevange
ne gekweld door het gedwongen
nietsdoen. Maar na enige tijd kan
hij met Gods hulp en zegen in
zichzelf een klein vogeltje ontdekken
dat hoopt boven de wolken uit te ko
men. Maar het arme kleine ding
wordt door de stormen vaak terug
geslagen en gedwongen met kloppend
hartje te gaan zitten uitblazen tot de
storm geluwd is en dan maakt het
een voorspoedige vlucht naar boven
en zingt".
„Wel, een van de zeer oude gezeg
den uit het oosten luidt: „hij is een
ware heilige die u verzoekt niet de
deuren te sluiten, de adem in te hou
den en de wereld te verzaken, die u
leert stil te zijn in al uw bedrijvig
heid". Maar hoe zal een man dit
leren wanneer hij niet weet dat het
geleerd moet worden? Een gevangene
kan al deze dingen leren en doorge
ven, want, hoewel hij zich nooit
rechtstreeks tot de wereld wendt die
wereld is niet blind of doof voor
een vogel die hoog boven de wol
ken zingt, zeker niet wanneer hij
God en de engelen als gezelschap
heeft verkozen en aan de aandacht
van de mensen is ontsnapt
Het zijn niet altijd poëtische brie
ven die Sajjid Loetfi schrijft. Ze
zijn zelfs niet altijd samenhangend
Er is geen ontkomen aan de vraag
in hoeverre ze, zich op schizofrenie
beroepende advocaat tijdens de
verdediging, alleen maar verlichting
van de strafmaat op het opg had. Die
vraag is niet te beantwoorden. Wel is
Loetfi's toenemende geestelijke ont
reddering op te maken uit het feit
dat de samenhang van zijn brieven
omgekeerd evenredig is aan de hoe
veelheid die hij verzendt.
Door de Kerstkaartenactie 1969
van Amnesty International ontving
hij van de vele, over de hele wereld
verspreide, leden, blijken van mede
leven en belangstelling. Hij heeft
steeds geprobeerd al deze mensen
persoonlijk te bedanken. Gedwongen
zich daarin zekere beperkingen op te
leggen, koos hij in elk land een „se
cretaresse" die hij opknapte met een
lijst van namen en adressen van
landgenoten, waarheen zij zijn con
cepten uitgetypt mocht verzenden.
Naarmate de belangstelling uit het
buitenland toenam, verstrikte hij
zich steeds meer in gecompliceerde
manipulaties. Hij liet bijvoorbeeld
in Denemarken brieven sturen naar
mensen in Holland en omgekeerd.
Het is wel het vermelden waard
dat de Egyptische autoriteiten zich
in tolerantie t.a.v. deze briefwisseling
gunstig onderscheiden van andere re
gimes die zich veroorloven mensen
met afwijkende denkbeelden in
kamp of kerker te werpen. Onbe
grijpelijk blijft dat deze zelfde auto
riteiten niet inzien dat Sajjid
Loefti buiten het bereik ligt
van begrippen als straf en
berouw Zijn brieven hebben,
naast een niet aflatende opstan
digheid. een tendens naar een zeker
masochistisch martelaarschap. Dan
is hij de Mohammedaanse Jezus die
zich met berusting en gepaste vreug
de, omdat zijn God dit van hem
vraagt, voor ons aan het kruis laat
nagelen. En als martelaar kan hij.
juist door zijn toenemende populari
teit, voor de autoriteiten veel onaan
genamer worden dan als vrij man,
die niet zo gemakkelijk een baan
zal kunnen vinden en zo op „na
tuurlijke" wijze in de vergetelheid
zou raken.
Vaak zijn zijn brieven, zij het
doorspekt met „lieve vriend of
vriendin, ik erken je nobele bedoe
lingen", die van een betweter, onge
duldig, ruzieachtig. Soms maakt hij
duidelijk dat maar één persoon de
ware wijsheid in pacht heeft.
Pleidooi voor celibaat
In zijn betere momenten kan hij
die wijsheid op zeer fraaie en patriar
chale. soms ontroerende wijze on
der woorden brengen:
„Misschien vind je het zelfs ver
velend om te horen, maar mannen
die de ware geest bezitten kunnen
eenzaamheid verdragen. Zij schep
pen er genoegen in de wereld en de
natuur te beschouwen. Zo'n man is
in staat strenge discipline over het
lichaam uit te oefenen. Het „lagere
dier" in hem buigt zijn kop niet in
het stof en de modder. Hij wordt niet
beheerst door hevige begeerten, de
wortel van alle kwaad. Dat wil niet
zeggen dat hij er niet aan ten prooi
kan vallen of dat hij geen zinnelijke
genoegens zou willen beleven, maar
beperkt, niet overheersend tot op het
punt waarop het destructief wordt"
„Een man, begiftigd met geest en
talent, heeft de verplichting zich ge
heel aan de belangen van anderen
te wijden. Daartoe heeft hij een mate
van intellectuele kracht nodig die ver
uitgaat boven wat nodig is om het
gewone individu te dienen. De geest
van zo een persoon is afhankelijk van
de relatie tussen zijn intellect en dat
van andere mensen, waarin het zijne
het hunne moet overtreffen, tenge
volge waarvan zijn wil ook starker is.
Niet. zoals jij het spottend noemt,
van de heer en meester Het is dan
ook de reden waarom geest en geluk
niet noodzakelijkerwijs samen hoe
ven te gaan. En waarschijnlijk ook
waarom ik niet te klagen heb over
wat ik altijd mijn lange droeve reis
pleeg te noemen".
„Je moet ook bedenken dat de
geest van hem die gekweld wordt
door zorgen, verteerd door het vuur
van zijn passie of de heftigheid van
zijn begeerten, is gekluisterd en niet
meer vrij is zich te bewegen. Het
feit dat zijn intellect, het enige on
schuldige stuk van de menselijke na
tuur. de boventoon voert, verleent
hem een waardigheid die hem boven
anderen verheft, waardoor hij aan
spraak mag maken op respect en ge-
negeheid.
„Je had het over cultuur; geloof
maar dat het leven hier begon en de
liefde ook. Toen jouw land nog be
stond uit water en moeras had zich
hier al een beschaving gevestigd, zo
fantastisch, dat de menselijke voor
stelling het nauwelijks kan bevat
ten. We hadden koninginnen, legen
darische vrouwen, zevenduizend jaar
geleden en de mummies van de py-
ramidebouwers worden vol piéteit in
onze musea bewaard. Nooit zal ik de
dag vergeten waarop ik naar Berlijn
ging om te schrijven over het unieke
beeld van Nefretiti dat ze daar heb
ben. De directeur, een oude en res
pectabele Egyptoloog, vertelde mij
op nederige toon hoe hij over mijn
voorvaderen dacht. Stel je voor, het
beeld van Bibi de eerste had al
ogen van gekleurd glas. zesduizend
jaar geleden. Aan het eind van zijn
betoog voelde ik mij temeer bedroefd
om de huidige situatie in mijn land,
maar het was zo heerlijk nog eens
te horen dat we het zaad van de
beschaving diep in ons dragen en
dat we nog altijd in staat zijn het
beste wat het leven te bieden heeft
te bouwen en op te richten
Sajjid Loetfi met vrouw en kind in gelukkiger dagen.