Witte-Singelproject niet uitvoeren" K en K over niddenstands- warenhuizen L.I.A.M. 19 Gebouw is te klein - verkeerschaos dreigt UNIEK AANBOD iTERDAG 21 NOVEMBER 1970 T**'"^LAD PAGINA 3 LEIDEN Als er aan iets een grote behoefte bestaat en de kans zich voordoet om daarin te voorzien, zal zich licht de nei ging voordoen om zonder overleg tot de daad over te gaan. Dat brengt dan het gevaar mee van een beslissing waarbij aan be zwaren daartegen niet de nodige aandacht wordt geschonken. Een voorbeeld: Toen het indertijd meer en meer duidelijk werd. dat het groot auditorium van de Leidse Universiteit niet genoeg ruimte bood voor de plechtige bijeenkomsten waarvoor het was bestemd, deed de gemeente Leiden het rijk een aanbod tot koop van bouwgrond in het Van der Werfpark voor de bouw van een auditorium maximum. Aan de kant van het rijk bestond echter een veel grotere behoefte aan een ander ge bouw. Het museum van Natuurlijke Historie was n.l. op het Rapenburg ondergebracht in een gebouw, dat voor een groot deel uit hout was opgetrokken. "'t - 'Jkï Dr. F. P. Muller: ,J1ieuwe gemeenteraad kan uitvoering nog (Foto LD/Holvast) LEIDEN „De middenstand zal steeds meer terrein verlie- q aan de grote warenhuizen; de superwarenhuizen van AH n ons allemaal bekend en met de opkomst van de Ameri- mse bedrijven staat de middenstand flink op de tocht'. Dit verklaarde mr. G. E. Schippers, fcteur van het Algemeen Project- twlkkelingsbureau Midden-Neder- !d gistermiddag op een' byeen- üst georganiseerd door de mid- Ktandscommissie van de Kamer Koophandel voor Rijnland on- voorzitterschap van de heer C. «poel. Op deze bijeenkomst waren de be- ireiï van de middenstandvereni- «en uit de regio Leiden uitgeno- i om voorlichting te krijgen er de mogelijkheden van een mid- nstandswarenhuis. Mr. C. E. Schippers liet aan de »nd van dia's van Zweedse mid- istandswarenhuizen zien, wat het ultaat van een dergelijke samen ging kan zijn. De samenwerking beperkt zich niet één aspect van de detailhandel, Is b.v. winkelconcentraties, waar de reclame en de feestweken ge- ïenljjk worden georganiseerd. Er eerder sprake van een samenwer- op alle gebieden, die zowel het field als de financiën omvat. -Het is misschien een knuppel in hoenderhok", zei de heer Schip pers, „maar bij een dergelijke samen werking kunt u niet onder uw e'gen naam optreden. Door voor het wa renhuis 'n gemeenschappelijke naam te nemen, kunnen o.a. de advertenties een groter publiek bereiken". Mr. Schippers noemde de middenstands warenhuizen: „Een' vorm van ruim telijke samenwerking in een commer cieel centrum". Ruimtelijke omdat de verschillende detailhandelaren in een dergelijk centrum volkomen geïntegreerd zijn er zijn geen afscheidingen tussen de verschillende zaken, zelfs geen wan den. „Belangrijk is ook, dat er niet zoals in winkels een koopdrang is. men kan vrij rondlopen. Ook moet er rekening gehouden worden met het feit, dat Tooodschappen moeten doen' er steeds meer uitgaat. Hoe meer vrije tijd men kreeg, hoe meer het winkelen, een recreatieve functie kreeg. Men gaat voor de gezelligheid naar een warenhuis. De impuls tot kopen ligt hier dan ook honderden procenten hoger dan in kleine za ken", aldus mr. C. Schippers. Tegenwoordig huisvest het een an der museum; de oudheden, die er thans in ten toon wordén gesteld, zijn voor verreweg het merendeel niet brandbaar De ver-ameling op het gebied der natuurlijke historie bestond echter grotendeels uit in alco hol geconserveerde preparaten van dieren. De toenmalige directe; r van j het museum van Natuurlijke Histo rie. dr. Jentink, beweerde dat hy geen nacht meer rustig sliep ten ge volge van de vrees voor een nieuwe ramp in Leiden door het in brand raken van al die alcohol; daardoor kon een groot deel van het Rapen burg in de as worden gelegd. Die vrees was niet ongegrond, te meer omdat destijds de brandweer, zo'n 70 Jaar geleden, nog maar over beschei- den blusmiddelen beschikte. Het rijk aanvaardde het aanbod van de gemeente, maar het stichtte in plaats van een auditorium maxi mum een gebouw van steen en ijzer waarin de brandbare verzameling van het museum van natuurlijke his torie veilig werd opgeborgen. Leiden gedupeerd Leiden was toen op twee wijzen gedupeerd: een auditorium maximum had de universiteit niet gekregen en het Van der Werfpark was ernstig verminkt. De gelegenheid om het mu seum te bezichtigen was daarbij ook nog verloren gegaan, want toen het gebouw aan de Raamsteeg werd op getrokken. moest het rijk zich voor lopig beperken tot 't stand bren gen van een magazijn en werkka mers voor het personeel. Later zou het nog wel worden uitgebreid met zalen waarin het publiek weer als voorheen de opgezette dieren en ske letten kon bezichtigen. Van de uit breiding is evenwel nooit iets geko men. Wel nam de verzameling die ren voortdurend toe. Thans blijkt, dat het gebouw te klein is geworden, terwijl de plaats waar het staat, geen ruimte voor uitbreiding biedt. Er zal dus mettertijd ergens anders in Leiden een nieuw museum van Na tuurlijke Historie moeten worden ge bouwd. Terrein Doelenkazerne Een analoog geval doet zich thans voor met het Witte Singel plan. Er staat ons een herhaling te wachten van het stichten door het rijk van een gebouw ten dien ste van de wetenschap op een ter rein, dat daarvoor te klein blijkt te zijn, zodat een latere uitbrei ding is uitgesloten. Ook ditmaal blijken weer ondoordacht snel beslissingen te zijn genomen on der invloed van een neiging om in dringende behoeften te voor zien. Het plan om aan de Witte Singel een gebouw voor de A-fa culteit te stichten toont veel over eenstemming met de bouw van een auditorium maximum In het Van der Werfpark. Dat blijkt als wij ons hier de gang van zaken goed realiseren. Het begon ook ditmaal met de behoefte aan een auditorium maxi mum. Dat moest vlakbij het aca demiegebouw kunnen worden gesticht op het terrein van de Doelenkazer ne. Het ministerie van defensie wei gerde het echter te ontruimen Intussen had de universiteitsbiblio theek grote behoefte aan een veilige huisvesting van de kostbare verza meling boeken en tijdschriften. In een nieuw gebouw zou de inrichting daarvan in overeenstemming kun nen worden gebracht met de tegen woordige eisen van studie en weten schappelijk onderzoek waarvoor boe ken en tijdschriften onmisbare hulpmiddelen zijn. Het bibliotheek gebouw aan het Rapenburg kon daarvoor onmogelijk geschikt worden gemaakt. Als een uitkomst werd het daar om beschouwd toen een niet te ver van academiegebouw gelegen bouwterrein beschikbaar kwam, door dat het Diaconessenhuis van de Witte Singel naar de Houtlaan werd ver plaatst. Evenwel zou de bibliotheek daar. anders dan aan het Rapenburg, tamelijk ver verwijderd staan van de over een groot deel van de binnen stad verspreid liggende huizen en ge bouwen waarin de afdelingen van de A-faculteiten waren ondergebracht, gaf de stoot tot het denkbeeld om die allemaal in één groot gebouw nabij de bibliotheek te verenigen. Nu her- I haalde zich weer min of meer de geschiedenis: de uitvoering van dat denkbeeld werd ook ditmaal weer ter hand genomen zonder dat eerst rij pelijk werd onderzocht of er toch niet te grote bezwaren tegen beston den. Plannen om in het Van der Werfpark een auditorium maximum te bouwen gingen indertijd niet door. Het Rijk had voor de grond een andere bestemmingbouw van het museum van Natuurlijke Historie. (Foto LD/Holvast) ongeschikt project omdat archi- i tect en bouwcurator niet geneigd zijn hun pogingen om het te ver- I wezenlijken op te geven? Of moe- j ten zij de uitvoering stopzetten I en zich beraden over een andere j wijze om in de behoeften van de I universiteit te voorzien? Dan mogen wij hopen, dat ook de stichting van een auditorium alsnog in een nieuw bouwplan wordt opge- j nomen. Nu is de toestand zodanig, dat plechtige bijeenkomsten óf in de Pieterskerk worden gehou- I den. waarvan de grote ruimte voor I kerkdiensten is ingericht en niet voor het uiteenzetten van onderwer- j pen van wetenschappelijke aard voor een gehoor dat zich tegenover de I kansel heeft geschaard, óf in het veel te kleine groot-auditorium, dat slechts een deel van de belangstel lenden kan bevatten, zodat de overi gen plaats moeten nemen in college lokalen. waarin zij de spreker wel j horen praten, doch niet te zien krij- gen. hetgeen een absurde in- j druk maakt. Voor het houden van congressen zou trouwens een audi torium maximum bijzonder welkom zijn. Waarom niet bouwen Diaconessenhuis Het gemeentebestuur was ook thans het rijk in hoge mate ter wille, ofschoon de universiteit alweer geen auditorium maximum zou krijgen. Het bouwterrein dat het beschikbaar stelde, was echter zodanig gelegen dat het slechts aan één zijde kon wor den vergroot en, nu het te klein blijkt te zijn, is er geen sprake van om daarvan gebruik te maken. Integen deel: aldoor is aan de begrenzing vastgehouden zoals die door de Groenhovenstraat voor het terrein van het Diaconessenhuis werd ge vormd. Overigens zeer begrijpelijk als men in aanmerking neemt dat anders nog veel meer huizen zouden moeten worden gesloopt, dan de vele die nu reeds ten offer zyn geval len. Doordat rijk, universiteit en ge meente verzuimd hebben een toch voor de hand liggend gron dig onderzoek in te stellen betref fende de grootte van het bouw terrein, waarbij met name ook met later noodzakelijke uitbrei dingen rekening werd gehouden, staan zij nu voor een moeilijke beslissing. Moeten zij doorgaan met de uitvoering van de ge maakte bouwplannen en zodoen de voortgaan met de verspilling van miljoenen guldens aan een Nu nog een kale vlakte. Op dit terrein aan de Witte Singel is hetgebouw voor de A-faculteiten geprojecteerd. (Foto LD/Holvast) aan Kaiserstraat? Toen de gemeenteraad van Leiden nu al een goed aantal Jaren gele den, zijn goedkeuring aan het Witte Singelplan hechtte, waren de wo ninggedupeerden in het geheel niet in staat om zich een oordeel over de uitvoerbaarheid daarvan te vor men, en voorzover de bevolking van Leiden er aandacht aan schonk, rea geerde zij hoogstends met de vrees, dat de mooie Witte Singel er niet op vooruit zou gaan. Enige opschudding onder de Leidenaren ontstond pas toen bleek, dat de architect een to ren wilde bouwen, die verreweg het hoogste gebouw van ons land zou zijn. De mensen discussieerden over de vraag aangaande het effect dat een dergelijk op de achtergrond op rijzend gebouw op het stadsbeeld zou kunnen hebben. Prof. Bakhuizen van den Brink moest toen nog voor de dag komen met zijn ontdekking, dat het ontwerp van de architect om vele redenen niet deugde, allereerst om dat het bouwterrein te klein was. Feitelijk mag men de architect geen verwijt maken over zijn ontwerp. Bij zijn opdracht om de A-faculteiten aan een gebouw te helpen waarin zij gezamenlijk konden worden on dergebracht, was hij gebonden aan het daarvoor beschikbaar gestelde terrein, en toen de oppervlakte daarvan de lengte en de breedte te zeer beperkte, zag hij zich genood zaakt om een oplossing in de hoogte te zoeken. Dat niet in plaats daar van 't tekort aan bouwterrein archi- ect en bouwcurator aanleiding gaf om van verdere pogingen tot uitvoe ring van het Witte Singelplan af te zien, verklaart de laatstgenoemde door op te merken dat geen ander bouwterrein te vinden was. Een an der, wel te verstaan, dat dicht ge noeg by het academiegebouw lag. Prof. Bakhuizen van den Brink is evenwel van mening, dat tus sen de Kaiserstraat en de Vijfde Binnenvestgracht het gebouw voor de A-faculteiten zijn plaats had kunnen vinden, dus in de binnenstad, waar de Witte Singel reeds buiten ligt. Dat zou ook wel de sloping van huizen hebben meegebracht, maar nu in een mettertijd toch voor sanering in aanmerking komend stadsdeel. Buiten de binnenstad is nog stel lig wel bouwterrein te vinden. De bouwcurator, ir. D. de Graaf beweert intussen dat ook het terrein in de Leeuwenhoek, „krap 120 hec taren", geen ruimte biedt voor de bouw van de gehele universiteit, maar hy vertelt ons niet waarom hier ook al geen sprake van enige uibtbreiding zou zyn. Als inderdaad de universiteit voor de vestiging van alle faculteiten slechts de beschikking zou hebben over twee te kleine ter reinen immers moeten wy terdege I rekening houden met noodzakeiyke toekomstige uitbreidingen ten behoe- ve van de B-faculteiten dan zou den de vooruitzichten voor de univer siteit wel uiterst somber zyn Ir. de Graaf legt er zich by neer: „Wy zitten muurvast", meent hy, en hy zoekt troost in de instemming met het Witte Singelplan van een paar bureaus en de provinciale planologi sche dienst, waarby hy moeilykhe- den voor het wegverkeer ten gevolge van een verwezenlyking van het plan bagatelliseert. Zulk een houding is fataal. Iets geheel anders is hier hoog nodig: een grondig onderzoek aan gaande perspectieven om aan de uni versiteit de verzekering te verschaf fen. dat zy niet beducht behoeft te zyn om zelfs in een verre toekomst geen kans meer te hebben om zich nog verder uit te breiden. Nu de bouwcurator het Witte Sin gelplan niet wil opgeven omdat naar zyn mening een alternatief ont breekt. en hy blykbaar aan een te klein gebouw de voorkeur geeft bo ven in het geheel geen, zou men zich op het standpunt kunnen stellen, dat de universiteit en het ryk moeten uitmaken of zy zich daarmee kun nen verenigen, de eerste als belang hebbende en de laatste als geld schieter. Dan zou men evenwel over het hoofd zien dat verwezenlyking van het Witte Singelplan de gemeen te onvermydelyk noodzaakt om zo veel mogelyk te voorkomen dat de in gebruikneming van het gebouw een verkeerschaos meebrengt. De Witte Singel tussen Noord- eindsplein en Witté Rozenstraat is in tegenstelling tot andere Leldse singels geen drukke verkeersweg, maar dat zal veranderen als docen ten, wetenschappeiyke medewerkers, studenten en bezoekers het gebouw moeten binnengaan en weer verla ten. Op een terrein met een net van ruime verkeerswegen zyn zulke op eenhopingen van weggebruikers snel verspreid, maar het smalle Noordein de aan de ene en de drukke Haag- weg aan de andere kant van het punt waarop de Witte Singel tussen twee bruggen met een belangryke invals weg van de Leidse binnenstad is ver bonden. moeten ons de enorme moei lijkheden doen inzien die uit een overbelasting van wegen moet voort vloeien. Het gemeentebestuur wil daarom een brug over het Galgewa ter leggen, die de verkeersstroom een verbinding van de Witte Singel met de Morssingel verschaft, doch daar door zou een kruispunt ontstaan, het geen weer nieuwe moeilykheden voor het wegyerkeer zou meebrengen, en het is de vraag of de in het voor uitzicht gestelde gedempte Trekvliet. waarover een verbinding met 't zui- delyk deel van Leiden is geprojec teerd. zoveel verkeer zal aantrekken, dat voor een verkeerschaos niet meer behoeft te worden gevreesd. Medewerking van de gemeente aan de totstandkoming van het Wtite Singelplan betekent dan ook dat zy zich onoverkomeiyke moeilykheden voor het wegverkeer op de hals haalt, want ook de stroom van auto's, fiet sen en voetgangers tussen het uni- I versiteitsgebouw en straten, die op J de Witte Singel en de gedempte Trek vliet uitkomen, zal opstoppingen ver- oorzaken. I Het raadslid J. Lyten, thans wet- houder heeft indertyd op grond van die moeilykheden een poging gedaan om de gemeenteraad te bewegen te- rug te komen op zyn instemming met het Witte Singelplan. De meer derheid van de raad stelde zich ech ter op het standpunt dat de gemeen te, nu zy eenmaal met het plan ak koord was gegaan, dat niet meer kon herreopen. De uitvoering is intussen aanzieniyk vertraagd doordat het Hoogheemraadschap Rynland geen toestemming tot demping van de I Trekvliet gaf omdat het Korte Vliet- kanaal nog niet gereed is. Nu het onlangs wel toestemming heeft ge geven, behoeft nog niet de hoop te worden opgegeven, dat uitstel hier op I afstel zal uitlopen. De gemeenteraad is zijn nieuwe samenstelling is wellicht in staat om alsnog de uitvoering van het Witte Singelplan te beletten. Bo vendien wil de regering enerzijds om zoveel mogelijk werkkrachten voor de bouw van woonhuizen te verkrijgen, de stichting van ge bouwen sterk beperken en ander zijds belangrijk bezuinigen op haar eigen investeringen. Ook het gemeentebestuur van Leiden heeft er belang bij, dat het niet door de uitvoering van een uni versiteitsplan gedwongen wordt gelden te voteren, waaraan het liever een andere bestemming zou hebben gegeven. Bewoners van huizen in de om geving van het bouwterrein aan de Witte Singel, alsmede de voorzitters van de roeiverenigingen De Vliet, Die Leythe en NJord, hebben Ged. Sta ten van Zuid-Holland verzocht om het besluit van de Leidse gemeente raad van 24 augustus JJ. betreffende het ter beschikking stellen van gel den voor de demping van de Trek vliet en de aanleg van een weg ter plaatse, niet goed te keuren. Op grond van de verwachting, dat bin nen afzienbare tyd de gemeente toch niet de geldmiddelen zal bezitten voor de demping van de gehele Trek vliet en de aanleg van de daarover geprojecteerde verkeersweg, zou de gedeeltelyke demping thans uitslui tend geschieden ten behoeve van de uitvoering van het Witte Singelplan Hier moet de vraag worden gesteld of er wellicht een alternatief voor een weg over de gedempte Trekvliet te vinden is, zodat men niet kan beweren, dat de demping mettertyd toch moet plaatsvinden en j toch moet plaats vinden en een aan een gedeeltelyke demping besteed be- drag niet uitsluitend ten behoeve van de universiteit is uitgegeven. DR. F. P. MULLER, ADVERTENTIE Wy verkregen door byzondere inruil de volgende occasions: MERCEDES BENZ 250 S van le eigenaar, bordeaux rood met cognac, texlederen bekle ding. Pook schakeling, niet van nieuw te onderschelden. MERCEDES BENZ 250 S Zeer mooie auto, beige met cognac texleder interieur, pook- schakellng. Deze wagens worden door ons onder volledige dealer-garantie verkocht. INRUIL EN FINANCIERING. Gaarne verschaffen wy U alle gewenste inlichtingen omtrent deze byzon dere occasions. VONDELLAAN 45 LEIOEN TEL.44545

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 3