EEN LESJE IN BIKKELHARD ZIJN ïalie s exclusieve jachthaven Strijd om Montecristo )e Amerikaanse zwemmer Jeff Farrell won bij de Spelen van Rome in 1960 twee gouden medailles; ui, tien jaar later, is een boek verschenen over de zware omstandigheden waaronder hij zwom RUUD PAAUW JTERDAG 21 NOVEMBER 1970 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA IS Tijdens de Olympische Spelen van 1960 in Rome won de Amerikaanse zwemmer elix Jeffery (Jeff) Farrell twee gouden medailles als slotzwemmer van resp. de 4 x Jöm vrije slag ploeg en de 4 x 100 m wisselslagploeg van de Verenigde Staten. Een ooie prestatie, zeker, maar niet iets om vurig over na te kaarten. Er zijn imposan- re daden op de Spelen geregistreerd dan die van Jeff Farrell. Althans zo op het eerste M ►zicht. Nu, tien jaar nadat hij met de wedstrijdsport stopte, is er in Amerika een boek rerzijn zwemcarrière verschenen. En dan vooral over de periode die aan zijn Romeinse 3ccessen voorafging („Six days to swim" door Jean Henning, uitgegeven door Swim- ing World, 12618 Killion Street, North Hollywood, Verenigde Staten). Het moet j wel om iets bijzonders gaan. En dat gaat het ook. Jeff Farrell even voor de fi- 100 meter vrije slag tijdens lelecties in Detroit. Hij zou iTin de derde plaats bezetten. ren zijn zwemtnoek is nog een van de waterdichte band htbaar die om zijn middel zit. i dagen tevoren ivas hij geope- vd. Felix Jeffery Farrell verrichtte in die warme julimaand een op vallend spektakelstuk, waar men zelfs in het aan stoer- en hard heid gewende Amerika met res- pech en huiver naar keek. Jean Henning heeft een voorbeeldig stukje research verricht. Zij is alle hoofdpersonen in het drama nog eens afgegaan. Helaas heeft zij een ivat naive, soms nogal sen timentele stijl van schrijven, zo als je in meer Amerikaanse sport boeken aantreft. Maar dat moet dan maar voor lief genomen wor den. Het belangrijkste is dat deze les in moed en hardheid tenslotte geschreven is. Jeff Farrell was geen natuurtalent. zoals in later jaren een Schollander of een Spitz. Hij moest harder dan anderen werken om de weg omhoog te vinden. En het duurde lang voor hü de top bereikte. In 1956 faalde Farrell m zyn poging een plaats te verwerven in de Amerikaanse Olym pische ploeg. Nee. Farrell was geen wonderman. Successen van betekenis I begon hy pas te boeken in 1959 toen hy 22 jaar was in Amerikaanse ogen een veteranenleeftijd) en ver bonden werd aan de universiteit van Yale. In dat jaar werd hij Ameri kaans kampioen 100 en 200 m vrije slag en Panamerikaans kampioen op de 100 meter. Kiphuth Bij Yale stond Farrell onder lei ding van de beroemde Bob Kiphuth. coach van vier Amerikaanse Olym- ische zwemploegen (1928—1948); een man die groot en grijs geworden was in de zwemsport. Wat hij van de zwemmerij niet af wist, mocht abso luut geen naam hebben. Men zei dat zyn aderen gevuld waren met wa ter. maar dat leek sommigen wat overdreven. Farrell werd Kiphuth voornaamste troef in het Olympisch jaar 1960. In juli bevestigde Farrell nog eens nadrukkelijk zijn kandida tuur voor Olympisch goud. Hij won door de Amerikaanse titel 100 meter in 54.8 slechts 0.2 sec. verwijderd van het wereldrecord dat de Australiër Devitt in 1957 had gevestigd. Ook het kampioenschap op de 200 m prolongeerde hij. Maar dat alles was nog niet voldoende om zeker te zijn van een plaats in de Ameri kaanse Olympische ploeg. In de V.S heeft men daarvoor een speciale (eenmalige) selectie-wedstrijd Wie daar de ereplaatsen bezet, wordt uit gezonden. Je kunt in een Olympisch jaar we reldrecords aan de lopende band ves tigen. maar faal je bij de selectie dan helpt er verder geen lieve moe der meer aan Je krijgt dan geen plaats in de Olympische ploeg. Het is een hard. maar wel eerlijk sy steem. Iedereen weet precies waar hij aan toe is. Bovendien: een Olym pische finale zwem je ook maar één keer. In 1960 was het zo dat de num mers 1 en 2 op elk nummer naar Ro me zouden gaan. in verband met de toen geldende FINA-bepaling dat per land slechts twee zwemmers aan een nummer mochten deelnemen. (Voor die tijd waren dat er steeds drie geweest, na 1960. trouwens weer). Bewusteloos Op 27 juli 1960. drie dagen na de Amerikaanse kampioenschappen en zes dagen voor de beruchte Olym pische selecties in Detroit, werd Farrell 's ochtends vroeg bewuste loos aangetroffen in de wasgelegen heid van het trainingskamp. Kiphuth en een paar zwemmers vervoerden hem vliegensvlug naar een zieken huis. Een arts constateerde daar bij de inmiddels weer bijgekomen Far- er sceptisch tegenover, maar waren tenslotte bereid mee te werken. In- russen stroomden de telegrammen van medeleven het ziekenhuis van Detroit in. Farrell was een zeer ge- dienen figuur in de Amerikaanse dwemgemeenschap. Een paar dagen na de operatie Tleed Farrell voorzichtig in het wa fer van het zwembad, dat bjj het zie kenhuis hoorde. Hij was beplakt en lepleisterd en om zijn middel was en waterdichte band aangebracht. Na een baan zwemmen vroeg Kip- uith gespannen: "Doet hef pün?" ^arrell keek hem aan rhet een ver rokken gezicht en zei: "Nee. alleen "Os ik lach". Tijd Jeff Farrell. Amerikaans kam pioen 100 en 200 meter vrije slag in 1959 en 1960, toont een van zijn medailles. rell een acute blindedarmontsteking en liet alles in gereedheid brengen voor een operatie. Farrell vroeg wanneer hij weer zou kunnen zwemmen. "Over een week of drie misschien" was het antwoord. Maar dan wel heel rustig zwemmen Farrell zweeg, verplet- ferd. Daar ging al zijn trainingstijd en moeite Zoals Arthur Daley later in de New York Times schreef: ..Het leek of het mes van de chirurg met j de blindedarm tevens zijn Olympi- sche kansen wegsneed". De dag na zijn operatie vroeg de rusteloze Farrell of hij al vast in bed zijn armspieren mocht oefenen. Het werd toegestaan. Kiphuth over legde met de artsen of er niet toch een kansje bestond dat hij er bij de 1 selecties bij zou zijn. Praten, bekij ken. weer praten. De artsen stonden Elke dag ging het beter, maar de dagen van de selecties naderden nel. O. als hü maar tüd had. tijd. ijd, tüd. tüd. Zelfs de harde heren van het se'ectie-comité waren nu och geroerd. Zij wilden hem. onbe- wist Amerika's snelste sprinter, dat gezwoeg en geploeter besparen. Zü loden hem een paar dagen uitstel aan (op 13 augustus zou de Ameri kaanse ploeg naar Rome reizen). In zoverre dan dat hy niet voor de per- ■oonlyke nummers aangewezen zou worden, maar later een kans zou krijgen zich in de 4x200 m estafette ploeg te zwemmen. Farrell. wanho- pig maar beheerst, weigerde. "Ik kan niet als geschenk aannemen vaar een ander hard voor moet knokken". Bovendien wilde hij per se een poging wagen zich voor de 100 meter sprint te klasseren. Farrells kansen stonden slecht. Hy had weliswaar veel van zyn oude snelheid terug, maar hü leed nog PÜ'n. Vooral de start leverde moei lijkheden op. Hü kon door die band om zün middel niet goed voorover buigen. En de keerpunten vielen hem zwaar. Het ergste van alles was dat de selectie op de 100 m hem noodzaakten én 's middags (se ries) en 's avonds (halve finales) te zwemmen. Aan de vooravond van de wedstrijden vroeg hij zich diep be zorgd af: "Hoe red ik dat. twee wedstrüden op één dag9" Voor de selecties begonnen, bood de Amerikaanse Zwembond hem we derom uitstel aan. Farrell wees het opnieuw van de hand. Daarop legde men hem een verklaring voor waar in stond dat hü voor eigen risico startte en de bond geen enkele ver antwoordelijkheid voor de gevolgen kon nemen. Farrell tekende het stuk zwügend. Langs de kant stond een arts. die hem nauwlettend zou vol gen. Farrell kwam tot veler verras sing door series en halve finales heen. Hü sliep goed die nacht, maar bleek bü het ontwaken erg stüf- Aan de pün raakte hü gewend. Hij zwom de finale, later op de dag. büzonder goed. Dat wil zeggen; gedurende an derhalve baan. Vüfentwintig meter voor de finishwand, toen hü samen met Larson aan kop ging. gebeurde het. Hij raakte uit zün koers en sloeg met één arm keihard op de baanafscheiding. Wat was dat? Een inzinking, een moment van afwezigheid of pün? Farrell kon het ook later niet ver klaren. Het incident kostte hem ve le tienden van seconden. Hü tikte aan. zwiepte het water uit zün ogen en vroeg aan de scherp turende Kip huth: "En?" Kiphuth wist het niet. de verschillen waren te gering. Op het bord verscheen kort daarna de uitslag: 1. Lance Larson 55.0 2. Bruce Hunter 56.0 3. Jeff Farrell 56 1 In elk Olympisch jaar. van 1896 tot 1968 zou die derde plaats goed ge noeg zün geweest om aan de Spelen mee te doen. Maar juist in 1960 niet, want. zoals gezegd, in Rome mochten er per land maar twee zwemmers aan een nummer deelne men Ach. nee. 1960 was Farrells jaar niet. De Olympische titel op de 100 meter, waar hü zo op geaasd had, zou aan hem voorbügaan. Hü ging ontgoocheld, ziek. mentaal kapot naar het trainingskamp terug. Jean Henning heeft dat in "Six days to swim" sfeervol beschreven. Desondanks stond hü de volgende dag weer op het startblok voor de series 200 meter. Het enige uitzicht dat dat nummer gaf. was een plaats in de 4 x 200 m estafetteploeg, want de individuele 200 m bestond toen nog niet op de Olympische Spelen. Farrell zwom zich weer in de fina le en eindigde daar op de vierde plaats. In het zwembad van Detroit stak een orkaan van gejuich op. Hü zou er in Rome dan toch bü zün. Of hij op de Spelen ook werkelük zou zwemmen, stond op dat moment nog niet vast. De Amerikanen heb ben voor de samenstelling van hun estafetteploegen de gewoonte óp de Spelen nog even een onderling wed- strüdje te houden en de vier besten daar worden pas waardig bevonden de 4 x200 m ploeg te vormen. In de Verenigde Staten is het allemaal niet zo gemakkelijk als in Neder land. Farrell klasseerde zich in Rome als snelste Amerikaan voor de 4 x 200 m ploeg en hü mocht ook de laatste 100 meter van de 4 x 100 m wisselslagploeg voor zün rekening nemen. Vergulde troostprüzen De strüd om de individuele sprlnttitel ging immers langs hem heen. hoe wel hü op dat moment al weer fit genoeg was om iedereen te verslaan. Maar ja, die selecties Imponerend Als slotman van de Amerikaanse estafette ploegen was hü in één woord groots. Hü noteerde voor zün 200 meter een tüd van 2.02.0. veruit' de snelste tussentijd van het hele veld. Het meest imponerend was hü op de laatste 100 meter van de 4 x 100 m wisselslag. In die klam me Romeinse avondlucht, fel besche nen door de lampen, zwom hü daar meters voor de anderen, zo snel. zo soepel en zo ontspannen dat je on willekeurig dacht: dit is geen wed- stnjdzwemmen meer. dit is een de monstratie. De blindedarmoperatie lag toen vier weken achter hem. Ha de ceremonie voor de 4 x 100 m wisselslag liep hij langzaam naar de deelnemertuitgang. De gouden medaille bungelend om zijn hals. Voor h\) in het tunnel tje verdween, riep een der Ame rikaanse trainers: „Jeff. 54.8". Dat was. zoals gemakkelijk te ra den viel. de tijd die h\j voor die laatste 100 meter had nodig ge had. Farrell bleef staan en keek naar de hem voorgehouden stop watch. Vierenvijftigpuntacht, ge zwommen zonder een greintje te genstand en die had hij, de vecht jas altijd graag, want dan vonkte de energie pas goed bij hem op. HIJ glimlachte wat nerveus in dat vale schemerlicht. Op dat mo ment moet hij hebben terugge dacht aan de persoonlijke 100 me ter, waarop de Australiër Devitt een paar dagen eerder met ten tijd van 55.2 Olympisch kampioen was geworden. Nog één keer staarde hij naar de stopioatch. Vierenvijftigacht. Toen draaide hij zich om en liep met krijtwit gezicht de tunnel en de duister nis in. (Van onze correspondent Rudolf Bakker) ROME (GPD) 'Ecco Montecristo' sprak de bootsman met m gezicht alsof hij-wilde zeggen: „Ik heb je wel gewaar- kwd dat het niks zou zijn". Het is vijf uur in de morgen. Het itte jacht Calypsoheeft het anker laten vallen in het glas- ildere water van de 'Cala maestra', wat vertaald zou kunnen vrden als 'belangrijkste vluchthaven' De maan staat nog aan de he ul, Met een blauw-wit licht be gint ze de gladde granietrotsen aan drie kanten de Cala Maes- insluiten. Achter ons ligt de odstille zee, zonder zelfs de kleinste adingsgolf jes. Voor ons vüfhon- fd meter hoog de getande lün de rotstoppen, alleen onderbro-- door het silhouet van een ver den abdü- Als het snel licht wordt komt „de Sa" ook achter de pünbomen te wschijn. In de vorige eeuw ge- nwd door een excentrieke Engels- i, diende ze later als jachthuis koning Victor Emmanuel III nu heeft de .Montecristo spor ty club" er haar hoofdkwartier. De jachten van de 76 leden van de 'b meren in de baai als het weer toelaat. Met kleine roeibootjes nn de gasten naar het vervallen j EJe, dat duidehjk op herstel en elding wacht. Montecristo. met een oppervlakte tien vierkante kilometer en a kustlün van 22 kilometer, ligt üïerwege het schiereiland Monte lentario (met Porte Ercole) en Wica. precies ten zuiden van Elba, ton in 1842 de Franse schrüver l^ttandre Dumas in gezelschap van Kitts Napoleon (zoon van de ex-ko- van Westfalen. Jerome Bona- *te) op weg was van Elba naar eilandje Pianosa om er te gaan j l«n, sprak de bootsman tot de bei- 1 heren, terwül hü op een veelkleu- W granietrots wees die aan de ho- I ton uit het water verrees: „Daar tot u büzonder goed Jagen". „Hoe tot dat eiland dan?" vroeg Dumas 0 de bootsman antwoordde „Dat is eiland Montecristo". Waarop Du- j to, door de naam ontroerd, tot de %Jige prins zei: „Monseigneur, ter tolnnering aan deze reis zal ik een to mijn toekomstige romans de ti- ïv*n .Montecristo" geven". Bet is Edmond Dantés uit Du- to' beroemde avonturenroman ^De graaf van Montecristo", die op het eiland naar de schat gaat zoeken, waarvan een stervende priester hem in gevangenschap vertelde. De imagi naire Dantés is meteen de enige die de schat ook werkelük vindt. Toch is met het eiland nog steeds het ver haal van een schat verbonden, die kloosterlingen er verstopt zouden hebben voor ze in 1553 door de pi raat Dragut uit hun abdü werden verjaagd. Om zeven uur in de ochtend be gint, als we de „Calypso" met een mi nuscuul roeibootje hebben verlaten, de onherbergzame klim naar de res ten van dit klooster. De zon schünt nog niet over de granieten toppen van het eiland heen en de tempe ratuur is koel. Bü het doel aangko- men. blükt er van de abdü bitte: weinig over te zün. In de loop van de eeuwen is het complex steen vooi steen door schatzoekers afgebroken, te beginnen met Cosimo I de Medi ci. die destüds door Dragut eerst werd tegengehouden. In de resten van de kerk zün nog sporen te vinden van de laatste avonturiers, die, ten tüde van de ima ginaire Edmond Dantés. in de vori ge eeuw hun geluk in de bouwval kwamen beproeven. De abdü kreeg zün genadeslag toen de Italiaan se marine haar begin deze eeuw al; doelwit voor schietoefeningen ging gebruiken. Nu lükt ze niet meer dar een vervallen paardestal, die zelfs de grootste kunst-estheet niet meer zoi boeien. Grot Hoewel Edmond Dantés. als hü voor de eerste keer op het eiland aan land gaat. van zün scheepsgenoten te horen krügt dat er niet een en kele grot op het eiland is (en het ..koude zweet" breekt de gelukzoeker op dat moment uit), is dat niet hele maal waar Op ongeveer vierhonderd meter hoogte ligt de grot van de hei lige Mamiliano. Hü leefde in de zes de eeuw en hü gaf het eiland, dat de Grieken Artemisia en de Romei nen Oglasa hadden gedoopt, zün huidige naam. In de grot is een zoet waterbron waarvan het peil stijgt en daalt met de eb en vloed van de om ringende zee en waarvan de echt genote van koning Victor Emmanuel meende dat het geneeskrachtige wer king had. De grot hangt nu vol met kleine offeranden, om raadselachtige reden voornamelük zakdoeken en wie het niet al te warm van het I klimmen heeft gekregen, kan het üs* j koude wonderwater zelf proeven. De abdü die de Benedictü- nen bouwden, werd aan de heilige Mamiliano gewyd en daarmee is de historie van het eiland wel zo goed als verteld. Er waren dwangarbei- j ders en piraten, een excentrieke En- gelsman met zün Parüse geliefde, er waren heiligen en boeven en nu is er de Montecristo sporting club. Deze club is ontsproten aan het brein van dottore Luciano Mattoli. een 48-Jarige, allervriendelijkste, maar scherp berekende zakenman en openbaar-vervoerexpert. die tot opdracht heeft geld met Montecristo te verdienen. Het eiland behoort nu toe aan de staat, maar het werd kort na de oorlog in totaal leeggeplunder de toestand in concessie gegeven aan de grootste visserücoöperatie van Ita lië. die meer staatsdomein in beheer heeft. Deze coöperatie stichtte de firma „Oglasa". die het eiland ren dabel moet maken. Want zo vertelt de Oglasa-divecteur Mattoli de vis serücoöperatie wil de haven van Cala Maestra uitbouwen, zodat er behal ve jachten ook visserschepen kunnen meren. De vissers van Elba en Mon te Argentario moeten nu soms da genlang schuilen achter de onher bergzame kunsten als er onverwacht storm losbreekt. En aan land gaan kunnen ze daar niet. Om het geld voor al die plannen büeen te bren gen, richtte Mattoli de „Montecristo sporting club" op. Voor het bestuur van de club won hij twee prinsen; prins Ferdinando d'Aragona, en prins Scipione Borghese. De club mag niet meer dan honderd leden tellen die uiterst exclusief dienen te zün (en zo veel mogelük geld uit geven). En daar begint de wrüving. die in de Italiaanse pers lucht vond. De exclusiviteit betekent dat voor het Italiaanse volk Montecristo ver loren is (met uitzondering van een kleine strook rond het haventje, waar ook een restaurant-voor-ieder- een wordt gebouwd). Daarin zou verandering moeten worden ge bracht. zo vindt men. als in mei '71 de concessie voor „Oglasa" afloopt. Onder het mom van „openstelling voor het ganse volk" bieden zich op het ogenblik enkele semi-officiële instellingen aan die de concessie willen overnemen en ze maken bü iet ministerie van Financiën, dat de staatsdomeinen beheert, een redelij- ce kans. Maar dottore Mattoli is over dit alles uiterst sceptisch: „Die wil- en immers voor hun eigen fami lies het eiland hebben, waar dan och verder weer niemand op mag". Het haventje van Montecristo, aanlegplaats voor „dure" jagers. Jacht Dottote Mattoli .Uw Pruis Bernhard is hier vaak geweest In de strüd om het zogenaamde terugwinnen van Montecristo is in derdaad veel «chünheiligs. Het eiland biedt aanzienlük minder natuur schoon dan vele andere gebieden in Italië. Voor de leden van de club, die hoofdzakelük komen om te jagen, is de belangrükste attractie maar ook voor de natuurbeschermers de aanwezigheid van de zeldzame Be- zoar-geit (Capra Aegagrus). Deze geit. die Homerus al beschreef als 't wilde gedierte dat nimmer de voet des mensen verjaagde kost het club lid-Jager 1200 gulden per voltreffer. Maar hü mag dan ook alles mee naar huis nemen: vlees, vel en ho rens. Op Montecristo zün naar schat ting driehonderdvüftig van deze Be- zoargeiten. De journalisten die zich tegen de exclusiviteit van Montecristo keren, verzuimen te vermelden dat heel het land van dergelüke exclusiviteiten aan elkaar hangft. Men denke aan de prachtige dulnenkust vlak ten zui- den van Rome's badplaats Ostia, die I ook particulier gebied is. terwül de naar frisse lucht snakkende Romei- j nen met het vull-zwarte zand ten noorden van het plaatsje genoegen moeten nemen. Dottore Mattoli en de zünen den- i ken er voorlopig niet aan hun speel plaats in de Middellandse Zee op te geven. Als we eruit moeten, zo ver telt de dottore, dan blüven we net zo lang zitten tot de staat ons een be- hoorlüke schadevergoeding betaalt voor al het geld dat we in het eiland gestoken hebben. Intussen worden de leden en ad- spiranten wel wat schichtig. Ze wil len geen onzekerheid kopen en niet ln rellen gewikkeld worden. Ook niet in ruil voor het keurige insigne voor hun revers, het jachtinsigne voor hun jachthoed. de vlag voor hun boot. de sleutelbos voor hun auto en de stropdas voor hun exclusieve over hemd. die medelid Martini, juwelier in de dure Romeinse Via Frattlnia allemaal voor hen heeft ontworpen. Prins Bernhard Mattoli heeft nog een. in zün op vatting. zwaarwegend argument te gen een terugkeer van het eiland in staatehanden. Door de nieuwe wet op de regiones, zo betoogt hü valt Montecristo dan onder het regionale bestuur van Toscane en dat is in han den van de communisten. ,Jk weet uit goede bron", aldus Mattoli. „dat de communisten daar nu al zeggen dat ze van Montecristo een tweede Brion (het privé eiland van de Zuid- slavische president Tito> willen ma ken. Maar u komt uit Holland", be sluit de dottore. „en dan kan ik u zeggen dat uw prins Bernhard her- haaldelük onze gast op het eiland is geweest. Er is een goede kans dat hü het erelidmaatschap van de Montecristo sporting club zal aan- i nemen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 15