Ruim gebruik van de
„noodwet" in Canada
„WANNEER DE VN NIET BESTONDEN
MOESTEN ZE WORDEN UITGEVONDEN"
s(OV3 GO.. Stuyvesant
Moeilijk parket voor de regering
■H MOW
BELKACEMKRIM
VERMOORD
Nederlanders over vijfentwintigjarige VN (I)
Drie Marokkanen spoorloos
WOENSDAG 21 OKTOBER 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 7
ADVERTENTIE
Een politieman in burger i felijk overschot van de vermoorde
voorgrondlet scherp op de om- I minister Laporte de Notre Dame
geving als de kist met het stof- wordt binnengedragen voor de
uitvaartdienst.
Van onze correspondent mr. H. L. Leffelaar)
MONTREAL (GPD) De door zijn ontvoerders gedode
minister van Arbeid van de Canadese provincie Quebec, Pierre
Laporteis gisteren in een militair vrijwel verzegeld deel van
Montreal begraven. De kans op de ongedeerde vrijlating van
de Britse diplomaat James Cross leek op dat moment vrijwel
nihil, omdat de leden van het Bevrijdingsfront voor Quebec
die Cross gevangen houden er geen belang bij leken te hebben
om door zijn vrijlating hun identiteit prijs te geven.
Onder de extreme bevoegdheden nen. en de advocaten-generaal van
die de regering van Pierre Trudeau de overige provincies werden geïr-
heeft gecreëerd door de wetten die strueei-d zioh niet van deze speciale
anders alleen in oorlogstijd kunnen wetten te bedienen. Het is echter in
worden toegepast, heeft de politie en juridische kringen in Montreal de
het leger door het hele land 1624 vraag of het grondwettelijk juist is
razzia's uitgevoerd, waarvan alleen al om een wet te activeren zonder dje
1350 in Montreal. Maar nog steeds I
zijn geen duidelijke aanwijzingen ge- I
vonden omtrent de plaats waar de
Britse diplomaat, wiens post als han-
delsattaohé te vergelijken is met die
van consul-generaal, verborgen wordt
gehouden. Ofschoon het aanbod van
de regering om de ontvoerders een
vrijgeleide te geven naar Cuba oor
spronkelijk dertig uur geldig was.
wordt er nu over een tijdslimiet niet
meer gesproken. De brug die naar
het oorspronkelijke terrein van de
wereldtentoonstelling leidt, is nog
steeds afgesloten voor het algemene
verkeer. De ontvoerders dienen zich
over deze brug naar het Canadese
paviljoen te begeven, waar de Cu
baanse consul uit Montreal zich be
vindt om de uitwisseling tot stand
te brengen.
Alleen in Quebec
De uitvaardiging van de noodwet
ten dreigt de regering inmiddels in
een moeilijk parket te plaatsen, om
dat politiemachten in Vancouver en
Regina deze gelegenheid blijkbaar
aangrijpen om tegen lokale hippies
en andere links geachte groepen op
te tredèn. De wet geeft de politie de
bevoegdheid om personen zonder op
gave van reden te arresteren en drie
maanden gevangen te zetten. Het
was de opzet van de Canadese rege
ring om deze bevoegdheden alleen
in de provincie Quebec uit te oefe-
PEUR SIWMIF
Dynamisch. Modem. Energiek!
Vooraan bij alles wat nieuw en jong is.
Peter Stuyvesant - rijke geurige tabak,
volmaakt filter, King Size
Peter Stuyvesant,
U geniet zoveel meer!
voor het gehele land te doen gelden.
De noodmaatregel, die eerst door
de oppositiepartij werd bestreden,
maar die na de dood van minister
Laporte met vrijwel unanieme stem
men door het parlement werd aan
genomen. heeft de steun van de
meerderheid van de bevolking. Maar
in Quebec kantten de drie grote vak
bonden zich ertegen, waaronder die
van leraren. De besturen van deze
bonden overwegen een algemene sta
king uit te roepen tegen de oorlogs-
wetten. maar waarnemers aohten het
onwaarschijnlijk dat het zover zal
komen.
Moeilijk is te voorspellen in hoe
verre de moord op minister Laporte
het ideaal van de afscheiding van
Quebec als een zelfstandige staat
heeft gesmoord, een ideaal dat ook
wordt voorgestaan door de legale
Quebec-parti), die in de verkiezingen
van april dit jaar 25 procent van de
stemmen kreeg, maar door de for
mule van de kiessleutel slechts ze.»
zetels in het provinciale parlement.
Maar tekenend is het we1 dat van
de Franse ministers van de federale
regering. Real Caoutte, zich er <n
het parlement in Ottawa over be- j Famenne, bij de „Barrière Champ-
klaagde dat zijn voormalige Frans-lon-. gisteroohtend eerata
sprekende lijfwachten, toegevoegd i
ónder de noodwetten, waren vervan- sneeuw van dit seizoen gevalleh,
gen door Engelstaligen. Hij eiste op- veertien dagen eerder dan vorig jaar.
nieuw Franstalige wachten en kreeg T
daartoe dan ook de verzekering van sneeuwdek was echter geen blij
de regering. vertje, het smolt vrij snel weg.
Sneeuw in
België
sche Ardennen,
In de Belgi-
nabij Marehe-en-
(Van onze correspondent)
NEW YORK Dr. J. F. Engers (56), chef de cabinet van de
hoge commissaris voor Zuidwest-Afrika. Zijn kantoor is ruim,
en (maatstaf voor hogere functies) heeft een kleed. Achter de
ramen het eeuwige en in een lichtgrijze vervuilingsmist gehulde
Manhattan. Er zijn weinig muurdecoraties die zijn persoonlijke
smaak prijsgeven. Op een boekenkast staat zichtbaar
tussen boeken en paperassen een fraai boeddhabeeldje daar
boven een in felle kleuren geschilderd beekje met een brug
gesigneerd „Claire" vermoedelijk van éen van zijn twee doch
ters. Hijzelf, klein van stuk, donker, bril. is gekleed in een don
kerblauw kostum met het randje van een witte pochette.
Belangrijker echter dan de uiterlijke tekenen van zijn smaak
zijn de manifestaties van zijn denkwereld en zijn werk. Links
achter hem hangen boven elkaar vijf ingelijste fotos. mr. Eelco
M van Klef fens (in 1954 voorzitter van de negende Algemene
Vergadering), Dag Hammarskjöld (de bij een vliegtuigongeluk
om het leven gekomen tweede secretaris-generaal van de v.N.
Gunnar Jarring (thans Zweeds ambassadeur in Moskou en
V.N.-bemiddelaar in het Midden-Oosten». S. Rodngez (de Ar
gentijn die voorzitter was van de negentiende Algemene Ver
gadering). dr. Enckel (nu Fins ambassadeur in Parijs en bij het
20-jarig bestaan van de V.N. de voorzitter van de feestcommis
sie waarvan dr. Engers toen zelf secretaris was).
Het is mijn lot geweest", zegt dr. Engers over deze personen,
„niet mijn noodlot, dat ik altijd veel met Skandinaviers heb
mogen samenwerken. Dat was heel toevallig ook omdat ik als
student een semester heb gestudeerd aan de universiteit van
Uppsala in Zweden". Het is nu onvermijdelijk dat er over de
bijzondere figuur van Dag Hammarskjöld wordt gepraat, die
dr Engers zeer heeft bewonderd en geintrigeerd: „Hij gaf een
toon aan deze organisatie die zij daarvoor noch daarna ooit
gehad heeft. Ik heb nauw met hem samengewerkt. Hij had een
enorme werkkracht, werktijden betekenden niets voor hem. Hij
had natuurlijk geen gezin en hij leefde helemaal voor de V.N.
Hij was tot op zekere hoogte de incarnatie van de Verenigde
Naties. Mijn samenwerking met hem is de grootste ervaring in
mijn carrière geweest. Het was een grote tragiek voor ons alle
maal toen hij in de Kongo omkwam. Hij was een soort meteoor
die aan het firmament verscheen"
Eigen jubileum
Dr Engers, geboren in Amsterdam, bezocht het gymnasium
in Kampen, studeerde geschiedenis en promoveerde in 1956 bij
prof. Tammers op en proefschrift over het elfde hoofdstuk van
het handvest van de V.N. het zogenaamde .koloniale hoofd
stuk". De keuze van zijn onderwerp was niet toevallig: afge
studeerd in 1939 was hij aanvankelijk rijksambtenaar bij het
toenmalige ministerie van Koloniën en werd bij de ambassade
in Washington geplaatst, later in New York.
Op verzoek van Van Kleffens, die toen de eerste permanente
vertegenwoordiger van Nederland was bij de pas opgerichte Ver
enigde Naties, verliet dr. Engers de buitenlandse dienst en trad
toe tot de V N. Hij is dan ook een van de functionarissen, die
op de V.N.-jubileumdag, zijn eigen 25-jarig dienstverband bij
deze organisatie viert.
Het is karakteristiek voor de manier waarop de Verenigde
Naties werken dat bijna iedereen tijdens zijn dienstverband
een grote verscheidenheid van werkzaamheden wordt opgedra
gen. Het was onder andere de filosofie van Hammarskjöld dat
een internationaal ambtenaar zo elastisch mogelijk moet zijn.
en dr. Engers is daar een voorbeeld van. Hij bracht 13 jaar door
bij het politieke departement van de V.N., waarin hij zich vrij
wel uitsluitend bezighield met Oost-Azië. In die hoedanigheid
was hij verbonden aan de bemiddelingscommissies en reisde
driemaal naar Kasjmir (waarbij hij in 1957 optrad als secretaris
Dr. F. J. Engerscarrière binnen de VN
van Gunnar Jarring), toen het geschil met India dreigde te
exploderen. Metsoortgelijke opdrachten was hij in Korea, Indo-
China (als waarnemend vertegenwoordiger van de secretaris
generaal in een geschil tussen Thailand en Cambodja), en in
de Balkan (adjunct-secretaris van de zeven-mogendhedencom-
missie).
Voldoening
Een beslissend jaar voor dr. Engers was 1959 toen hij met
Dag Hammarskjöld in Laos trachtte te bemiddelen. „Als gevolg
daarvan", zegt hij nu, „kwam ik in het kabinet van de secre
taris-generaal en bleef daar acht jaar". Het waren duidelijk
de jaren waarop hij met grote voldoening terugkijkt. Want ook
in zijn goed geformuleerde uitspraken is iets van bedachtzaam
heid te merken, die bij anderen openlijke teleurstelling is over
wat er van de V.N. gemaakt had kunnen worden.
,De les die wij allemaal hebben moeten leren", zegt dr. Engers.
„is dat de grote mogendheden geen secretaris-generaal willen
hebben die buiten hen omgaat en zijn eigen politiek uitstippelt,
zelfs niet wanneer die gedragen word door een meerderheid van
landen. Dat is jammer, maar de grote mogenheden hebben nu
eenmaal de macht in handen. De crisis werd eigenlijk al duide
lijk voor de dood van Hammarskjöld. Hij was dan ook in een
grote depressie, maar hij hoopte schijnbaar dat er toch een
kentering in de machtverhoudingen zou komen, een hoop die
hij schijnbaar baseerde op het idee dat in de politiek nooit iets
constant is".
„Vanaf het begin van de Verenigde Naties tot ongeveer 1963
lag de nadruk op de Algemene Vergadering, waar het Westen
zijn wil kon doorzetten. De V.N. was in die periode eigenlijk
een onderdeel van de Westerse buitenlandse politiek. Toen
Hammarskjöld in 1953 kwam, deed hij in zijn eerste jaren
weinig aan politiek. Hij slaagde er in die tijd in om in Peking
de Amerikaanse oorlogsvliegers los te krijgen, die in de Kore
aanse oorlog gevangen waren genomen. Voorts was hij in Laos."
Tragiek
Toen kwam de Suez-crisis en die viel samen met de toelating
van een groot aantal nieuwe (Afrikaanse) landen. In die peri
ode, van 1955 tot omstreeks 1960 veranderde het patroon van
de V.N. De stemverhouding in de Algemene Vergadering maakte
dat de Amerikanen noch de Russen er hun beslissende invloed
meer konden uitoefenen. In dat vacuum van veel landen met
veel stemmen maar geen werkelijke macht, was er plaats voor
iemand als Hammarskjöld. Maar tenslotte, en dat is de tragiek
van dit alles, zijn de grote mogendheden toch weer bij elkaar
gekomen, en in die constructie veranderde de positie en de
invloed van de secretaris-generaal".
Dr. Engers, die in zijn manier van spreken de allure heeft
van een hoogleraar en in zijn optreden het onmiskenbare ge
polijste van een diplomaat, zegt: „Na 24 jaar is mijn ervaring
dat de diplomatie een heel moeilijk bedrijf is. Er zijn velen
die erin werken maar er niet geschikt voor zijn. De kunst van
de diplomatie is iets wat maar weinigen leren, want er is geen
sprake van dat het aangeboren kan zijn. De belangrijke vraag
is of al deze nieuwe landen dit kunnen opbrengen, sommigen
IÜL' OU?erf !anden °°k Mijn ervaring met Nederlandse di
plomaten is dat ze zich vrijwel overal kunnen laten zien v;e
Kunnen best tevreden zijn met onze buitenlandse dienst Ver
geleken met sommige andere landen zijn onze diplomaten be
trouwbaar. serieus, en. zoals Van Starkenborgh (de voormalige
gouverneur-generaal van Nederlands-Indië zei: „Ze kenn'n him
stukk n (Engers imiteert Van Starkenborghs Gronings accent)".
Prognose
Als we hem om een prognose voor de toekomst van de V.N.
vragen, denkt dr. Engers lang na. „Dat is heel moeilijk om te
zeggen. De V.N. oefenen hun taak voor 80 tot 90 pet. uit op
sociaal-economisch terrein, en effectiviteit is de toetssteen.
Het bewijs moet bijvoorbeeld nog steeds geleverd worden dat
de door de V.N. geleverde technische hulp aan onderontwik
kelde landen, beter is dan bilaterale of multilaterale hulp
Hebben wij de capaciteit, de mensen, het geld om het te doen?
Willen de grote mogendheden het aan ons overlaten?"
De V.N. is voor een groot deel uitgehold, dat wil zeggen dat
een groot deel van de functies die de V.N. kan uitoefenen in
de wereldbank. Unesco, de wereldvoedselorganisatie, het In
ternationale Arbeidsbureau zijn uitgesplitst en die zijn alle
maal heel succesvol. Wij zitten hier aan de periferie van de
sociaal-economische activiteiten omdat ze buitenshuis plaats
vinden en dat heeft de organisatie verzwakt, het is een man
tel geworden".
„Politiek zijn de V.N. van belang om het forum open te
houden en het is altijd belangrijk dat te hebben om er de on
oplosbare problemen naartoe te% gooien. De V.N. hebben een
slechte naam, omdat zij met die onoplosbare problemen zitten.
Maar het ligt niet aan de V.N., maar aan het soort problemen
dat hier komt. Oost-West is nu bijvoorbeeld een groot probleem,
waar wij niets aan kunnen doen. De V.N. zijn niet het centrale
punt waar de wereldpolitiek om draait. Men heeft wel de ma
chinerie om die grote politiek op bepaalde punten aan de orde
te stellen. Maar als de V.N. niet zouden bestaan, dan zouden
ze hem toch weer moeten oprichten".
MR. H. L. LEFFELAAR
FRANKFORT (DPA, AFP) Een
Algerijnse revolutionaire leider van
het eerste uur, Belkacem Krim, is
gisteren vermoord aangetroffen in
een kamer van het luxueuze hotel
„Intercontinental" te Frankfort. Een
kamermeisje vond zijn lijk in een
deken gehuld op een bed.
De moord is waarschijnlijk zondag
al gepleegd. Belkacem ls door wur
ging om het leven gebracht. De poli
tie zoekt drie Marokkanen, die de
bewuste kamer en drie andere ver
trekken zondag hadden gehuurd.
Maandag verdwenen twee van hen
zonder te betalen, de derde vertrok
gisteren met achterlating van zijn
bagage. De Westduitse autoriteiten
hechten groot belang aan de zaak.
Minister van Binnenlandse Zaken
Genscher heeft de federale recher
che met het onderzoek belast.
Belkacem Krim
Belkacem Krim, die 48 Jaar werd,
is de tweede Algerijnse ex-leider die
de dood heeft gevonden door moor
denaarshand. Vorig Jaar Januari
werd in Madrid de vroegere minis
ter van Financiën van het Algerijns
bevrijdingsfront, Mohammed Chider,
vermoord. Belkacem. geboren in Ka-
bylië, was één van de hoofdaanstich
ters van de opstand van 1954 tegen
de Fransen. Hij werd vice-premier
en minister voor de Strijdkrachten,
later minister van Buitenlandse en
Binnenlandse Zaken van de „voorlo
pige regering van de Algerijnse re
publiek."
Hij was het die de Algerijnse dele
gatie leidde naar de vredesconferen
tie van Evian die in 1962 Algerije de
onafhankelijkheid opleverde.
Belkacem kwam vervolgens ech
ter in conflict met zijn president Ben
Bella, leidde de revolte van Tizi-
Oezoe, en week in november 1963 uit
naar Genève. In 1965, na de val van
Ben Bella, keerde hij terug naar zijn
land maar ook de nieuwe president
Boumedienne kon zijn goedkeuring
niet wegdragen. In 1967 trok hij
naar Parijs, waar hij een oppositie
groep tegen het Algerijnse bewind
stichtte. Vorig Jaar veroordeelde een
revolutionair hof in Oran hem bij
verstek ter dood wegens een kom-
plot tegen de staat. Belkacem zou
sindsdien verscheidene malen van
verblijfplaats veranderd zijn.