Vew Yorks grootheid aflopende zaak New York stad met problemen door: Hans-Ludo van Mierlo LEIDSCH DAGBLAD Foto links: Een van de fac- toren die de Newyorkse haven be- lemmeren in haar ontwikkeling bestaat uit de niet zelden optre dende arbeidsonlusten. die het hele havenverkeer lam kunnen 1 eggen. Foto rechts: John Lindsay. vQor de tweede termijn burge meester van New York, had het geluk dat tijdens de verkiezings periode geen rassenonlusten uit braken. Betogingen, zoals hier van militante Zivarte Panter Par tij-leden, komen nagenoeg dage lijks voor. Manhattan is een probleemgebied. Het verkeer kan er niet voeten, automobilisten kunnen hun auto's moeilijk par- jren, de handel en de industrie trekken steeds meer naar bui- evenals de mensen met de hogere inkomens, de bevolking rarmt op het schiereiland relatief gezien, de wenselijke hoe- elheid licht en lucht is een veelvoud van wat de wolkenkrab- rs en de uitlaatgassen toestaan. Bij deze problemen komt dan g het probleem van de haven. K» Yorks haven is niet meer wat I stad ook de andere functies van na- jeweest is. Het is opmerkelijk te gateren. dat de basis van New grootheid, de topografie van prachtige natuurlijke haven, lange beschut gelegen schierei- Manhattan. geflankeerd door brede rivieren met ten dele achtige bodem, thans een belem- ing van zyn huidige ontwikkeling pe noodzaak tot herhaald overla- het gebrek aan ruimte op de m én het lage peil van de haven- ilage maken New York tot een haven. Bij deze typische moei- ieden van de New Yorkse haven overigens langzaam maar lag gemoderniseerd wordt) moe- hoewel meer terzijde nog *md worden, de niet zelden op tilde arbeidsonlusten en de tot icente jaren voorkomende fraude rote schaal. totaal, maar vooral de structu- kant. resulteert sedert en- tientallen jaren in een relatie iruggang van de goederenbewe- sedert 1950 echter in versnelde Relatief wordt de Amerikaan- adel met Europa minder belang- tionaal belang zal gaan verliezen. Een proces dat zich al lijkt aan te kondigen. want veel bedrijven en banken hebben hun hoofdkan toren al verplaatst naar andere ste den. Vervuiling Een ander ernstig probleem, dat op dit moment alleen maar de nei ging vertoont steeds groter te worden is dat van de vervuiling. Die vervui ling treedt op in de lucht, in het wa ter en ook in de straten. De luchtver vuiling vormt het ernstigste deel ervan. Bij dagen dat de bewolking laag boven de stad hangt blijft de rook. die auto's en fabrieken produ ceren. tussen de wolkrabbers en in de nauwe straten hangen. De vervuiling neemt soms zulke grote vormen aan. dat men patiënten en oudere mensen moet adviseren in huis te blijven. Het vuil dat een stad als New York produceert zou bijna genoeg zijn om een nieuwe stad mee te bouwen. Dat valt pas goed op als de vuilophalers HUW uuiuyft anuuci l/uiaii* ta stijgt het belang van de han- I stakin,f faan; vorig jaar ge net Azië en Latflns-Ameri- I J"?de- Het "Ul1 zlch m k"- Jemig voordelig is het de goe- te snel °P. dat ln vele straten voor deze laatste twee afne- ve.rkeer n,e' meer m°sel«k was. De via New York te verschepen. «f01 .f1®"*™. ondertussen welig. it Stille Oceaan en de Golf van ,Het vu'' dat m het water terecht komt schept een situatie, waarbij on- ze Rijn gunstig afsteekt. Om schoon I water te krijgen moet New York meer dan honderd kilometer verder via pijpleidingen water uit de bergen hnliik deel van Amerika's I hale.n' Als, h_et dan„ voorkomt - zo- van New York weten af te als kortgeleden gebeurde - dat er hen. Daarbij komt nog, dat de j K"?» ln het drinkwater gevonden trie, die aanvankelijk vooral worden, halen de autoriteiten hun t oosten geconcentreerd was i schouders op voor de vele klachten, «er en meer over het hele land co zyn New Yorks concurren- lan hun opmars begonnen San cisco, Los Angeles, Houston, eston en niet te vergeten Orleans hebben een niet on- ctid raakt, realisering van de St. Lawrence iy heeft de havenontwikkeling New York ook ongunstig beïn- De St. Lawrence Seaway is de Teg. die de grootste vier meren Kt Wellandkanaal, het Ontario De artsen hebben gezegd, dat het geen schadelijke gevolgen kan heb ben. De gemeente heeft gezegd, dat er niet eerder 'n filterinstalla tie kan komen dan over vijf jaar Ook dit probleem blijft daarmee voorlopig bestaan. Evenals het pro bleem, dat het elektriciteitsnet in de St.Lawrelloe-rivier met i .gellfe' aangesloten op Ml lanadese zeehavens verbindt, is een groot achterland van Yorkse haven komen weg te Alle havens aan de grote me- voor tachtig procent koopvaardijvloot bereikbaar. lernisenng groot deel van de New Yorkse die in het gebied van twee (New York en New Jer- ïordt beheerd door of is het van de Port of New York Au- Het is een politiek lichaam, supervisie heeft over faeepvaart, de dok-facilitei- de spoorlijnen die aansluiten kaden. (Problemen die meer staat aangaan kunnen ln elektriciteitsfabriekencomplex dat minstens eens per jaar door een sto ring alle lampen, verkeerslich ten, luchtfilters subway-treinen, etc stillegt. De verwarring die dan ont staat is te vergelijken met de situa tie die zich voordoet als tijdens win terse dagen de sneeuwstormen zo krachtig zijn, dat vele mensen hun werk niet kunnen bereiken Onmiddellijk buiten het over volle centrum ligt een ander New York. De echte „stad New York", die haar huidige omvang en vorm in 1898 kreeg, heeft nog bijna de helft van alle inwoners van de gehele ag glomeratie: 7.781. 984 mensen in 1960 Daarvan wonen er 1.698.281 op Man hattan, voornamelijk in de oude buurten. Deze wijken kwamen tot stand tijdens de grote golf van door de staten onderling of i immigratie uit Oost- en Zuid-Euro- speciaal te creëren nieu- I pa aan het eind van de negentiende hamen geregeld worden. De eeuw. Zij werden snel en slecht ge- New York Authority is zo'n bouwd en de bevolkingsdichtheid is Het is te vergelijken met de er bijzonder groot: 1900. Toen de land bestaande publiekrech- helft van de inwoners van New York lichamen). Samen mèt de stad in liet buitenland was geboren, kwa- fork heeft de Port of New York men er ln het zuidelijk deel van de rity ruim zestig miljoen dollar East Side bevolkingsdichtheden voor luwe passagiers-emplacemen- I tot 2400 per ha. de grootste dichtheid investeerd. Ook in accommo- ooit in de wereldgeschiedenis gevon- voor containers werden vele den. Sinds enkele tientallen jaren is de bevolking er teruggelopen, maar ze zijn naar huidige Amerikaanse maatstaven nog altijd veel te dicht bevolkt gemiddeld 300 per ha. op Manhattan (I960). 133 in Brooklynn en 128 in Bronx. Enkele van de eer van het schip beschouwen. ste golven immigranten en him af- hem door hun leden tot stammelingen zijn blijven wonen in kilometer in het land laten de wijken, die zij voor 1910 betrokken. De meesten van de eerste immi- uitbreiding en modernisering.1 granten zijn vertrokken, ze werden haven is voor de stad van vervangen door nieuwe. Sinds de an- ootste belang. Men verwacht, J ti-immigratiewetten van 1921 en 1924 de haven terugloopt de zijn' de meeste van de Newyorkse lm- uen gestoken, want alleen het van containers kan de hoge en verlaadkosten op gun- e beïnvloeden. Het extra bestaat dat de havenvak- in Amerika de oontainer als ken migranten Amerikaans staatsburger. De Joodse en Italiaanse immigran ten van 1900 trokken in vele gevallen al heel snel uit de opgepakte ghet to's in het centrum; de negers en Puertoricanen konden zich dat niet veroorloven De negers verkeren in een ondra gelijke positie. Hun huizen zijn ver vallen. worden gesaneerd en bij de nieuwbouw wordt geen rekening met I de huisvesting van de negers gehouden. Ze zijn gedwongen te ver- I huizen naar blokken in de onmiddel- hjke omgeving, die hun blanke bewo ners snel kwijtraken. De negerbevol- I king van de agglomeratie onge- I veer twee miljoen zielen in 1960. zal blijven groeien, ook al zal het tempo lager liggen dan in de periode tus sen 1940 en 1960 Het Harvard-rapport 'een rapport, i over de toekomstmogelijkheden van New York City in opdracht van de I Regionale PI2 to'og'.sche Dienst do r enkele wetenschapsmensen van de - Harvard universiteio opgesteld schat de groei op 60 tot 75 procent, dus cp 1.25 t i m n tussen 1960 en 1980. In 1980 zouden er dan 3,25 tot 3.5 miljoen negers en Puertori canen in New York moeten kunnen wonen, dat is 18 tot 20 procent van de heje agglomeratie bevol king. Zij moeten ergens blijven en het lijkt niet waarschijnlijk, dat men hen kan blijven samendrijven in de bestaande zwarte ghetto's van de binnenstad. In 1959 schatte het rapport, dat van de totale aanwas van negers en Puertoricanen niet meer dan tien procent ten laste van Manhattan zou komen. De rest zou vrijwel gelijk worden verdeeld over de rest van de agglomeratie Verwaarloosd Een belangrijke aanwijzing voor dergelijke grote verschuivingen vormt de aard van de wijken vlak buiten de neger-ghetto's Daar vindt men de „grauwe" wijken van de Newyorkse agglomeratie. Dit zijn de voorsteden, gebouwd tussen de twee wereldoorlogen, ontstaan dankzij de subway. De mensen, die zich hier vestigden waren de nieuwe Ameri kaanse middenstanders velen van hen waren kinderen van Joodse of Italiaanse ouders. Omdat de huizen in te snel tempo door speculanten ziin gebouwd zien ze er vaak ver waarloosd uit. Hun bewoners zijn doorgaans oud Het goedkope bouw materiaal. de niet-verzorgde tuintjes de spoorwegvi ducten, de felgekleur de reclameborden langs de hoofdwe gen en het surrealistische net van bovengrondse telex oendrjden maken deze wijken bilzmder depri merend en onaantrekkelijk vergele ken met hun meeste Europese te genhangers; ze lijken misschien nog het meest ot enkele vrn de v? - loosde voorsteden in het noorden van Parijs. Uit deze wijken trekken de forensen met de ondergrondse naar Manhattan Het ziet er naar uit. dat grote delen van de ..grauwe wij ken". door de negers zullen worden betrokken tot er hele negerwijken zijn ln de „grauwe wijken". Een beslissende factor zal zijn de verdeling van de werkgelegenheid in de zone van zwarte ghetto's en de grauwe wijken. Eén-derde van de Newyorkse werkgelegenheid is ge concentreerd in deze zone Hier vindt men bedrijven en functies, die nauw met 't centrum verbonden zijn. maar die de zeer hoge huren in dat centrum niet kunnen opbrengen Daartoe behoren vele vormen van groothandel en opslag, van distri butie en verzorgende bedrijven voor de plaatselijke markt, fabrieken, waar b.v. minder aan mode onder hevige kleding wordt gemaakt, druk kerijen en fabrieken van elektroni sche apparaten Deze bedrijven hebben een grote be hoefte aan ongeschoolde arbei ders. die zijn in str - s. ,e werven onder de negers en de Puer toricanen. Dit leidt tot een steeds groter aantal „omgekeerde forensen" uit Manhattan en het centrum van Brooklyn. Op den duur zullen deze mensen dichter by hun werk willen wonen, waardoor een nieuwe verschuiving zal gaan ontstaan. De tussen de twee wereldoorlogen ge In een stad met zulke complexe problemen zou een sterk be stuur moeten zijn om aan de proble men het hoofd te kunnen bieden. Zo'n bestuur is er in New York niet. Het Harvard-rapport van de Regio nale Planologische Dienst noemde het oestuurssysteem binnen de New yorkse agglomeratie het meest inge wikkelde. dat ooit ergens is uitge dacht- Bij de jongste volkstelling wa ren er 1467 bestuursorganen, die het recht hadden belasting te heffen en geld uit te geven. Dit wil niet zeg gen, dat de agglomeratie is verdeeld in 1467 gemeenten, want een karak tertrek van het Amerikaanse be stuurssysteem is. dat naast de nor male besturen van gemeente, dis trict en staat hele reeksen bestuurs organen zyn met een speciale op dracht of voor een speciaal doel. Men kan tenminste drie vormen van be stuur onderscheiden. In de tweede plaats zijn eT specia- kozen besturen op verschillend ni veau van gemeente, district en staat. De preciese taak van elk van deze besturen verschilt van staat tot staat. In dc tweede platas zijn er specia le organen, vaak gevormd door eni ge gemeenten samen. b.v. schooldis tricten. waterschappen en brand weerdistricten. Kibbelen laten houden met hun groei. In heel weinig van deze agglomeraties heeft de centrale stad haar grondge bied na 1890 uitgebreid. Maar intus sen zijn juist die centrale steden, vooral na 1940, de opvangcentra ge worden van nieuwe inwoners, het geen hen voor onevenredig moeilij ke problemen stelt van huisvesting, opleiding en werkgelegenheid. Het is begrijpelijk, dat de voorsteden er niets voor voelen die zorgen te delen. Lindsav direct buiten het centrum ligt een ander New York bouwde buurten in de greuwe wl'ken zijn in de ogen van de Newyorkers geen voorsteden <meer). In 1945 was het grondgebied van New York City vrijwel volgebouwd: er kwamen toen op grote schaal voorstedelijke uitbreidingen. Hier bouwde men met een lagere woondichtheid, gemiddeld 17 hul en jv h nt een garage bij elk huis en een be hoorlijke tuin Vrijwel iedereen heeft er een auto al maken de meeste fo rensen die er wonen gebruik van het openbaar vervoer. Voorsteden Spoorlijnen en snelbussen kun nen hier niet lonend geëxploiteerd worden. De forens, die op Manhat tan werkt moet een heel eind rijden voor hy een station bereikt. zijn vrouw moet een tweede auto hebben, want ook het winkelcentrum ligt ver weg; zelfs de drugstore waar ze in noodgevallen terecht ks>:\ va-k kilometers van haar huis. Voor de kinderen moeten er schoolbussen ko men. die hen van hun huis naar de midden-in-het-veld-gelegen school brengt. De eerste van deze tuinwij ken verrezen vlak bij op- of afrit ten van de autowegen, maar dit was slechts in enkele gevallen mogelijk. De bewoners van de nieuwe tuinwij ken verliezen de traditionele voorde len van het leven in de stad, maar ze krijgen niet die van het werkelijk plattelandsleven, want al kunnen zij hun buren meestal niet zien dank zij het geboomte, de woondicht heid van deze wijken is toch altijd nog tienmaal zo hoog als die op het platteland. Deze tuinwijken zullen vermoedelijk alleen bewoond kunnen worden door de meest bevoorrechten van de ge meenschap. Uit de cijfers van de volkstelling van 1960 blijkt, dat men hier het hoogste percentage hoofdar beiders vindt, het hoogste percentage van gezinnen met inkomens van meer aan 10.000 dollar per jaar en eveneens het hoogste percentage autobezit (vaak twee» en koophuizen, i Maar ondanks de welstand van de gezinnen zitten dg gemeenten waarin zij wonen chronisch in geldzorgen. Zij 1 vinden het voortdurend moeilijker om i de zware last van de nlaatselükp uit gaven op te brengen, vooral de kosten van het onder .vijs. die voort komen uit het feit dat zich hier veel jonge gezinnen vestigen. Zij krijgen, zoals gebruikelijk in de VS. weinig hulp van Washington en van hun staat. En juist deze geldzorgen heb ben geleid tot het ontstaan van de ze tuinwijken. Niemand schijnt deze ontwikkeling eigenlijk te willen, ze is voortgekomen uit angst. Omdat men vreest, dat de vestiging van meer ge zinnen een nog zwaardere belasting zal betekenen voor de gemeentelijke financiën, vaardigden de gemeenten waarin de tuinwijken verrijzen bepa lingen uit over de minimum omvang van de percelen om daardoor het aantal nieuwe inwoners te beperken. De spreiding van de lichte industrie, van instellingen voor wetenschappe lijk onderzoek en van administratie ve kantoren kan enige uitkomst brengen, maar veel kleine gemeenten hebben er niet veel aan. Tenslotte zyn er speciale gezagsor ganen voor de hele agglomeratie, die jurisdictie hebben over de gehele of het grootste deel van de agglomera tie. zoals de Triborough Bridge and Tunnel Authority Drie-Districten- bestuur voor bruggen en tunnels) in New York City en de Port of New York Authority (bestuur van de ha vens van New York. dat niet alleen de havens en havenwerken beheert, maar b.v. ook de ondergrondse en I andere vervoerbedrijven Dit dan I nog afgezien van de regering van de staat, waarvan de ministeries een be langrijke rol spelen op veel terreinen. Deze korte opsomming houdt alleen rekening met de bestuursvor- j men. De wijze, waarop ze werken1 wordt bepaald door de traditie. In New York werkt het allemaal heel anders dan in New Jersey (een apar te staat die nauw betrokken is by de stad New York). New Jersey heft op zeer bescheiden schaal belastin- j gen Men kent er geen inkomstenbe lasting en omzetbelasting; het gevolg j is, dat ze veel minder grote werken i kan subsidiëren dan de staat New I York. Zo bestonden in 1957 de totale inkomsten van New York City voor 20 procent uit bijdragen van de staat New York. voor 24 procent uit bijdragen van andere bestuurslicha men (in de staat New York buiten I de stad t en slechts voor elf procent uit bijdragen van de bestuurlichamen in New Jersey. De stad krijgt niet voldoende van de staat New York en I dus is zij afhankelijk van haar eigen I belastingen, met inbegrip van om- zetbelasting op goederen en diensten. 1 In de praktijk is er dus conflictstof te over. De staat New Jersey heeft voortdurend ruzie met de staat New York over de belastingheffing van mensen die in New Jersey wonen en in New York werken; de staat New York kibbelt met de stad over de be stemming van staatsbijdragen; de stad New York en de Port of New York Authority vinden het maar moeilyk hun vervoers-investeringen te coördineren; de Port of New York Authority kan het niet eens worden met de staat New Jersey over plan nen de inkomsten uit doorvoergelden gezamelyk te beheren. Eenheid Niet-Amerikanen zouden het alleen maar logisch vinden als er één doel matig werkend bestuur tot stand kwam voor de gehele agglomeratie, naar het voorbeeld van de raad voor Groot-Londen in Engeland. Maar op zoiets mag men ln Ameri ka nu eenmaal niet rekenen, want een van de meest kenmerkende trek ken van de twintigste eeuw is, dat men overal verzuimd heeft de her vorming van het bestuur van de ste delijke agglomeraties gelijke tred te Wie wil er van een stad met zoveel problemen burgemeester zyn? „Ik", zei John Lindsay. Na vier termijnen lang lid geweest te zijn van het Con gress, wilde hij eindelijk wel eens op de wip komen. Het burgemeester schap van New York (de moeilijkste baan ln Amerika volgens Lindsay» is 'n goede springplank voor 'n politieke carrière, die nog hoger reikt. Sinds 1965 probeerde Lindsay als coördina tor op te treden in de problematische metropool. Aan het eind van zijn vier jaren als burgemeester wenste de republikeinse party hem niet meer opnieuw kandidaat te stellen. Als kandidaat van de kansloze Libe ral Party wist hy tenslotte toch nog een tweede termijn te verove ren Daarbij had hij veel geluk. Ge luk. dat het rustig bleef in de ghetto's tijdens de zomermaanden („Ik heb 6000 extra ageneen ingezet en dat was geen vergissing"), dat er geen stakingen uitbraken in enige sectoren, dat zijn optreden op Mora torium-day <hy gaf bevel op alle ge meentelijke gebouwen de vlag hall- stok te hangen) veel goodwill ople verde. In zijn tweede periode zal hij opnieuw proberen eenheid te bren gen in de stad die uiteenvalt in ge schillen. tegenstellingen en tal rijke volksgroepen. Alléén de „Mets" (base-ball club van New York) heb ben die eenheid van de stad nog kunnen realiseren bij hun kam pioenschap. In de laatste televisie uitzending van zijn campagne voor zyn verkiezing zei Lindsay: „Voor één dag heeft een honkbalteam deze herfst onze stad bijeengebracht zoals nog nooit gebeurd is. Om 17 minu ten over 3 op een koele mid dag maakte een aantal jongelui die Koosman, Agee en Weis heten, een onmogelijke droom waarheid. En toen werd duidelijk hoe één we alle maal zouden kunnen zyn.Er zijn mensen die proberen verdeling in onze stad te zaaien en dat kunnen wij niet toelaten. De man in dit kan toor dient alle mensen in deze stad te bereiken en ze tot elkaar te bren gen. En als iedereen zegt dat dat kan, dan kunnen wy dat". LITERATUUR: Verdere informatie over deze pro blemen vindt men in de vol gende boeken: Hall. P. World Cities Londen. Wei- denfeld Nlcolson. 1966. Morgan .Ports and Harbours. Lon don. Hutchinson University Library, 1964. Johnson, Rebuilding Citie6. Edin burgh, University Press. 1966 Johnson, Urban geography. Oxford, Pergamon Press, 1969. Dickenson. City and region. London Routledge and P Kegan, 1966. De Vooys e.a. (red.). Panorama der wereld. Roermond, Romen, 1960 Schulting - Noordholt Amerika, Baarn, Wereldvenster 1965. Borch, H. van. Amerika, Baarn, wereldvenster. 1961. Gottman, Megalopolis. New York, Twentieth Century Fund, 1962. Pa ter son, North-America. London, Oxford University Press, 1966. Wereld waarin wy wonen en wer ken. Zeist, de Haan, 1962. Tak. Max Hier is New York.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 13