Italië het luilekkerland Jorgen Schmidt durfde het wel „Ik dacht of ik val of ik word wereldkampioen" Op de wip Jempi Monsere: ftars Houding KNWU tweeslachtig CIJFERS VAN LEICESTER Eerste profzege voor Benjamins Renner vloog door raam Priem beste bij uitgeruste Nederlandse amateurs )UITSE ACTIE TEGEN RUYS HAANDAO 17 AUGUSTUS 1970 PAGINA f LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT - LEIDSCH DAGBLAD I tofs: 1. Monsere (Bel) de 271 km 960 eter in 6.33.58; 2. Mortensen (Den) 34, 3. Gimondi (Ita) (z.t.), 4. West }Br) 6.34.01, 5. Rouxel (Fra) 6.34.03, Vasseur (Fra) 6.34.07, 7. Godefroot lei) 6.34.16, 8. Verbeeck (Bel) z.t., Bitossi (Ita) z.t., 10. Vianen (Ned) t„ 11. R. de Vlaeminck (Bel) 6.34.21, L WUfshohl (WD1) z.t., 13 Krekels fed) z.t., 14. Guimard (Fra) z.t., L Altig (WD1) z.t., 16. Janssen z.t., 17. Basso (Ta) .t., 18. ancelll (Tta) 2.6, Tschan (ODI) z.t., Ottenbros (Ned) z.t., 21. Lassa a) z.t., 22. Pynen (Ned) z.t., 23. aymond (Fra) z.t., 24. Bassas (G- r) z.t., 25. Simonetti (Ita) z.t., 26. Dlman (Ned) 6.34.21, 28. Kister led) z.t., 34. Van Katwijk (Ned) 51. Wagtmans (Ned) z.t. 52. Zoe- melk (Ned) z.t. Amateurs: en wereldkampioen Jörgen Schmidt )en) 181 km en 200 meter in 4 uur 8 min. en 12 sec., gemiddelde snel- id 43.578 km per uur. Op 3 sec. 2. m der Linden (Bel); op 5 sec. 3. ikens (Bel), 4. Dominioni (It), 5. ichemin (Fra), 6. Priem (Ned), Bladzum (Den)op 8 sec. 8. Ma- ïsek, (Tsj.); op 11 sec. 9. Koeken ed.), 10. Hladik (Tsj.), 11. Ripfel [we). 12. Likatsjev (Rusl), 13. Kel- (Zwi), 14. Thomazeau (Fra), 15. nbroers (Ned), 16. Prochal <TsJ), Starkov (Rus), 18.Linhart (Oost), Rollinson (GBr.), 20. Kseru on), 21. Czechowski (Pol), 22. rnza (Alg), 23. Dmitriev (Rus),24. Irlinck (Bel), 25. Plesko (ZS1), 29. Koning (Ned), 79. Den Hertog, Oosterhof. )ames: Anna Konkina (Rusl) 61.5 km 1 uur 39 min. 54.7 sec., 2. Morena rtagni (It), 3. Raisa Bodovskaja us), 4. Trofimova (Pi:ul), 5.Truus d. Plaat (Ned), 6. Keetie Hage ed), 7. Audrey McAlmury (VS), Geerts (Belg), 14. Bella Hage ed), 18. Jannie Jonkers (Ned), 23. mnie Faber (Ned), alien z.t. LEICESTER (GPD) Harm Ottenbros is weer een gewone renner geworden. De regenboogtrui is overgenomen door de 21 -jarige Belg Jempi Monsere, een echte Flan- drien, een jongen uit het land van Rosselaere. Terwijl Felice Gimondi hem woedend verwijten maakte, dat hij geen kop had genomen aan het begin van deze letterlijk storm achtige strijd om het wereldkampioenschap namen de Belgische supporters bezit van hun nieuwe wieleridool. De Russin Anna Konkina die treldkampioen bij de dames erd. VAASSEN (ANP) Henk Ben ja- tas uit Hollandsche Veld heeft za- fdag zijn eerste overwinning als ïoepsrenner behaald. De rijzige va wit nam met zeven anderen een Ode voorsprong tijdens het crite- um voor profs in Vaassen (Gld). ,«f ronden voor het einde ontsnapte tnjamins opnieuw en veroverde een |T3 fatigtal seconden winst op zijn uchtmakkers. De uitslag van het criterium, 97 Qden, afstand 100 kilometer is: 1. injamins (Hollandsche Veld) 2 uur minuten en 21 seconden; op 22 onden: 2. Jan Harings (Sibbe); 3. territs (Oploo); 4. Zoontjens (Til- 5. Serpenti (Wijk aan Zee); I Wouters (Zundert); 7. Marien kl); 8, Holst (Amsterdam). Eddie Merckx was even een vergeten man in dit gewoel in het anders zo rustige Engelse landschap. De Britten keken verbaasd naar de dolle taferelen. Monsere was een zeer gelukkig man. Hij had in de laatste uren. toen zijn kansen wel goed lagen, nog getwijfeld. Hij was immers een renner die het fatum van eeuwige tweede droeg. Hij was tweede bij het Belgische kampioenschap junioren, hij was tweemaal tweede bij het Belgisch kampioenschap amateurs en hij was vorig in Brno tweede bij de wereldkampioenschappen voor ama teurs. Wat hem vooral beangstigde was het feit. dat aan zijn zij de Deen Lelt' Mortensen meegedraaid had in het kopgroepje, waaruit de nieuwe wereldkampioen moest komen. Mortensen had hem vorig jaar de pas afgesneden naar de regenboogtrui. Die fout wilde hij nu niet meer maken. Monsere was een kilometer voor het einde weg gesprongen, maar hij had twee keer Gimondi aan zijn wiel gekregen. De Belg probeerde het weer en zag nu de deur opengaan naar roem en veel geld. Hij zag even licht tussen de Fransen Rouxel en Vasseur en dook er in. „Ik dacht of ik val of ik wordt wereldkampioen" Voor Gimondi klapte de deur dicht. „Ik zag achter ons in een bocht Godefroot, Bitossi enVerbeeck komen. Daar moet ik bij uit de buurt blijven, dacht ik. Ik gaf alles en werd kampioen". prolongeren. „Toen we in het begin met twaalf man weg waren, zat het erin. Maar al ras bleek, dat de Ita lianen en Altig (die voor een Ita liaans merke fietst.) niet wilden rij den. Dat bleek de genadeklap". Via nen had ook deel uitgemaakt van dat groepje. Na 115 kilometer dienden zioh de uiteindelijke strijders om de titel aan: Gimondi en Monsere. Motta en Dancelli waren weggesprongen en Monsere had zich bij hen gevoegd. Even later haakten Gimondi, San- tambrosio, de Brit Wright en Alain Vasseur aan. Het werd een bedrijvig gedoe. De voorsprong groeide tot twee minuten veertig, maar er was geen eenheid genoeg. De belangen schenen gespreid te liggen. De groep werd ingelopen op Gimondi en Vas seur na. Die bleven net enkele se conden voor. Het bleken kostbare se conden te zijn. Monsere. de jonge Franse prof Rouxel, de Brit West en de Deen Mortensen wipten naar het tweetal toe en bouwde de voorsprong snel uit. In de groep waarin Zoetemelk, Dit Kampioenschap van de wen de renners leken meer ge spannen en nerveus voor dit kam pioenschap dan anders, omdat veel coureurs op de wip zitten voor een nieuwe werkgever gaf een ge vecht te zien dat vele malen in teressanter was dan dat van de ama teurs. Het opmerkelijke was. dat de Italianen steeds, en vaak met gro te overmacht, vooraan te vinden v aren, maar dan steeds met Mon sere in hun buurt. De Italianen kre gen steun, opmerkelijk veel steun uit andere kampen. Dat is natuur lijk niet zo vreemd, omdat Italië op het ogenblik het luilekkerland voor de beroepsrenners is. Daar wordt het mees*- betaald in de ploegen. Jan Janssen gaf er een sprekend voorbeeld van: „Ik zie natuurlijk heel goed wat er in de koers gebeurt en dan zeg ik: heb je gezien hoe Wagtmans reed. Hij fietste uitste kend. Maar niet voor ons of voor zijn eigen kans. Wagtmans reed voor een Italiaan, vooi Basso. Dus dan begrijp je wel naar welke ploeg Wagtmans zal gaan". De ploeg van Basso is Molteni. Zo lagen ei meer bindingen door het hele veld heen. Er waren ook Nederlandse renners, die voor elkaar fietsten, zoals Dolman bijvoorbeeld, die Jan Janssen steunde. „Je kunt van Dolman zeggen wat je wil", al dus Janssen, „hij is geen grote ren ner, maar hij is eerlijk en komt zijn woord na. Wagtmans doet dat niet. Wagtmans schond de overeenkomst, die we zaterdagavond gemaakt had den. Hij reed voor een buitenlander. Dolman hielp me voortreffelijk. Hij zette me af en toe goed uit de wind en bracht me naar voren". Maar Jan Janssen kon evenals de ande re Nederlandse coureurs toch niet in de voorste linies strijden. De enige verdienste is dat men allemaal de kcers uitreed en het niet tot een scnandeiijke afgang liet komen als drie jaar geleden in Italië. Afspraak die zeer content was met de over winning van zijn ploeggenoot Monse re, en Van Katwijk zaten, werden vooral tegen het einde wel verwoede pogingen gedaan om het zestal terug te pakken, maar men ging vooraan te hard en bovandien stopten Sal va ran i's en Mars-mannen goed af. Toch konden Verbeeck. Godefroo' en Bitossi nog los komen. (Later kwam Vianen er ook nog zeer dich'. bij). Maar de man, die kanshebber was geworden omdat zijn sponsor Watney, een whiskeymerk, alle be langen had bij een wereldkampioen in Engeland en er heel wat geld voor had willen neertellen. Verbeeck. reik te niet ver genoeg met zijn bundel bankbiljetten De Nederlanders die zich over het algemeen bepaald hadden tot het rus tig meerijden in het peloton en dan eventueel een kans wilden grijpen bij de massaspurt, zoals Krekels („Ik geloofde er nog wel in en heb ook geprobeerd de groep op de koplo pers te trekken"), maakten geen ver moeide indruk na afloop. Van Kat wijk klaagde over last van diarree. Wagtmans meldde dat hy steeds bij de eerste tien had gezeten, voor in het peloton („geen wonder, om Bas so te steunen", aldus Janssen), Ot tenbros voelde zich weer een gewoon rennertje. Pynen deelde mee de avond tevoren een kou gevat te heb ben („Ik ben va/nnacht nog naar seigneur Vidal geweest om pillen te halen. Ik ging pas tegen het einde lekker ryden"), Kisner vond dat zijn enige kans had gelegen in afwach ten en Dolman oordeelde tenslotte dat Merckx zich toch wel had inge spannen. Men ziet het: geen opzien barende uitspraken. Er waren dui- deiyk weinig renners geïnspireerd naar Leicester gekomen. Vianen was een van de weinigen, die vocht voor zyn eigen kans. De wereldkampioenschappen in Lei- cester hebben aangetoond, dat er nog weinig ten goede is veranderd in de KNWU. Duidelijker dan ooit tevoren wellicht is gebleken, dat de huidige leiders van de wieler bond niet berekend zyn voor him taak. Organisatorisch was het een chaos in het Nederlandse kamp. De verhoudingen lagen volkomen scheef. Wanneer een (baan-)coach in een bond niet zelf de ploeg mag samenstellen en die samenstelling slechts pro forma behoeft mee te delen aan de sportcommissie, dan is dat een onhoudbare toestand in deze tyd. De houding van de NKWU is twee slachtig. Men neemt een coach in dienst, maar men geeft hem geen bevoegdheden. HU staat dus, als het tot conflicten komt machte loos. Dan biykt nog bovendien lat men in principiële zaken (op het point van discipline in de ploeg by voorbeeld) niet achter zyn coach staat. Op die manier kan men na- tuuriyk niet werken. Een man als Frans Mahn zou daaruit zyn con clusies moeten trekken. Wierstra liet al weten, dat hy er onder deze omstandigheden niet zoveel meer voor voelt om aan te biyven als coach voor de stayers. Een andere zaak is of Mahn de ge schikte figuur is om als h-an- coach op te treden. Hy is niet sterk uit deze wereldkampioen schappen te voorschyn gekomen. Welliaht komt dat door de chao tische achterban. Het was het eer ste wereldkampioenschap, dat Mahn als coach meemaakte. Hy zal het zich nog lang herinneren nemen we aan. De laatste jaren was men in de KN WU gaan werken aan een reorga nisatie. Maar toen er een Jong, be kwaam en enthousiast spc* com missielid (Westerneng) liet weten, dat de tyd drong en men sneller en intensiever moest georganise ren, werd hy als lastig buiten ge zet. De KNWU is nog steeds een autocratisch geregeerde bond. Het wordt tyd, dat het begrip demo cratie er eens doorbreekt. Dan kunnen mannen uit de praktyk ook eens hun belangrijke inbreng ter beschikking stellen van de wielrennery. LEICESTER (GPD) TUdens de eerste ronde van het kampioenschap voor amateurs op de weg vloog de Poolse renner Krzesxowiec uit de bocht ln het dorpje Newbold Vernon. HU belandde tegen een spiegelruit van een huis. De Pool werd ernstig gewond aan zyn linkerarm. HU on derging een spoedoperatie in het mo- Jempi Monsere gaat met voorsprong door de finish. Op de foto blele operatiecentrum van het kam- links bovenaan de pagina hult hij zich in de regenboogtrui. pioenschap. De beste Nederlander was Gerard Vianen. dc enige, die zaterdagavond gezegd had: „Beste mensen, ik doe niet mee aan een afspraak. Ik ryd myn eigen koers. Het is toch, zo wil len jullie officials het, een indivi duele koers". De anderen hadden een prUs afgemaakt om te verdelen als een Nederlander kampioen zou worden. Maar die afspraak was een wassen neus. Vissers: „Myn renners van Willem 2 zullen er zyn, maar ze zullen niet con amore een eenheid vormen als Nederlandse ploeg. Men mag dat ook niet verwachten by profrenners. Ottenbros heeft nog even de illusie gehad dat hy zUn kampioenschap kon Leicester (gpd> De kans be- tot, dat Otto Weckerling, de Dui- 1 manager van de winterbanen in tortmund, Bremen en Frankfort, proberen Charles Ruys uit de tod van winterbaan-directeuren te ttken. Op een party in Leicester Kweet Weckerling de directeur van Rotterdamse Sportpaleis, dat U de zaken ondermUnde door te zeggen, dat de profstayersfinale door hem gekocht was. Weckerling wil Ruys zUn licentie als baandirecteur laten ontnemen. Charles Ruys: „Ik ben niet bang. De KNWU moet uiteindeiyk beslis sen over een licentie. Moet ik dan het slachtoffer worden van het feit, dat ik probeer de boel zuiver te houden. Het is de omgekeerde we reld." LEICESTER (GPD) Wat geen Nederlandse renner durfde deed een 25-jarige onbekende Deense amateur wèl. Hij sprong weg naar het kopgroepje, waarin hij een landgenoot (Bladzun) had zitten. Zijn naam: Jörgen Schmidt, de naam van de nieuwe wereldkampioen. Hij kende zijn eigen dodelijke wapen: een verschrikkelijke demarrage. Twee keer bracht hij dat wapen in de strijd en twee keer met succes. De eei-ste keer sprong hy verrassend toeslaand, zodat al leen de Tsjech Matousek in zUn wiel kon blyven naar de kop groep met de Nederlander Priem, de Belgen Gakens en Van der Linden, de Deen Blad zun, de Italiaan Dominioni en de Fransman Duchemin. Dat was op 10 km van de aan komst. Door zyn snelle jump had hy de positie van zUn land genoot niet in gevaar gebracht. Toen hy het zestal had bereikt ging hy naar Bladzun toe en spoorde hem aan: „By dat laatste klimmetje moet je gaan. Ik verdedig je positie." Maar Bladzun had er de kracht niet meer voor. Dan doe ik het, dacht Schmidt en voor de twee de keer bracht hy zyn geweldi ge demarrage in de stryd. En evenals vorig Jaar (Leif Morten sen) kwam er een Deen met voorsprong aan de finish. Ne derland had weer misgetast by de wereldkampioenschappen op de weg voor amateurs. De greep naar de regenboogtrui was toch een te zware opgave voor de Jonge Cees Priem, die in de laatste ronde last van kramp had gekregen. Vragen By een analyse van het wed- strydverloop komen er natuur - lUk vragen naar voren. Waar om zaten er geen Nederlanders by de eerste flinke groep, die kon ontsnappen (elf man na negentig km? „We vonden het nog te vroeg," was het onbe vredigende antwoord van enkele renners. Fedor den Hertog had wel een aanvaardbaar excuus: „Er was net een Australiër te gen me aangereden. Ik heb een ronde met een aanlopende rem gereden. De blokjes zaten scheef. Ik moest van fiets ver wisselen en heb me moeten forceren om weer terug te ko men." Toen de groep van elf man was ingelopen, verdwenen ineens de Tsjech Matousek en Fedor den Hertog uit het pelo ton. Het tweetal, dat elkaar goed kent toen Den Hertog in Tsjecho-Slowakye op vakan tie was, ging hy skiën met de Tsjech nam spelenderwys een voorsprong van 43 secon den. En daar komt dan de tweede vraag: was het niet te vroeg? Den Hertog had er een simpel antwoord op: „Ik was eigenlyk helemaal niet van plan om al zo vroeg weg te lopen, maar ik zat toevallig aan het wiel van Matousek, toen hy vertrok. Ik reed mee zonder me erg in te spannen. Het was myn initiatief niet. We reden gewoon door." Ben Janbroers, die gehoopt had op een massaspurt, was in een meer dan korzelige stem ming, toen hy Den Hertog na afloop in het vizier kreeg. Hy begon onmiddeliyk te roepen: ..Die blinde demarrage van jou was er een van een waanzinni ge. Zelfs een Anquetil kan geen tachtig kilometer vooruit ry den. En nou konden wy voor zo'n zelfmoordpoging gaan af stoppen. Je haalde me nog drie keer terug ook trouwens." Waarop MathUs de Koning krib big uitviel tegen Janbroers: „Ja, JU had ook wel eens kun nen werken, als Je wat gewild had." Kortom, die ontsnapping van Den Hertog had de ploeg geen goed gedaan. Parten De mislukte coupe van Den Hertog had de in het wit gesto ken Nederlanders ook parten gespeeld, toen de beslissende slag viel, waarby alleen de at tente Cees Priem voorin te vin den was. Waarom waren er niet meer Nederlanders? Listige Cees Koeken, die zyn kans ook had willen grypen in een sprint van het peloton hy werd ten slotte ook winnaar van de groepssprint: „Toen dat groep je vertrok zaten we net met een paar man achterin om wat by te komen van de inspanning van het afstoppen. Ik zat er toen een beetje door. „Ook Den Hertog moest recupereren, zo dat ook hy de slag miste. Het had er trouwens even naar uit gezien, dat er geen enkele Ne derlandse coureur in het eind spel zou gaan meespelen, want pas toen de Belg Ludo van der Linden, zyn landgenoot Tony Gakens (tweede in het Belgisch kampioenschap), de Deen Blad zun en de Italiaan Dominioni al uit de greep van het peloton Priem met de Fransman Du chemin na een achtervolging Jörgen Schmidt aanhaken, toen Middelink hem len seintje had gegeven. Afgelopen Voor de andere Nederlanders was het spel toen praktisch af gelopen, omdat ze de kans van Priem moesten gaan verdedi gen. Voor niet-sprinters als Den Hertog en MathUs de Koning werd dat een moeiiyke zaak, omdat ze ten alle tijde kansloos waren geworden. De anderen konden nog in stilte hopen op een samensmelten met de kop groep vlak voor de streep. Ma thUs de Koning: „Ik reed zo ge- makkelUk. Ik was helemaal niet moe. Sterker nog: toen ik In eens het bord met nog drie ron den zag, schrok ik me dood. Ik dacht: zUn we al zover. Wat gaat dat snel op dit lichte par cours. Ik was by wyze van spreken net warm gedraaid en wilde nu pas goed gaan ryden. Iedereen kan op zo'n parcours snel ryden. Dat is toch niks." En Den Hertog: „Ik was in vorm, hoewel nog niet op myn best. Maar ik heb me voor Priem ingezet." By het ingaan van de laatste ronde („Het was nog gemakke- ïyker dan een criterium in Ne derland." zei De Koning, waarop Koeken wat zuur opmerkte: „Waarom reed je dan niet ster ker") kwam het peloton even dichter by de kopgroep van zes. Popke Oo6terhof treurde later ln de kabine: ,Jk ben misschien wel veel te goed. Ik voelde me sterk genoeg om naar de kop groep toe te springen, maar ik liet het voor Priem." Oosterhof, die in het begin geprobeerd had om weg te komen, bleef dus in het peloton, zoals de anderen. Maar de Deen Jorgen Schmidt voelde zich zó sterk en had zó"n goede positie gekozen om als een bliksemschicht weg te schieten en ongrijpbaar te wor den voor gevaariyke klanten, dat hy uit het peloton kon flit sen. Alleen de Tsjech Matousek kon hem ternauwernood volgen. Schmidt kwam met Matousek by het voorste zestal zó was de voorsprong al gekrompen. Het peloton aarzelde en de acht man in de voorste linies profi teerden ervan om het gat weer Iets te vergroten. Een gat dat juist groot genoeg was om het peloton in de laatste honderden meters kansloos te maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7