wordt voor ondergang behoed
J
Nieuwe heersers ov
leven en dood
Restauratie - door
vijfhonderd werkers -
duurt vijf jaar
Eeuwenoud boeddhistisch heiligdom op Java
Vervallen
UNESCO
„DE BIOCRATEN"
LEIDSCH DAGBLAD
ZATERDAG 8 AUGUSTU^ z
BOROBOEDOER
11
Het Amersjoorts ingenieursbureau
DwarsHeederik en Verhey N.V. zal de
herstelwerkzaamheden aan de met de
ondergang bedreigde Boroboedoer bege
leiden. Bij het opstellen van het uitein
delijke reconstructieplan van 't Boed
dhistische heiligdom op Java was een
der directeuren van het bureau, ir. C.
C. Th. de Beaufortsamen'met ir. P. H.
Deibei, eveneens van dit bureau, zeer
archeoloog prof. B. Ph. Groslier bezocH
ten het monument al eerder. Op uitnodI
ging van de UNESCO gingen ir.
Beaufort en ir. Deibeisamen met
Franse biologe mej. dr. G. Hyvert, j
eeuwenoude bouwwerk in de vlakte uaj
Kedoe onderzoeken op de mogelijkhedi
tot redding van 't sterk in verval gi
raakte bouwsel. Slotconclusie van
deskundigen: de Boroboedoer is sleclp
t
AMERSFOORT (GPD) D« maatregelen tot herstel van
de Boroboedoer in oude luister, waarvan de kosten voorlopig
worden geschat op zo'n vijf tot zes miljoen dollar, bestaan uit
het steen voor steen afbreken van een deel van het monument
en het daarna na het aanbrengen van een betonnen fun
dering die verzakkingen in de toekomst onmogelijk moeten
maken en na het aanbrengen ook van een stelsel van pijpen
voor het afvloeien van het (regen)water weer opbouwen
van het heiligdom
Ir. De Beaufort, in het verleden
ook actief by het redden van andere
cultuurschatten, zoals de tempels op
het „heilige" eiland Philae (met
overstroming bedreigd door de aan
leg van de Assoeandam in Egypte
over het komende karwei op Java:
„Vergelijk die hele Boroboedoer met
een taart. Uit die taart zullen steeds
punten „gesneden" worden, die steen
voor steen zullen worden gezet. Zo
dra een gedeelte klaar is, zal een an
dere „punt" onder handen worden
genomen. Alles in één keer afbreken
is niet mogelijk: daarbij zou men het
risico lopen dat bij de afbraak het
resterende gedeelte ineen zou storten.
Een niet denkbeeldig gevaar, want
de Boroboedoer is er slecht heel
slecht aan toe.
Zou er nü niets gedaan worden,
dan zou het hele bouwwerk «afme
tingen: ruim honderd meter by hon
derd meter in oppervlak en meer dan
dertig meter hoog» binnen een x-
aantal Jaren geheel verloren gaan.
En dat kan de wereld eenvoudig niet
dulden: het gaat hier om een unieke
cultuurschat, onvervangbaar en qua
waarde niet te schatten".
niet tot de zo nodige maatregelen.
Na een hernieuwde aanvrage van
Indonesische zyde werd tenslotte in
1967 een deskundigenteam onder lei
ding van prof. Voute en prof. Gros-
lier uitgezonden. Ir. de Beaufort en
ir. Deibei van het Amersfoortse in-
genieursbureau Dwars, Heederik en
Verhey verdiepten zich in het kader
van deze UNESCO-missie in de pro
blemen van civiel-technische aard,
mej. dr. G Hyvert met name deed
onderzoekingen op micro-» biolo
gisch terrein. Tezamen kwamen zy
tot het reeds eerder genoemde plan
tot herstel middels geleidelijke af
braak en daarna herbouw van het
heiligdom.
1 Waar het gaat om de vraagstukken
I betreffende de afzetting van mossen
en algen, van micro-organismen ook.
is men nog niet tot een afronding
gekomen. Wellicht zullen de stenen
van de Boroboedoer, alvorens ze op
nieuw te plaatsen, met een of ander
chemisch middel behandeld worden
De Boroboedoer. omstreeks 800 na
Chr. gesticht (via Ceylon be
reikte het Boedcih sme de Indische
archipel» geraakte na enkele eeuwen
geheel in de vergetelheid. In de
eeuwen die volgden, werd het heilig
dom nagenoeg geheel door aarde en
vegetatie bedekt. Eerst in het begin
van de negentiende eeuw werd het
bouwwerk „herontdekt".
Het werd on graven en bescha
digd en vervallen als het was. zoveel
mogelijk ook gerestaureerd. (In dit
verband dient de naam van de Ne
derlandse genie-officier Th. van Erp
genoemd te worden). Van 1907 tot
1911 herstelde hy wat op te knap
pen was. Binnen de nog beperkte
technische en financiële mogelijkhe
den van die tyd deed Van Erp by-
zonder knap werk.
In de komende decennia ging het
ondanks die inspanningen van Van
Erp verder bergafwaarts met de Bo
roboedoer. Het imposante bouwwerk,
gebouwd rond een der heuvels van
Kedoe-vlakte, werd Jaar op jaar ver
der aangetast door korstmossen,
vochtige algen en micro-organismen.
De muren van 't boeddhistische bol
werk werden meer en meer onder
mijnd door het regenwater (denk aan
de noord-west moesson die hier
maanden achtereen flink tekeer
gaat), dat zich door de eeuwen heen
wegen door de heuvel vrat en steeds
maar weer grond wegspoelde.
Met welk middel (of welke middelen)
is nog niet bekend. Proeven dienaan
gaande hebben momenteel nog
plaats. Daartoe ook zijn eerder stuk
ken steen van de Boroboedoer voor
onderzoek meegenomen en voor
verdere studie en proefneming ter
beschikking gesteld van laboratoria
in Italië, Frankrijk, België en Ne
derland. In die laboratoria wordt na
gegaan welke preparaten het meest
doeltreffend zijn ter voorkoming van
verdere aantasting.
Onderzoeken werden ingesteld. Uit
voering van daarna uitgebrach
te rapporten liet telkenmale op zich
wachten. Het probleem van de Boro
boedoer was (en is» namelyk onlos
makelijk verbonden met problemen
van financiële aard. De UNESCO
(meer volledig: de United Nations
Educational Scientific end Cultural
Organisation), zeg maar de „onder
afdeling" van de Verenigde Naties
die op cultureel gebied de interna
tionale samenwerking tracht te be
vorderen. werd door de Indonesische
regering te hulp geroepen.
In 1956 stuurde de UNESCO de
inmiddels overleden vermaarde
deskundige prof. Paul Coremans. De
ze Belgische geleerde stelde een uit
voerig rapport op, maar om meerde
re redenen leidde ook dit onderzoek
Waarom al die drukte, waarom ook
dat inschakelen van de UNESCO?
Om met die eerste vraag te begin
nen: de Boroboedoer is uit kunst
historisch oogpunt bezien van zulk
een onschatbare waarde, zo uniek
ook. dat actie tot behoud van het
bouwsel een gebiedende eis is.
De Boroboedoer, bestaande uit vier,
rijk met fraaie reliëfs versierde
gaanderyen en drie terrassen die vol
staan met klokvormige versierselen
(zogenaamde stupa's) is enig in zyn
soort.
In de Boroboedoer. aldus Boroboe-
doer-kenner by uitstek prof. dr. A. J.
Bernet Kempers. bereikte de boed
dhistische kunst van 't oude Java
haar hoogtepunt.
Volgens Bernet Kempers ook vor
men die lange series reliëfs met hun
talrijke taferelen uit het volksleven
een unieke „documentaire" voor h
Indische cultuurgebied. Hy ook
noemt de Boroboedoer „een van dc
belangrijk0 monumenten van de ge
hele wereld".
Restauratie gaat. zoals gezegd, heel
veel geld kosten. Zoveel geld, dat het
voor Indonesië onmogelijk is om het
allemaal alleen op te brengen. Reden
voor het te hulp roepen van de
TJNESO. die eerder al vele malen
in de praktijk heeft getoond zich veel
(zowel technische als financiële) in
spanningen te willen getroosten voor
het behoud van cultuurschatten,
waar dan ook in de wereld. (In dit
verband zij herinnerd aan de ge
slaagde reddingspogingen van de
UNESO tot behoud van ondermeer
de Egyptische tempels, die door de
verwezenlijking van de Assoeandam
overspoeld dreigden te worden en
daardoor met ondergang werden be
dreigd. aan de hulp ook die UNESO
bood toen. nu al weer vier Jaar ge-
Het ernstige verval van de
Boroboedoer. Grote delen zijn ge
heel verzakt.
leden. Florence de noodklok luidde,
toen overstromingen daar schil
derijen, waardevolle bibliotheken, ar
chieven en bouwwerken grote scha
de hadden toegebracht).
Aan de grens
Net als in het verleden hoopt de
UNESCO op (financiële) steun van
„de wereld". Internationaal is reeds
van verschillende zijde steun toege
zegd. Naar verwacht mag worden,
zal ook Nederland zich wat het steu
nen van het project betreft niet af
zijdig houden. (Bernet Kempers:
„Nederland heeft op het gebied van
de monumentenzorg in het verleden
in Indonesië een zo grote en eervol
le taak gehad dat het eenvoudig on
denkbaar zou zyn, dat het nu achter
zou blijven").
In Nederland is inmiddels een spe
ciaal Boroboedoer-comité geïnstal
leerd, dat zich met de inzameling
van gelden zal gaan bezighouden.
Ere-voorzitter van dat comité is
Prins Bernhard. die bij zyn jongste
bezoek aan Indonesië ook de Boro
boedoer van nabij bekeek en zich liet
voorlichten over de aard van verval
van het monument.
Ir. De Beaufort, die ook lid van
het comité is, zegt„Het weer in oude
luister brengen van de Boroboedoer
zal naar schatting een jaar of zes
duren, zo'n vijf tot zeshonderd men
sen zullen eraan moeten werken.
Veel werk. Moeilijk werk. maar bo
venal werk, dat de moeite meer dan
waard is: het gaat om iets groots,
iets wat zyn gelyke in de wereld niet
vindt en daarom van de ondergang
gered dient te worden. Koste wat het
kost".
De Boroboedoer. honderd bij I dertig meter hoog, zal geheel ge-
honderd meter in het vierkant en restaureerd worden. Een müjoe-
nenwerk, dat in vijf jaar voltooid
zal >orden.
(Door onze medische medewerker
dr. J. Kater)
Er gaat bijna geen dag voorbij
zonder dat de nieuwe ontwikke
lingen op het gebied der medische
biologie onze aandacht vragen.
Orgaantransplantaties, geboorte
regeling en alle problemen die de
pil met zich meebrengt, het abor
tusvraagstuk, nieuwe geneesme
thoden. hersendood, kunstmatige
verlenging van het leven, gevol
gen der luchtverontreiniging en
vele andere onderwerpen behoren
bij het dagelijks leven van deze
tijd en vormen een belangrijk
deel van de berichten die de pu
bliciteitsmedia brengen.
Door wetenschap en techniek
wordt de doolhof waardoor de mens
zich naar de toekomst beweegt
steeds ingewikkelder. Zijn leven
wordt reeds vóór dat het werd ver
wekt door degenen die hierover
heersen beïnvloed en deze bemoeie
nis duurt voort tot aan zyn dood en
beslist zelfs óf en op welk moment
hij zal kunnen sterven.
Zó stelt de schrijver Gerald Leach
het uitgangspunt van zyn samenvat
tend overzicht over het werk der
„biocraten," zoals hy „de huidige
heersers over het leven" noemt.
Terwijl hy de enorme vooruitgang
die zij hebben weten te bereiken, be
spreekt en tevens aangeeft wat zy
nog pogen te bereiken, verwijt hy de
biologen en medici tevens dat zij
zich niet bezig houden met de so
ciale gevolgen van hun werk, zoals
ook alle andere wetenschapsmensen
dit verzuimen te doen. Maar on
danks dit verwijt, houdt Leach in
zijn boek een pleidooi voor de onge
lofelijke hoeveelheid van nieuwe in
zichten en ontdekkingen waarmee de
medische biologie de mensheid in
enkele tientallen jaren heeft weten
te verrijken. Hij noemt de biologen
„de gangmakers van de biologisch-
medische revolutie waardoor de
maatschappij werd wakker geschud,
omdat zij een koers moet volgen,
die zij nooit gewenst heeft, maar die
nu moeilijk meer gewijzigd kan wor
den. De technocraten van biologie en
geneeskunde de biocraten heb
ben de leiding genomen. Er is ech
ter geen enkele voorziening die ga
randeert dat de wetenschap reke
ning houdt met de behoeften van de
maatschappij."
Afgezien van zijn zeer persoonlijke
bezwaren en kritiek op deze gehele
ontwikkeling, waarbij hij bovendien
een ernstig verwijt richt aan de
massa-media, omdat zij „de bron
zijn waar de meeste leken hun wijs
heid voor het debat over biologi
sche geneeskunde vandaan halen,"
maakt zyn boek het juist aan de
leek mogelyk om zich terdege te
oriënteren over deze ontwikkeling.
Maar ook biologen en medici kunnen
veel profijt trekken van de grote
hoeveelheid geordende feitef
Leach in dit compacte we]
300 bladzijden heeft vergaaj
bevolkingsaanwas en de vers
de problemen die hiermee
hangen (geboortenbeperkingj*
conceptiemiddelen, sterilisatie^
tus) en zelfs suggesties voflw
komstige mogelijkheden om p
volkingsaanwas te regelen bd 1
Leach aan de hand van uilo;
documentatie, zij het niet al h
consequent in zijn conclusive
deze suggesties behoren en ta
voor vrijwillige sterilisatie, k
de staat ook de kosten van cejn
tus betaalt, verstrekking varL
behoedsmiddëlen subsidieert L
flinke huwelijkspremies geelE
dien men op latere leeftyd vt
eerst trouwt en belastingvr
voor kinderloze huwelijken,
der geslaagd is het overzit h<
voortplanting uit een reageei i
de verschillende mogelykhec i|
kunstmatige bevruchting. ge
In dezelfde gedachtengang y
gaande, bespreekt hij het vo< u,
van aangeboren gebreken UI
hand van de bekende chronJ
le afwijkingen en hij komt
een kunstmatige baarmoedei
bij krijgt de geneeskunde v
vele pluimen op de hoed. ev( 0
zijn uitvoerige bespreking
hersenen en hun rol in de s
ving der toekomst. Pj
Transplantaties van organen
uiteraard veel aandacht, m
als dit in zijn gehele boek h
is, baseert Leach zijn vooi
bijna uitsluitend op Angels eg
gegevens, met de Amerikaa
voornaamste bron. Tóch krijg,,
zer ook in deze hoofdstukk
goed overzicht over de vooi
op dit gebied en de toekomst 1
gelykheden. Deze laatste kor
eens extra in zijn laatste h<
„prioriteiten" aan de orde. r
beschouwingen over de kost'
ziektebestrijding en het vocfl
van de dood met uiteraard v
teriaal over het kankerprobk
sluiten dit nuttige en goed n
boek, waarin een grote hoe e
cijfermateriaal werd verwen
waaraan vele artsen en andc
tenschapsmensen in de Ver. 1
en Engeland via gesprekken
meningen en gegevens heb»
strekt. Leach heeft deze volg J
(vaak té) persoonlijke, wi d
sche wijze verwerkt. Dit latit
echter geen nadeel, want 11
leent aan de dikwijls wat d
zeker niet eenvoudige feit
doende ironie om de aand t
vend te houden. Die aandacl
voortdurend vereist en ook
in dit compacte overzicht a
vooruitgang op biologisch- x
gebied, dat in de eerste pil
doeld is voor een breed
bliek, maar dat vakmensei
ook veel belang zal inboezeme
Boeddhabeeld, oorspronkelijk thans ten prooi aan weer en wind
ondergebracht in stupa, staat j in de open lucht.
De top van de Boroboedoer I pa's, koepelvormige bewaarplaat-
bestaat uit een zeventigtal stu- sen van heiligenbeelden.
nauw betrokken. De Nederlandse geo
loog prof. dr. V. Voute en de Franse
met zeer krachtige maatregelen in
luister te herstellen.