In ontworpen adviesraad wordt inspraak aangepast MET DE TREKSCHUIT NAAR DEN HAAG VANUIT LEIDEN Gebouw Hoogheemraadschap bijna geheel gerestaureerd Leidse meao-school groeit Na ruim zeven jaar herstellingswerkzaamheden Brandkast lag in sloot Dr. Van der Laan hoogleraar in de radio-astronomie Groter aandeel van Fiat in de Citroën - fabriek Warme buurt: weelderige losbandigheid en lage ontucht WOENSDAG 29 JULI 1970 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 3 Naar ambtelyke maatstaven gere kend, hebben B. en W. verrassend snel gereageerd op de brieven en nota's van diverse groeperingen over het instellen van een advies raad voor de binnenstad. Tot onze spyt heeft dit er dan ook toe geleid, dat er geen tijd is geweest om in te gaan op het verzoek van Leefbaar Leiden en de „werkgroep binnen stad," om by het ^vooroverleg be trokken te worden. Dit overleg had, dat biykt duidelijk uit het po vere resultaat van B. en W. zeer verhelderend kunnen werken en heel wat frustratie kunnen voorko men Dit was dan ook de reden waar om wy dit overleg zo belangrijk vin den. Maar goed, het is nu eenmaal niet anders: inspraak geven is iets anders dan over inspraak praten. Er zit dus niets anders op dan op deze wijze, via een openbare brief aan de gemeenteraad, onze inbreng te leveren. Waarom willen wij een orgaan als de adviesraad voor de binnenstad? Wij willen dat er een mogelijkheid komt voor de belangstellende bur ger om mee te denken en mee te praten over de problemen van de binnenstad. Dit is ten eerste belangrijk om een beter begrip te kweken voor het gevoerde beleid bij de burgers. Ten tweede om het mogelijk te maken, dat de by de burgers levende ideeën doorstromen naar de gemeentelijke instanties. Dit doel kan op de door B en W. voorgestelde wyze onmogelyk wor den verwezenlijkt. Zoals bekend, is. de huide structuur van het ge meentelijk apparaat niet ingesteld =fJz<tró óchrijoen op meedenken en beslissen van de burgers. Het belangrijkste knelpunt is de tijdige doorstroming van in formatie naar de burgerij. Deze informatie komt óf helemaal niet. óf veel te laat, als alles al vast staat. Wij denken bijvoorbeeld aan de inspraak by de Merenwijk. Juist op dit essentiële punt zegt de nota van B. en W helemaal niets. Zij gaat dan ook stilzwijgend voorby aan het feit dat wil inspraak mo gelijk worden eerst het hele ap paraat en de functie van B. en W. en de gemeenteraad moeten worden herzien en gereorganiseerd. Dit kan niet ineens, maar er zal wel eens een keer met deze veran deringen moeten worden begonnen. In deze adviesraad zagen wy het prille begin van deze veranderingen. De gemeenteraad zou er door kun nen worden versterkt en een groep burgers zou zelfstandig en in alle openbaarheid kunnen uittesten waar de knelpunten zitten. Dit kan echter alleen als B. en W. dit bewust willen Zonder haar medewerking hoeven wij er dan ook niet aan te beginnen. Wat B. en W. op het ogenblik doen. is de inspraak van de burgerij aanpassen aan de bestaande starre structuur. Dit kan tweeërlei gevol gen hebben: of dit orgaan wordt een monddood lichaam met dezelfde mogelijkheden als de gemeenteraad, waar men alleen in gaat zitten uit statusoverwegingen. Dit zal vanwege de lage status van de adviesraad wel niet gebeuren, zodat verwacht mag worden dat velen zich gedesil lusioneerd zullen terugtrekken. Wat ook mogelyk is, met de voor gestelde bezetting van specialisten, deskundigen, ambtenaren en ge meenteraadsleden, is dat het de functie van de geme enteraad nog verder uitholt en B. en W. er op een handige manier een stelletje onbe zoldigde ambtenaren bij hebben ge kregen. In elk geval passen wij ervoor, om op deze wijze hieraan mee te wer ken en wij raden iedereen aan dit zelfde te doen. Het gaat ons om een fundamentele democratisering van de samenleving en niet om de versterking van technocratie en bu reaucratie. We zijn dan ook erg benieuwd te weten aan welke kant het gemeente raadslid Van Aken nu staat, als in diener van het voorstel om tot een adviesraad te komen. Wat ons be treft hebben wij er geen hoge ver wachtingen van! Namens Komitee Leefbaar Leiden J. K. Boer W. van Rooijen LEIDEN De 200 kg. zware brand kast die enkele weken geleden bij een transportbedrijf op de Hoge Rijn dijk gestolen werd. is in een sloot in leiderdorp gevonden. De brandkast, waarvan de onderkant geheel was opengescheurd, is indertijd geen beste buit voor de dieven geweest: slechts drie gulden bevond zich op dat tijd stip in de kluis. LEIDEN Vorig jaar startte de Leidse school voor meao (middelbaar economisch en administratief on derwijs) met 59 leerlingen in drie klassen, van wie er 53 naar het twee de leerjaar gaan. Zij vervolgen hun studie nu in verschillende richtingen de meeste animo bestaat voor de ad ministratieve en de commerciële richting. Toch is er ook gekozen voor de secretariële, de bestuurlijke en de Vrije richting. Voor een deel volgen allen dezelfde vakken, zoals Nederlands, Engels, al gemene economie en dergelijke, maar door de richtingkeuze kan men zich in bepaalde vakken specialiseren. In de administratieve richting bijv. zyn bedrijfsadministratie en be drijfseconomie verplicht en in de be stuurlijke richting zijn dat recht en maatschappijleer. Bij het examen, na het derde leerjaar, heeft men daarnaast ook nog twee keuzevakken, bijv. Frans en statistiek. Door al deze mogelijkheden leidt het meao op voor een zeer brede sector van de maat schappij. De directeur van de school ver wacht in de komende jaren nog een sterke groei van het middelbaar be roepsonderwijs. Nu zien naar zyn mening nog te weinig bezitters van een mulo-diploma in, dat men in dë komende maatschappU een beroeps gerichte afronding van de opleiding moeilijk zal kunnen missen. Boven dien zyn de studiemogeiykheden vaak niet eens bekend. Voor het eerste leerjaar zyn nu 86 leerlingen ingeschreven. Velen die zich hadden aangemeld, moesten worden afgewezen doordat zU niet slaagden voor het mulo-examen. Men hoopt dat de opengevallen plaatsen alsnog worden ingenomen, hetgeen mogelyk is via het stadhuis afd. onderwys), of na 4 augustus aan de school. De problemen rond de huisvesting van de school werden opgelost, toen twee christeiyke scholen voor mavo samengingen. Daardoor kwam er een aantal lokalen vry in het gebouw Hooglandse Kerkgracht 20a, zodat de meao-school daar het komende jaar onderdak vindt. Men heeft goede hoop dat voor de daarop volgende ja ren een meer definitieve huisvesting gerealiseerd kan worden door de stichting van een noodschool, waar door het werken met dependances en jaariykse verhuizingen voorkomen kunnen worden. LEIDEN De nieuwe vormen van het in restauratie zynde gebouw van het Hoogheemraadschap van Ryn- land aan de Breestraat beginnen zich langzaam af te tekenen Boven de houten schutting, die al jaren het trottoir verspert, is een antieke gevel van nieuwe rode stenen zichtbaar ge worden (zie foto links). Ook de ach- terzyde van het gebouw is volkomen in de oude staat teruggebracht, com pleet met bankjes en waterput (foto rechts). Aan de binnenzyde van het gebouw wordt nog druk gewerkt. De verwachting is dat de restauratie voltooid zal zyn aan het eind van dit jaar. Er zal dan ruim zeven jaar aan gewerkt zyn. De kosten, die in de miljoenen guldens lopen, komen voor rekening van het Hoogheem raadschap van Rynland, gemeente, provincie en ryk. Het gebouw zal na de restauratie in gebruik blyven van het Hoog heemraadschap, dat het gebouw al in 1578 aankocht. Aanvankelyk diende het gebouw als logiesruimte voor de bestuursleden: gaandeweg heeft men er de administratieve diensten in ge huisvest. Het gebouw werd in de ze ventiende eeuw voor de eerste keer gerestaureerd. Waarschynlijk was Pieter Post de architect, die deze restauratie verzorgde. De restauratie, die nu plaats vindt, moet het ge bouw het zelfde aanzien geven als na de reconstructie door Pieter Post. Hoewel het niet in de bedoeling ligt, dat het gebouw in de toekomst permanent voor het publiek open zal zyn, zullen er toch mogelykhe- den tot bezichtiging geschapen wor den. Waarschynlijk zal daanoor de zelfde regeling gelden als in het ver leden. Bezichtiging is mogelyk als het gebouw niet bezet is en eerst een afspraak gemaakt is. LEIDEN Dr' H. van der Laan. lector in de radio-astronomie aan de Leidse Universiteit is benoemd tot hoogleraar met dezelfde leeropdracht. Dr. H. van der Laan, die in 1936 te Wedde in Groningen werd geboren, volgde middelbaar onderwys aan de Ryks-h.bs te Winschoten en aan de Ontario Secondary School te On tario, Canada Vanaf 1956 studeerde hy achtereenvolgens wis- en natuur kunde aan de University of Western Ontario te Londen, welke universi teit hem in 1960 onderscheidde met de Gold Medal in Applied Mathema tics. theoretische radio-astronomie aan de Universiteit van Cambridge in Engeland, waar hy in 1963 de graad van Doctor of Philosophy ver wierf en wysbegeerte aan de Vryc Universiteit te Amsterdam. In 1964 keerde hy terug naar de University of Western Ontario, waar hy, eerst als assistent professor en sinds 1965 als associate professor in astronomy, werkzaam was tot 1967. In dat Jaar werd hy benoemd tot wetenschappe- lyk hoofdmedewerker aan de Leidse Sterrewacht. Vorig Jaar volgde zyn benoeming tot gewoon lector. Dr. Van der Laan, die in de zomer van 1966 wetenschappelyk onderzoek verrichtte op het National Radio-as- tronomy Observatory in Charlesville. West Virginia in de Verenigde Sta ten. is auteur van verscheidene pu blicaties op radio-astronomisch ge bied. PARJS (AP) De Franse rege ring heeft haar toestemming ver leend aan het verzoek van Fiat om het aandeel van die Italiaanse auto industrie in de Franse Citroen-fa brieken te vergroten van 15 tot 49 per cent. Het grootste aandeel in de hol ding company is in handen van de Michelin-bandenfabrieken. De direc tie van Fiat Juicht het besluit van het Franse ministerie van Financiën toe, daar het zal leiden tot een grote en goede mate van samenwerking tussen de twee maatschappyen. LEIDEN Notarius Bom ba - syn liep op zyn dooie gemak vanaf zyn comptoir op het Rapenburg naar de Witte Poort (Noordeinde), om daar even buiten de poort de schuyt naar Den Haag te nemen, die er ge meerd lag in de in 1637 gegraven nieuwe Vaart (nu Ryn- en Schieka- naal) en Vliet, langs Voorschoten en Leidschendam. Hy wilde in den Haag eens nader zyn licht opsteken over een erfenis kwestie voor enige Leidse minderja rige wezen. Wel was de hier in 1450 gestichte „weeskamer", die de belangen der minderjarige ouderlozen by de invoering der Franse wetge ving in 1811 stilzwygend opgeheven, maar eens persoonlyk in Den Haag bereddering dezer zaken hem zóveel besognes en hoofdbreken, dat hy nu maar eeens persoonlyk in Den Haag zyn licht eens ging opsteken by de desbetreffende instanties. Hy lichtte rustig gedistingeerd zyn hoge hoed af voor de cliënten van zyn comptoir die hy onderweg te genkwam en beantwoordde slechts vluchtig met zyn hand de nederige groeten van hen die op enigerlei wy ze van hèm afhankelyk waren. Zeker, hy kon ook wel met de diligence naar Den Haag gaan, de diligences van Van Gend en Loos, Veldhorst en van Koppen, Suring en Koens of Peters en Compangon, al len eveneens vertrekkend van de Witte Poort, dus genoeg mogelyk- heden een dagje naar Den Haag te gaan. maar waartoe dat snellere ver voermiddel. dat meer geschikt was, voor haastige blaaskaken, zoals stu denten, neringdoenden of nego- cianten die haast hadden hun mer chandises te doen. dan wel jonge dochteren die zonder chapero- ne hun reis van Leiden naar Den Haag moesten maken denkt u eens in! en dus niét behoefden over te stappen op den Leidschen dam! Neen. haastige spoed was nits voor een notarius, bezadigd zoals by zyn ambt past, overdacht hy. Wel moest hy overstappen op een andere schuyt die naar Den Haag werd getrokken, doch was dit gerin ge euvel voor hem van generlei be- Hy nam de schuyt van 10 uur, want die van 5 en 8 uur waren hem te vroeg in de morgen, dié waren goed voor het mindere volk, dat voor 9 stuivers naar Den Haag werd ver voerd, terwyl hyzelf in de roef, ging zitten hetgeen hem 12 stuivers en 8 penningen kostte, naar de ta rieven die waren „gedaan en gear resteerd by de Regeringen der Ste- den's Gravenhage en Leyden" maar ja. dan zat hy ook onder zyns ge- ïyken! Noblesse oblige, nietwaar? Doch niet alleen „voor zaken" ging men van Leiden naar Den Haag. Ook voor vertier bezocht men de Konink- ïyke Residentie, want deze heeft al tijd al, door alle eeuwen heen voor de Leidenaars een grote aantrekking* kracht gehad. Men ging per trekschuit of diligen ce, later per trein of auto naar Den Haag. dat zo familie-nauw met Lei den verbonden was en is, ook al om dat sinds meer dan anderhalve eeuw alle Leidse bruidsparen, zowel groene, koperen, zilveren, ja zelfs gouden paren, de dag waarop de bruidsdagen aanvingen, die éne fees- teiyke dag naar Den Haag trokken om de „groenmakers" in huis ruim baan te geven tot het versieren der woning in de eertydse „volksbuur ten" in de steeg of op de gracht, met papieren slingers en groen, zowel binnen als buiten de deur! Waarna dan het bruidspaar in de avond, weer of geen weer per open rytuig door een tweetal groenmakers met-een - boekt-voor-de-bruid van het station werd gehaald en door Leiden's stra ten naar het versierde huis werd gereden, waarby dan een broertje, neefje of later kleinzoontje op de bok meereed. (U kunt hierover méér lezen in het alleraardigste boek je „Leids Volksleven", een uitgave van de Vereniging „Oud Leiden".) Doch dit vertier om een dagje naar Den Haag te gaan ter gele genheid van de bruiloft, was geen privilege van het „mindere volk", want rondom de eeuwlsseling heeft een fabrikantenzoon deze oude Leid se traditie gevolgd en werd met zyn bruid 's avonds aan het station afgehaald door de équipage van zyn op de Breestraat wonende tan tes, compleet met koetsier en pal frenier in hun lange beige jassen met glimmende knopen, gegaloneerde ho ge hoed en cocarde daarop! Maar terug naar de vorige eeuw van trekschuit en diligense! Wat von den en zagen de Leidenaars daar des- tyds? Een anoniem boekje uit 1843 „Physiologie van den Haag" geeft daarvan een kleurige en rosse be- schryving. Anoniem? Ja maar toch lekte aldra uit wie de vry- moedige auteur van dit grappige badinerende boekje was, dat toch helemaal géén wetenschappelyke of planologische verhandeling was zo als de titel kon doen vermoeden. In tegendeel! En dat nog wel van een Leddse professor!!. Wat zyn de hoog geleerde collegae hem eigenlyk kwa- ïyk namen, zoiets paste niet voor een man wiens geleerdheid door statig heid moest afstralen! De schryver was Willem Josef An dreas Jonckbloet. Doch nu éérst eens even in 't kort diens merkwaardige levensloop. Geboren in 1817, kon hy door de slechte financiële omstandigheden van zyn ouders, na de lagere school ondanks zyn begaafdheid, niet het gymnasium bezoeken, zodat hy toen dus ook niet tot een universiteit kon worden toegelaten. Maar hy zette de tanden op elkaar en ging met zelfstudie al verder en verder; het oog der Wetenschap viel op deze ra- zend-knappe Jongeman, zó dat hem reeds op 24-jarige leeftyd door de Leidse Hogeschool met doctoraat ho noris causa in de Letteren en Wijs begeerte werd verleend! Een uni cum. Daarop werd hy achtereenvolgens hoogleraar aan het Atheneum te Deventer, vervolgens aan de Gro ningse universiteit, tot hy in 1877 naar Leiden terug werd geroepen en van dat jaar tot 1883 alhier hoogle raar in de middeleeuwse lette ren werd. in welke stof hy voor het éérst in de geschiedenis een „Hand boek der Nederlandsche Letterkunde" schreef in 6 delen nog wel! Ook was hy (1864) lid van de Tweede Kamer. Hy overleed in 1885. Maar nu het boekje over den Haag, waarin hy al dadelyk een loopje met zichzelf neemt: „Ik schryf, lezer, omdat myn positie zulks meebrengt. Waan daarom evenwel niet, dat ik een geleerde ben of tenminste lid van het Koninklyk Instituut (wat hy wél was!) In het laatste geval zou ik immers stellig niets in het licht ge ven om niet tegen de costumen van dat lichaam te zondigen". Om zich dan verder te camoefleren als een. lagere ambtenaar op een of andere ministerie, waarby hy zyn collega's „die teveel hebben om te sterven en te weinig om te leven, vooral, wan neer zy met zes of acht kinderen zo genaamd gezegend zyn", danig in het zonnetje zet als specimen van „de Haagse ambtenaar"! Hy gaat verder: „Daar men toch den lande liefst zoo veel mogelyk tyd ontwoekert, neemt een andere midde len te baat. De jongste myner ka- mer-genooten bv. kopieert muziek en borduurpatronen, de tweede ver taalt vaudevilles voor onze Neder- duitschen Schouwburg a raison van v 2,60, of gaat zich soms aan het za- meniymen van een bruiloftsvers te buiten, en ik uw onderdanige dienaar heb er den laatsten tyd niets beters op gevonden om den kostbaren tyd te dooden dan in onze lieve stad rond te kyken en het geziene en gehoor de tot stichting en opbouwing van al De notarius ging in de roef achteraanzitten; vóórin was de plaats voor het „mindere volk". wat in onze provinciën rondslentert te boeken. Het gouvernement levert my de schryfbehoeften en aan stof zal het my niet ontbreken". Ook beschryft hy de omgeving, de achterstraten, van het Spui. waar reeds in 1843 al de „warme buurt" was: „weelderige losbandigheid en lage ontucht. En midden in dat slyk, midden onder dat dras, dat bezink sel van wat walgeiyk is en gemeen, staat een huis prachtig en smaak vol ingericht, waar weelde en com fort heerschen. waar de zachtste di vans, de vurigste champagne, de dar te ls te lonken u tot genot en zins- bedwelming uitlokken. Het is het pa- radys van Mohamed, vol van zwart- en blauwoogige houris". Hoe wéét de professor dat? Miaar wilt ge den Haag zien in al zyn drokte, in al zyn gewemel, in al zyn gewoel, wacht dan den avond af wanneer de voornaamscte straten door de maan en de groote manufac- turen-winkels verlicht zyn, en er hier en daar ook een straatlan- taarntje glimt. Slenter dan rondom, en langs Houtstraat, Pooten-Vlaming en Veenestraat. Daar draaft, daar trippelt als schuchtere duifjens, eene schare van rondborstige en innemen de en roodwangige dartele meis jes, zoo speelziek, zoo joolig heen en weer en lokt onder het stemmi ge kornetjen of het eenvoudige stroo hoedjen zoo schalks, dat de oogjens. in het tweelicht als sterren flonke ren". Onwillekeurig komt men tot de conclusie dat er toch echt niet zo veel veranderd Ls in Den Haag van 1843 en 1970. Althans in de kèrn, in het wezen van deze nabuur-stad in het wèzen van deze nabuur-stad van elegance en voornaam doè- neryj. DOLF SCHNAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 3