oernooi te Zagreb in het
teken van Fischer
Het kleine foutje
Kruiswoordraadsel
1
[om er ACHT-er
Klod-de-ren
Pim en Pom
II
■f ri r i
H. W. Filarski's bridgerubriek
I
1 1
41
it
i a
a
a
rEHDAG 25 JULI 1970
LEIDSCH DAGBLAD
fet tweede „Turnier des Friedens" te Zagreb Joe go-Sla vië)
april van dit jaar gehouden was een der sterkste der laat-
aren. Van de achttien deelnemers waren elf grootmeesters
yezig. Het toernooi stond geheel in het teken van de Ame-
anse crack Robert Fischer (geb. 1943 in Chicago). Enige
inden voor het begin van het evenement onderhandelden
organisatoren met hem over zijn deelname. Fischer stelde
voorwaarden, waaronder ook een extra honorarjum! Toen
voorwaarden geaccepteerd waren, duurde het nog ander-
re maand eer Fischer officieel het contract tekende
en begon de zegetocht van Bob-
j nam direct de leiding en zege
met twee punten voorsprong,
de 17 partijen won hy er 10.
de er 6 remise en verloor slechts
rtaj.
eerste zes waren Fischer 13
fGligoric, Hort, Kortschnoi en
ow 11 pnt.; Petrosian lOVi pnt.
her leverde een serie uitste-
partijen en bracht gewichtige
etische nieuwtjes >p tafel,
eerste prijs was 1000 dollar,
extra prijs van 100 dollar voor
polste partij won Gligoric voor
Indrukwekkende zege op oud-
Idkampioen Petrosian.
1: Minic.
artFischer.
SIC1LIAANS
!-e4 c7-c5.
her is een groot kenner van de
lanse verdediging. Wanneer hij
heeft past hij deze ingewik-
speelwijze met voorliefde toe.
gl-f3 d7-d6. 3. d2-d4 c5xd4. 4.
Pg8-f6. 5. Pbl-c3 a7-a6, 6.
e7-e6. 7. f2-f4 Lf8-e7.
de eerste ronde speelde Fischer
Panna 7Db6. Blijkbaar
iij met deze zet. niet geheel te-
n.
Ml-f3 Dd8-c7, 9. 0-0-0 Pb8-d7,
►84
mee verkrijgt wit, meestal een
rlijke aanvalsstelling. Het is
lam om te zien hoe Fischer
fgen ageert.
b7b5. 11. Lg6xf6 Pd7xf6,
4-g5 Pf6-d7, 13. a2-a3 Ta8-b8.
2-h4
voonlijk speelt men 14. Lh3 of
met een pionoffer. De tekst-
s eveneens goed speelbaar.
b5-b4! 15. a3xb4 Tb8xb4.
fl-h3 0-0. 17. Pd4-f5?
foutieve combinatie. Na de
werd als beter aangegeven 17.
tö: 18. h5! met een kansrijke
L
FISCHER
1 7Pd7-c5!
De eerste verrassing. Natuurlijk
volgt op 17. ef5:? de wending
18. Pd5 Da5. 19. PeTri Kh8, 20. Pc6
met winst-
18 Pf5xe7* Dc7xe7, 19. h4-h5 Lc8-
b7. 20. h5-h«
Op 20. Thel komt 20f5! enz.
20Lb7xe4. 21. Pc3xe4 Pc5xe4.
22 h6xg7 Tf8-c8!. 23 Thl-h2 Tb4-a4,
24. Kcl-bl
Nu komt Fischer aan het woord.
24d6-d5!. 25. c2-c4
Of 25. Td3 Db4 met vele dreigin
gen.
25. Ta4xc4, 26. Lh3-fl Tc4-b4.
27. Df3-h3 Pe4-c3t. 28. Kbl-cl Pc3-
a429. Kcl-bl Tb4xb2tü
Lokt Th2 van de h-lijn weg.
30. Th2xb2 Pa4-c3t. 31. Kbl-cl
De7-a3!
Deze krachtzet beslist snel de par
tij. Men krijgt onwillekeurig de in-
jdruk dat bij Fischer alles vanzelf
gaat
32. Lfl-d3 Da3-al+, 33. Kcl-d2
Datlxb2t. 34. Kd2-el Pc3-e4!
Wit gaf het op
Op 35. Le4: volgt 35. Db4* ge
volgd door De4; Het eindspel staat
daarna duidelijk op winst voor zwart.
Daar het altijd een sensatie is
wanneer Fischer tot overgave wordt
gedwongen (in 5 jaar verloor hij 'geen
enkele partij!» geven wij hier zijn
nederlaag tegen de niet zo bekende
Kovacevic Joego-Slavië), die in het
toernooi tiende werd.
Wit: Fischer.
Zwart: Kovacevic.
FRANSE-VERDEDIGING.
1. e4 e6 2. d4 d5. 3. Pc3 Lb4. 4.
a3
Verrassend! Zetten uit de vorige
eeuw past Fischer graag toe. Later
blijkt dat hij opmerkelijke verbete
ringen heeft gevonden. Ook Larsen
volgt deze .methode"». 4. Lc3:f,
5 bc3 de4 6 Dg4 Pf6. 7 Dg7: T?8.
8. Dh6 Pbd7. (Tot dusver was alles
Uit de theorie bekend. Nu wijkt zwart
of waarschijnlijk een eigen analyse
volgend. Na het theoretische 8
Tg6. 9. De3 Pc6, 10. Lb2 kwam zwart
in de partij Fischer-Uhlmann, twee
ronden daarvoor, in het nadeel), 9.
Pge b6, 10. Lg5? De7, 11. Dh4 Lb7.
12 Pg3 h6!
(Een subtiel pionoffer, dat beoogt
dc h-lijn in bezit te nemen».
13. Ld2 0-0-0. 14 Le2 Pf8. 15. 0-0
Pg6. 16. Dh6Th8. 17. Dg5 Tdg8. 18.
f3? (In aanmerking kwam stellig 18.
Db5. Zwart blijft echter in de aan
val).
Thans volgt een prachtige combi
natie van de zwartspeler.
KOVACEVIC
t> c q e t g h
lil
i 1 AA
/V V
1
i
Z I Z '6
O Q B
FISCHER
18. ©3!!. 19. Le3: Pf8. 20 Db6
Pd5. 21. Kf2
(Een laatste poging om de koning
in veiligheid te brengen, maar zwart
slaat onberispelijk toe», 21. a6.
22 Dd3 Th2:, 23 Thl Dh4. 24. Th2
Dh2: 25. Pfl Tg2:
(De laatste obstakels worden op-
geruimd).
26 Kei Dh4t. 27 Kd2 Pg6!
(Met de dodelijke dreiging Pf4!>,
28. Tel Pgf4. 29 Lf4Pf4:. 30 De3
Tf2 en wit gaf het op.
Tegen 31 Pe2: 32 Te2: Tfl
is niet te veel te verzinnen.
In deze partij heeft Fischer geen
ogenblik zijn spel kunnen ontplooien.
Overigens werd de partij door de
zwartspeler meesterlijk gespeeld!
BISHOP.
Vandaag eens een snoepje voor de liefhebbers van paren-
wedstrijdbridge. Een bekend probleem dient zich aan: het
contract is wel verzekerd, maar hoe maakt de spelleider één
of meer overslagen?
I
I
i
V 5
<?B764
O A5
•fc H V B 9 6
A AB7
<?H V983
O 10 4
4. A82
N
W O
94 2
C? 10 5
O B 9 8 7
A 10543
H 108 6 3
CP A2
O HV632
7
gever, allen kwetsbaar. West
één klaver noord één harten
OW pasten verder zuid één schop
pen —noord drie schoppen —zuid
vier schoppen.
Tegen vier schoppen startte west
met klaverheer voor het aas van
tafel (noord). Ruiten vier na. voor
int u de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt u elders in de pagina.
de zeven, heer en ruitenaas Klaver
vrouw werd nu door zuid afgetroefd
met schoppen drie. Daar NZ 26 pun
ten samen telden, maar west had ge
opend, nam zuid aan dat west schop
penvrouw had. Kleine schoppen volg
de naar de schoppenboer, daarna viel
schoppenvrouw onder zuids schop
penheer. NZ vervolgden met harten-
aas, vervolgens harten naar de heer.
Zitten de hartens 3:3. dan kunnen
NZ nu 12 slagen maken door te spe
len: hartenvrouw, schoppenaas, de
hartens enz.
Eén zekere overslag krijgen NZ,
wanneer als derde harten een kleine
uit noord wordt gespeeld zuid
troeft, gaat daarna met schoppenaas
naar tafel en verliest tenslotte al
leen nog één slag. Zuid echter gokte
op twee overslagen, trok als der
de harten de vrouw die oost troefde
zuid troefde over. Ruitenvrouw en
ruiten na (hopende op 3:3 in ruiten
en alsnog 12 slagen» onthulde dat
ook de ruitenkleur 4:2 zat. Dit was
de stand bij het spelen der derde rui
ten:
A
<?98
-
A 8
N
W O
z
8
<?-
<>632
Zuid aan slag. schoppen troef. Zuid
speelt ruiten en NZ moeten officieel j
nog twee slagen verliezen d. j
w.z. helemaal geen overslag, doch
precies vier schoppen.
Zuid waagde een laatste kans: op
ruiten twee deed hij in noord kla
ver acht weg oost aan slag. Oost
dorst nu geen klaver te spelen van
wege de „dubbelrenonce" toch
was dat de enige juiste speelwijze
i geweest! Oost vervolgde ten onrech-
j te met ruitenboer en tóch was nu
de overslag nog ter wereld gekomen!
Het foutje van oost was. dat zy het
zuidspel niet had „uitgeteld In dit
eindspel had dat niet te moeilijk be
hoeven te zijn.
BRIDGEVRAAG uit de wereldkam
pioenschappen
West gever. OW kwetsbaar, paren
toernooi. De oostspeler heeft de vol
gende kaarten
H 10 54(^7654 32 OA A10.
J Weer één Sansatout (16-18 punten)
NZ passen oost twee klaver
(vraag naar hoge kleur, de z.g. Stay-
manconventie» west twee schop
pen (vierkleur in schoppen) wat
biedt u als oost? Antwoord elders op
deze pagina.
Daar ben ik, zegt het klei-ne
meis-Je van de bu-ren. Dat is
ge-zel-lig. zegt Pom, gaan we
weer va-der-tje en moe der-tje
doen? Ja. hè. dan was ik de
ba-by en ik mocht de he-le mid
dag op het zij-den de-ken-tje
in de pop-pen-wa-gen sla-pen!
Ge-zel-lig! roept Pim ook. heb
Je die gek-ke speel-goed-muis
weer bij Je, die zo hard kan hol
len? Of het prop-je aan een
touw-tje of de spring-spring-
bal? En mis-schien ook een
klein lek-ker hapje? vraagt Pom
Met gro-te o-gen kij-ken ze toe
als het meis-je haar pop-pen-
kof-fer-tje o-pen-maakt. Mmm,
bromt Pom, pa-pier. Dat is niks.
Wacht nou e-ven. zegt Pim. mis
schien maakt ze van al die vel
len wel weer propjes.
Niks an.zegt Pom, ik krijg
spier-pijn in mijn po-ten van
al dat ge-spring naar die prop
jes.
Wacht nou e-ven, roept Pim
weer. er komt nog meer!. Kijk
een mooi zwart doos-Je! Heel
nieuws-gie-rig kij-ken ze toe als
het meis-Je het doos-Je o-pen-
maakt. Er zit-ten wel twin-tig
ge-kleur-de blok-Jes in en ook
een paar zwar-te stok-jes met
klei-ne kwast-Jes ei>aan Kim Je
dat e-ten?. vraagt Pom Is het
om o-ver de vloer te la-ten rol
len?. vraagt Pim. Ze rui-ken
aan de blok-Jes. Niet lek-ker,
zegt Pom. Prop-Jes pa-pier rol
len be-ter, zegt Pim.
Het meis-Je zegt niets. Met
een ern-stig ge-zicht kijkt ze de
ka-mer rond. Daar, wijst ze,
daar op dat rode kus-sen moe
ten Jul-lie heel stil gaan zit-ten
Als Pim en Pom zich niet ver
roe-ren. pakt ze ze op en zet ze
sa-men op het kus-sen. Ik wil
he-le-maal niet op het kus-sen,
bromt Pom. Laat nou toch, zegt
Pim, Je zult zien dat het een
leuk spel-le-tje is. Ze wach-ten
af wat er ge-beu-ren gaat. Het
klei-ne meis-Je loopt naar de
keu-ken en haalt by de vrouw
van Pim en Pom een bak-Je wa
ter dat ze voor-zich-tig naar
bin-nen draagt en naast de doos
met de ge-kleur-de blok-Jes zet.
Is het melk?, vraagt Pom en
hij springt van zijn kus-sen.
Nee. nee. nee!, roept het klei-ne
meis-je boos. zit-ten blij-ven!
Als Pim en Pom zien dat er al
leen maar wa-ter in het bak-je
zit. la-ten ze zich weer te-rug-
sjou-wen naar het ro-de kus
sen Zo. en nou stil zit-ten!. zegt
het meis-Je streng, anders komt
er niks van te-recht!
Wat krij-gen we nou?, zegt
Pom. maar hij is zó be-duusd
dat hij toch maar zit-ten blyft.
Straks wordt het vast wel
leuk, zegt Pim en daar-om blijft
hij ook maar zit-ten. Het klei
ne meis-je doopt een zwart
stok-Je in het bak-Je wa-ter en
strijkt er-mee o-ver een ge
kleurd blok-Je. Het lijkt wel to-
ve-ren. zegt Pim. Pom zegt niets
maar kijkt met gro-te o-gen hoe
ze nu met het kwast-je o-ver het
vel wit-te pa-pier gaat dat voor
haar op de grond ligt. Met haar
tong tus-sen haar tan-den zet
ze er een he-le-boel streep-jes op.
Af en toe kykt ze e-ven op en
loert naar Pim. Pim wordt er
ze-nuw-ach-tlg van. waar-om
kijkt ze zo?, vraagt hij. Het
lijkt wel of ze me nog nooit eer
der heeft ge-zien. Let op. zegt
Pom. nou neemt ze een an-der
blok-Je. Zwart, zie Je wel? Pim
knikt en hU is niet ze-nuw-ach-
tig meer, want het klei-ne meis
je kijkt he-le-maal niet meer
naar hem. Wél naar Pom. Heel
strak en heel ern-stig. Ze maakt
gro-te zwar-te klod-ders op
het wit-te vel. Nou zie ik het,
zegt Pim, 't is ge-woon klod-de-
ren. Kan ik ook. Ik vind prop
je la-ten sprin-gen en muis na-
zit-ten veel leu-ker.
Ze kijkt weer naar Jou!, fluis
tert Pom. Blauw, zegt het meis
je en ze zet twee ron-de blau
we bol-le-tjes mid-den in al die
grij-ze streep-jes. En mid-den in
twee fel groe-ne bol-len.
Pom schupfelt heen en weer
op zijn kus-sen. O-gen, zegt htf.
de o-gen van een vreem-de kat
kij-ken me aan. Weg-we-zen,
Pim. ik voel ze!
Niks hoor. zegt Pim. nou wil
ik wel eens klod-de-ren! Hij
wipt van het kus-sen en steekt
zyn poot-Je uit naar het blau
we blok-Je. Het meis-Je is zó
druk be-zig met een rood vier
kant te klod-de-ren dat ze het
niet eens merkt. Pom komt
naast Pim en drukt zyn poot
je in het groe-ne blok-Je. E-ven
weg. zegt het meis-Je. e-ven
schoon wa-ter ha-len. Zo, nu
kun-nen we het eens rus-tig be-
kjj-ken zegt Pim en hij loopt
een rond-Je o-ver het wit-te vel.
Ver-hip, zegt hy te-gen Pom, Je
hebt ge-lijk. Het zijn twee kat
ten. Pom loopt óók een rond-Je
om de kat-ten heen. Hoe zou
den ze he-ten?, zegt hy. Ik denk
Streep en Zwart, zegt Pim,
kyk maar: één is zwart en één
heeft streep-jes. net als wy.
Het klei-ne meis-Je komt weer
bin-nen sa-men met de vrouw
van Pim en Pom. De poe-zen
trip-pen weg bjj de te-ke-ning.
Ooooooooo. zegt de vrouw,
ooooo, wat prach-tig! He-le-
maal Pim en Pom; maar dat
lyst-Je er om-heen van groe-ne
en blau-we kat-ten-poot-Jes, dat
vind ik nog het mooi-ste! Hoe
heb Je dat be-dacht. Maar.
maar.maarzegt het klei
ne meis-Je. Dan ziet de vrouw
de groe-ne en blau-we poot-Jes
op-eens óók op het kleed en óók
op de wlt-te bank en óók op het
ro-de kus-sen waar Pim en Pom
nu weer zit-ten. De poe-zen be-
gry-pen het niet goed want op
eens vindt de vrouw dat lijst
je van poe-ze-pootjes lang zo
mooi niet meer als eerst.
MIES BOUHUIJS
-
B
o-
A B!
<?-
O B 9
4» 10 5
Horizontaal
1. dienaar
4. vreemde munt
7. spat
10. gelykelijk
12. orgelgalerij
13. temmer
14. worteldeel
15. schrabmes
16. vreemde munt
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
ANTWOORD OP BRIDGEVRAAG:
Tegenover een sterke Sans, kan dit
oostspel slem opleveren, mits er ook
goede aansluiting in harten is. De
meeste paren volstonden met vier j
schoppen, enkele boden zes schoppen j
en vonden bij west: AV87 HVB
B63 4» HB9. Zes schoppen echter
gaat down, omdat NZ direct tot een
aftroefslag in harten konden ko- i
men. Echter, zes harten is onverlies-
baar. daar slechts hartenaas verloren
gaat. De meeste topspelers boden dan
ook op de oostplaats drie harte en
nadat west dit bod verhoogde tot vier j
harten, waren er voldoende redenen j
om op een eindbod van zes harten I
af te stevenen. Niet altijd dus blijkt
het goed te zijn in de 4:4 verdeling
te spelen. Een uitzondering op dere
gel, die slechts door zeer sterke spe
lers onderkend werd!
De eerste prijs werd toegekend aan
mevrouw N. van Osnabrugge, Akker
straat 1, Leiderdorp; de tweede prijs
van f7,50 aan mevrouw H. J. Tuin-
hofde Moed, Granaathof 26, Lei
den; voor de prijzen van elk f5,-,
kwamen in aanmerking mevrouw J.
M. Byvoetvan Oerle. K. Doorman
laan 68, Oegstgeeet en de heer J.
NiJgh, Jan Tooropstraat 11b, Katwijk
aan 7ee.
De prijzen zullen aan de winnaar
(essen» worden toegezonden.
19
voegwoord
20.
rang
21.
hummel
23
gewricht
25.
raad
26
hond
28.
kiem
29.
nauwelijks
30.
oud-Egyptische zonnegod
31
zijrivier van de Donau
34
ruitersabel
35
spel
37
muzieknoot
38.
plaats ln Noord-Holland
39.
eerwaardig ambt (Latijnse afk.»
41
bladader
44
tover priester
47
stand
49
ligmeubel
50
hindoegodheid
51
metalen pennetje
52.
slog
53
raam ln weefstoel
54
voegwoord
Vertikaal
1.
patiënt
2
eestekeu
3
onbepaald voornaamwoord
4
plaats in Noord-Brabant
5
toegang voor voertuig
Kom er achter
MnoJA oba paoq do idCJ3(SjeA
8
L
nam naA dftd
9
rjqoaj inooq
5
MnoJA OBA
.wnojA u*a saf u*a Mnoin
T.
nam n*A
r.
pSaeq uaa pasop
•l'
6. slechten
7. mof
8. Europees eiland
9. bijwoord
11. traditionele haat
17. rivier ln Azië
18. doek
22. steen
24. voorzetsel
26. effectbewijs
27. helder
30. eenheid van geabsorbeerde ener
gie
31. oneffen
32. versieringsmotief
33. vaartuig
36. rede
40. grootte
42. groep aardlagen
43 zetlijn aan hengeltop
45. opening
46. factuurtje
48. moerasplant.
Oplossingen onder het motto
KRUISWOORDRAADSEL dienen
voor woensdag a.s. te 9 uur in het
bezit te zijn van de redactie van het
Leidsch Dagblad, Witte Singel 1,
Leiden. Wy stellen vier pry zen be
schikbaar: één van f 10.-, één van
f 7,50 en twee van elk f 5,-. Alleen
abonnees kunnen meedingen.